0e IJsberg ïelaauwbestrijdingen hoe t moeilijkheden 99 woningen \NDBOUW en VEETEELT VERVOLG VAN PAG. 1 „Klein comité" zal tri aH aagt elkanders lasten" kollekteert van 7 -13 februari bestuderen Afscheid Adjudant Culmans rhaal uit het soldatenleven door L van Schooten Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 1 februari 1972 jriek voor Onriri' rcftuMie van (VH»ninucii )ojt 1971 hebben we in feite voor de maal in vrij ernstige mate ken- jemaakt met een aantasting van lauw in zomergerst. Het is beslist (de eerste keer geweest, dat we auw hebben gevonden in granen, •el ieder jaar vindt je percelen, die of meer ernstige vorm zijn aan- door meeldauw. Tot vorig jaar er echter vrijwel nooit gedacht (en bestrijding van deze ziekte, oorzaak, dat de aantasting door auw in 1971 in diverse gevallen rnstig was en er daarvoor op di- percelen als gevolg van deze ziek- ;n opbrengstvermindering heeft i gevonden ligt voor een flink ge in een andere rassenkeuze. ciaal met het oog op de teelt van fgerst werd in 1971 een belangrij- pervlakte bezaaid met de rassen i en Zephyr. Twee rassen, die vat- zijn voor aantasting met meel- Het zijn niet de enige rassen, die „ondeugd" bezitten. Ook 'het ras a, dat op Texel in het verleden eel verbouwd is, bezit deze ongun- eigenschap. sen, die wat de vatbaarheid voor auw aangaat veel .sterker" zijn, [azurka, Minerva en Ofir. Hoe bestrijden wel we de rassenkeuze met als echtstreekse bestrijding kunnen ten mogen we met het oog op het omen van schade door meeldauw ook wel aandacht geven aan de keuze. De rassen, die we hiervoor terkere" rassen noemden zijn ook is eiland geen onbekenden. Het linerva heeft een aantal jaren ink gedeelte van de totale opper- zomergerst op ons eiland voor •kening genomen. Dit ras gaat nu verliezen aan andere rassen. 1 het ras Mazurka komt sterk in angstelling. Dit is ook geen won- s we opbrengstver^elijkingen van erse rassen zien. Het ras Mazurka daarbij zeer gunstig naar voren nen echter van plan om zomer- te verbouwen, die geschikt is om •t te worden als brouwgerst, dan n op het moment nog in hoofd- ast op de rassen DeLisa en Zephyr, t betekent dus twee rassen, die ar zijn voor meeldauw, is nu zo ver, dat we niet machte- teg< t d loos staan bij de bestrijding van meel dauw. De laatste jaren zijn daarvoor goede middelen op de markt gekomen. We kunnen daarbij kiezen voor een zaaizaadbehandeling, of een bestrijding op het moment, dat de ziekte zich in het gewas demonstreert. Welke methode kiezen Het effekt van de bestrijding via zaadbehandeling of via een bespuiting op het moment, dat de ziekte zich open baart ligt vrijwel gelijk. In beide geval len kan men een goed resultaat ver wachten. Wat de kosten van de bestrijding be treft is het zo, dat voor akkerbouwers, die zelf een spuitmachine hebben een bestrijding in het gewas voordeliger is. De kosten van het bestrijdingsmiddel zijn nl. bij een zaaizaadbehandeling plm. 65,per ha, terwijl dit bij een bespuiting tussen ƒ25,en ƒ30,per ha ligt. Voor akkerbouwers, die voor het bespuiten een loonwerker moeten laten komen is het verschil in kosten niet groot. Bij de vraag op welke wijze we het gaan doen kan ook nog in aanmerking worden genomen, dat meeldauw met ieder jaar zo sterk optreedt dat een be strijding nodig is. Bij zaaizaadbehande ling zijn de kosten dan echter toch ge maakt. Aan de andere kant kunnen we als een voordeel van de zaaizaadbehande ling noemen, dat we in ieder geval op tijd zijn. Bij het verschuiven van de be strijding naar het moment, waarop de ziekte waargenomen wordt is het ge vaar aanwezig, dat de bestrijding te laat wordt uitgevoerd. Iedere akkerbouwer moet zelf de be slissing nemen. In de eerste plaats de beslissing of men voor een brouwgerst- ras of voergerstras kiest. En als de keu ze uitvalt voor brouwgerst, dan zal men moeten kiezen voor een zaaizaadbehan deling of een afwachten tot het mo ment, waarop de ziekte zichtbaar wordt. is geneigd de konklusie te trek- at een kollekte uit de tijd is. He- dit met het geval. Nog altijd zijn >te groepen Nederlanders die er ïeel niet best voor staan omdat I ikomen net op of onder het be- p <1 minimum ligt. denken hierbij aan de tienduizen- eduwen die alleen aangewezen de A.'W.W.-uitkering, aan de be- n die alleen van hun A O.W.-uit moeten leven. Aan de minder- nh n, die de laagste daggeld-uitke- ichjehben. uerboven genoemde groepen ko- nj snel in financiële moeilijkhe- s zich in hun gezinnen wat voor gen Voor hen blijft aanvullende 'hulp okl tijd noodzakelijk. lie hulp voorziet het Algemeen 1 Fonds ter bevordering van de ezondheid „Draagt elkanders las- at in de week van 7-13 februari cel kollekteert. Uiara ball» iaraat»o»M^)«d taa da radabUa'jTZTO' ENKELE VRAGEN AAN DE JONGE ONDERNEMERS Naar aanleiding van het verslag in de Texelse Courant van dinsdag 25 ja nuari 1972 „Jonge Ondernemers gaven voorlichting in Yerseke. Mossel vissers te bewegen tot vestiging op Texel?" het volgende. Hebben de Jonge Onderne mers zich wel eens afgevraagd wat de gevolgen zijn voor de Waddenzeevisse rij als de gedupeerde mosselvissers naar de Waddenzee zouden komen? Als ze hier komen zal 't aantal mosselpercelen in de Waddenzee verdubbeld moeten worden en weet u J O. dat dit ten koste gaat van de visgronden van de garna lenvissers? Dat is met zo'n klein beetje. Het zijn hoofdzakelijk die gebieden die driekwart van het jaar door garnalen- vissers bevist worden vanuit Harlingen, Wieringen en Texel. Is er wel eens een enquête onder de garnalenvissers ge houden over wat hen te doen staat in het geval de mosselindustrie verplaatst wordt naar de Waddenzee? Ik denk niet dat er plannen in die richting zijn, zo dat de garnalenvissers wel weer tussen wal en schip terecht zullen komen. In 't verleden is al veel grond aan de mos selvisser overgedaan; als er nog meer bijkomt vraagt de garnalenvisser zich af waar hij met zijn bedrijf heenmoet. Het is moeilijk om een bepaalde rich ting op te sturen met de „Waddenzee- visser" waaronder ook de mosselvisser gerekend. Het is tijd dat de hele struc tuur van de Waddenzeevisserij bestu deerd en zonodig herzien moet wor den; aandacht moet er niet alleen zijn voor de belangen van de mosselvissers. A. Boom, Oudeschild te hoog is, maar dat is een kwestie die de woningbouwvereniging niet kan op lossen. Voorlopige huur De huur die de bewoners aanvanke lijk betaalden was een zg voorlopige huur gebaseerd op de kostprijs zoals die bij de aanvang van het projekt was ge raamd. Intussen hebben zich allerlei kostenverhogende faktoren voorgedaan. De lonen zijn gestegen evenals de prij zen van de materialen en de BTW. Dit heeft de huizen duurder gemaakt. Al gauw stond vast dat de huurprijs zeker 25,per maand hoger zou moeten worden Tussentijds is tot het vaststel len van een nieuwe voorlopige huur besloten omdat het nog wel een jaar zou kunnen duren alvorens de defini tieve huur kon worden vastgesteld en dan zouden de bewoners 'n zo grote ach terstand hebben dat het bezwaarlijk zou zijn dit opgelopen bedrag te voldoen. De heer Bosma stelde dat men nu deze huurverhoging heeft aangegrepen om op de kwaliteit van de woningen te kunnen afgeven. De voorzitter achtte de klachten overtrokken. In het licht van de financiële omstandigheden waarin de bouw mogelijk moest wor den gemaakt kan men niet van een slechte afwerking spreken. Niet zo slecht De heer Bosma vond zelfs dat de 99 woningen aanmerkelijk beter zijn af gewerkt dan de andere woningwetwo ningen op Texel. „In vergelijking daar mee zijn uw huizen villa's". De voor zitter vertelde dat de ww-woning waar in hij destijds ging wonen geen tegels in douche en wc had terwijl het board plafond niet was geschilderd zodat hij dit zelf moest doen terwijl ook tegelpa den e.d. ontbraken. Hij riep zijn ge hoor op niet zulke hoge eisen te stellen. Men kan niet voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Met de centrale ver warming van de 99 woningen waren moeilijkheden geweest, gaf de heer Bosma toe, maar deze waren inmiddels verholpen dank zij het snelle optreden van de fa. Schoo, waarvoor hij zijn er kentelijkheid tot uitdrukking bracht. Hiermee was de zaal het duidelijk on eens: de cv deugde ook nu nog niet. Verschillende bewoners zeiden hun huis niet warm te kunnen krijgen. De ge luidshinder zei de heer Bosma niet te willen onderschatten. Maar ook hier is het een kwestie van geld. In ieder geval is er nu niets meer aan te doen. Als er fouten zijn gemaakt wil men die bij volgende woningen natuurlijk graag voorkomen. Wie ideeën heeft voor be tere geluidsisolatie voor dezelfde kosten moet maar komen. Verdraagzaamheid Maar de geluidshinder is niet alleen het gevolg van gebreken aan huizen, maar ook te wijten aan de bewoners. Wie in een huizenblok woont moet re kening houden met de buren; daaraan hapert het nog wel eens. Er was de heer Bosma zelfs een geval bekend waarbij men elkaar met opzet hinderde door lawaai te maken. En het is zaak zelf niet al te gevoelig te zijn. „Ik hoor zelf ook lawaai van mijn buren maar ik accepteer dat" Overal wordt druk ge- experimenteerd om de geluidsover dracht tussen woningen te beperken. In Middelburg wordt een methode be proefd die heel succesvol schijnt maar wel ƒ400,a 500,per woning meer kost. Als men aan alle eisen die nu ten aanzien van de woningen worden ge steld had willen voldoen, dan was de bouw met doorgegaan. En er moest ge bouwd worden want er waren huizen nodig! Scherpe verwijten richtte de heer Bosma aan het adres van de heer Van Amstel, een der voormannen van de aktiegroep, die had geprobeerd „de kachel aan te maken" en als oud-ar chitect zijn collega die verantwoordelijk is voor het ontwerp van de 99 woningen in discrediet had willen brengen. Een ander lid van de aktiegroep liet weten dat het geen aktie betreft van de heer Van Amstel maar van alle bewoners die de brief aan het bestuur onderte kenden Interrupties Toen de langduinge monoloog van de heer Bosma boze interrupties uitlokte en kreten als „regentenmentaliteit!" zag het er even naar uit dat de sfeer van goed overleg aan het verdwijnen was, maar het liep gelukkig goed af. De heer Van Amstel kreeg volop ge legenheid om zijn klachten nader toe te lichten. Hij bracht onder meer naar vo ren dat de geluidsoverdracht tussen de woningen het toegestane maximum ver overtreft, vooral bij de eerstgebouwde 18 woningen waarin voor de binnen muren het lichte gasbeton is gebruikt dat geluid makkelijk doorlaat. Hij wees op de psychologische spanningen die het gevolg zijn van de geluiden van de buren. Omdat de wc van het ene huis grenst aan de woonkamer van het an dere geeft niet alleen het doortrekken van het toilet herhaaldelijk schrik maar is zelfs te horen hoeveel papiertjes de gebrurker van het toilet van de rol af trekt. Andere afwijkingen waren het ontbreken van een afwasbare be kleding van bepaalde muren terwijl de verlangde 30 cm teelaarde in de tuin en de afrastering ook ontbreekt. De woningen zijn nog maar een jaar oud maar het schilderwerk is kaal. Verder was er een „hele waslijst" van gebreken en gebrekjes. Mevrouw M. Maas-Die- mer, bestuurslid, leek dat overdreven. Haar eigen man was belast met herstel en onderhoudswerkzaamheden aan de woningen maar had slechts weinig mis standen aangetroffen. De heer Bosma: „Als je niets anders doet dan alle gebre ken opsommen ontstaat een overtrok ken beeld. Tijdens de bouw heeft het bestuur zich wel eens afgevraagd of de aannemer nog wel een cent zou over houden van deze woningen. Als hij fail liet was gegaan, zou dat een ramp zijn geweest". Ingaan op alle opmerkingen die de heer Van Amstel had gespuid wilde de heer Bosma niet. Hij vond het wel belangrijk te stellen dat de beper kingen die als gevolg van de vereiste lage bouwprijs (Op een huis van ƒ28.000,moest ƒ5.000,worden be zuinigd!) in ieder geval niet tot verbor gen gebreken hebben geleid. Om de tafel Een nuchter geluid liet de heer F. Blanken horen. Hij was van een goed kope naar een van deze duurdere wo ningen doorgestroomd in de verwach ting een beter huis aan te treffen. Op menig punt was hij teleurgesteld. Er zijn gerede en duidelijke klachten zo zei hij, al veroordeelde hij de wijze waarop de aktiegroep de kwestie had aangepakt. Er had geen ultimatum ge steld moeten worden; dat is een aller laatste middel. Maar ook door het be stuur van de woningbouwvereniging is niet tactisch gereageerd, waardoor een geprikkelde stemming ontstond. De heer Blanken bevestigde de klachten inzake de centrale verwarming en ge luidshinder. Vertegenwoordigers van de verschillende betrokken instanties zou den om de tafel moeten gaan zitten om na te gaan wat eraan te doen is. De heer Blanken herinnerde eraan dat met name burgemeester Sprenger heeft ge zegd zich mede verantwoordelijk te voelen voor geluidshinder in woningen. Door de geluidshinder krijgen mensen ruzie die anders vrienden zouden zijn geweest; het is een sociaal probleem. Deze woorden deden als bij toverslag de stemming in gunstige zin omslaan. Men sloot de bijeenkomst nadat was af gesproken dat de bewoners een deputa tie van ongeveer vijf personen zouden aanwijzen om aan het overleg inzake verbetering deel te nemen. (vervolg van pagina 1} schenk overhandigde de heer Boot een envelop met inhoud. „Een klein zakkie, 't zal je misschien niet meevallen. De heer P. Beemsterboer vertolkte de gevoelens van het raadhuispersoneel je gens de scheidende politiecommandant. Dat personeel had er op aangedrongen dat namens hen „iets" zou gebeuren want ze waren allemaal erg met de ad judant ingenomen. Het was de méns 'Gulmans die er bijzonder goed opstond Met 'het raadhuis had hij gedurende de 18 Texelse jaren veel contact. Met het uitspreken van de hoop dat de adjudant voor de pensioenraad een „peperdure" 20u worden overhandigde de heer- Beemsterboer een geschenk onder cou vert. Teso-direkteur M. C. de Gorter, mede namens zijn raad van commissarissen, gewaagde van de vele vormen van me dewerking die hij in de afgelopen 18 jaar van de adjudant had ondervonden o.a bij de drukte op de haven in het zomerseizoen Eén telefoontje met een mededeling als „ze zijn Witvliet gepas seerd" was voldoende om het politie-ap- paraat in beweging te brengen zodat de zaak ordelijk verliep. De adjudant had er ook voor gezorgd dat tien Teso-men- sen tot onbezoldigd ambtenaar van de Rijkspolitie waren opgeleid. Geen hun ner was voor het examen gezakt. De heer De Gorter zei ook te spreken na mens de VW en als zodanig de zieke direkteur J. W. Dekker te vervangen. „Wij zorgden dat de „bende" op Texel kwam, maar Gulmans moest zorgen dat zich alles ordelijk voltrok". Als stoffe lijk blijk van erkentelijkheid overhan digde de heer De Gorter een geschenk onder couvert. Bloemen kreeg mevrouw Gulmans. Veilig verkeer De heer W. Peeters uit De Koog, voorzitter van de afdeling Texel van Veilig Verkeer Nederland en mede sprekend namens de plaatselijke red dingscommissie memoreerde dat de ad judant veel had gedaan aan de veilig verkeerscursussen op Texel. Toen je pas op Texel was, zo vertelde de heer Peeters, werd je op het trottoir aange reden door een heel klein meisje op de fiets. Je vroeg aan dat kind: weet je niet dat je niet op het trottoir mag rij den? Het meisje antwoordde toen: U bent zeker niet zo lang op Texel. Aan de verandering van de uit deze anec dote sprekende mentaliteit heeft de heer Gulmans in belangrijke mate bij gedragen. De afdeling Texel van Veilig Verkeer is de grootste van Nederland, mede door het enthousiasme dat adju dant Gulmans voor dit werk aan de dag legde. De opkomst bij de cursussen was altijd boven verwachting en er wa ren veel geslaagden. De niet-geslaagden kregen altijd gelegenheid om her-ex amen ten doen zodat ze toch 'het be geerde diploma konden bemachtigen. De heer Peeters overhandigde aan „Jan en Annie" namens zowel Veilig Ver keer als de K.N.Z.H.R.M. een envelop met inhoud. Laatste spreker was de heer C. P. Harting, hoofd van de Dienstkring Texel van Rijkswaterstaat en „buur man" van de politie. Naast zijn waar dering voor de adjudant bracht 'hij ook zijn bewondering voor mevrouw Gul mans tot uitdrukking. Cadeautje voor Bark Adjudant Gulmans dankte alle spre kers uitvoerig. Hij maakte van de gele genheid gebruik ook veel lof toe te zwaaien aan opperwachtmeester Bark, plaatsvervangend groepscommandant, die echter volgens de reglementen geen opvolger kan zijn. De adjudant schetste hem als een „onverwoestbare" kerel die zijn bekwaamheid overtuigend had bewezen. „Hopelijk begrijpt de nieuwe groepscommandant je zoals ik je heb begrepen". Als blijk van dank voor de toewijding waarmee de heer Bark het plaatsvervangend groepscomman dantschap had uitgevoerd overhandigde zijn scheidende chef hem een geschenk. ,Hou toch je wafel", verzocht ..Geen meisje durft zich in jouw ig dauwen te wagen om van je gro- ïd maar niet te spreken", dagen later kwam er een pakje e nog altijd in de bak vertoeven- -Jdaat Bot. Er zat een grote, dikke 96|hocola in. Geen afzender. n afzendster", verbeterde Geert, tuurlijk ook zijn deel opeiste als amenzweerder. „Dat snap je toch wel, niet?" en we éven vaststellen", zei rustig, „dat als er één dienst- ?e in de hele compie is die de in beginsel heeft doen smelten, het onze Kees. Kerel, had jij nou dacht dat je nog es een plak cho- oegestuurd zou krijgen van de van de Stip?" verzoet me de gevangenschap", uw dj tastte naar zijn borstzak, waar 'gen zijn hart het briefje rustte ondertekening R. A. HOOFDSTUK VI Bedorven verlof waarom zou'n we treuren, de ba- zo groot", zong de dienstplichtig Kees Bot, terwijl hij met naar- anden zijn weekendtas pakte. Opeens stopte hij, zich bewust dat er iemand achter hem stond, die aandach tig luisterde. „Pardon luit", schutterde hij, want het was de luitenant Koremans, die hij tot zijn gehoor mocht rekenen. „Niks te pardonnen", zei de luit, „maar waarom stop je? Ik begon er net helemaal in te komen". „En ik ben er net uit, uit de bajes wel te verstaan", grinnikte Kees. .JDaarom zong je zo gevoelvol", be greep de luit. „Ik dacht, die jongen kent het harde leven. Het leven van de ba- jesgast. Enfin, je gaat nu weer naar huis, soldaat Bot, en laat ik je een goe de raad geven, bewandel voortaan de rechte weg". En de luit trok een ge zicht als een gevangenisdirekteur, die een ontslagen zware jongen nog een laatste goede raad meegeeft. „Pas voor al op met de meisjes, je hebt nu ge merkt dat die je alleen maar in de ver nieling kunnen draaien" „Zo is het maar luit", stemde Kees ernstig toe. „En nog bedankt voor uw vriendelijke woorden. De luit knikte minzaam en vertrok. Kees grijnsde hem na. Zo moesten ze allemaal zijn, zoals luit Koremans. Sjoerd slenterde binnen. Zijn tas was al gepakt, hij zou met Kees mee, en hij dacht niet alleen aan de onovertroffen kookkunst van mevrouw Bot, maar ook aan de donkere ogen van Kees' zuster Loes, die merkwaardig genoeg altijd des zondags thuis bleef wanneer de soldaat Koopmans met haar broer mee kwam. „De luit was net hier", vertelde Kees, „en ik stond te brullen van: de bajes is zo groot. Hij vond dat ik het gevoelvol zong, en uit ervaring". „Je moet het eens voor Ome Willem zingen", adviseerde Sjoerd doelend op sergeant Walvisbeen, hun beider sec tiecommandant. „Ome Willem is niet muzikaal", wist Kees. „En hij kent de bajes niet. Daar is hij veel te braaf voor". Sergeant Walvisbeen genoot de diepe vijandschap van Kees en de volmaakte onverschilligheid van Sjoerd. Daardoor hield hij Kees in de gaten, maar koes terde hij een diepe vijandschap voor Sjoerd. Dat men een hekel aan hem had, vond hij niet erg, immers dat was het bewijs dat hij zijn dienst goed deed. De soldaten moesten je niet als hun vriendje beschouwen, afstand moest er zijn, en liefst had hij gezien dat ze voor hem sidderden, zoals soms die groene jongens deden. Die lui van de ouwe hap waren al te ver heen, daar was geen zalf meer aan te strijken. Sergeant Walvisbeen wist dat de stre pen op zijn mouw hem stempelden tot een wezen van hoger orde, en sidderde op zijn beurt voor wie méér strepen, en voor ieder, die sterren droeg „Likken naar boven en trappen naar onderen, net een Pruis", had Kees eens gezegd. Sjoerd lachte alleen maar. „De man is gelukkig met zijn strepen, anders was ie immers helemaal niks en nou lopen er twee strepen door", zei hij „Laat 'em genieten, 't is alles wat hij heeft". Dit nu kon Walvisbeen niet verdra gen dat zijn strepen geen indruk maakten. Hij kende de reglementen en wist dat als je iemand een douw wilde bezorgen, het een klein kunstje was, want een soldaat stond iedere minuut op de rand van een overtreding. Maar het leek of Koopmans ze net zo goed kende als hij, want hij kreeg vnjwel geen vat op die kerel. Het geschetter van Walvisbeen liep langs Sjoerd heen als het water langs een eend. Ome Willem ergerde dit bovenmate. Maar hij had één troost: kapitein de Mol had het al evenmin op de lange sol daat. We zullen wel proberen een sol daat van hem te maken, had hij troos tend tot zijn sergeant gezegd, toen die zich beklaagde over de onverschillig heid van de soldaat Koopmans. Van daag of morgen liep die Koopmans wel tegen de lamp, en dan zou hij hem wel mores leren. Koopmans liep tegen de lamp, kwam vijf minuten te laat bin nen, Walvisbeen was net wachtcom mandant en Sjoerd verscheen prompt op het matje. Kapitein De Mol verkneukelde zich reeds, hij kende de smoezen. Hij liet de delinquent altijd rustig zijn smoesje op hangen, de lekke band, het achterlopen de horloge, de spoorbomen die net dicht waren. Hij had daar zo zijn genoegens mee beleefd, toen hij de man met de lekke band die band liet oppompen (de band stond natuurlijk plat) en géén lek te constateren viel. Netjes leeg laten lopen, vlak voor het hek. En de man met de spoorbomen die hij aan de hand van het spoorboekje kon overtuigen, dat er geen trein was gepasseerd om die tijd. Het was een goederenrein, fan taseerde de overtreder en stante pede belde kapitein De Mol het station op. Tja, dat waren zo zijn methoden en hij had er de schrik onder. Bij de kapitein behoefde je niet met smoesjes aan te komen. Hij was benieuwd wat de sol daat Koopmans, deze uitgeslapen jonk man, te berde zou brengen. Maar de sol daat Koopmans voerde slechts aan, dat hij zijn tijd verpraat had. „En dat vertel je me maar zo rustig",' brieste de kapitein die zich een detec tive-onderzoek zag ontgaan. „Dat kan toch iedereen gebeuren", zei Sjoerd onnozel. Dat liet de kapitein niet op zich zit ten. Een soldaat was niet iedereen. Stel ie voor, dat in een oorlog iedereen maar bleef kletsen. „De hele oorlog zou verlopen", knikte Sjoerd instemmend. „Juist', riep de kapitein en keek de soldaat aan. Stond die hem nu te bela tafelen? Maar Sjoerds blik was ernstig en met aandacht op de kapitein geves tigd. Iets zei hem dat hij het gesprek maar beter kon afbreken en Sjoerd kreeg de douw die hij verwachtte. „Af gemarcheerd!" riep de kapitein kwaad en Sjoerd maakte model keert, de kapi tein met een onberedeneerd gevoel van onzekerheid achterlatend. Ook bij de theorie achtte kapitein De Mol de soldaat Koopmans een onder mijning voor het moreel van de troep, en dat terwijl hij eigenlijk de enige was die oplette. Toen de kapitein het com munisme het grootste gevaar noemde dat de vrije wereld bedreigde, had Sjoerd zijn hand opgestoken en ge vraagd of de kapitein niet dacht, dat het militairisme een even groot gevaar was. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1972 | | pagina 5