0e IJsberg
ïelaauwbestrijdingen hoe t moeilijkheden 99 woningen
\NDBOUW en VEETEELT
VERVOLG VAN PAG. 1
„Klein comité" zal
tri
aH
aagt elkanders lasten"
kollekteert van
7 -13 februari
bestuderen
Afscheid Adjudant Culmans
rhaal uit het soldatenleven door L van Schooten
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 1 februari 1972
jriek voor
Onriri' rcftuMie
van (VH»ninucii
)ojt
1971 hebben we in feite voor de
maal in vrij ernstige mate ken-
jemaakt met een aantasting van
lauw in zomergerst. Het is beslist
(de eerste keer geweest, dat we
auw hebben gevonden in granen,
•el ieder jaar vindt je percelen, die
of meer ernstige vorm zijn aan-
door meeldauw. Tot vorig jaar
er echter vrijwel nooit gedacht
(en bestrijding van deze ziekte,
oorzaak, dat de aantasting door
auw in 1971 in diverse gevallen
rnstig was en er daarvoor op di-
percelen als gevolg van deze ziek-
;n opbrengstvermindering heeft
i gevonden ligt voor een flink ge
in een andere rassenkeuze.
ciaal met het oog op de teelt van
fgerst werd in 1971 een belangrij-
pervlakte bezaaid met de rassen
i en Zephyr. Twee rassen, die vat-
zijn voor aantasting met meel-
Het zijn niet de enige rassen, die
„ondeugd" bezitten. Ook 'het ras
a, dat op Texel in het verleden
eel verbouwd is, bezit deze ongun-
eigenschap.
sen, die wat de vatbaarheid voor
auw aangaat veel .sterker" zijn,
[azurka, Minerva en Ofir.
Hoe bestrijden
wel we de rassenkeuze met als
echtstreekse bestrijding kunnen
ten mogen we met het oog op het
omen van schade door meeldauw
ook wel aandacht geven aan de
keuze. De rassen, die we hiervoor
terkere" rassen noemden zijn ook
is eiland geen onbekenden. Het
linerva heeft een aantal jaren
ink gedeelte van de totale opper-
zomergerst op ons eiland voor
•kening genomen. Dit ras gaat nu
verliezen aan andere rassen.
1 het ras Mazurka komt sterk in
angstelling. Dit is ook geen won-
s we opbrengstver^elijkingen van
erse rassen zien. Het ras Mazurka
daarbij zeer gunstig naar voren
nen echter van plan om zomer-
te verbouwen, die geschikt is om
•t te worden als brouwgerst, dan
n op het moment nog in hoofd-
ast op de rassen DeLisa en Zephyr,
t betekent dus twee rassen, die
ar zijn voor meeldauw,
is nu zo ver, dat we niet machte-
teg<
t d
loos staan bij de bestrijding van meel
dauw. De laatste jaren zijn daarvoor
goede middelen op de markt gekomen.
We kunnen daarbij kiezen voor een
zaaizaadbehandeling, of een bestrijding
op het moment, dat de ziekte zich in het
gewas demonstreert.
Welke methode kiezen
Het effekt van de bestrijding via
zaadbehandeling of via een bespuiting
op het moment, dat de ziekte zich open
baart ligt vrijwel gelijk. In beide geval
len kan men een goed resultaat ver
wachten.
Wat de kosten van de bestrijding be
treft is het zo, dat voor akkerbouwers,
die zelf een spuitmachine hebben een
bestrijding in het gewas voordeliger is.
De kosten van het bestrijdingsmiddel
zijn nl. bij een zaaizaadbehandeling
plm. 65,per ha, terwijl dit bij een
bespuiting tussen ƒ25,en ƒ30,per
ha ligt. Voor akkerbouwers, die voor
het bespuiten een loonwerker moeten
laten komen is het verschil in kosten
niet groot.
Bij de vraag op welke wijze we het
gaan doen kan ook nog in aanmerking
worden genomen, dat meeldauw met
ieder jaar zo sterk optreedt dat een be
strijding nodig is. Bij zaaizaadbehande
ling zijn de kosten dan echter toch ge
maakt.
Aan de andere kant kunnen we als
een voordeel van de zaaizaadbehande
ling noemen, dat we in ieder geval op
tijd zijn. Bij het verschuiven van de be
strijding naar het moment, waarop de
ziekte waargenomen wordt is het ge
vaar aanwezig, dat de bestrijding te laat
wordt uitgevoerd.
Iedere akkerbouwer moet zelf de be
slissing nemen. In de eerste plaats de
beslissing of men voor een brouwgerst-
ras of voergerstras kiest. En als de keu
ze uitvalt voor brouwgerst, dan zal men
moeten kiezen voor een zaaizaadbehan
deling of een afwachten tot het mo
ment, waarop de ziekte zichtbaar
wordt.
is geneigd de konklusie te trek-
at een kollekte uit de tijd is. He-
dit met het geval. Nog altijd zijn
>te groepen Nederlanders die er
ïeel niet best voor staan omdat
I ikomen net op of onder het be-
p <1 minimum ligt.
denken hierbij aan de tienduizen-
eduwen die alleen aangewezen
de A.'W.W.-uitkering, aan de be-
n die alleen van hun A O.W.-uit
moeten leven. Aan de minder-
nh n, die de laagste daggeld-uitke-
ichjehben.
uerboven genoemde groepen ko-
nj snel in financiële moeilijkhe-
s zich in hun gezinnen wat voor
gen Voor hen blijft aanvullende 'hulp
okl tijd noodzakelijk.
lie hulp voorziet het Algemeen
1 Fonds ter bevordering van de
ezondheid „Draagt elkanders las-
at in de week van 7-13 februari
cel kollekteert.
Uiara ball» iaraat»o»M^)«d taa da radabUa'jTZTO'
ENKELE VRAGEN AAN DE
JONGE ONDERNEMERS
Naar aanleiding van het verslag in
de Texelse Courant van dinsdag 25 ja
nuari 1972 „Jonge Ondernemers gaven
voorlichting in Yerseke. Mossel vissers
te bewegen tot vestiging op Texel?" het
volgende. Hebben de Jonge Onderne
mers zich wel eens afgevraagd wat de
gevolgen zijn voor de Waddenzeevisse
rij als de gedupeerde mosselvissers naar
de Waddenzee zouden komen? Als ze
hier komen zal 't aantal mosselpercelen
in de Waddenzee verdubbeld moeten
worden en weet u J O. dat dit ten koste
gaat van de visgronden van de garna
lenvissers? Dat is met zo'n klein beetje.
Het zijn hoofdzakelijk die gebieden die
driekwart van het jaar door garnalen-
vissers bevist worden vanuit Harlingen,
Wieringen en Texel. Is er wel eens een
enquête onder de garnalenvissers ge
houden over wat hen te doen staat in
het geval de mosselindustrie verplaatst
wordt naar de Waddenzee? Ik denk niet
dat er plannen in die richting zijn, zo
dat de garnalenvissers wel weer tussen
wal en schip terecht zullen komen. In 't
verleden is al veel grond aan de mos
selvisser overgedaan; als er nog meer
bijkomt vraagt de garnalenvisser zich
af waar hij met zijn bedrijf heenmoet.
Het is moeilijk om een bepaalde rich
ting op te sturen met de „Waddenzee-
visser" waaronder ook de mosselvisser
gerekend. Het is tijd dat de hele struc
tuur van de Waddenzeevisserij bestu
deerd en zonodig herzien moet wor
den; aandacht moet er niet alleen zijn
voor de belangen van de mosselvissers.
A. Boom, Oudeschild
te hoog is, maar dat is een kwestie die
de woningbouwvereniging niet kan op
lossen.
Voorlopige huur
De huur die de bewoners aanvanke
lijk betaalden was een zg voorlopige
huur gebaseerd op de kostprijs zoals die
bij de aanvang van het projekt was ge
raamd. Intussen hebben zich allerlei
kostenverhogende faktoren voorgedaan.
De lonen zijn gestegen evenals de prij
zen van de materialen en de BTW. Dit
heeft de huizen duurder gemaakt. Al
gauw stond vast dat de huurprijs zeker
25,per maand hoger zou moeten
worden Tussentijds is tot het vaststel
len van een nieuwe voorlopige huur
besloten omdat het nog wel een jaar
zou kunnen duren alvorens de defini
tieve huur kon worden vastgesteld en
dan zouden de bewoners 'n zo grote ach
terstand hebben dat het bezwaarlijk zou
zijn dit opgelopen bedrag te voldoen.
De heer Bosma stelde dat men nu
deze huurverhoging heeft aangegrepen
om op de kwaliteit van de woningen
te kunnen afgeven. De voorzitter achtte
de klachten overtrokken. In het licht
van de financiële omstandigheden
waarin de bouw mogelijk moest wor
den gemaakt kan men niet van een
slechte afwerking spreken.
Niet zo slecht
De heer Bosma vond zelfs dat de 99
woningen aanmerkelijk beter zijn af
gewerkt dan de andere woningwetwo
ningen op Texel. „In vergelijking daar
mee zijn uw huizen villa's". De voor
zitter vertelde dat de ww-woning waar
in hij destijds ging wonen geen tegels
in douche en wc had terwijl het board
plafond niet was geschilderd zodat hij
dit zelf moest doen terwijl ook tegelpa
den e.d. ontbraken. Hij riep zijn ge
hoor op niet zulke hoge eisen te stellen.
Men kan niet voor een dubbeltje op de
eerste rang zitten. Met de centrale ver
warming van de 99 woningen waren
moeilijkheden geweest, gaf de heer
Bosma toe, maar deze waren inmiddels
verholpen dank zij het snelle optreden
van de fa. Schoo, waarvoor hij zijn er
kentelijkheid tot uitdrukking bracht.
Hiermee was de zaal het duidelijk on
eens: de cv deugde ook nu nog niet.
Verschillende bewoners zeiden hun huis
niet warm te kunnen krijgen. De ge
luidshinder zei de heer Bosma niet te
willen onderschatten. Maar ook hier is
het een kwestie van geld. In ieder geval
is er nu niets meer aan te doen. Als
er fouten zijn gemaakt wil men die bij
volgende woningen natuurlijk graag
voorkomen. Wie ideeën heeft voor be
tere geluidsisolatie voor dezelfde
kosten moet maar komen.
Verdraagzaamheid
Maar de geluidshinder is niet alleen
het gevolg van gebreken aan huizen,
maar ook te wijten aan de bewoners.
Wie in een huizenblok woont moet re
kening houden met de buren; daaraan
hapert het nog wel eens. Er was de
heer Bosma zelfs een geval bekend
waarbij men elkaar met opzet hinderde
door lawaai te maken. En het is zaak
zelf niet al te gevoelig te zijn. „Ik hoor
zelf ook lawaai van mijn buren maar ik
accepteer dat" Overal wordt druk ge-
experimenteerd om de geluidsover
dracht tussen woningen te beperken. In
Middelburg wordt een methode be
proefd die heel succesvol schijnt maar
wel ƒ400,a 500,per woning meer
kost. Als men aan alle eisen die nu ten
aanzien van de woningen worden ge
steld had willen voldoen, dan was de
bouw met doorgegaan. En er moest ge
bouwd worden want er waren huizen
nodig! Scherpe verwijten richtte de
heer Bosma aan het adres van de heer
Van Amstel, een der voormannen van
de aktiegroep, die had geprobeerd „de
kachel aan te maken" en als oud-ar
chitect zijn collega die verantwoordelijk
is voor het ontwerp van de 99 woningen
in discrediet had willen brengen. Een
ander lid van de aktiegroep liet weten
dat het geen aktie betreft van de heer
Van Amstel maar van alle bewoners
die de brief aan het bestuur onderte
kenden
Interrupties
Toen de langduinge monoloog van de
heer Bosma boze interrupties uitlokte
en kreten als „regentenmentaliteit!"
zag het er even naar uit dat de sfeer
van goed overleg aan het verdwijnen
was, maar het liep gelukkig goed af.
De heer Van Amstel kreeg volop ge
legenheid om zijn klachten nader toe te
lichten. Hij bracht onder meer naar vo
ren dat de geluidsoverdracht tussen de
woningen het toegestane maximum ver
overtreft, vooral bij de eerstgebouwde
18 woningen waarin voor de binnen
muren het lichte gasbeton is gebruikt
dat geluid makkelijk doorlaat. Hij wees
op de psychologische spanningen die
het gevolg zijn van de geluiden van de
buren. Omdat de wc van het ene huis
grenst aan de woonkamer van het an
dere geeft niet alleen het doortrekken
van het toilet herhaaldelijk schrik maar
is zelfs te horen hoeveel papiertjes de
gebrurker van het toilet van de rol af
trekt. Andere afwijkingen waren
het ontbreken van een afwasbare be
kleding van bepaalde muren terwijl de
verlangde 30 cm teelaarde in de tuin
en de afrastering ook ontbreekt. De
woningen zijn nog maar een jaar oud
maar het schilderwerk is kaal. Verder
was er een „hele waslijst" van gebreken
en gebrekjes. Mevrouw M. Maas-Die-
mer, bestuurslid, leek dat overdreven.
Haar eigen man was belast met herstel
en onderhoudswerkzaamheden aan de
woningen maar had slechts weinig mis
standen aangetroffen. De heer Bosma:
„Als je niets anders doet dan alle gebre
ken opsommen ontstaat een overtrok
ken beeld. Tijdens de bouw heeft het
bestuur zich wel eens afgevraagd of de
aannemer nog wel een cent zou over
houden van deze woningen. Als hij fail
liet was gegaan, zou dat een ramp zijn
geweest". Ingaan op alle opmerkingen
die de heer Van Amstel had gespuid
wilde de heer Bosma niet. Hij vond het
wel belangrijk te stellen dat de beper
kingen die als gevolg van de vereiste
lage bouwprijs (Op een huis van
ƒ28.000,moest ƒ5.000,worden be
zuinigd!) in ieder geval niet tot verbor
gen gebreken hebben geleid.
Om de tafel
Een nuchter geluid liet de heer F.
Blanken horen. Hij was van een goed
kope naar een van deze duurdere wo
ningen doorgestroomd in de verwach
ting een beter huis aan te treffen. Op
menig punt was hij teleurgesteld. Er
zijn gerede en duidelijke klachten zo
zei hij, al veroordeelde hij de wijze
waarop de aktiegroep de kwestie had
aangepakt. Er had geen ultimatum ge
steld moeten worden; dat is een aller
laatste middel. Maar ook door het be
stuur van de woningbouwvereniging is
niet tactisch gereageerd, waardoor een
geprikkelde stemming ontstond. De
heer Blanken bevestigde de klachten
inzake de centrale verwarming en ge
luidshinder. Vertegenwoordigers van de
verschillende betrokken instanties zou
den om de tafel moeten gaan zitten om
na te gaan wat eraan te doen is. De
heer Blanken herinnerde eraan dat met
name burgemeester Sprenger heeft ge
zegd zich mede verantwoordelijk te
voelen voor geluidshinder in woningen.
Door de geluidshinder krijgen mensen
ruzie die anders vrienden zouden zijn
geweest; het is een sociaal probleem.
Deze woorden deden als bij toverslag
de stemming in gunstige zin omslaan.
Men sloot de bijeenkomst nadat was af
gesproken dat de bewoners een deputa
tie van ongeveer vijf personen zouden
aanwijzen om aan het overleg inzake
verbetering deel te nemen.
(vervolg van pagina 1}
schenk overhandigde de heer Boot een
envelop met inhoud. „Een klein zakkie,
't zal je misschien niet meevallen.
De heer P. Beemsterboer vertolkte de
gevoelens van het raadhuispersoneel je
gens de scheidende politiecommandant.
Dat personeel had er op aangedrongen
dat namens hen „iets" zou gebeuren
want ze waren allemaal erg met de ad
judant ingenomen. Het was de méns
'Gulmans die er bijzonder goed opstond
Met 'het raadhuis had hij gedurende de
18 Texelse jaren veel contact. Met het
uitspreken van de hoop dat de adjudant
voor de pensioenraad een „peperdure"
20u worden overhandigde de heer-
Beemsterboer een geschenk onder cou
vert.
Teso-direkteur M. C. de Gorter, mede
namens zijn raad van commissarissen,
gewaagde van de vele vormen van me
dewerking die hij in de afgelopen 18
jaar van de adjudant had ondervonden
o.a bij de drukte op de haven in het
zomerseizoen Eén telefoontje met een
mededeling als „ze zijn Witvliet gepas
seerd" was voldoende om het politie-ap-
paraat in beweging te brengen zodat de
zaak ordelijk verliep. De adjudant had
er ook voor gezorgd dat tien Teso-men-
sen tot onbezoldigd ambtenaar van de
Rijkspolitie waren opgeleid. Geen hun
ner was voor het examen gezakt. De
heer De Gorter zei ook te spreken na
mens de VW en als zodanig de zieke
direkteur J. W. Dekker te vervangen.
„Wij zorgden dat de „bende" op Texel
kwam, maar Gulmans moest zorgen dat
zich alles ordelijk voltrok". Als stoffe
lijk blijk van erkentelijkheid overhan
digde de heer De Gorter een geschenk
onder couvert. Bloemen kreeg mevrouw
Gulmans.
Veilig verkeer
De heer W. Peeters uit De Koog,
voorzitter van de afdeling Texel van
Veilig Verkeer Nederland en mede
sprekend namens de plaatselijke red
dingscommissie memoreerde dat de ad
judant veel had gedaan aan de veilig
verkeerscursussen op Texel. Toen je
pas op Texel was, zo vertelde de heer
Peeters, werd je op het trottoir aange
reden door een heel klein meisje op de
fiets. Je vroeg aan dat kind: weet je
niet dat je niet op het trottoir mag rij
den? Het meisje antwoordde toen: U
bent zeker niet zo lang op Texel. Aan
de verandering van de uit deze anec
dote sprekende mentaliteit heeft de
heer Gulmans in belangrijke mate bij
gedragen. De afdeling Texel van Veilig
Verkeer is de grootste van Nederland,
mede door het enthousiasme dat adju
dant Gulmans voor dit werk aan de
dag legde. De opkomst bij de cursussen
was altijd boven verwachting en er wa
ren veel geslaagden. De niet-geslaagden
kregen altijd gelegenheid om her-ex
amen ten doen zodat ze toch 'het be
geerde diploma konden bemachtigen.
De heer Peeters overhandigde aan „Jan
en Annie" namens zowel Veilig Ver
keer als de K.N.Z.H.R.M. een envelop
met inhoud.
Laatste spreker was de heer C. P.
Harting, hoofd van de Dienstkring
Texel van Rijkswaterstaat en „buur
man" van de politie. Naast zijn waar
dering voor de adjudant bracht 'hij ook
zijn bewondering voor mevrouw Gul
mans tot uitdrukking.
Cadeautje voor Bark
Adjudant Gulmans dankte alle spre
kers uitvoerig. Hij maakte van de gele
genheid gebruik ook veel lof toe te
zwaaien aan opperwachtmeester Bark,
plaatsvervangend groepscommandant,
die echter volgens de reglementen
geen opvolger kan zijn. De adjudant
schetste hem als een „onverwoestbare"
kerel die zijn bekwaamheid overtuigend
had bewezen. „Hopelijk begrijpt de
nieuwe groepscommandant je zoals ik je
heb begrepen". Als blijk van dank voor
de toewijding waarmee de heer Bark
het plaatsvervangend groepscomman
dantschap had uitgevoerd overhandigde
zijn scheidende chef hem een geschenk.
,Hou toch je wafel", verzocht
..Geen meisje durft zich in jouw
ig dauwen te wagen om van je gro-
ïd maar niet te spreken",
dagen later kwam er een pakje
e nog altijd in de bak vertoeven-
-Jdaat Bot. Er zat een grote, dikke
96|hocola in. Geen afzender.
n afzendster", verbeterde Geert,
tuurlijk ook zijn deel opeiste als
amenzweerder. „Dat snap je toch
wel, niet?"
en we éven vaststellen", zei
rustig, „dat als er één dienst-
?e in de hele compie is die de
in beginsel heeft doen smelten,
het onze Kees. Kerel, had jij nou
dacht dat je nog es een plak cho-
oegestuurd zou krijgen van de
van de Stip?"
verzoet me de gevangenschap",
uw dj tastte naar zijn borstzak, waar
'gen zijn hart het briefje rustte
ondertekening R. A.
HOOFDSTUK VI
Bedorven verlof
waarom zou'n we treuren, de ba-
zo groot", zong de dienstplichtig
Kees Bot, terwijl hij met naar-
anden zijn weekendtas pakte.
Opeens stopte hij, zich bewust dat er
iemand achter hem stond, die aandach
tig luisterde.
„Pardon luit", schutterde hij, want
het was de luitenant Koremans, die hij
tot zijn gehoor mocht rekenen.
„Niks te pardonnen", zei de luit,
„maar waarom stop je? Ik begon er net
helemaal in te komen".
„En ik ben er net uit, uit de bajes wel
te verstaan", grinnikte Kees.
.JDaarom zong je zo gevoelvol", be
greep de luit. „Ik dacht, die jongen kent
het harde leven. Het leven van de ba-
jesgast. Enfin, je gaat nu weer naar
huis, soldaat Bot, en laat ik je een goe
de raad geven, bewandel voortaan de
rechte weg". En de luit trok een ge
zicht als een gevangenisdirekteur, die
een ontslagen zware jongen nog een
laatste goede raad meegeeft. „Pas voor
al op met de meisjes, je hebt nu ge
merkt dat die je alleen maar in de ver
nieling kunnen draaien"
„Zo is het maar luit", stemde Kees
ernstig toe. „En nog bedankt voor uw
vriendelijke woorden.
De luit knikte minzaam en vertrok.
Kees grijnsde hem na. Zo moesten ze
allemaal zijn, zoals luit Koremans.
Sjoerd slenterde binnen. Zijn tas was
al gepakt, hij zou met Kees mee, en hij
dacht niet alleen aan de onovertroffen
kookkunst van mevrouw Bot, maar ook
aan de donkere ogen van Kees' zuster
Loes, die merkwaardig genoeg altijd des
zondags thuis bleef wanneer de soldaat
Koopmans met haar broer mee kwam.
„De luit was net hier", vertelde Kees,
„en ik stond te brullen van: de bajes is
zo groot. Hij vond dat ik het gevoelvol
zong, en uit ervaring".
„Je moet het eens voor Ome Willem
zingen", adviseerde Sjoerd doelend op
sergeant Walvisbeen, hun beider sec
tiecommandant.
„Ome Willem is niet muzikaal", wist
Kees. „En hij kent de bajes niet. Daar is
hij veel te braaf voor".
Sergeant Walvisbeen genoot de diepe
vijandschap van Kees en de volmaakte
onverschilligheid van Sjoerd. Daardoor
hield hij Kees in de gaten, maar koes
terde hij een diepe vijandschap voor
Sjoerd. Dat men een hekel aan hem
had, vond hij niet erg, immers dat was
het bewijs dat hij zijn dienst goed deed.
De soldaten moesten je niet als hun
vriendje beschouwen, afstand moest er
zijn, en liefst had hij gezien dat ze voor
hem sidderden, zoals soms die groene
jongens deden. Die lui van de ouwe hap
waren al te ver heen, daar was geen
zalf meer aan te strijken.
Sergeant Walvisbeen wist dat de stre
pen op zijn mouw hem stempelden tot
een wezen van hoger orde, en sidderde
op zijn beurt voor wie méér strepen, en
voor ieder, die sterren droeg „Likken
naar boven en trappen naar onderen,
net een Pruis", had Kees eens gezegd.
Sjoerd lachte alleen maar. „De man is
gelukkig met zijn strepen, anders was
ie immers helemaal niks en nou lopen
er twee strepen door", zei hij „Laat 'em
genieten, 't is alles wat hij heeft".
Dit nu kon Walvisbeen niet verdra
gen dat zijn strepen geen indruk
maakten. Hij kende de reglementen en
wist dat als je iemand een douw wilde
bezorgen, het een klein kunstje was,
want een soldaat stond iedere minuut
op de rand van een overtreding. Maar
het leek of Koopmans ze net zo goed
kende als hij, want hij kreeg vnjwel
geen vat op die kerel. Het geschetter
van Walvisbeen liep langs Sjoerd heen
als het water langs een eend.
Ome Willem ergerde dit bovenmate.
Maar hij had één troost: kapitein de
Mol had het al evenmin op de lange sol
daat. We zullen wel proberen een sol
daat van hem te maken, had hij troos
tend tot zijn sergeant gezegd, toen die
zich beklaagde over de onverschillig
heid van de soldaat Koopmans. Van
daag of morgen liep die Koopmans wel
tegen de lamp, en dan zou hij hem wel
mores leren. Koopmans liep tegen de
lamp, kwam vijf minuten te laat bin
nen, Walvisbeen was net wachtcom
mandant en Sjoerd verscheen prompt
op het matje.
Kapitein De Mol verkneukelde zich
reeds, hij kende de smoezen. Hij liet de
delinquent altijd rustig zijn smoesje op
hangen, de lekke band, het achterlopen
de horloge, de spoorbomen die net dicht
waren. Hij had daar zo zijn genoegens
mee beleefd, toen hij de man met de
lekke band die band liet oppompen (de
band stond natuurlijk plat) en géén lek
te constateren viel. Netjes leeg laten
lopen, vlak voor het hek. En de man
met de spoorbomen die hij aan de hand
van het spoorboekje kon overtuigen,
dat er geen trein was gepasseerd om
die tijd. Het was een goederenrein, fan
taseerde de overtreder en stante pede
belde kapitein De Mol het station op.
Tja, dat waren zo zijn methoden en hij
had er de schrik onder. Bij de kapitein
behoefde je niet met smoesjes aan te
komen. Hij was benieuwd wat de sol
daat Koopmans, deze uitgeslapen jonk
man, te berde zou brengen. Maar de sol
daat Koopmans voerde slechts aan, dat
hij zijn tijd verpraat had.
„En dat vertel je me maar zo rustig",'
brieste de kapitein die zich een detec
tive-onderzoek zag ontgaan.
„Dat kan toch iedereen gebeuren", zei
Sjoerd onnozel.
Dat liet de kapitein niet op zich zit
ten. Een soldaat was niet iedereen. Stel
ie voor, dat in een oorlog iedereen maar
bleef kletsen.
„De hele oorlog zou verlopen", knikte
Sjoerd instemmend.
„Juist', riep de kapitein en keek de
soldaat aan. Stond die hem nu te bela
tafelen? Maar Sjoerds blik was ernstig
en met aandacht op de kapitein geves
tigd. Iets zei hem dat hij het gesprek
maar beter kon afbreken en Sjoerd
kreeg de douw die hij verwachtte. „Af
gemarcheerd!" riep de kapitein kwaad
en Sjoerd maakte model keert, de kapi
tein met een onberedeneerd gevoel van
onzekerheid achterlatend.
Ook bij de theorie achtte kapitein De
Mol de soldaat Koopmans een onder
mijning voor het moreel van de troep,
en dat terwijl hij eigenlijk de enige was
die oplette. Toen de kapitein het com
munisme het grootste gevaar noemde
dat de vrije wereld bedreigde, had
Sjoerd zijn hand opgestoken en ge
vraagd of de kapitein niet dacht, dat
het militairisme een even groot gevaar
was.
(wordt vervolgd)