Snel een eind maken aan de
verontreiniging van de zee
1
)r. J. C. Duinker in „Natuur en Landschap"
1
H
1
1
1
1
ffekt van lozingen kan niet
ongedaan worden gemaakt
j
i
KRUISWOORDPUZZEL
13
21
58
e zee is in gevaar: zij dient in toe-
ende mate als lozingsplaats van vele
afvalstoffen. Dankzij de zeer
ndere eigenschappen van water
eert de wereldzee als regulator van
dimaat op aarde. De eerste vormen
leven zijn ontstaan in de zee; in-
door de mens in de evenwichts-
tie van deze natuurlijke processen
leiden tot vernietiging van een deel
de levende zee. De zee fungeert als
igrijkstc leverancier van zoetwater;
ndien bestaat er dringende behoef-
an direkte winning van drinkwater
eewater. De zee bevat de grootste
te voorraden op aarde. Als criteria
het beantwoorden van de vraag of
e vervuild is of niet beschouw ik:
e aan natuurlijke levensgemeen-
pen, bedreiging van de menselijke
dheid, vermindering van recrea-
funkties en vermindering van mo-
e aktiviteiten op zee".
us dr. J. C. Duinker, als chemi-
■erkzaam bij het NIOZ in een ar-
in „Natuur en Landschap", tijd-
't voor natuurbehoud en milieube-
Na een korte inleiding over de es-
'e funkties van de zee in de totali-
an processen in de biosfeer wordt
perkte mate van verdunning van
toffen geïllustreerd met voorbeel
dt de Noordzee. Vervolgens wordt
aan op de verontreiniging door
udelijk afvalwater, door anorga-
;e stoffen en metalen, door olie en
aterstoffen en door chemische be-
'ngsmiddelen. In de inleiding
|t vastgesteld: ,,Van vele giftige
n die wij thans in onze rivieren en
ateren lozen, zullen de effekten
uizenden jaren in de wereldzeeën
aar zijn. Het treffen van vergaan-
'atregelen, nationaal en interna-
1 is dan ook dringend noodzake-
Verdunning
kele direkte effekten van afval-
n in water (maar zeker niet alle)
n worden verminderd door ver-
"g Het direkt in zee lozen kan
m gemakkelijk als aantrekkelijk
atief worden beschouwd voor
die in het zoete water niet meer
tbaar zijn. Het volume van de
n en randzeeën (1,3 duizend mil-
3) lijkt alle menselijke afval-
n tot een onbetekenend kleine
tratie te kunnen verdunnen. Im-
et jaarlijks verbruik aan stoffen
"end miljoen ton) zou, wanneer
lijkmatige verdeling over het wa-
n de oceanen mogelijk was en
er wordt afgezien van de plaats-
e biologische afbraak processen,
e in totaal 35.000 mg opgeloste
e een liter zeewater al bevat
0,02 mg toevoegen",
dit niet gebeurt wijt dr. Duinker
n aantal faktoren die er volgens
e oorzaak van zijn dat „door de
aar de zee gevoerde afvalstoffen
gelijk een meetbare invloed heb-
samenstelling van het zeewa-
lechts beperkte gedeelten van de
a zijn voor verdunning geschikt:
ing van oppervlaktewater met
ater verloopt te langzaam. Die
e wel geschikt is, bevat slechts
net totale volume in de oceanen.
Zuurstof
oordzee is een goed voorbeeld
n gedeelte van de oceaan dat
aan land en beperkte verbindin-
de oceaan heeft. Op grond van
.vens over tij en verblijftijd van
,'n^e Noordzee (2 tot 3 jaar)
Duinker dat de snelheid van
^g veel ongunstiger verloopt
^acht mag worden op grond
Slachtoffers van zeeverontreiniging. Toch
is stookolie, gezien op langere termijn,
lang niet de ernstigste bedreiging van de
wereldzeeën.
van verhoudingen van waterhoeveel-
heden. Een gedeelte van het Rijnwater
bijvoorbeeld dringt pas na ongeveer een
maand de Waddenzee binnen, waar een
deel van het rijkelijk aanwezige zwe
vende materiaal in rustiger water be
zinkt.
Een der belangrijkste indikatoren
voor verontreiniging is het zuurstofge
halte. Voor de Noordzee als geheel is
het zuurstofgehalte geen probleem, al
dus J. C. Duinker, maar metingen voor
het oostelijk deel van de Waddenzee il
lustreren de lage zuurstofgehalten, tot
nul toe, en de extreem hoge gehalten
aan ammoniak (een zeer giftige vorm
die bij voldoende aanwezigheid van
zuurstof afgebroken wordt) m het water
van de Dollard.
„In de Waddenzee en ons kustgebied
is sprake van overbemesting (te hoge
concentratie van voedingsstoffen - red.)
hier blijkt in de laatste tien jaar door
een verhoogde aanvoer de fosfaatpro-
duktie te zijn toegenomen met 200 a
300%. De voedingsstoffenconcentratie
vertoont een sterke seizoenschomme
ling: tijdens een planktonbloei neemt de
groei explosief toe en de voedingsstof
fenconcentratie sterk af. Wij nemen
waar dat zowel de concentratie aan voe
dingsstoffen als hun onderlinge verhou
dingen de laatste jaren aanzienlijk zijn
veranderd. Dit heeft gevolgen. De vraag
is of een verschuiving in de flora-sa-
menstelling zal optreden en welke plaats
ongewenste soorten fytoplankton daar
bij in zullen nemen".
Explosie
Een massale plank tongroei veroor
zaakt onvermijdelijk zuurstoftekort. Dit
secondaire zuurstoftekort brengt schelp
dieren, bodemorganismen en jonge le
vensstadia van vissen in gevaar. In 1964
deed zich ten oosten van Texel zo'n ex
plosie voor met alle fatale gevolgen van
diem
(Ook begin deze maand werd de Wad
denzee door een op deze manier ont
staan planktonveld bedreigd rd.)
De kans op dit soort effekten
neemt toe met stijgende con
centraties voedingsstoffen. Met tabellen
maakt dr. Duinker duidelijk dat „voor
een verbetering althans geen ver
slechtering van het zoete water en
voor een rationeel beheer van ons kust
gebied het onvermijdelijk zal zijn op
grote schaal zuiveringsinstallaties te
bouwen en daarbij zo ver te gaan dat
ook fosfaat uit het afvalwater wordt
verwijderd. Dit kost veel geld, zo het
technisch al mogelijk is. Een belangrijke
bijdrage kan worden geleverd wanneer
de lozing van fosfaat door de bio-indu-
strie en ook door de huishoudens (was
middelen) aan banden wordt gelegd. Bij
al onze aktiviteiten moeten wij beden
ken dat de Waddenzee nabij is".
Verdacht
Over de aanvoer van anorganische
stoffen en metalen in de oceanen zegt
Duinker dat de samenstelling van de
oceanen slechts heel langzaam veran
dert en dat de invloed van de nu toege
voegde stoffen dan ook heel lang merk
baar zal zijn. „De samenstelling van
water in de open oceaan blijkt bijzonder
stabiel te zijn. Slechts veertien elemen
ten komen in zeewater voor in concen
traties die van nature groter zijn dan
1 mg per liter; daarbij zijn de verhou
dingen, zowel in plaats als in tijd, op
vallend constant. Er bestaan processen
in de oceaan waardoor deze zich ont
doen van de toegevoerde zouten: de
lange termijn-stabiliteit van zeewater
wordt beheerst door fysische, chemische
en biologische kringloopprocessen, die
de zouten van het land omzetten in
mariene sedimenten. In tegenstelling
tot de rivieren behouden de oceanen
hun chemische komponenten honderden
tot miljoenen jaren: elementen die wij
thans in de oceanen brengen zullen nog
heel lang meetbaar zijn".
„Door het combineren van de wereld-
produktiecijfers, de verblijfst^den in
het water en de aard van de aangetoon
de schadelijke effekten van metalen is
men tot de opstelling van een „wereld-
verdachtenlijst" gekomen: kwik, cad-
ium, chroom, koper, zink, lood, arseen,
antimoon en wellicht tin, zilver en mo-
lybdeen. De elementen die door hun
hoge concentraties in het Rijnwater ons
kustwater sterk belasten behoren alle
tot deze lijst. Vele matalen vormen door
hun grote aanvoer een ernstige bedrei
ging voor de kustgebieden in zee en hun
bewoners.
Schadelijke effekten zijn ook bij zeer
lage concentraties vastgesteld; voor
kwik en cadmium tevens bij de mens
Voor vele metalen zijn in het water en
in organismen verhoogde concentraties
vastgesteld; de ecologische gevolgen zijn
vrijwel onbekend, behalve wellicht voor
kwik. De aanvoer van kwik in het Ne
derlandse kustgebied is extreem hoog.
Per jaar krijgt Nederland 85 ton kwik
via de Rijn van buiten aangevoerd; Ne
derland zelf draagt nog een dergelijke
hoeveelheid bij. Voortzetting van de
aanvoer zal de niveaus van kwik in de
Waddenzee verder verhogen, met 'n di
rekte bedreiging voor het bestaan van
organismen die uitsluitend van vis le
ven, zoals de zeehonden.
Kanker
„Langs direkte weg komt per jaar via
rioleringen, rivieren, schepen en in min
dere mate via raffinaderijen en ongeluk
ken op en in de havens ruim 2 miljoen
ton olie in de zee. Wanneer effektievere
maatregelen tegen de vervuiling der
oceanen door olie uitblijven, moeten
wij verwachten dat omstreeks het jaar
1980 tenminste 4 miljoen ton olie per
jaar de oceanen via direkte weg zal bin
nendringen. Vele individuele soorten
koolwaterstoffen blijken in zee merk
waardig stabiel te zijn. De laagstkoken-
de frakties zijn vrij goed oplosbaar in
zeewater; zij hebben ook de hoogste di
rekte giftigheid. Bij rampen in open zee
kunnen deze frakties voor een groot
deel reeds in het zeewater zijn opgelost
voordat akties kunnen worden onderno
men. Hoger kokende frakties bezitten
kankerverwekkende eigenschappen,
worden opgehoopt in voedselketens en
interfereren met natuurlijke stoffen die
mariene organismen helpen bij het vin
den van prooi en het ontlopen van roof-
vijanden".
De bestrijding van de olie in het wa
ter stuit volgens de NlOZ-medewerker
op tegengestelde belangen. Aan de ene
kant de natuurbeschermers, aan de an
dere kant de beschermers van de recre
atie. Hoewel beide groepen willen dat
de olie verdwijnt, is het de laatste die
een methode gebruikt waarbij de olie
fijn verdeelt wordt (giftiger voor het
milieu) of naar de bodem zakt (geen ga
rantie dat de giftige bestanddelen niet
alsnog in het water worden opgenomen).
Daarbij komt dat het onbekend is hoe
veel het leefmilieu in de oceanen kan
verwerken. De vorming van een dunne
oliefilm op het water, zoals in stille
oceaangebieden heel veel en over grote
oppervlakten voorkomt, is extra scha
delijk omdat de olievelden een opho
pingsplaats worden van andere vergif
ten, zoals DDT en PCB. Deze stoffen
zijn dan direkt beschikbaar voor opna
me in de voedselketens. „Door effek-
tieve maatregelen is een aanmerkelijke
verbetering in de toestand van de
oceanen door olie mogelijk", besluit dr.
Duinker het gedeelte over olie-veront
reiniging.
Voorkeur
De organochloorverbindingen, natuur-
vreemde stoffen als DDT en PCB, zijn
in meetbare hoeveelheden aanwezig
over de hele aarde. De toepassingen van
de stoffen verschillen aanzienlijk, maar
er is een aanwijsbaar verband tussen
hun chemische struktuur en het gedrag
in zee. Dit gedrag heeft drie onaangena
me aspekten, te weten akute dodelijke
effekten, het door samengaan met an
dere of grotere hoeveelheden dezelfde
stoffen alsnog schadelijk worden en de
dikwijls grote stabiliteit van de stoffen.
De stoffen vertonen een voorkeur voor
vetweefsels, waarbij ophoping kan
plaatsvinden tot zeer hoge concentraties.
Behalve de dodelijke werking kunnen
hiervan storingen in fysiologische pro
cessen en verminderende levensvatbaar
heid het gevolg zijn. Dr. Duinker noemt
de hoeveelheden chloorverbindingen in
organismen die in kustwateren leven
verontrustend. „De extreme afname van
bepaalde vogelpopulaties is veroorzaakt
door zowel sterfte onder de ouders (ei-
dereend in de Waddenzee) als door ver
mindering van de voortplanting (eischa
len worden dunner en embryo's sterven
door teveel vergif). Kleine doses hebben
reeds grote effekten; ijsduiker, zeearend,
zeehond, grote stern, buizerd, reiger,
albatros en Jan van Gent zijn ernstig
bedreigd of reeds plaatselijk uitgeroeid".
De oceanen kunnen gaan fungeren als
vergaarbak van deze stoffen. Fytoplank
ton is in staat deze verbindingen zeer
effektief aan een olielaag te onttrekken;
het speelt daarom een belangrijke rol
bij het overbrengen van deze stoffen
vanuit zeewater naar hogere niveaus
van voedselketens. Tot nu toe is 2 mil
joen ton DDT gemaakt, waarvan ver
moedelijk 25% naar de oceanen is ge
voerd. Er bevindt zich nog een enorme
hoeveelheid DDT en vergelijkbare stof
fen op het land; dit kan uiteindelijk ook'
in zee terecht komen. Een verdere ver
hoging van de concentraties van deze
stoffen is het onherroepelijk gevolg,
zelfs bij onmiddellijk stoppen van de-
produktie, „een prestatie van mense
lijk kunnen èn onvermogen tegelijk".
Kombinatie
Een groot aantal onbekende stoffen
is in het water geloosd. De gevolgen
hiervan kunnen niet eens vermoed wor
den. Alleen in de kustgebieden zijn
meetbare concentraties gekonstateerd
en heeft men onderzoek kunnen doen
naar mogelijke gevolgen. De natuurlijke
levensgemeenschappen in zee zijn kwets
baarder dan die in de kustgebieden; ver
mindering van diversiteit en stabiliteit
van deze levensgemeenschappen zijn
mogelijke gevolgen. „De vraag is hoe
groot de druk kan zijn voordat sprake
is van ernstige verstoring in deze even-
wichtsystemen en van blijvende onom
keerbare schade tengevolge van het ge-
kombineerde resultaat van verstoring
van de voedselbalans, overbevissing,
waterbouwkundige werken en chemi
sche stoffen".
In een tabel worden de voornaamste
vervuilers aangegeven: de riolen (huis
houdelijk afval), de /landbouw (organo
chloorverbindingen, kwikverbindingen),
de industrie via rivieren (PCB, kwik,
koper, cadmium, radioaktief afval, olie en
oliedisperenerende middelen, aromati
sche oplosmiddelen, fenolen, plastic tus
sen- en bijprodukten, polycyclische aro
maten, pulp- en papierafval, warmte),
schepen (vaste voorwerpen, olie) en ex
ploitanten (bagger en inert afval). Uit
de atmosfeer zijn pesticiden en PCB,
kwik en lood afkomstig. Bij al deze
vervuilingen beveelt dr. Duinker beper
kende of preventieve maatregelen aan.
Dr. Duinker voorziet in de toekomst
nog veel grotere problemen: „Gesteld
dat wij in de toekomst ook de bodem
van oceanen en randzeeën op grote
schaal zouden gaan gebruiken om het
door ons veroorzaakte tekort aan ma
terialen op aarde te compenseren (mo
gen wij hiervoor gespaard blijven!), dan
zouden de gevolgen van het terugwin
nen van stoffen uit zee wel eens een
veel grotere verstoring kunnen veroor
zaken dan waarmee wij nu worden ge
confronteerd".
Het wetenschappelijk onderzoek, dat
de bestrijding moet leiden, ontmoet gro
te moeilijkheden: „Wij hebben te maken
met een soort ïjsbergeffekt: een onuit
puttelijke bron voor wetenschappelijk
detectivewerk. De wetenschap is even
wel gedoemd achter te lopen. De bewijs
last dient te worden omgekeerd: in de
zee mogen alleen die stoffen terecht ko
men waarvan tevoren bewezen is dat
zij daar acceptabel zijn".
Verlangen
Dr. Duinker pleit voor afremming van
de groei van wereldvevolking en indu
strie. Statistische gegevens illustreren
in de tijd dat de wereldbevolking zich
verdubbelt de totale milieubelasting
tenminste verzesvoudigt. „Een dergelij
ke snelle groei geeft in de eerste plaats
aan waarom wij zo plotseling met mi
lieuproblemen lijken te zijn geconfron
teerd en in de tweede plaats dat wij in
de nabije toekomst voor nog veel grote
re problemen zullen worden geplaatst.
Het zijn de zeeën die hiervan het meest
te lijden zullen hebben".
Tot slot verwijst hij naar de politici,
die de noodzakelijke akties moeten ont
ketenen om tot een beter beleid te ko
men. „De evolutie heeft de mens een
onbewust verlangen naar de zee mee
gegeven: de jutter, de dichter, de visser
en de recreant hebben ieder hun ma
nier om him waardering voor de zee tot
uitdrukking te brengen. Het beheersen
en terugdringen van de vervuiling is
een taak voor de politici. Met een straf
beleid is veel te bereiken voor de ge
zondheid van de zee.
De ervaringen, opgedaan tijdens een
zeer recente onderzoekingstocht op de
Waddenzee en een aansluitende inter
nationale conferentie over de weten
schappelijke kennis van de Noordzee,
hebben mij gesterkt in de overtuiging
dat het op grond van de bestaande we
tenschappelijke ervaringen gerecht
vaardigd is om voor onszelf, maar
vooral voor de toekomst van onze kin
deren aan te dringen op daadwerkelijke
akties ten koste van enkele wellicht
minder essentiële genoegens van het le
ven".
1
2
3
4
5
6
7
8
9
11
12
14
16
17
13
22
23
24
26
27
30
31
32
34
35
3.
39
40
41
44
45
46
48
49
51
54
55
56
59
60
61
62
Horizontaal:
1. vorstelijke titel
5. voedsel
9. kledingstuk
10. deel van de bijbel
12. persoonlijk voornaamwoord
13. watering
14. grondtoon
15. bloem
17. deel van een geweer
18. titel
20. opgerold stuk vlees
22. stof
25. omwenteling
28. slimme
29. aanwijsbaar voornaamwoord
30. rustoord (Bijb.)
31. boom
33. meisjesnaam
35. Moh. heilige schrift
38. adellijke titel
41. bekende opera
42. lofdicht
43. jongeman
45. koper, cliënt
47. einduitkomst
50. bloem
51. soort schip
53. Germaanse Godheid
54. riem van jachthonden
55. stofmaat
56. Bijbelse naam
58. N.V. (Duitse afkorting)
59. voorzetsel
60. gewicht
61. plaats in Utrecht
62. familielid
Verticaal:
vrucht
bedorven
persoonlijk voornaamwoord
ruisend-brommend geluid
maken
meemaken
georg. aanduiding
uitroep
rangtelwoord
versiering
gebruik in kleding
wintervoertuig
jongensnaam
paar, tweetal
meisjesnaam
reeds
zelfstandig deel v. e. verhaal
groot dier
tot en met
spoedig
aanzien
kronkel in een kabel
negende maand van het Moh.
jaar
soort schaatsen
grillig met iets omspringen
ranonkelachtige plant
houten vat
klaar
soort onderwijs
bittere drank
uniek
ovenkrabber
zachte, sappige
groente
klein fakje
dierengeluid
Frans onb. voornaamwoord