(i
Het geluk in de schaduw"
Drink louter Kabouter
LANDBOUW en VEETEELT:.
Het jubileum van de
K.I.-vereniging
Meer en beter
NEDERLANDSCHE MIDDENSTANDSBANK
Een bank
waar uw spaargeld groeit
Vervanging van schapen
door koeien
Burgerlijke stand
ELECTR0HUIS
Tweede blad Texelse Courant vrijdag 20 oktober 1972
rubriek voor
Het is zeker al 15 jaar geleden, dat
r. v. d. Grift van het Proefstation te
oom in een vergadering van voorlich-
rs de volgende uitspraak deed. „Ik
,n er van overtuigd, dat de melkvee-
apel op ieder bedrijf in ons land het
felijk in zich heeft om tot een gemid-
dde produktie van 5.000 kg, om niet te
ggen 5.500 kg melk te komen. Als dit
een flink aantal bedrijven niet het
■al is, dan ligt dit niet aan de koeien,
2ar aan de veehouders".
Een zeer gewaagde uitspraak! Op dat
ament heb ik gedacht: „Als deze uit
maak waar is, dan is er meer werk aan
winkel voor de landbouwvoorlichters
n voor de mensen van de fokvereni-
sgen en de K.I.-verenigingen". Vijf-
■n jaar geleden zaten namelijk nog
sar heel weinig bedrijven op een ge-
iddelde produktie van 5.000 kg per
Eenzijdig
Bovenstaande uitspraak is zeker een-
dig. De gemiddelde produktie bij de
indveefokvereniging „Texel" zal de
[tste 15 jaar wel met zo'n 500 kg per
zijn gestegen, waarbij tevens het
tgehalte van de melk belangrijk om-
ig is gegaan. Dit is niet uitsluitend
gevolg van een betere voeding en
■zorging van het melkvee, maar de
;kenj, d.w.z. het werk van de K.I.-
■eniging en de Rundveefokvereniging,
hier een belangrijk aandeel in ge-
i.
)e vele gelukwensen, die op het ju-
eum van de K.I.-vereniging zijn ge-
•oken waren volledig op z'n plaats. De
lkveehouders, die een goed gebruik
iben gemaakt van het stierenmate-
al van de K.I.-vereniging hebben
irvan zeker geprofiteerd. En hetzelf-
geldt voor de gegevens van de Rund-
ifokvereniging. De veehouders, die
ie gegevens niet uitsluitend als „in-
essant", maar als werkmateriaal voor
fokkerij hebben gebruikt zullen hier
jwel altijd een verhoging van de pro-
tie mee bereikt hebben.
h mogen daarom rustig stellen, dat
K.I.-vereniging en de Rundveefok-
emging voor de melkveehouderij op
eiland zegenrijk werk hebben ge-
Desondanks
onder iets af te willen doen van dit
wgrijkeiwerk meen ik toch te mogen
;en, dat in de uitspraak van Dr. v. d.
ft veel waars zit. Er zijn nog een
k aantal bedrijven op ons eiland,
i de produktie van het rundvee be-
jrijk hoger zou kunnen zijn zonder
de fokker er aan te pas komt.
[et is op z'n minst onjuist om hoge
;aven te doen om het melkvee drach-
te krijgen van hoogwaardige stieren
er eerst niet voor gezorgd is dat de
rendige omstandigheden prima in
zijn. Bij die uitwendige omstandig-
En neemt de voeding een belangrijke
its in, speciaal de kwaliteit van het
voer.
'ij kennen bedrijven op ons eiland,
r de veehouder van de fokkerij he-
aal geen verstand heeft, maar waar
produktie dank zij goed ruwvoer
boven het gemiddelde ligt. Aan de
:re kant kennen we bedrijven, waar
'eehouder heel goed kan meepraten
als het over de fokkerij gaat, maar waar
de produktie door onvoldoende ruwvoer
of ruwvoer van mindere kwaliteit dui
delijk beneden het gemiddelde ligt.
Als we volledig willen profiteren van
het prima stierenmateriaal, waarover de
K.I.-vereniging „Texel" op dit moment
beschikt, dan zullen we er voor moeten
zorgen, dat we de beschikking hebben
over goed ruwvoer. Dat betekent in de
eerste plaats hoogwaardig grasland. Of
met andere woorden een regelmatige
graslandvernieuwing. In de tweede
plaats zullen we er voor moeten zorgen,
dat het ruwvoer van dit gras wordt ge
wonnen volgens de beste methoden.
In gesprekken, waarin de uitbreiding
van de melkveestapel aan de orde is
komt nog al eens naar voren, dat men
er niet op kan rekenen, dat bij een ver
hoging van het aantal melkkoeien de
produktie per koe op hetzelfde peil zal
blijven. Vooral veehouders, die van na
ture bang zijn van grote eenheden heb
ben de neiging om in dit opzicht een
zeer pessimistisch geluid te laten horen.
Juist als de melkproduktie vóór de uit
breiding van het aantal op een goed peil
ligt is men geneigd de produktie per
koe wel enkele honderden kilogrammen
lager te stellen.
De landbouwvoorlichters kunnen het
'hier voor een deel mee eens zijn. Bij
het maken van bedrijfsbegrotingen in
gevallen, waarin men tot uitbreiding
van de veestapel overgaat betrachten
voorlichters dan ook de nodige voor
zichtigheid bij het schatten van de melk
produktie per koe in de nieuwe toe
stand. Achteraf blijkt meestal, dat der
gelijke bedrijfsbegro tingen in gevallen,
waarin de boer het in de vingers heeft,
bijna altijd gunstiger uitkomen.
Stalvorm
De laatste tijd komen ons gevallen
ter ore, waaruit blijkt, dat het beslist
niet altijd zo is, dat een uitbreiding van
het aantal stuks vee gepaard gaat met
een verlaging van de produktie per koe.
Mogelijk speelt daarbij ook een rol dat
de uitbreiding van het aantal stuks vee
in veel gevallen een andere stalvorm
betekent. Als het gaat om een uitbrei
ding van de melkveestapel tot boven
35 stuks wordt momenteel veeal geko
zen voor de loopstal, hetzij een gestrooi
de loopstal of een ligboxenstal.
Wanneer de gemiddelde produktie
van de melkkoeien van een goede melk-
gift van boven 5.000 kg vóór de uitbrei
ding toch nog 300 - 500 kg per koe
stijgt, dan heb je de neiging je af te
vragen of ook de stalvorm hierbij geen
rol speelt.
Telkens weer ondervinden we, dat er
ook bij overigens vooruitstrevende vee
houders een tegenzin bestaat tegen de
gestrooide loopstal en de ligboxenstal.
Omdat men meent, dat de individuele
zorg voor de dieren in deze nieuwe stal
vorm aanmerkelijk minder wordt en
dat de reinheid van de dieren vermin
dert, vreest men dat de produktie on
gunstig beïnvloed wordt.
Van dit laatste hoeft beslist geen
sprake te zijn. Met een aantal gevallen,
waar het tegendeel het geval is in het
achterhoofd zijn we eerder geneigd aan
een verbetering van de produktie te
denken.
Een uitbreiding van het aantal melk
koeien behoeft niet steevast te beteke
nen, dat de produktie per koe vermin
dert. Veehouders, die het houden van
melkvee in de vingers hebben kunnen
ook bij grote aantallen dieren een hoge
produktie per koe bereiken.
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 22 oktober op om 7.17 uur en
gaat onder om 17.31 uur; 25 oktober op om
7.22 uur en onder om 17.25 uur.
Maan: 22 oktober V.M.; 29 oktober L.K.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
20 okt. 6.27 en 18.37; 21 okt. 7.31 ën 19.38;
22 okt. 8.23 en 20.31; 23 okt. 9.07 en 21.17;
24 okt. 9.46 en 22.02; 25 okt. 10.24 en 22.43;
26 okt. 11.06 en 23.22; 27 okt. 11.47 en
28 okt. 0.01 en 12.31.
Aan het strand is het ongeveer een uur eer
der hoog water.
Het eerste artikel over dit onderwerp
beëindigden we met de opmerking: „We
zijn van mening, dat hier nog wel een
praatje bij komt".
In bedoeld artikel kwamen we tot de
konklusie, dat een vervanging van 75
schapen (incl. de enterlingen) door 10
melkkoeien een inkomstenverhoging
van ƒ1.715,zou kunnen opleveren.
Een miniem bedrag! We kunnen ons
voorstellen, dat een flink aantal vee
houders er op deze basis niets voor
voelt om tot deze ingrijpende wijzi
ging van het bedrijfsplan over te gaan.
„Het praatje, dat er bij komt" is in
eerste instantie het gevolg van een op
merking van een collega-landbouwvoor-
lichter. Hij was van mening, dat het on
juist was om de kosten voor uitbreiding
en inrichting van de nieuwe stal geheel
voor rekening te laten komen van de
10 melkkoeien, waarmee de melkvee
stapel werd uitgebreid. Daardoor kwam
volgens hem de vervanging te ongun
stig uit.
„Dure" arbeid besparen
Bedoelde collega was van mening,
dat de door ons besproken wijziging
van het bedrijfsplan tot gevolg zou heb
ben, dat de hoeveelheid arbeid vermin
derde en onaangenaam werk als de
mestverwijdering uit de stal helemaal
zou vervallen. „Als", zo was zijn rede
nering, „de bestaande stal ook zou wor
den ingericht met een drijfmestgroep
of mestketting, dan zou dit een belang
rijke kostenpost betekenen en dit be
drag zou in ieder geval in mindering
moeten worden gebracht op de kosten
voor bouw en inrichting van de nieuwe
stal".
Bovendien meende hij, dat voor de
vermindering van het aantal arbeids
uren ook een bedrag mocht worden
gerekend.
De redenering van deze collega ligt
voor de hand. Economisch bekeken
klopt het echter niet. Als de veehouder
in kwestie alle arbeid op het bedrijf op
dit moment alleen verricht en er na de
wijziging geen besparing op de kosten
van loonwerk zou optreden, dan is er
economisch gezien geen reden om voor
de vermindering van het aantal ar
beidsuren en het wegvallen van onaan
genaam werk een bedrag te berekenen.
Het is beslist niet zo, dat wij blind
zijn voor het aantrekkelijke van ver
korting van de arbeidstijd en dat wij
het veraangenamen van de werksitua
tie onbelangrijk vinden, maar het
brengt geen geld in het laad je.
De kans, dat een veehouder de vrijko
mende uren gaat gebruiken om er op
andere bedrijven iets bij te verdienen
is een illusie.
Natuurlijk kan het in bepaalde ge
vallen van groot belang zijn, dat men
door. het doen van bepaalde investerin
gen minder belast raakt en we begrijpen
dat alleen dat al voldoende reden is om
die investeringen te doen, ook al levert
het in de portemonnee weinig of niets
op. De economie moet in zo'n geval wel
eens wijken voor het belang van een
betere leefbaarheid van het bedrijf.
Nogmaals, we hebben da;ir alle begrip
voor.
„Nieuwe" bedrijf
gemakkelijke to runnen
Intussen zijn we er nog niet zeker
van, dat iedereen zo maar bereid is om
aan te nemen, dat er bij het nieuwe be
drijfsplan inderdaad een verkorting van
de arbeidstijd is te bereikem.
van 11 tot en met 17 oktober 1972
Geboren; Léon, zv. Marius W. Trap en
Cornelia van der Zee; Jacob Pieter
Leendert, zv. Leendert Duijzer en Mar
tha Kok; Richard Reijer, zv. Maarten
Heerschap en Lamberta K. Schaap; Cor
nelia Mario, dv. Johannes F. van Beek
en Catharina J. Bakker.
Ondertrouwd: Theodorus W. Witte en
Emma M. Hin; Dirk W. Panneman en
Maria H. C. Jannes; Marinus G. van Bo
ven en Annette B. Starink; Douwe P.
Kooiker en Jannetje W. Bunschoten.
Overleden: Adriana Jamoel, ev. Ou-
res, oud 43 jaar, wonende te De Waal;
Jan Vlas, oud 53 jaar, wonende te Den
Burg; Grietje Eelman, ev. Daalder, oud
63 jaar, wonende te Oosterend.
Aardleidingen en
bliksembeveiliging
Heel wat Texelse veehouders kijken
toch wel zwaar aan tegen een uitbrei
ding van het aantal melkkoeien met
zo'n 10 stuks. Nog al te veel denkt men,
dat de arbeid, die de schapenhouderij
vraagt weinig te betekenen heeft.
Wij vinden dat onze collega met de
opmerking over vermindering van het
aantal arbeidsuren en dé veraangena
ming van het werk volkomen gelijk
heeft. Voor de stalperiode geldt zeker,
dat de arbeid, die nodig is in een stal
zonder voergang en waar bovendien de
mest tweemaal per dag met de kruiwa
gen moet worden verwijderd bij een
aantal van 15 koeien net zo omvangrijk
is als die van 25 melkkoeien in een mo
derne stal. Bij „modem" denken we in
dit geval niet aan een loopstal, maar
aan een dubbele Hollandse stal met
drijf mestgroep of mestketting.
We moeten ook niet gering denken
over de arbeidsbesparing, die verkregen
wordt door het aantal schapen terug te
brengen van 130 stuks naar 55 stuks.
In het eerste geval is er in het voorjaar
de zorg voor 100 lamschapen, terwijl
dit bij het gewijzigde plan ruim 40 zijn.
Vooral op stamboekbedrijven betekent
dit een hele verlichting. Het staat dan
ook vast, dat het nieuwe plan uit het
oogpunt van de arbeid duidelijk te ver
kiezen is boven het tegenwoordige plan.
Slotopmerking
We zouden het zeer op prijs stellen
om over de uitgangspunten, die in dit
en het eerste artikel zijn gebruikt de op
merkingen van veehouders te horen.
We denken daarbij met name ook aan
de opbrengsten van de schapenhouderij.
We kwamen in dit geval tot een bruto-
opbrengst per sóhaap (incl. enterlingen)
van ruim ƒ200,Zijn er inderdaad
vrij veel bedrijven, die wanneer ze de
totale opbrengst van de schapenhou
derij (verkoop lammeren, oude scha
pen en wol) gaan delen door het to
taal van schapen en enterlingen aan
dit bedrag van ƒ200,toekomen? We
danken u bij voorbaat hartelijk voor
uw informaties.
[illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllU
Ze kwam naar Meereveld terug
de begrafenis van haar vader,
waren familieleden, een oom die
fssor wafe en een oom die dokter
en een tante die met een oudresi-
was getrouwd. Allemaal mensen
wie ze weinig te maken had gehad,
de familieband was een zeer rek-
band geweest.
notaris, oud vriend van haar va-
'roeg haar bij hem te komen en gaf
opening van zaken. Haar vader
toet rijk geweest, het huis verhypo-
srd, klap gehad met de Russen.
nks alles was er een bescheiden ka-
ltje, dat hij haar adviseerde te be-
to Maar van de rente alléén kon ze
even. Dat was ook niet nodig, vond
kon werken. Ze ging hier weg.
tois wilde ze verkopen, niets bond
er aan.
t was een stille, zonnige herfstzon-
de dag waarop ze voor het laatst
Meereveld wandelde, diep in ge-
Ze sloot een periode van haar
welbewust af.
fietser kwam haar achterop en
Opgeschrikt week ze naar het
ad, maar hij remde en stond op
wast haar.
ix
Jan!" Ze was zelf verbaasd over
gelijkheid, de blijdschap bijna, in
stem.
lr na alle teleurstellingen en de
;rheid van de laatste dagen deed
aar goed, het gezicht te zien van de
J van wie ze wist, dat hij haar
tojk genegen was: Jan Borger, eer-
betrouwbaar, hartelijk en opge-
eto nueen tikje verlegen.
hoor dat je weggaat.voor
dat heb je goed gehoord. Ik ben
door L. van Schooten
Wllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
hier vandaag voor het laatst".
„Dus je komt niet meer terug".
Bijna had ze gezegd „Wat kan 't jou
schelen?" en over haar gezicht trok een
glimlach van herinnering. Want dat had
ze, jaren geleden, ook al een keer ge
zegd, en op datzelfde moment geweten
dat het er voor hem wél op aan kwam
of ze terugkeerde of niet.
„Nee Jan" zei ze ernstig „ik kom niet
meer terug".
„Waar ga je heen, Trix?"
„Weet nog niet, 'n baan zoeken. Ba
nen genoeg".
„Voor jou wel".
Hij was van de fiets gestapt en liep
naast haar. En ze vond het goed, con
stateerde hij dankbaar. Dat hij daar zo
naast Trix Beemsterboer, op deze heer
lijke zondag.
„Nou ja" ze schudde onwillig haar
blonde haren „banen genoeg, maar wat
is een baan?"
„Als je d'r geluk in vindt.aar
zelde hij.
In 'n baan? Laat me niet lachen".
Hij zweeg en liep naast haar, ge
schrokken van haar bittere woorden.
„Geluk... dat heb ik nog niet gehad"
peinsde ze hardop.
,,'t Zit toch in zulke kleine dingen"
glimlachte de jongen.
„Bijvoorbeeld?".
„Nou dat ik hier naast jou loop
dat is voor mij geluk".
„Puur geluk" begreep ze hem opzet
telijk verkeerd „een dot van een kans
dat ik al weg was geweest".
„Puur geluk ja" stemde hij toe „maar
met zoals jij bedoelt. Toen ik jou daar
net voor me uit zag lopen.
Ze wou weer iets sarcastisch zeggen,
maar toen zag ze zijn gezicht. En ze
zweeg.
„Wat dacht je toen, Jan?" vroeg ze
even later, haars ondanks. „Wat dacht
je toen je me zag lopen?"
Hij zocht naar woorden.
„Je moet me niet uitlachen, Trix.
maar ik was gaan fietsen, ik wou 't
huis uit ik was bij de begrafenis,
ik zag jou
„Ik jou niet".
„Ik stond heel achteraan. En ik heb
sindsdien voortdurend aan jou gedacht.
Ik dacht aan niets anders. En dan zie
ik daar jou opeens.
Ze liepen langs de kerk.
„Een ogenblik" zei Jan gehaast. Ze
zag hoe zijn fiets het hek binnenreed, en
tegen de muur zette.,.Ziezo, die staat
daar goeddie snertfiets gaf me al
leen maar last".
„Moet je dan niet verder?"
„Als je er geen bezwaar tegen maakt"
zei hij „zou ik liever samen met jou,
nog 'n eind lopen. Je bent voor 't laatst
hier.zullen we langs de Wielen?"
„Best" zei Trix Beemsterboer.
Anderhalf uur hadden ze gelopen.
De laagstaande zon had gulden stre
pen getrokken tussen het verkleurende
lover van de bomen, ges.chitterd op het
water van de Wielen.
Trix had geluisterd.
Nog nooit had ze Jan Borger zó horen
loskomen.
Nog nooit waren ze zo vertrouwelijk
met elkaar geweest.
Twee eenzame mensen.
Want Jan, oudste uit een groot gezin,
was de enige wiens belangstelling ver
der reikte dan het leven en bestaan van
alledag. Zijn broers en zusters interes
seerden zich voor eten, drinken, slapen,
een bioscoopje, een sigaretje met een
toevallige kennis. Zijn oudste zuster
was al getrouwd en al heel gauw moe
der. Zijn eigen moeder was langzaam
tot kleurloosheid verbleekt onder de ge
stage zorgen voor dat grote gezin en
het kwijnende zaakje. Ze waren hem ei
genlijk ver en vreemd geworden.
„Je werkt hier toch nog?"
„Ja, ik ben nu adjunct-co-mmies".
Ze zag hem van terzijde opmerkzaam
aan.
Er zat wat in die Jan.
Hij was niet maar alleen die aardige
kerel, een fijne vent.
Hij had het dan toch maar gered als
oudste zoon van de weduwe Borger
uit het garen en bandwinkeltje, hij al
léén van allemaal. En opeens dacht ze
aan de woorden die ze hem eens schert
send had toegevoegd en ze zei het nu
weer, lachend, maar met een onder
toon van ernst:
„Jij wordt nog es burgemeester".
„Van 't afgebrande dorp zeker".
„Waarom niet?"
„Ach, daar komt zoveel voor kijken.
Geld, relaties.
Trix liep zwijgend naast hem, dacht
na.
Haar herinnering vloog terug naar
Ton van Duynen, naar haar toekomst
dromen. Tè hoog gevlogen en je vleu
gels gebrand, meisje, dacht ze bij zich
zelf.
En toen gingen haar gedachten een
wonderlijke weg.
Jan Borger.met naast zich een
vrouw als zij. Een vrouw die wist wat
zij wilde.
Geld, relaties, had hij gezegd.
Ja, maar voor alles iemand, die de
weg wist en vast besloten was die weg
te gaan.
En opeens werd Jan Borger voor haar
een ander.
Niet langer de ernstige jongen uit het
winkeltje van zijn moeder, met langer
de bleke klerk op het kleine raadhuis
van Meertsveld. Ze zag hem, de zilveren
ambtsketen flonkerend op het deftige
zwart, een raadsvergadering preside
rend, confererend met collega's.ze
zag zichzelf, in alle opzichthen zijn we
derhelft, hem zijn taak verlichtend, hem
voorthelpend, steunend, hem wijzend
de weg verder omhoog.
Ze had altijd al geweten, dat het goed
zat tussen haar en Jan Borger.
Maar ze had altijd de kloof gezien
die hen maatschappelijk scheidde.
Nu ze deze middag zo vertrouwelijk
met hem praatte, begreep ze dat hij
verder in geen enkel opzicht haar min
dere was.
En die maatschappelijke afstand
die kon opgeheven worden, als zij, Trix,
de moed had, 't heft in handen te ne
men. (wordt vervolgd)