Argwaan bij agrariërs moeilijk
weg te praten
Discussie op eerste
hearing geanimeerd
doch eenzijdig
Bestemmingsplan buitengebied Texel
F "i -
III!
pR.'- f. jg
Derde blad Texelse Courant, vrijdag 12 januari 1973
DE COCKSDORP Niet minder dan
ven keer moest Ir. K. L. Blokzijl (van
:t stedebouwkundig bureau Hajema
t Assen) dinsdagavond in hotel „De
[>op" te De Cocksdorp omstandig uit-
jgen dat de agrarische ontplooiings
gelijkheden door het bestemmings
an voor het buitengebied niet zullen
>rden belemmerd. In tegendeel, een
r uitgangspunten van het plan is juist
weest dat een gezonde agrarische ont-
kkeling naar eigentijdse normen mo-
lijk moest blijven. Het overwegend uit
raricrs bestaande gehoor leek moei-
k te overtuigen en is dat waarschijn-
op dit moment nog niet helemaal.
eerste hooravond over het ontwerp-
stemmingsplan buitengebied had ove-
;ens een prettig en geanimeerd ver-
>p. Als burgemeester Sprenger er
en na elf uur niet zelf een eind aan
d gemaakt zou men zeker tot diep in
nacht met discussieren zijn doorge-
be burgemeester startte de bespre
ngen met het wegnemen van enkele
sverstanden. Niet het plan buitenge-
d is aan de orde maar het vooront-
rp voor het plan buitengebied. Het
|it dus om voorlopige schetsen en
prschriften die dus nog op allerlei
nieren kunnen worden gewijzigd.
Jlfs het stadium waarin tegen het plan
|i worden geprotesteerd is nog niet
pgebroken. Iets heel anders dus dan
bestemmingsplan voor De Cocks-
p dat al wèl een afgerond plan is
(tot 22 januari) ter visie ligt en
artegen schriftelijke bezwaren kun-
h worden ingebracht. Over het nu ter
[el liggende voorontwerp bestem-
ngsplan buitengebied zijn zélfs B. en
het nog niet eens. Vervolgens gaf Ir.
fokzijl een drie kwartier durende toe-
pting op het plan. Hij vertelde onder
t dat het ontwerpen van een be-
bimingsplan voor het buitengebied
£oden was op grond van de Wet op de
'mtelijke Ordening; in feite had het
n verviel de bestemming van de zg.
in al in 1970 gereed moeten zijn want
Jdingsgebieden (natuurmonumenten).
materie die met deze problematiek is
|noeid bleek echter gecompliceerder
pijn dan men dacht. Vrijwel nergens
jnen dan ook met de nieuwe plannen
ig gereed gekomen.
'exel heeft niet alleen een agrarische
ktie maar o.m. ook een recreatieve,
tuurwetenschappelijke en landschaps-
Iktie. Met al deze funkties en de
&ee (soms tegenstrijdige) samenhan-
de belangen is in het voorontwerp
'ning gehouden. Spreker lichtte ver
lens de verschillen toe tussen de
pchillende categoriën van het bui-
ebied. De categoriën waarover
[rnamelijk werd gesproken, ook in de
iussie later op de avond, betroffen
agrarische produktiegebied (voorna-
jijk poldèr Eierland, P H. Polder en
l Noorden) en het zg. agrarische ge-
a met landschappelijke waarde (de
kïge polders en het grootste deel van
oude Texel).
Beperkingen
k laatstgenoemd gebied moet naast
f Agrarische belangen worden gedacht
ki de landschappelijke waarde Dat ega-
ren, tuinwallen verwijderen e.d. in
gebied verboden zal zijn (zoals C.
Groningen schreef in de Texelse
|rant) vond de heer Blokzijl onjuist
ld. In het plan staat dat deze in-
[>en verboden zijn zonder vergunning
B. en W. En dan gaat het alleen
ingrepen die een betekenende in-
jpd op het landschap hebben. De nor-
Ie agrarische bedrijfsvoering wordt
belemmerd. Men kan dus rustig een
rhard pad naar zijn boerderij aanleg-
I grasland scheuren, kunstmest
poien, sloten uitdiepen en oneffenhe-
uit zijn land verwijderen. Voor gro-
ingrepen is een aanlegvergunning
1, te verstrekken door B. en W. Het
ge laat zich bij de beoordeling van
anvraag door een landschapsdes-
ige adviseren. Een dergelijke pro-
re wordt bijvoorbeeld gevolgd als
nd sloten wil dempen of tuinwallen
verwijderen. Volgens het nieuwe
kunnen boeren geen zomerwoning
bij hun bedrijf bouwen. Het is wel
lijk appartementen te stichten (ma
al vijf eenheden) of maximaal vijf
n op zijn erf toe te laten. Volgens
ntwerp kunnen schapenboeten on
bepaalde voorwaarden tot zomer-
ng worden gemaakt. De ontwerpers
et plan zien geen andere mogelij k-
n om de boeten voor het Texelse
chap te bewaren. Deze kwestie is
gens nog in studie bij de gemeente-
schapenboetencommissie. Het nieu-
estemmingsplan keert zich tegen
erbouw in het buitengebied, maar
ande woningen kunnen volgens de
ingen van de overgangsregeling
het plan blijven bestaan en zelfs
en beperkt percentage worden uit-
id.
gmaals wees Mr. Sprenger erop dat
hans ter discussie staande ontwerp
nog voor allerlei wijzigingen vatbaar is.
Wijziging zou bijvoorbeeld noodzakelijk
kunnen zijn op grond van het nog in de
maak zijnde struktuurplan voor Texel.
Foutjes
Eerste vragensteller was de heer J. C.
Graaf die op de plankaart zijn bedrijf
aan de Postweg had gemist. Het betreft
hier een in het buitengebied gelegen
schildersbedrijf dat uiteraard niet onder
de bepalingen van agrarisch gebied of
natuurgebied kan vallen. Uit het ant
woord van Ir. Blokzijl (landbouwkundig
ingenieur, zoals in de aanvang met na
druk was meegedeeld) bleek dat dit een
foutje is, zoals er in het ontwerp meer
voorkomen. Er zijn ook enkele bouw
percelen voor boerderijen vergeten en
voorts is daar een perceel aangegeven
voor een boerderij die aan zijn agrari
sche bestemming is onttrokken. De be
trokkenen moeten daarvan maar opgaaf
doen waarna voor korrektie zal worden
gezorgd.
De heer J. van Heerwaarden bracht
mede namens andere agrariërs naar vo
ren dat de landbouw weinig gelukkig
is met de beperkingen die voor het
agrarisch gebied met landschappelijke
waarde (het meeste gebied van Texel)
van kracht zullen worden. Bij het vra
gen van een aanlegvergunning zal ad
vies worden gevraagd van de land-
schapsdeskundige. Waarom ook niet van
een agrarisch deskundige? Verder vroeg
hij zich af wat er gebeurt als in een na
tuurmonument de waterstand hoog
moet zijn, terwijl de boer in het aan
grenzende agrarisch gebied het peil
juist omlaag wil hebben. Op het laatste
antwoordend zei Ir. Blokzijl dat derge
lijke kwesties in samenspraak opgelost
raad een schadeclaim worden ingediend,
zelfs tot vier jaar na het van kracht
worden van het plan. Uiteraard tracht
men het plan zo te maken dat niemand
het nodig zal vinden van deze mogelijk
heid gebriuk te maken.
De heer J. Hennink had aanmerkingen
op sommige bepalingen in de overgangs
regeling. Bestaande huisjes zouden tot
25°/o mogen worden uitgebreid, bij spe
ciale vergunning maximaal tot 50%. Er
zijn woningen van 40 m2. Die zouden
dan tien m2 groter mogen worden en
dat is veel te weinig. Daarentegen is het
wellicht te veel voor een woning van
bijv. 120 m2. De uitbreidingsmogelijk
heden moeten worden aangegeven in
meters en niet in procenten.
Schapenboeten
De heer Hennink was ertegen dat
schapenboeten voor recreatieve doelein
den gebruikt zullen mogen worden. De
boeten zullen dan door de verbouwing,
beplanting en wezensvreemde attribu
ten erom heen hun karakter verliezen.
Hennink was er in het algemeen geen
voorstander van dat boeren zich met
recreatie bezig houden. In het antwoord
van Ir. Blokzijl kwam onder meer naar
voren dat tegen toeristisch gebruik
van aan hun agrarische bestemming
onttrokken gebouwen, geen bezwaar
moet worden gemaakt. De gebouwen
zouden anders vervallen. Dat is ook een
agrarisch belang, want bij sanering
worden de gronden doorgaans wel over
genomen maar de gebouwen niet. Het
moet dan mogelijk zijn gebouw te ver
kopen. Het bezwaar tegen de vergro
ting van bestaande burgerwoningen vol
gens een vast percentage kon de heer
P. Berman, juridisch medewerker van
ten mag bij De Slufter zijn gang gaan.
Op een andere vraag van Hooijschuur
(die zelf in het buitengebied woont) zei
Ir. Blokzijl dat een burgerwoning mag
worden herbouwd als deze door brand
of andere oorzaak wordt verwoest. In
zo'n geval wordt wellicht wel een ande
re rooilijn voorgeschreven.
In het ontwerp-plan wordt gesproken
van „gebouwen en andere bouwwer
ken". Desgevraagd kreeg de heer Stark
te horen dat een gebouw een door vier
muren omgeven ruimte is. Onder „an
dere bouwwerken" vallen erfscheidin-
gen, lichtmasten, schuttingen, uitkijk
torens en silo's. Volgens het plan is
agrarische gebruik van het duin- en
strandgebied verboden, maar tot zijn
geruststelling kon de heer Stark worden
meegedeeld dat bestaand agrarisch ge
bruik mag worden voortgezet, echter
niet na een onderbreking van een jaar.
In het algemeen geldt voor deze en an
dere bestemmingsplannen; wat bestaat
mag blijven voortbestaan, ook als dat
strijdig is met de bestemming. Als het
natuurmonumenten betreft kan agra
risch gebruik, als dat een voortdurende
bedreiging voor het karakter van dat
gebied zou zijn, wellicht worden beëin
digd maar daarover zijn dé juristen het
nog niet eens.
Vertrouwen
Het valt dus voor de boeren nogal
mee, zo konstateerde een andere vra
gensteller, die zich daarop echter afvroeg
waarom dan al die bepalingen nodig
zijn. Hij zou liever zien dat men wat
meer vertrouwen in de agrariërs heeft.
Tenslotte zijn dat ook natuurmensen.
Als de boeren niet teveel worden be
tutteld, blijft het land levend; daar is
ook de recreant bij gebaat. Ir. Blokzijl
vond het een mooie redenering maar
meende toch dat het niet zonder regels
kon, net als in het verkeer. Het gaat nl.
met alléén om agrarische belangen.
De heer De Graaf herinnerde eraan dat
het Texelse landschap door de boeren is
gemaakt. Ze hebben het blijkbaar niet
slecht gedaan, gezien de neiging om dit
landschap te conserveren. Pogingen om
door allerlei regels het landschap te be
houden zouden wel eens een tegenge
steld gevolg kunnen hebben. Boeren
zijn nu eenmaal „alergisch" voor ambte
lijke bemoeiing. Ir. Blokzijl: „Het land
schap is door de boeren gemaakt in een
tijd dat ze over heel andere hulpmidde
len beschikten en op veel kleinere
schaal werkten. We willen overigens
niet conserveren maar de ontwikkelin
gen begeleiden; dat is het doel van dit
plan".
De heer Koolhof zag het cultuurhisto-
moeten worden. In het door Van Heer
waarden genoemde voorbeeld zou het
denkbaar zijn dat het betreffende na
tuurmonument door een sloot wordt
omringd, waardoor daar een afwijkend
waterpeil kan worden bereikt.
Boercnbelang domineert
Wat de beperkende bepalingen in het
landschappelijk waardevolle agrarische
gebied betreft, moet men bedenken dat
de agrarische belangen daar zullen do
mineren. In de praktijk zal het met die
beperkingen enorm meevallen. Het
duurde lang voordat de aanwezige agra
riërs dat begonnen te geloven.
De heer B. v. d Beek wees erop dat
in het «plan tenslotte stéét dat je niet
mag egaliseren. Wie bepaalt of het hier
gaat om normale agrarische bedrijfs
voering of om een ingrijpen in het land
schap. En er is een beroepsmogelijkheid
als een aanlegvergunning wordt gewei
gerd? Ir. Blokzijl herhaalde wat hij eer
der had gezegd en verduidelijkte met
voorbeelden wat wel en niet ingrijpend
voor het landschap zou zijn. Als uit de
bepalingen van het besteemmingsplan
schade voortvloeit kan bij de gemeente-
het stedebouwkundig bureau Hajema,
wel begrijpen. Daar valt wellicht wat
aan te doen. Denkbaar is bijv. een bepa
ling dat vergroot mag worden tot ma
ximaal 300 m2. Mr. Sprenger waar
schuwde dat niet is uitgesloten dat zo'n
vergrote woning als tweede woning
wordt verkocht.
Waardevermindering
De heer Hooijschuur vreesde dat
grond die valt in het agrarische gebied
met landschappelijke waarde straks
minder waard is bij verkoop. Verder
vroeg hij zich af waarom in het plan
geen bos is geprojekteerd bij De Sluf
ter. Daar zijn nu zo'n 250 bungalows
gebouwd, wat betekent dat zich hier
in de topperiode 1000 mensen moeten
vermaken. Die zijn nu geneigd elke dag
naar andere plaatsen op Texel te rijden,
temeer daar de naburige Muy en Sluf
ter in beperkte mate toegankelijk zijn.
Ir. Blokzijl verwachtte dat het met de
waardedaling van de grond zou mee-
valelen. Het blijft immers agrarisch ge
bied met alle denkbare ontplooiingsmo
gelijkheden. Bosaanplant is in het plan
niet geregeld, maar wie bomen wil zet-
De geestelijke vaders van het vooront
werp bestemmingsplan Buitengebied
Texel. De heer K. L. Blokzijl (rechts) en
jurist P. Berman Beiden zijn verbonden
aan het raadgevend ingenieursbureau ir.
R Hajema en partners b.v. te Assen en
geven deze en de volgende week tijdens
de hoorzittingen in de diverse dorpen toe
lichting op het plan.
risch verschil niet tussen bijv. Eierland
enerzijds en De Eendracht anderzijds.
Toch is De Eendracht agrarisch gebied
met landschappelijke waarde en Eier
land met. De hogere landschappelijke
waarde van bepaalde gebieden dwingt
wellicht tot aanpassing van kostbaar
der bouwmaterialen. Wie vergoedt dat
kostenverschil? Ir. Blokzijl zei dat de
hogere landschappelijke waarde niet
persé hogere bouwkosten inhoudt. Het
verschil met ander gebied noopt tot ex
tra zorgvuldigheid. Mochten kostenver
hogingen daaruit voortvloeien dan kan
bij de gemeenteraad een schadeclaim
worden ingediend. De hogere waarde
van De Eendracht bleek verband te
houden met het naburige natuurmonu
ment; de polder is als het ware buffer
zone. Waarop discussie ontstond over
de vraag of een bufferzone wel zó groot
moest zijn. Enkele vragenstellers brach
ten het verwijt naar voren dat de land
bouw niet bij het ontwerpen van de
plannen is gemoeid. Waarop geant
woord werd dat de landbouw in ieder
geval nu wel bij de zaak is betrokken
en alle gelegenheid krijgt grieven naar
voren te brgen. Ook de resultaten van
de enquête die momenteel onder de
agrariërs wordt gehouden zullen zono
dig worden gebruikt voor wijziging van
het plan.
Afgesloten natuurgebied
De heer Hooijschuur bracht een pro
bleem ter sprake dat niet rechtstreeks
met het bestemmingsplan had te ma
ken. Het ging over de kennelijke nei
ging van natuurbeschermende instanties
om steeds meer gebieden voor het pu
bliek te sluiten. Met name het aktie-
comité Eierland heeft de indruk dat het
met de schade die door het publiek
wordt aangericht, nogal meevalt. Het
pad door de Muy is echter weer dicht
gemaakt en zelfs is sprake van afslui
ting van het Noordelijk Sluftergedeelte,
ook buiten het broedseizoen. In de buurt
van de Vuurtoren is nog maar weinig
gebied vrij te betreden. „Wij zien niet
altijd de juistheid van die maatregelen
in. Er is een controverse tussen de bio
loog en de gewone man. Kan de gewone
man iets doen om tenminste ver
klaard te krijgen waarom de maat
regelen worden genomen en kan er geen
initiatief genomen worden tot overleg
dat resulteert in een vergelijk met als
resultaat: minder sluiting?" Ir. Blokzijl
zei dat het een kwestie is van Staatsbos
beheer, waar men zich onder meer ba
seert op rapporten van het Rijksinsti
tuut voor Natuurbeheer. Mr. Sprenger
zei dat de goedwillende duinbezoekers
geen problemen opleveren. Het zijn de
slechtwillenden, waaronder degenen die
het nodig vinden om met hun brommer
door de Slufter te rossen, die maatrege
len uitlokken waar anderen de dupe
van worden. De burgemeester zei graag
een gesprek te willen bevorderen tussen
de natuurbeheerders en de „anderen".
De heer J. Rutten had bezwaar tegen
de beperkingen die vdojr de Eendracht-
polder gelden. Deze bepêrkingen mogen
in de praktijk dan meevallen, een waar-
deverlagend effekt zullen ze zeker heb
ben. Op zijn vraag wat nu precies een
natuurmonument inhoudt, werd gezegd
dat hieronder de voormalige meldings-
gebieden worden volstaan, dus niet al
leen de bezittingen van de Vereniging
tot Behoud van Natuurmonumenten.
De heer J. van Heerwaarden veron
derstelde dat de gemeentebegroting
nooit eventuele schadevergoedingen zou
kunnen dragen. De heer Berman dacht
ook dat het moeilijk zou worden als ooit
eens een bedrag van betekenis zou moe
ien worden uitgekeerd. Vloeit de scha
de echter voort uit belangen van boven-
gemeentelijke aard dan zijn er wel af
wentelingsmogelijkheden op de hogere
overheden. De gemeente is overigens
in beginsel wel verantwoordelijk voor
schade, al zal ook dat in de praktijk wel
loslopen.
Tien jaar
Het nieuwe bestemmingsplan krijgt
een geldigheidsduur van tien jaar. Wan
neer het van kracht wordt is op dit mo-
snent nog niet te zeggen. Naar aanlei
ding van een vraag zei Mr. Sprenger
dat op dit moment nog niet door voor-
bereidingsbesluiten op het plan vooruit
wordt gelopen. Er gelden dus nog geen'
beperkingen Komt het plan ter visie,
dan kan een voorbereidingsbesluit met
een geldigheid van een jaar worden ge
nomen.
Leefbaarheid
De heer Hooijschuur pleitte voor het
behoud van de leefbaarheid van Texel.
Als plannen zoals het onderhavige zou
den leiden tot vermindering van het
aantal arbeidsplaatsen, dan zou dat zeer
te betreuren zijn. Er is nu sprake van
een bestaansminimum. Een verminde
ring met bijvoorbeeld 100 arbeidsplaat
sen zou al funest zijn. O.a. zouden er
diverse scholen verdwijnen. Er is toch
al het verschijnsel van teruglopende
werkgelegenheid in de landbouw. Ir.
Blokzijl zei dat de leeefbaarheid af
hangt van andere plannen, zoals het
struktuurplan, beslist niet van het
bestemmingsplan buitengebied. De heer
Hooijschuur pleitte ook nog voor meer
selectief grondgebruik: geen recreatie
op goede landbouwgrond.
Dc heer J. J. Westdorp vond dat de
verschillende sprekers de bestemmings-
problematiek wel eenzijdig hadden be
naderd; het is niet alleen een agrarische
kwestie. Hij betreurde het ook dat de
mensen die straks over het plan zullen
moeten beslissen (de raadsleden) niet
aanwezig waren om de stemming van
de bevolking te peilen. Naar aanleiding
van de opmerking van de heer Stark
dat de overheid blijkbaar weinig ver
trouwen in de bevolking heeft, gezien de
vele regels en voorschriften, antwoordde
Mr. Sprenger dat de bevolking blijkbaar
weinig vertrouwen heeft in de overheid.
Het gemeentebestuur vindt dat het be
stemmingsplan de agrariërs een zo goed
mogelijke kans biedt. De burgemeester
hoopte dat men dit zou geloven en dat
men er bij de verdere discussie vanuit
zou willen gaan. De agrariërs, zo ver
wachtte Mr. Sprenger, zullen straks
dolblij zijn met dit plan.