De Texelse kopers
aan de „eigen"
zijn trouw
winkels
Misdrijf in tienvoud
I
Alleen confectie wordt veel
aan de overkant gekocht
Gemiddeld inkomen op eiland nu even hoog als elders
lot
Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 1 juni 1973
erf
VERVOLGVERHAAL DOOR HENK BOON
„Waarom zou je nee zeggen; waar
wonen ze?"
..Ergens in de buurt van Den Helder,
°in precies te zijn in Julianadorp. Maar
Jij hebt zo je best gedaan om de kerst
een gezellig te maken en nu moet je
Je urenlang schuil houden, of je moet
ujdelijk de benen nemen, en ik weet
natuurlijk niet precies hoe laat ze zullen
Komen en wanneer ze weer weggaan.
Enige uren blijven ze allicht hier".
„Allemaal niet nodig, mijn beste Luc.
Waarom zou ik me schuil houden of de
|*uen nemen, terwijl ze niet eens op
exel wonen. Je stelt mij heel eenvou-
voor als je vriendin. Ik woon in Rot-
erdam en breng de kerstdagen op Texel
poor. Als je morele bezwaren hebt, dan
je zo terloops zeggen, dat ik logeer
Lindeboom-Texel" of „De Oran
jeboom" of, wat voor hotels er nog
foeer in Den Burg zijn. Het lijkt me juist
gezellig als er jonge mensen op bezoek
Komen".
-Je bent een genie, Ellen, daaraan
•°u ik nooit gedacht hebben, en toch is
volkomen voor de hand liggend".
I
J Ee ochtend van de eerste kerstdag
El00* ^Uc V°1°P van hetgeen Ellen had
isseld. Op haar aandringen waren ze
niet laat opgestaan, want van het ont
bijt had ze iets bijzonders gemaakt. Dat
gold ook voor de ochtendkoffie, die ge
bruikt werd bij de gekleurde verlich
ting, die door de glinsterende guirlan-
ders versierde boom was gedrapeerd.
„Ik heb nog een verrassing", zei Ellen,
terwijl ze een grammofoonplaat voor de
dag haalde. „The great songs of Christ
mas", ik had die plaat uit Den Burg
meegebracht. Zij luisterden zwijgend
naar de gave stemmen, die de mooiste
oude- en nieuwe kerstliederen zongen.
„Prachtig", zei Luc, toen de plaat aan
beide kanten gedraaid was. „Ik houd
van goede muziek, vooral in het klassie
ke genre".
„Ik ook; wat denk jij van Mozart?"
„Houd jij ook zoveel van muziek van
Mozart? Het is mijn lievelingscompo
nist".
„Dat wist ik. Ik had je platenverza
meling wel eens doorgekeken. Maar af
gezien daarvan luister ik ook graag
naar muziek van Mozart. Toch prefereer
ik een iets lichter genre, zoals melo
dieën van Stolz, Strauss, Lehar, je weet
wel, het oude Wenen".
De gasten, Dick Verduin en zijn echt
genote Marianne, kwamen even na twee
uur. Nadat ze het huis bekeken hadden
en hadden genoten van de gegarneerde
inwoners van Texel meestal niet bij de
winkels te betrekken. Met name wordt
buiten de winkels veelal betrokken
aardappelen, groenten en fruit (uit ei
gen tuin, rechtstreeks van de boer of op
de markt), eieren (van zichzelf of van
de boer) en textielwaren (op de markt,
via postorderbedrijven of zelfgemaakt).
De enige werkelijke belangrijke post
hierbij zijn overigens aardappelen,
groenten en fruit.
Inkomen
Het rapport neemt aan dat het inko
men per hoofd van de bevolking op
Texel ongeveer even hoog ligt als ge
middeld in heel Nederland. Aan deze
veronderstelling is de snelle groei van
het inkomen op Texel tussen 1958 en
1965 ten grondslag gelegd. In 1958 ver
diende de Texelaar gemiddeld 15% min
der dan de mensen elders, in 1960 13%,
in 1963 eveneens 13%, maar in 1965 (3
jaar later) was het Nederlandse peil al
bijna ingehaald: de Texelaar lag nog
slechts 5% achter. Misschien is er in
middels zelfs al sprake van een Texelse
voorsprong.
Op grond van de gedachte dat de
bestedingen ongeveer met die van de ge
middelde Nederlander overeenkomen,
konkludeert het rapport dat de 11.500
Texelaars in 1971 ieder ongeveer
ƒ1.325,aan voeding»- en genotmidde
len hebben besteed en ƒ1.545,aan
duurzame- en overige goederen. In to
taal komt dat neer op 31 miljoen voor
rekening van de Texelaars. Gezien de
totale omzet van 46 miljoen moeten de
toeristen dus ongeveer voor 15 miljoen
hebben gekocht.
Waardering
Bij de enquête werd ook gevraagd
naar punten van lof en kritiek met be
trekking tot het winkelcentrum in Den
Burg, en naar wensen. Dit waarderings
onderdeel viel uiteen in een aantal vra
gen waarbij de geënquêteerden over in
de vragenlijsten genoemde onderwerpen
een oordeel moesten geven (met name:
parkeerruimte in de zomer in het cen
trum van Den Burg, service, sortering,
prijzen, uiterlijk winkels en ligging
winkels) en een „open" gedeelte waai
de ondervraagde huisvrouwen puntsge
wijs moesten opnoemen wat ze misten
in het centrum van Den Burg en wat
ze verbeterd zouden willen zien.
Om te beginnen met de parkeerruim
te; ruim de helft van alle Texelse huis
vrouwen gaat nooit per auto winkelen
in Den Burg. De inwoonsters van Den
Burg gaan uiteraard het meest zonder
auto winkelen: een procent of 70 laat
het ding thuis. Van de huisvrouwen van
buiten Den Burg gaat ongeveer 60 pro
cent winkelen in Den Burg.
Ontevreden
Zowel van de vrouwen uit het hoofd
dorp als van die uit de rest van Texel
is ongeveer 80% ontevreden met de
parkeergelegenheid in de zomer. Eigen
aardig is daarbij dat binnen een straal
van 500 meter van de vismarkt meer
dan genoeg parkeerruimte is, zelfs in
het hoogseizoen. Kennelijk is het bezit
van een auto van grote invloed op de
bereidheid om ook maar een paar mi
nuten te lopen. Het rapport stelt vast
dat verkeerstechnisch moeilijk tegemoet
zal zijn te komen aan de weerzin tegen
lie lopen.
Een grote parkeerplaats in het cen
trum is geen fraai gezicht, en een par
keergarage kan niet uit. Overigens wil
het rapport ge enoplossing aandragen,
maar alleen het probleem signaleren.
Diepere studie wordt noodzakelijk ge
acht.
Hoog prijspeil
Gevraagd naar sfeer en gezelligheid,
service en bediening, sortering, uiterlijk
van de winkels en ligging bleken de
Texelse huisvrouwen zeer tevreden.
Rond driekwart vindt dat het met deze
voor het winkelen zo belangrijke dingen
goed zit, en minder dan 5% is uitge
sproken ontevreden over één van de ge
noemde onderwerpen. Maar hoe gezellig
de Texelse huisvrouw het winkelen ook
vindt, hoeveel waardering ze ook heeft
voor het gedrag van de winkeliers en
hun personeel, welk een verscheiden
heid aan begeerlijke goederen ze ook
voor zich ziet uitgestald, hoezeer ook
haar oog wordt gestreeld door de fraaie
puien ze heeft de pest in over wat ze
daar allemaal voor moet neertellen.
Liefst 40% vindt het prijspeil uitgespro
ken te hoog en daarom beneden peil,
terwijl nog eens een procent of 40 het
maar matig vindt om zo diep in de
beurs te moeten tasten als de Burger
winkeliers verlangen. Vooral de prys
van het vlees is de huisvrouwen een
doorn in het oog.
Nu zou men kunnen veronderstellen
dat overal in Nederland de consumenten
vinden dat ze te veel moeten betalen.
Maar dat is niet zo. Het CIMK heeft bij
voorgaande onderzoeken (elders) meest
al gevonden dat de consumenten de prij
zen „gewoon" of „matig" vinden.
Wat betreft het uiterlijk en de sorte
ring springen de „nieuwkomers" (zie
boven) er zo uit dat het haast niet meer
aan een statistische toevalligheid gewe
ten kan worden. Voor beide elementen
van het aanbod in Den Burg blijkt hun
oordeel heel wat negatiever uit te val
len dan dat van degenen die al langer
op Texel woonden.
„Verlanglijstje"
Zoals gezegd werd de Texelse huis
vrouw ook gevraagd of ze een „ver
langlijstje" wilden opstellen. Deze me
thode om verlangens op te sporen heeft
zo z'n voor en z'n tegen. Een voordeel
is dat er geen dingen „uitvallen" omdat
de interviewer vergeten is ernaar te
vragen. Men mag het allemaal zelf be
denken. Een nadeel is dat het beeld dat
er uit al die verlanglijstjes samen komt
erg onduidelijk is. Als bijvoorbeeld
8Vi>% van alle antwoorden de wense
lijkheid van afsluiting van het centrum
(Weverstraat) naar voren brengt, dan
weet men nog niet zonder meer wat dat
nu betekent. Het is bijvoorbeeld best
denkbaar dat bijna iedereen het ermee
eens is dat (m.n.) de Weverstraat dicht
moet, maar dat bijna niemand op het
moment van de enquête op het idee is
gekomen. Het kan ook zijn dat de groep
die vindt dat de Weverstraat dicht
moet niet zo groot is, maar wel zo fel op
dit doel gebrand dat bijna iedereen die
vindt dat het verkeer uit deze straat
moet dat op het moment van de en
quête ook bedenkt. Het enige wat men
dus uit de percentages die uit dit soort
„open vragen" rollen kan afleiden, is
dat een bepaalde wens kennelijk bij heel
wat mensen leeft. Maar hoeveel dat er
nu zijn is met geen mogelijkheid vast te
stellen via dit soort onderzoekmetho
den.
Bovenaan het verlanglijstje bleek een
grote supermarkt te staan, op de voet
gevolgd door een warenhuis en/of groot
kledingmagazijn, de verwijdering van
het verkeer uit het centrum of de We
verstraat en de vergroting van de par
keerruimte.
Wat minder, maar toch ook nog heel
aanzienlijk was de vraag naar een sport
zaak en een apotheek. (In de vraag naar
de sportzaak is inmiddels voorzien door
de familie Bakker van Electrohuis).
In het volgende artikel zullen we be
zien wat de vakantiegast blijkens het
CIMK-rapport bij de middenstand be
steedt, en wat hij wil.
VERLOTING BEATRIXSCHOOL
Bij de onlangs op de Beatrixschool ge
houden verloting zijn prijzen gevallen
op de volgende nummers;
1, 16, 24, 37, 48, 61, 65, 98, 121, 124, 129,
142, 155, 157, 174, 189, 201, 232, 236, 291,
312, 322, 337, 361, 384, 399, 412, 436, 441,
457, 460, 463, 470, 477, 487, 521, 526, 540,
560, 562, 570, 580, 583, 584, 589, 609, 621,
631, 647, 650, 670, 687, 740, 754, 759, 787,
792, 813, 848, 905, 912, 931, 939, 940, 947,
1000, 1001, 1031, 1061, 1065, 1070, 1072,
1099, 1117, 1129, 1132, 1178, 1198, 1214,
1222, 1268, 1293, 1308, 1335, 1370, 1383,
1386, 1400, 1405, 1410, 1415, 1423, 1427,
1439, 1440, 1462, 1471, 1480, 1481, 1500
en 1502.
De prijsjes kunnen worden afgehaald
op school onder schooltijd.
thee, zei Dick terloops; „Ik wist niet,
dat jij een vriendin had, Luc".
Voordat deze wat had kunnen zeggen,
stond Ellen naast hem. Zij legde haar
handen op zijn schouders en antwoordde
voor hem: „Nou en of, en wat voor een
vriendin". Ze bukte zich over Luc heen
en gaf hem een dikke zoen. Luc werd
vuurrood. Hij voelde haar handen op
zijn schouder drukken, zag vaag haar
gezicht voor het zijne. „Moet je daarom
nou blozen, Lucje, dat doe je toch ook
niet als we samen zijn". Voordat hij
wist wat er gebeurde zoende ze hem ook
nog op de andere wang.
Er werd gezellig gepraat, maar Ellen
merkte op, dat Luc vrij stil was. Ze
serveerde nog koffie, maar de gasten
wilden niet blijven eten. Op het eerste
kerstfeest in hun huwelijk hadden ze
die avond een tafel besproken in een
Helders restaurant; boyendien moesten
ze die avond nog een bezoek afleggen.
Daarom wilden ze met de boot van 6
uur naar het continent terug.
Luc en Ellen gebruikten zwijgend een
copieuze kerstmaaltijd. Ellen had er bij
zonder haar best op gedaan. Hoewel
Luc nooit karig was met loftuigingen
over Ellens kookkunst, zei hij er ditmaal
niets van.
Nadat zij de tafel had afgeruimd,
ging Ellen voor hem staan en boog zich
naar hem toe. „Heb ik je gekwetst?"
vroeg ze zacht.
„Gekwetst niet, maar je hebt van een
door jou gevonden gelegenheid om me
voor gek te zetten op een gemene ma
nier geprofiteerd. Ik vind het een rot
streek en jou een rotmeid".
Zonder te antwoorden zette ze tafel
en stoelen opzij.
„Wat ga je doen?"
„Ruimte maken. Je hebt me uitge
scholden voor rotmeid; dat moet uitge
vochten worden; een zo grove beledi
ging!"
„Vechten? maar ik vecht niet met
vrouwen, dat kun je niet menen".
„Ja natuurlijk meen ik het wel". Ze
kon een glimlach niet onderdrukken
om Lues verbouwereerd gezicht. „Of
stoeien dan, als je het liever zo wilt
noemen. In ieder geval zul je waar moe
ten maken, dat je je het recht kunt
veroorloven me uit te schelden. Bo
vendien is het in bepaalde gevallen
voor een man geen schande met een
vrouw te vechten. In dit geval bijvoor
beeld, want ik ben ervan oveugfcigd dat
de vrouw heel wat meeer we^ dan de
tengere Luc Koning, en bovendien be
ter getraind is in zelfverdediging".
Ze trok hem overeiVid en deed speels
enige schijnaanvallen. Luc bepaalde
zich ertoe een verdedigende houding
aan te nemen. Hij had nog nooit met
eeen meisje gestoeid. Ellen deed nog en
kele schijnaanvallen en kwam steeds
dichter bij hem, zodat hij volop gele
genheid had haar vast te pakken. Maar
hij viel niet aan, probeerde alleen aan
haar schijngrepen te ontkomen. Plotse
ling paste ze een judotruc toe en hield
hem in een houdgreep gevangen. „Her
roep de lelijke woorden, die je tegen
me gezegd hebt", eiste ze.
„Ik vind je geen rotmeid", fluisterde
Luc, bang, dat zijn arm in haar greep
zou breken, als hij zich verzette.
Terwijl Ellen de vaat waste bleef Luc
zwijgend voor zich uit kijken. Hij bood
niet, zoals gewoonlijk als hij niets fe
doen had, aan te helpen met afdrogen.
Hij hielp haar zelfs niet de meubels
weer op hun plaats zetten.
Ellen ging bij hem zitten. „Er is
nog meer, Luc. Zeg op, wat je hebt.
Het is Kerstmis, vrede op aarde, er
moet ook vrede zijn hier in dit huis".
„Er is niets, Ellen, maar ik pieker er
over, dat ik altijd weer jouw mindere
ben. Ik kan nooit tegen je op. Vanmid
dag, toen jij dat deed had ik ook ad rem
moeten zijn, maar ik wist niet wat ik
zeggen moest. Zelfs met vechten was je
mij de baas, dat had ik nooit verwacht.
Ik verloor van een meisje. Ik kan blijk
baar niets.
Ellen ging bij hem staan en legde
haar handen op zijn schouders, zoals ze
ook 's middags had gedaan.
„Luister eens, Luc, jij hebt heus ook
wel goede eigenschappen, je hebt zelfs
heel veel goede eigenschappen, die alle
maal samenkomen in je hart. Daarom
ben je.eh.zo'n goeie vent. Daar
om bij je in mijn ogen, wat ik je al eer
der gezegd hebt, een echte schat".
Ze boog zich naar hem toe en kuste
hem op zijn voorhoofd. „Dit is geen kus
om je te plagen, maar dit is een welge
meende zoen, omdat ik je een lieverd
vind. Trouwens vanmiddag meende ik
het ook, heus".
„Meen je dat, Ellen?"
„Natuurlijk meen ik het".
„Ik vind jou ook echt geen rotmeid, ik
heb dat woord alleen maar gebruikt om
me een houding te geven. Neem het me
niet kwalijk".
„Natuurlijk niet. Laten we het grote
licht uitdoen en de lichtjes in de boom
weer laten branden, het moet hier van
avond een echte kerstsfeer zijn".
(wordt vervolgd)
bekijkt blijkt, naast het zeer grote aan
deel van Den Burg "(zie ook ons vorige
artikel), dat de eilanders zich meer rich
ten op Oosterend dan op De Koog, on
danks het feit dat De Koog een vier
maal zo groot winkelapparaat heeft. Dit
heeft ongetwijfeld te maken met de
voor Texelaars minder gunstige ligging
van De Koog en de specialisatie naar
het toerisme, die zowel in het assorti
ment als in het prijspeil tot uiting komt.
Het rapport stelt dat de „nieuwko
mers" (mensen die zich na 1967 op het
eiland vestigden) voor 8% meer op de
overkant zijn georiënteerd dan de oude
Texelaars. Het aantal ondervraagde
nieuwkomers bedraagt echter slechts
49 Iedere ondervraagde nieuwkomer
maakt dus 2% van deze groep uit. In
verband met de onnauwkeurigheden
waarop wij boven ingingen moet wor
den gesteld dat het cijfer „8% meer"
vrijwel geen betekenis heeft.
Het rapport geeft vele gescheiden cij
fers om „nieuwkomers" en mensen die
al langer op Texel wonen te vergelijken.
In vrijwel geen enkel geval worden er
echter verschillen naar voren gebracht
die boven de onzekerheidsmarges uit
gaan. We zullen aan deze veronderstel
de verschillen dan ook geen aandacht
besteden.
Ongeveer de helft van de Texelse
huisvrouwen gaat wel eens naar Den
Helder om te winkelen. Het overgrote
gedeelte doet dit minder dan een keer
per maand.
Tuin en markt
Verschillende artikelen blijken veel
Het zg. ,,hoofdwinkelapparaat" van Den
Burg, waarop de enquête naar de waarde
ring van de Texelse huisvrouwen betrek
king had. Iedere stip stelt één zaak binnen
het winkelgebied voor.
In ons vorige artikel naar aanleiding van het verschijnen van het
lijvige rapport „Winkels op Texel, detaillist en consument" van
de afdeling Planologie van het Centraal Instituut voor het Midden-
en Kleinbedrijf belichtten wij de aanbodkant van de Texelse
détailhandel. Daaruit kwam onder meer naar voren, dat het Texelse
winkeloppervlak in verhouding tot dat in de rest van Nederland
zeer groot is, dat door de verhouding tussen het verkoopoppervlak
en de (relatief grote) rest van de bedrijfsruimte verdere uitbreiding
betrekkelijk eenvoudig te realiseren is, dat de omzetten sneller
stijgen dan over heel Nederland, en dat het meer in het algemeen
goed gaat met de Texelse détailhandel. Maar wie zijn nu eigenlijk
de mensen, die in 1971 46 miljoen gulden besteedden in de
Texelse winkels? Hoe zijn hun koopgewoonten. Hoe zit het met de
recreanten? Wat zijn de verlangens van al die klanten? Welke kritiek
hebben zij? Hoe ziet, kortom, de vraag er uit Dit artikel gaat over
de vraag van de Texelaars zelf.
Het koopgedrag en de kritiek en lof
van bewoners van Texel werd onder
zocht door een enquête onder 479 Texel
se huisvrouwen. Dit betekent voor de
geldigheid voor heel Texel van het on
derzoek twee dingen. In de eerste plaats
strekte het zich alleen tot de huisvrou
wen uit. Dat betekent dat dus het re
sultaat enigszins eenzijdig is, tenzij men
aanneemt dat het koopgedrag van de
Texelse mannen gelijk is aan dat van
de vrouwen. Men zou zich kunnen voor
stellen dat in de cijfers die het CIMK
gevonden heeft, de voedings- en genot
middelen een belangrijker aandeel heb
ben dan in feite het geval is.
Kopers trouw aan Texel
De Texelse consumenten blijken in
hoge mate gebonden te zijn aan het
Texelse winkelbestand. In de voedings-
en genotmiddelensector wordt 98% op
het eiland gekocht, in de sector duur
zame en overige goederen 88%. Verhou
dingsgewijs opvallend laag is de bin
ding aan Texel wat betreft de konfektic:
ongeveer 25% wordt in Den Helder
10%), Amsterdam (5), Alkmaar (5) en
elders (5) gekocht. De verklaring ligt in
het ontbreken van grootwinkelbedrijven
en exclusieve speciaalzaken.
Als men het koopgedrag per plaats
Onnauwkeurigheid
In de tweede plaats geeft een enquête
weliswaar een beeld van de werkelijk
heid, maar zeker geen haarscherp beeld.
Het is bekend dat de bij een enquête
gestelde vragen vaak invloed hebben op
de gegeven antwoorden, en, wat belang
rijker is, de percentages die uit een en
quête rollen zijn slechts benaderingen.
Men kan zich dat als volgt voorstellen:
als men twee Texelaars interviewt over
de politiek, en de één zegt „ik ben
links", terwijl de ander zich rechts
noemt, dan is de uitslag van de en
quête: 50% is links en 50% is rechts.
Het is duidelijk dat men zich met dit
cijfer geen enkel oordeel kan vormen
over de politieke opvattingen op heel
Texel. Als men tien willekeurige men
sen ondervraagt, en de stand is 5-5, dan
ligt het al iets anders; het is bij zo'n uit
slag op z'n minst waarschijnlijk te noe
men dat zowel links als recht» op Texel
in aanzienlijke mate vertegenwoordigd
zijn. Naarmate het aantal ondervraag
den groter is wordt de nauwkeurigheid
van het onderzoek ook groter. Maar het
beeld blijft vaag, al wordt het wat
scherper. Om de vraag op te lossen hoe
nauwkeurig een bepaalde enquête dan
wel is, hebben gespecialiseerde statistici
uitgerekend tussen welke grenzen de
werkelijkheid hoogstwaarschijnlijk (in
ons geval met 95% zekerheid) zal lig
gen. Als het rapport dus bijvoorbeeld
vermeldt: 49^% van de Texelse huis
vrouwen gaat nooit winkelen in Den
Helder, dan betekent dat: het is voor
95% zeker dat tussen ±45 en ±55%
van de Texelse huisvrouwen nooit in
Den Helder gaat winkelen. De cijfers
zijn, kortom, minder precies dan ze lij
ken. In dit licht gezien zijn de conclusies
die in het rapport worden getrokken,
hier en daar nogal „stug".