atuurrecreatiecentrum in 1975 in gebruik :en tocht over het vogeleiland 9lannen moesten veel egenstand overwinnen] "ELtoerist 1973 - pagina 15 O <2 «AAM btLo22 l8-i tcxel 3en teicht op hst toekomstige natuurrecreatiecentrum, dat ten koste van ca f 2,5 miljoen zal worden gebouwd bij het duinpark complex omvat expositieruimte, voorlichtingszaal, aquariumzaal restauratie, vijf zeehondenbassins. wordt uitgegeven en gedrukt door Langeveld de Rooij b.v., Parkstraat 10 te Den Burg, telefoon (02220) 2741, onder auspiciën van de adviescommissie voor het zomerrecreatiewerk, waarin vertegenwoordigd zijn: Stichting Cultureel Werk Texel, Rijkspolitie, Horeca Nederland afd. Texel, VVV, Texelse Courant, Texels Museum, Recreatiestichting Texel, Stichting Folklore Texel, Recron, Texelse Sportraad, Raad voor zomerwerk der Kerken en Staatsbosbeheer. Tekst en foto's, voor zover niet anders vermeld: Harry de Graaf. Voor aan- en opmerkingen, advertenties, ingezonden stukken e.d. wende men zich tot de uitgeefster. Gezicht op de Muy met zijn lepelaars, één van de fraaie landschapsdiorama's, die a het Texels Museum zijn te zien ■j Het Texels Museum in zijn huidige vorm heeft de langste tijd bestaan. Spoe- M dig zal worden begonnen met de bouw van een natuurrecreatiecentrum bij de fl ^nen van Paal (aan de Ruysweg bij de hoek met de Californiëweg). Texels 7% Museum en Staatsbosbeheer zullen hier in nauwe samenwerking het publiek informeren over de Texelse natuur in de breedste zin. Recreatie en educatie p rullen hand in hand gaan. Plannen voor dit miljoenen vergende project bestaan P jaren. Dat het natuurrecreatiecentrum (de naam Texels Museum zal alleen I log in de gelijknamige stichting blijven voortleven) er niet al Lang staat, is het pvolg van het verzet dat is gerezen tegen de bouwplaats. De voorgenomen bouwplaats is een :»n de duinen grenzende weide in een prei nog ongerepte omgeving. Lief- J bbers van het Texelse landschap, in l bijzonder de Werkgroep Land- apszorg Texel, vonden het ongepast er het centrum te stichten. De natuur- Khermers die de plannen hebben ont- irpen zouden daarmee een wel heel cht voorbeeld geven, vonden zij. De twerpers van het plan deden veel om de bezwaren tegemoet te komen. De litect, rijksbouwmeester Ir. Vegter, tende een laag gebouw dat niet tegen lucht zou afsteken. Later werd zelfs •ten het gebouw een kwartslag te aien zodat men vanaf de weg alleen snalle zijde zou zien. BEZWAAR fet hielp niet. De rekestranten lieten ten dat het gebouw in het bos of op andere minder kwetsbare plaats est komen en dienden bezwaar in. Dat kon, omdat het geprojecteerde cen trum niet overeen stemde met het be stemmingsplan. De wet op de ruimtelij ke ordening biedt in zo'n geval de arti kel 19-procedure waarbij ieder in de ge legenheid is bezwaar te maken tegen de in afwijking van het bestemmingsplan zijnde bouw. Door de gemeenteraad werden de bezwaren verworpen. Beroep bij Gedeputeerde Staten van Noordhol land volgde en ook daar vond men zij het met enige bedenkingen dat het geprojecteerde centrum op de geko zen plaats moest komen. Argument daarbij was dat de toegezegde rijkssub sidie voor dit plan en voor deze plaats was uitgetrokken. Wijziging van het plan maakte intrekken van de subsidie waarschijnlijk. UITERSTE MIDDEL Als uiterste middel werd toen de Kroon verzocht het goedkeuringsbesluit van G.S. te vernietigen. Het ministe- De voormalige wehrmachtsbarak ,,Waldfrieden"waarin het museum sinds 1946 is gehuisvest, is veel te klein en te bouwvalliq om de meer dan 100.000 bezoekers per jaar te ontvangen. riële besluit om hieraan niet mee te werken viel in april j.l. en daarmee stond vast dat de plannen konden door gaan al was veel kostbare tijd verstre ken. Er 'is heel wat ondernomen om voor- en tegenstanders van het plan met elkaar te verzoenen. Er kwam zelfs een commissie ad hoe waarin alle betrok kenen waren vertegenwoordigd. Het lukte echter niet tot een eensluidend eindrapport te komen maar wel bleek hieruit voor de minister die tenslotte het eindoordeel velde, dat vóór en te gen van de gekozen bouwplaats in vol doende mate waren afgewogen terwijl ook de alternatieven behoorlijk waren bestudeerd. HOOGSTE TIJD Het is overigens de hoogste tijd dat het museum in een beter gebouw komt. De behuizing waarmee men het nog twee seizoenen moet doen is de voorma lige Wehrmachtsbarak „Waldfrieden". En dat houten geval is al een paar maal bijna in elkaar gezakt. De behuizing is voor het sterk toenemende aantal be zoekers veel te klein. Uitbreiding van de kollektie is niet mogelijk en wat er staat, komt onvoldoende tot zijn recht. Verre van ideaal zijn ook de omstandig heden waaronder de zeehonden worden gehouden. „Zonder meer primitief", zegt direkteur G. J. de Haan die dan ook verlangend uitziet naar de vijf grote bassins die in het nieuwe centrum zijn gepland. Daar zal men over echt zee water kunnen beschikken dat via een pijpleiding wordt aangevoerd vanuit de Noordzee. Op de kop van een daar geprojecteerd strandhoofd komt een in laat met filter en in de duinen staat reeds het pompstation. INFORMATIE NIEUWE STIJL In het gebouw is veel ruimte gepro jecteerd voor het geven van audiovisu ele informatie over alles wat op en bij Texel leeft en groeit en over de wijze waarop de recreant zich dient te gedra gen om daarvan te kunnen genieten zonder schade aan te richten. Dat is het „hogere doel" van het natuurrecreatie centrum: de mensen op prettige wijze opvoeden. Daar is de schoonheid van het eiland zeer mee gediend. Je kunt de natuur beschermen door het plaatsen van prikkeldraad maar je kunt ook pro beren die mens iwat meer begrip en liefde voor de natuur bij te brengen zo dat dat prikkeldraad niet nodig is. Zo goed en zo kwaad als het gaat wordt vanuit het museum nu al aan na- tuureducatie gedaan, zodat men een voorproefje kan krijgen van hoe het straks zal gaan. Men kan dan een be zoek brengen aan het duinpark (gren zend aan de bouwplaats van het toe komstige centrum) waar men desge wenst de hele dag kan doorbrengen. Al vorens erin te gaan, woont men eerst een diavertoning bij. De daarbij opge dane informatie komt bij de wanderling in het park zeer van pas. Wie zijn ken nis wil testen kan een formulier invul len. In schoolverband wordt van deze mogelijkheid al op grote schaal gebruik gemaakt. Deze zomer kan men het duin park ook in familieverband bezoeken. Een afspraak voor het duinpark moet worden gemaakt in het Texels Museum. ƒ0 rolg van pagina 13 is het fietspad (verreweg het mooi- I.met de auto kiezen we de Postweg, tet duin tussen de vuurtoren en De Ügt een drietal belangrijke na- gebieden, die in de broedtijd van de M4,1! indoor Staatsbosbeheer worden be- Men kan er onder leiding van ^wachters de vogels zien. feKrim is zowel landschappelijk als „1,S 'vogels betreft bijzonder interessant, "broeden o.a. zoals gezegd eidereen- Verder treffen we er de overdag tode velduil aan, bergeenden, de wl aanwezige scholeksters, allerlei "«vogels ook, wulpen, koekoeken °P Texel hun eieren vooral in de Jen van de graspiepers leggen) en zangvogels. Daaronder is de ta- t een zandkleurig met grijze vogel, •a konijneholen broedt. W 3 de Slufter broeden vooral plevier- i kluten, scholeksters en leeuweriken Sraspiepers. In het noordelijke deel meer vogels; visdiefjes, noordse weidevogels enz. LEPELAARS erder naar het zuiden vinden we het toieer De Muy, een van de broed den van de lepelaars. Behalve die *aamheid kunnen we er talloze an- vogels zien. Totaal broeden er in Muy en omringende duin- en gebied zo'n vijftig soorten, waar- r alerlei zangvogels, watervogels, weidevogels. Bijzondere soorten zijn de .grauwe klauwier en de grauwe kieken dief, die beide echter zeldzaam zijn ge worden. Ook De Muy kan met een ex cursie van Staatsbosbeheer bezocht wor den. BOS EN HEI Het Texelse bos door de Texelaars ten onrechte de Dennen genoemd (er is meer variatie dan die naam suggereert) herbergt vele soorten vogels. De meeste soorten die je ook elders in het bos tegenkomt kun je er zien. Toch ont breken er wat van de elders heel gewo ne vogels, zoals de groene en grote bonte specht (deze heeft maar enkele keren op Texel gebroed), de glanskopmees, de boomklever (die zelfs nog nooit op Texel is gezien) en de goudvink. De staartmees heeft vorig jaar pas voor het eerst op Texel gebroed, maar zeer succesvol, zo dat er nu al meerdere paren zijn. Een bijzondere vogel die u dn ieder geval moet zien is de houtsnip, die 's avonds en in de vroege nacht baltvluohten bo ven het bos houdt. Op een afstand hoor je een vreemd „bliep" geluid, als de vo gel dichtbij is blijkt hij ook nog een soort geknor te produceren. Meestal vin den deze baltsvluchten plaats rond open plekken in het bos. Vreemde geluiden maken ook de ransuilen, die in deze tijd jongen hebben. De ouden maken een zuchtend geluid, de jongen houden con tact met elkaar en hun ouders met een langgerekte piep. WESTERDUINEN De meeuwenkolonie noemen de Texe laars het gebied aan de linkerkant van het Westerslag. Daar broeden de zil vermeeuwen mannetje aan mannetje. Het bezoeken van de kolonie met een vogelwachter is geen pretje, maar wel om over naar huis te schrijven. Met een luid gekrijs storten de meeuwen zich in duikvlucht op de bezoekers die te dicht bij hun nesten of jongen komen. Geluk kig raken ze haast nooit iemand. Ang stig blijft het wel. In het duin broeden ook de stormmeeuwen, die wat kleiner zijn dan de zilvermeeuwen. BOLLEKAMER EN GEUL Verder naar het zuiden ligt de Bolle- kamer, een gebied dat ik al noemde. Dit grenst aan het waterleidinggebied van Texel, waar ook al heeft Texel nu een waterfabriek, nog steeds water uit ge pompt wordt. Daardoor kan de water stand in het duin sterk schommelen. Staat 's winters de duinvallei bij de Witteweg vaak helemaal blank, in het voorjaar is het al gauw een droge boel. Toch is het een rijk vogelgebied met o.a. bergeenden en velduilen. Na een wande ling door de Bollekamer langs de door Staatsbosbeheer aangegeven route ver volgen we onze weg. We gaan terug naar Den Hoorn en rijden richting de Mok. Als we het rooster in het hek over zijn gaan we rechtuit het duin over. Na enige tijd komen we bij de door Staats bosbeheer gebouwde uitkijkpost bij de Geul. In dit duinmeertje zitten allerlei eenden, gewone wilde eenden, winter talingen, kuifeenden, tafeleenden, mis schien krakeenden, pijlstaarten en slob eenden. Ook meerkoeten en waterhoen tjes zijn op de plas te zien. Misschien hoort u in het riet ook het tingelend ge luid van de baardmannetjes of baard- mezen, langstaartige mezen, die vooral in de nieuwe IJsselmeerpolders zeer veel voorkomen, maar wanneer het riet wordt afgebrand om het land in cultuur te brengen naar andere gebieden uitwij ken. Tijdens dergelijke „erupties" heb ben ze ook Texel bereikt. Dicht bij de Geul ligt de Mok, een „baai", die deels uit water, deels uit bij eb droogvallend wad en deels uit met zoutminnende planten begroeid terrein bestaat. Dit gebied is vooral interessant om de trekvogels die er pleisteren. Het zit er ook altijd vol met bergeenden. DE PETTEN Na een kijkje bij de Geul en de Mok gaan we terug richting Den Hoorn. Di- rekt nadat we het duin zijn overgere den en voor ons dit dorp zien, gaan we naar rechts, richting 't Horntje. Na en kele honderden meters komen we bij de Petten, een reservaat je van Natuurmo numenten, dat bestaat uit een ondiepe plas met enkele kleine eilandjes en wat weiland er omheen. Op de eilandjes en op het omringende land broeden vis diefjes en noordse sterns, maar vooral kokmeeuwen. Die visdiefjes en noordse sterns lijken sprekend op elkaar. Het enige duidelijke verschil zit in de kleur van de snavel. Van beide soorten is die rood, alleen bij de vi9dief zit er boven dien en zwarte punt aan. Overigens is de visdief veruit de meest voorkomende soort. In de Petten en het naburige Stoar, dat van de Nederlandse Vereni ging tot Bescherming van Vogels is, zien we ook weer kluten, die in deze tijd van het jaar al jongen hebben. CERES We vervolgen onze weg richting 't Horntje. Zijn we op de fiets, dan kun nen we na 't Horntje de weg langs de dijk richting Oudeschild kiezen. Met de auto moeten we de Pontweg langs tot we kunnen afslaan, over de oude dijk, naar Texels havenplaats. Als we aan de Waddendijk komen vinden we rechts het „poldertje" Ceres, een klein natuur gebiedje, dat ontstaan is door het af snijden van een bocht in de dijk. In dit „poldertje" wilde men een hotel bou wen, maar de Kroon heeft beslist dat dit in verband met natuur- en landschaps- schoon (Ceres ligt dicht bij het Land schapsreservaat Hoge Berg) niet kan doorgaan. In Ceres vinden we bergeen den, er broedt een enkel bontbekplevier- tje en verder kunnen we er allerlei vo gels zien „pleisteren". Als we de weg vervolgen rijden we langs een sloot met steil afgeslagen kanten, waarin de oe verzwaluwen hun nestholen graven. Na enige tijd bereiken we Oudeschild en kunnen we onze „rondreis" als beëin digd beschouwen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1973 | | pagina 27