Texelse landbouw een zegen of een sta-in SPAARBILJETTEN AAN TOONDER TOT y /paarbank Beste resultaten werden geboekt bij veehouderij Hoort dierenartsenpraktijk niet thuis op industrieterrein? r I v.. Profiteer nü van een uitgekiend spaarsysteem keuze uit 3 mogelijkheden f 869.- 2 JAAR 7\% f 1000.- f 735.- 4 JAAR 8 f 1000.- f 613.- 6 JAAR f 1000.- zo eenvoudig mogelijk: we/t nederland Topjaar voor lammerenprijzen door van Groningen I .J Grondverkoop aangehouden U STORT LOOPTIJD RENTE U ONTVANGT 8i% Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 28 december 1973 De plaats van de landbouw op ons ei land is nog maar zelden zo'n discussie punt geweest als in het afgelopen jaar. In het begin van het jaar kwam dit voort uit de discussie rondom het Be stemmingsplan voor het Buitengebied. In de tweede helft van het jaar kwam de plaats van de landbouw telkens ter sprake in de besprekingen rondom het structuurplan voor ons eiland. Het is zeker niet zo, dat de discussies op dit moment als afgesloten kunnen worden beschouwd. De tegenstellingen, die aan het licht komen tussen de ver schillende werkgroepen zullen er voor zorgen, dat de plaats van de landbouw nog wel enige tijd een strijdpunt zal blijven tussen de verschillende bevol kingsgroepen. In het vervolg van dit jaaroverzicht komen we op het voor gaande nog wel terug. Eerst zal uitvoe rig worden ingegaan op de interne za ken van de Texelse landbouw. De ervaring heeft geleerd, dat je wat voorzichtig moet zijn bij het „roemen" over de resultaten van landbouwbedrij ven In het algemeen spreek je meer naar het hart van de agrariërs als je de domper zet op de bedrijfsresultaten, dan wanneer je er hoog over opgeeft. Ik herinner me een vergadering van een afdeling van de Standsorganisaties op ons eiland. Het zal wel zo'n twintig jaar geleden zijn. Een punt, dat op deze vergadering aan de orde kwam was de ikans op een verlaging van de melkprijs. Enkele aanwezigen stelden voor hier te gen te protesteren. Andereen spraken als hun mening uit, dat de melkprijs toch wel tot tevredenheid kon stem men. Op dat moment nam één van de leden het woord. „Of de melkprijs nu goed is of niet, doet er niet toe, maar als er sprake is van verlaging moet je pro testeren". Hij was van mening dat je als agrariër nooit moest laten blijken, dat de resultaten goed zijn Vermoede lijk sprak deze man naar het hart van veel agrariërs. Tooh waag ik het om te zeggen, dat de resultaten, die dit jaar met de vee houderij zijn behaald zonder meer goed genoemd kunnen worden. Dit geldt zo wel voor de melkveehouderij als voor de schapenhouderij. Een uitzondering vormt wellicht de vleesproduktie bij het rundvee. Vooral in de tweede helft van het jaar waren de rundvleesprijzen aan de zuinige kant. Gunstige cn ongunstige factoren Als gunstige factoren bij de veehou derij kunnen genoemd worden de over het algemeen goede weersomstandighe den. We denken hierbij vooral aan de ruwvoederwinning. Dank zij veel zon in de periode, waarin het meeste kuilvoer en hooi is gewonnen is de kwaliteit van het ruw voer over het algemeen goed. In veel gevallen zelfs best! Het voordeel van dit goede ruwvoer 9preekt vooral aan tegen de ongunstige factor van de hoge krach tvoerprijzep. Na zeer hoge prijzen in het voorjaar kwam er in het tweede gedeelte van de zomer en de vroege herfst een verla ging, die deed hopen, dat de prijs van het krachtvoer weer meer op het ni veau van voorgaande jaren zou komen. Het is een gelukkige omstandigheid, dat verreweg de meeste veehouders ge bruik hebben gemaakt van het verlaag de prijsniveau in de vroege herfst. Op de meeste bedrijven heeft men zich voor het lopende stalseizoen gedekt. De prijs, die op dit moment moet worden betaald ligt wel plm. ƒ10,hoger dan op het voordeligste moment van de voorkoop. Wat de prijs van de melk betreft, is er alle reden tot tevredenheid. De laat ste weken ligt deze weer duidelijk bo ven de prijs van vorig jaar. Wat de lammerenprijzen betreft kan van een „topjaar" worden gesproken. De scha penhouders, die het grootste deel van de lammeren op 10-weekse leeftijd hebben afgezet, hebben op het goede paard gewed. Het bedrag, dat ligt tussen de prijs die nu voor de lammeren van dit voor jaar kan worden gemaakt en de 10- weekse prijs is aan de schrale kant. Er zijn schapenhouders, die daarom van oordeel zijn, dat als gevolg van het feit, dat de weiders te weinig verdie nen, de prijzen van de lammeren in het komende seizoen lager zullen liggen. Zoals we reeds opmerkten delen de rundveemesters niet in de goede resul taten van hun collega's in de melkvee houderij. Bij de stierenmesters is de hoge prijs van de kalveren en de hoge krachtvoerprijs een flinke handicap. Zuivelfabriek illustreert goede resultaten De melkstroom aan onze Texelse zuivelfabriek blijft groeien Dit jaar zal de aanvoer van melk groien tot zo'n 26 miljoen kg. Deze melk wordt aange voerd door een aantal melkveehouders, dat al iets beneden 220 ligt. Dit betekent een gemiddelde aanvoer van zo'n 120.000 kg melk per melkveehouder. Een enorme ontwikkeling als men be denkt, dat zo'n 20 jaar geleden met eni ge „eerbied" werd gekeken naar een melkveehouder, die het presteerde om 100.000 kg melk per jaar te leveren. De groei van de melkveebedrijven komt ook tot uiting in de toename van het aantal melktanks. Op dit moment zijn al meer dan veertig Texelse bedrij ven voorzien van een melktank. Het is nog maar ruim drie jaar geleden, dat de eerste melktank op ons eiland werd ge plaatst. Op dit moment ziet het er naar uit, dat als we een jaar verder zijn het aantal tanks in de buurt van de vijftig zal liggen. Het ipercentage melk, dat in tanks wordt gemolken ligt even hoog als het aantal tanks. Uitgaande van 26 miljoen kg melk betekent dit dus, dat de tankmelkers op een gemiddelde aan voer van 260.000 kg melk zitten. Dat er intussen een groot verschil is tussen de aanvoer van de tankmelkers blijkt uit het feit, dat één bedrijf het presteert om met de aanvoer ruim 700.000 kg melk te komen. Deze ontwikkeling doet de vraag voven komen hoeveel jaar het nog mogelijk zal zijn om de melk aan te voeren bij de zuivelfabriek. Een vraag, die in diverse delen van ons land aan de orde is. Men hoort daarbij termijnen van 3-5 jaar noemen. Een wat „angstige" zaak voor de kleinere melkveehouders. Variërende resultaten bij de akkerbouw De droogteperiode van juni-juli is er de schuld van, dat de opbrengst van de granen sterk uiteenliep. Op de droge gedeelten van ons eiland had men daar door moeite om tot een opbrengst van 4.000 kg zomergerst per ha te komen. De opbrengst van de tarwe lag op deze droogtegevoelige gronden in bepaalde gevallen nog aanmerkelijk lager. Daarentegen hoorde je op de betere gronden opbrengsten van ruim 6.000 kg zomergerst en ruim 7.000 kg wintertarwe noemen. De prijzen van de granen waren aan vankelijk bevredigend Na de revaluatie kwam er een flinke val. Op dit moment liggen de prijzen weer ongeveer op het niveau van de vroege herfst. In feite betekent dit nog een verlaging ten op zichte van de zomermaanden, omdat de vergoeding voor het bewaren ontbreekt. Een teelt, die vooral door de betere prijzen wel enig licht gaf was de gras zaadteelt. Het is heel goed mogelijk, dat graszaadteelt een blijvende plaats op ons eiland gaat innemen. De pootgoedtelers profiteren van de zeer goede prijzen. De opbrengst was in veel gevallen matig, terwijl het percen tage „uitschot" op veel bedrijven aan de hoge kant was. De prijs van het „nor male" pootgoed is hoog. Ook voor het „uitschot" wordt nog een goede prijs ge maakt. In voorgaande jaren kreeg dit „uitschot" in veel gevallen de bestem ming veevoer. Ook in de opbrengst van suikerbieten komt de kwaliteit van de grond weer duidelijk naar voren. In gevallen, waar in het gewas in de droogteperiode da genlang slap heeft gelegen, heeft men meermalen moeite een opbrengst van 40 ton te halen. Bovendien is het suikerge halte daarbij ook nog aan de lage kant. we hoorden gevallen, waarin het suiker gehalte slechts 14%% was. Op de betere gronden kwam men meermalen tot op brengsten van ruim 60 ton. Ook hier lag het gehalte in zeer veel gevallen bene den 61%. We hebben de indruk, dat de gemiddelde opbrengst in ieder geval niet aan 45 ton per ha zal komen Het gemiddelde gehalte zal ergens tussen 15% en 16% liggen. Er zijn jaren ge weest, waarin dit zeker 1% hoger lag. Donkere wolken Zullen de sombere vooruitzichten voor de economische ontwikkeling van ons land ook zijn invloed doen gelden in de agrarische sector? Wat de energievoorzieningen betreft, zijn de Texelse bedrijven wat minder kwetsbaar dan andere bedrijven, die ook tot de agrarische sector worden ge rekend. We denken hierbij speciaal aan de tuinbouwbedrijven, die voor het klaar maken van hun gewassen voor een belangrijk gedeelte zijn aangewe zen op olie en gas. Intussen zullen ook de landbouwbe drijven rekening moeten houden met ongunstige ontwikkelingen, die waar schijnlijk zijdelings toch ook verband houden met de energieschaarste. We denken aan de sterke stijging van de fosfaatmeststoffen en de wat minder grote stijging van de stikstofmeststof fen. Op de stijging van de prijzen van het krachtvoer wezen we reeds in het voorgaande. Meer dan ooat is het duidelijk, dat het bijhouden van de inkomensstijging op de agrarische bedrijven vooral een zaak zal zijn van een streven naar producti- viteitsstijging, d.w.z. van meer produk- ten per arbeidskracht. Het is daarom ook van de allergroot ste betekenis, dat de ontwikkeling in de agrarische sector ongehinderd voort gang kunnen vinden. Het staat voor ons vast, dat belemmeringen, die leiden tot een beperking van de mechanisatie en verlaging van de produktie tot nadelen leidt van honderden guldens per bun der. Hoe komen we er uit Het voorgaande betekent niet, dat we geen oog hebben voor de noodzaak om bepaalde onvervangbare waarden, die op ons eiland aanwezig zijn te houden. Maar dit mag niet bereikt worden door diep ingrijpende beperkingen van de bedrijfsvoering op een zeer groot ge deelte van ons eiland. De oplossing zal vooral moeten worden gezocht in de richting van het verwer ven van grond door instanties, die zich als taak gesteld hebben de natuurkun dige waarden van ons eiland te bewa ren. We zijn van mening, dat de roep „Geen voet landbouwgrond voor andere dan landbouwkundige doeleinden" z'n tijd heeft gehad. Hiermee dient men een flink aantal agrariërs ook niet. Het aantal agrariërs, dat bereid is om „neen" te zeggen als voor hun grond een prijs wordt geboden, die uitgaat bo ven de landbouwkundige waarde is maar zeer klein. Zo ver gaat het land bouwkundig gevoel in de meeste geval len niet. In diverse gevallen zal het mogelijk zijn om na de verkoop de grond terug te pachten met bepaalde beperkingen in de bedrijfsvoering. Tegen een derge lijke gang van zaken kan geen enkele agrariër bezwaar maken. Verder is het mogelijk, dat door rui ling op deze wijze aaneengesloten ge bieden kunnen worden gevormd, waar de uitoefening van de landbouw met bepaalde beperkingen gebeurt. Het zal aan de landschapsmensen dui delijk moeten worden gemaakt, dat een dergelijke oplossing ver te verkiezen is boven een „claim" op verreweg het grootste deel van ons eiland. Men zal moeten inzien, dat het voor een flink gedeelte van de Texelse agrariërs een onmogelijke opgave is om genoegen te nemen met het aanbrengen van „rem men" bij de ontwikkeling van hun be drijven. Het is te hopen, dat landsohapsmen- sen en agrariërs in de „ontmoetingen", die in de komende maanden gepland zijn elkaar ook werkelijk zullen ont moeten. De verkoop van 900 m2 industrieter rein aan de gezamenlijke Texelse die renartsen J. Beekman en L. F. den Hou- ter voor de bouw van een praktijkruim te is dinsdag niet goedgekeurd. Het voorstel werd door B. en W. teruggeno men nadat meerdere raadsleden had den laten blijken dat het voorgenomen praktijkgebouw strijdig is met de be stemming van de grond. Blijkens het bestemmingsplan mag op het industrie terrein alleen worden gebouwd ten be hoeve van kleine industriële verzorgen de en toeleverende bedrijven alsmede 81% BIJ STORTING VAN BOVENGENOEMDE BEDRAGEN ONTVANGT U SPAARBILJETTEN, WAAROP NA 2, 4 of 6 JAAR DOOR DE SPAARBANK EEN DUIZEND GULDEN WORDT TERUGBETAALD. TERUGBETALING GESCHIEDT STEEDS AAN TOONDER! VRAAG EENS INLICHTINGEN OVER DEZE NIEUWE SPAARVORM de daarbij behorende dienstwoningen etc. Een dierenartsenpraktijk valt daar niet onder. De meerderheid van B. en W. was evenwel toch akkoord gegaan omdat men niet wist waar het praktijk gebouw dan wel zou mogen staan. Die erg ruime interpretatie had de gram schap opgewekt van wethouder C. Jou- stra. Hij was dan ook tegen. „Ik heb di- rekt gezegd: dit deugt niet". Het was de heer L. J. Weijdt die zich als eerste kritisch over de voorgestelde grondverkoop aan de Spinbaan uitliet. Hij vertelde dat een boekhoudbureau enige tijd geleden ook getracht heeft op het industrieterrein bouwgrond te ko pen. Dat mocht niet want een boekhoud bureau werd strijdig met de bestem ming geacht. Een praktijkgebouw voor veeartsen is dat evenzeer en behoort dus ook niet te worden toegestaan, al is ƒ18,per m2 voor de betrokken gega digden wel een mooie prijs. Wethouder Joustra had er de bepaling met toelich ting in 't bestemmingsplan nog eens op nageslagen en daarbij was alle twijfel verdwenen: een dierenartsenpraktijk hoort op het industrieterrein niet thuis. Burgemeester Sprenger deed nauwelijks moeite om de zaak recht te praten: „Me neer Joustra heeft formeel gelijk. Maar in het college wisten we geen alterna tief". Regeling Het zal waarschijnlijk mogelijk zijn om in het bestemmingsplan alsnog een ontheffingsbepaling voor bedrijven als een dierenartsenpraktijk op te nemen. Als dat geregeld is kan de grondverkoop opnieuw ter goedkeuring worden voor gelegd. De grondprijs zal daardoor niet veranderen want deze berust op een cal culatie die niets met de bestemming te maken heeft. Wethouder Daalder wees erop dat de dierenartsen in hun prak tij kg ebouw niet alleen kleine huisdieren behandelen maar ook koeien en schapen die met de tractor moeten worden aan gevoerd. Zo'n gebouw past daardoor het beste op het industrieterrein. Wethou der Joustra had de bouwtekening gezien en geloofde daarom niet dat het de be doeling is koeien te behandelen. De ruimte is daarvoor te klein. De heer Weijdt zag nog steeds het verschil niet tussen het boekhoudbureau en de die renartsenpraktijk: „Of je daar nu komt met een zieke kat of met een zieke boek houder, het maakt niets uit". Burge meester Sprenger maakte een eind aan de discussie door het voorstel terug te nemen voor nader onderzoek. In de vol gende vergadering komt men erop te rug. remmen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1973 | | pagina 5