&evaar chemische bestrijding
noet niet worden overdreven
3
F
•t flatmysterie
1'
1"
I
wm
1"
1
i'
J
ieer D. v. d. Wal (Plantenziektekundige Dienst):
Schrijfmachines
Zon, maan en hoog water
Bel bij brand 2066
KRUISWOORDPUZZEL
6
si
feuilleton door Tom Lodewijk
Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 15 februari 1974
teel staat het vraagstuk van
residuën (de resten die na
e bestrijding van plantenziek-
irblijven) volop in kritische
veel meer dan een jaar of
den. Dat betekent niet dat het
p het ogenblik groter is dan
in tegendeel. Het is goed dat
kzaam is maar in veel geval-
met betrekking tot de geva-
rk overdreven, speciaal door
take kundigen. Aldus de heer
er Wal van de Plantenziekte-
)ienst te Wageningen in een
die hij hield tijdens het mid-
te van de jaarvergadering van»
ging voor Bedrijfsvoorlichting
heer Van der Wal liet er
geen twijfel over bestaan dat
ik van chemische bestrijdings'
tot het uiterste moet worden
ien zullen de gebruikers
loodzakelijke toepassing moe-
in aan de voorgeschreven con-
en veiligheidstermijnen.
lemene stopzetting van 'het ge-
bestrijdingsmiddelen zou be-
lat één derde gedeelte van de
oren zou gaan. De toestand op
van de voedselvoorziening is
dat een dergelijke stopzet-
rantwoord is.
Het gevaarlijke HCB
ite tijd is er nog al wat rumoer
rondom het feit, dat in een
.dingsmiddelen HCB werd
d in ontoelaatbare ihoeveel-
jaren geleden was er de zg.
affaire", waarbij door de Ver
aten een grote partij hammen
eigerd wegens een te hoog
e HCB. Dit „incident" heeft
15 miljoen gulden gekost. Na
de controle op de geïmpor-
ivoeders, die de bron van de
ig" bleek te zijn aanmerkelijk
zuivelprodukten zijn enkele
hoge concentraties van HCB
fen. Hierbij bleek de bron
nvvezig te zijn in aangekocht
nl. in koolbladen. De giftige
fkomstig van een middel, dat
bewaring van de kool.
zijn er te hoge concentraties
aangetoond in aardappelen,
:id zijn op percelen, die ter be
an schurft werden behandeld
jn PCNB. Ook in bloembollen
gebruik van PCNB de giftige
in een te hoge concentratie
Het is gebleken, dat gras,
id is op percelen, waar voor
oembollen waren verbouwd,
>g percentage HCB bevatte.
Ophoping
lijkheden komen vooral voort
ft, dat de giftige stoffen maar
zeer klein gedeelte worden
Het grootste gedeelte hoopt
het lichaam van de dieren,
het vet. Dit is zdwel met
net DDT het geval. Dat het
loemde middel betreft, mogen
dat na een aantal jaren het
•rbij zal zijn, omdat het prak-
meer mag worden gebruikt.
Ien is het gebruik toegestaan
estrijden van de knopmade in
et stro van de erwten zal
in veel gevallen ongeschikt
voer.
Het doet enigszins vreemd aan, dat de
toegestane concentratie bij gebruik als
dierlijk voedsel veel lager ligt dan bij
het gebruik voor menselijke consump
tie. Dit moet vooral worden gezien in
het licht van de reeds genoemde opho
ping en het feit, dat een veel groter ge
deelte van het voedsel van de dieren de
"giftige stof kan bevatten.
Het werd uit de inleiding van de heer
Van der Wal wel duidelijk, dat de vei
ligheidsmarges zeer groot zijn. De toe
gestane concentraties liggen zeer ver
beneden de grens, waarop gevaar op
treedt.
Dat het gevaar dicht bij huis kan lig
gen bleek uit de opmerkingen van de
.heer Van der Wal over het gebruik van
lindaan als middel ter bestrijding van
schurft bij rundvee. Het is als zodanig
een uitstekend middel, maar het mag
niet gebruikt worden bij melkgevend
vee. Voor jongvee en mestvee is het ge
bruik toegestaan. Niet zonder reden
pleiten de zuiveldeskundigen voor het
geheel verbieden van het gebruik van
lindaan voor de schurftbestrijding, om
dat bewust of onbewust lindaan in be
paalde gevallen toch gebruikt wordt op
melkvee.
Bestrijding ziekten en plagen
in bieten
De heer Van der Wal behandelde
hierna nog een aantal meer zuiver land
bouwkundigen zaken. In de eerste
plaats werd gewezen op de mogelijkhe
den, die er zijn voor bestrijding van een
aantal bodeminsecten, waarvan de bie
ten het slachtoffer kunnen worden.
Voor ons gebied zijn belangrijk de
ntnaalden en de emelten en in bepaalde
gevallen de akkerthrips en de bieten-
vlieg. De eerste twee insecten kunnen
in de meeste gevallen voldoende bestre
den worden met een behandeling van
het zaaizaad met 10 gr. lindaan per kg.
zaad. In ernstige gevallen kan een
grondbehandelimg nodig zijn. De heer
Van der Wal was van oordeel, dat de
bestrijding van de bietenvlieg lang niet
altijd nodig is. In gevallen, waarin er
een grote kans is op het optreden van
vrijtwel alle bodeminsecten en er verder
een grote kans is op schade van bieten-
vlieg, akkerthrips en bladluizen kan een
rijenbehandeling met Temik gewenst
zijn.
Dat in veel gevallen een behandeling
van het zaaizaad nodig is, bleek uit een
proef, waarin zonder een bestrijding
slechts 43.000 planten per ha. aanwezig
waren. Een lindaanbehandelirug leverde
211.000 planten op, terwijl dit bij ge
bruik van Temik 203.000 planten waren.
Wat de onkruidbestrijding betreft
meende de heer Van der Wal, dat Pyra-
min nog altijd een uitstekend middel is.
Het gebruik van IPC ter bestrijding van
grassen kan alleen plaats vinden op de
zwaardere gronden. Voor alle andere
gronden zijn de middelen Ro-Neet en
Avadex aangewezen ter bestrijding van
grassen.
In veel gevallen wordt naast de vroe
ge behandeling met Pyramin na op
komst nog gebruik gemaakt van Beta-
nal. Er is op het moment een nieuiw on
kruidbestrijdingsmiddel „in de maak",
waarvoorde heer Van der Wal wel toe
komst zag. Het zou het nadeel van Py
ramin, dat onder droge omstandigheden
onvoldoende werkt, missen.
Bestrijdingsmiddelen
in granen
Wat de onkruidbestrijding betreft is
er een veelheid van middelen. De
DNOC-middelen blijven nog steeds een
flinke plaats innemen. Er is een vloei
bare „DNOC" op komst, die mogelijk
de belangstelling voor het gebruik van
DNOC nog weer zal doen toenemen.
Wat de ziektebestrijding betreft komt
er meer aandacht voor de bestrijding
van bladluizen. Spreker waarschuwde
er voor om te gaan spuiten zonder dat
vaststond, dat dit nodig was. Op diverse
plaatsen worden tellingen verricht en
het is zaak de waarschuwing, die op
grond daarvan uitgaat af te wachten.
Bij de tarwe komt er belangstelling
voor het bestrijden van de afrijpings-
ziekten. Ook hier moet men niet te
gauw tot een besrijding besluiten. Pas
als de opbrengst met 500 - 600 kg. per
ha. wordt verhoogd is een bestrijding
verantwoord. In 1973 heeft de bespui
ting tegen afrijpingsziekten weinig re
sultaat gegeven. Dit dn tegenstelling tot
het jaar 1972.
Ook tot bestrijding van de meeldauw
in tarwe moest men niet te gauw be
sluiten. Alleen als op het laatste blad
veel meeldauw aanwezig is kan een
bestrijding verantwoord zijn.
Meeldauw in zomergerst
De meeldauwbestrijding in zomer
gerst is in diverse gevallen verant
woord, hoewel dit zeker niet voor alle
rassen geldt. Het zijn overwegend de
ibrouwgerstrassen, die vatbaar zijn voor
meeldauw. Zowel met een zaaizaadbe-
handeling met Milstem als met een be
spuiting na het optreden van de ziekte
met Calixin of Imugan kan de op
brengst belangrijk worden verhoogd.
Gewasbescherming in
aardappelen
Bij de aardappelen staat vooral de
bestrijding van rhizoctonda in de be
langstelling. Uit bet oogpunt van het
voorkomen van milieuvervuiling is het
zeer te betreuren, dat voor de bestrij
ding van diverse ziekten de kwikmid
delen nog niet gemist kunnen worden.
Hoewel het vooral bekend is als een
middel ter bestrijding van rhizoctonia
heeft het ook een gunstige werking bij
de bestrijding van Phoma en Fusarium.
De heer Van der Wal zag wel toe
komst voor het sinds kort gebruikte
middel mancozeb ter bestrijding van
rhizoctonia. Ook uit het oogpunt van
de arbeid is dit een aantrekkelijk mid
del. Het kan nl. tijdens het poten op de
aardappelen, die in de pootmachine
aanwezig zijn, worden gestrooid.
Een bezwaar is, dat mancozeb uitslui
tend mag worden gebruikt voor aard
appelen, die bestemd zijn voor de con
sumptie en fabrieksaardappelen. Een
bezwaar van dit middel is, dat het irri
terend werkt. Bovendien is er het risico,
dat tijdens regen bij het poten teveel
van het middel zich in de „ogen" van
de knollen vastzet, waardoor de op
komst kan worden bemoeilijkt.
In de nabespreking iwerd door één
van de aanwezigen gepleit voor het be
houd van PCNB ter bestrijding van
schurft en nhizotonia voor de pootgoed-
teelt. Hij was nl. van oordeel, dat voor
diverse bedrijven de teelt van pootgoed
onmogelijk zou worden als PCNB niet
meer mag worden gebruikt.
De heer Koolhof wees er op, dat de
belangen van de zuivelproduktae van
nog meer belang zijn en dat op alle ma
nieren moet worden voorkomen, dat er
moeilijkheden optreden bij de zuivel
bereiding.
C. van Groningen
De zon komt 17 februari op om 7.52
uur en gaat onder om 17.57 uur; 20 fe
bruari op om 7.46 uur en onder om 18.03
uur.
Maan: 22 febr. N.M.; 1 maart E,K.
Hoog water ter rede van Oudesdhild:
Vrijdag 15 februari 1.17 en 13.43
Zaterdag 16 februari 2.16 en 14.50
Zondag 17 februari 3.32 en 16.10
Maandag 18 februari 4.54 en 17.35
Dinsdag 19 februari 6.05 en 18.40
Woensdag 20 februari 6.59 en 19.34
Donderdag 21 februari 7.46 en 20.20
Vrijdag 22 februari 8.29 en 20.58
Zaterdag 23 februari 9.04 en 21.33
Aan het strand is het ongeveer een
uur eerder hoog water.
Bij brand altijd bellen: (02220) 2066
Dit geldt voor alle dorpen, zowel over
dag als 's nachts.
Voor
gehoorapparatenservice
ELECTROHUIS CJ
flIHIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIfHWUyillllllllllIHHI
lililllllillllillllNIIHIIÜtUIIIUIIHIHlllMininiKlllllilUHIIIIlllUmitUlUlltlfflllllllUmHtlD
2
3
4
5
7
8
9
10
11
12
13
IA
15
16
17
19
20
21
22
23
24
25
2b
27
29
30
32
33
35
36
38
40
H
4 b
47
48
49
50
51
52
53
54
bb
56
58
Horizontaal:
1. noodgebouw
4. borstharnas
6. indien
8. gewicht
9. muziekinstrument
11. halfedelsteen
13. soort onderwijs (afik.)
14. onderwijzer
16. eminentie (lafk.)
18. Europeaan
20. sdhermbloemige plant
21. heuvel
23. Europeaan
25. spoorstaaf
26. voorzetsel
28. staaf
30. vochtig
31. vleesgerecht
32. taf elf les
34. getreiter
36. glibberig
37. strafwerktuig
39. opgedragen werk
41. deel van een bijenkorf
44. deel van het been
45. laatste nieuwe (afk.)
46. oefenen
50. georg. aanduiding (afk.)
51. plaats in Duitsland
53. deel van een trap
55. Engels telwoord
56.steen
57. arbeidzaam
58. oorzaak
10.
11.
12.
13.
15.
17.
19.
20.
22.
23.
24.
25.
27.
29.
32.
33.
34.
35.
36.
38.
40.
42.
43.
46.
47.
48.
49.
52.
54.
Verticaal:
aanhaling
vochtig
oude boomstronk
deel van Amerika (Eng. afk.)
snavel
toegankelijk
land in Europa
dubbelklank
jongensnaam
buigzaam
koeienmaag
noodsein
afstandsmaat
projectiel
het in voorraad vervaardigen
tuin
Frans voegwoord
toets alleen (afk.)
tiert
bevel
Engels lidwoord
afnemer
vreemde munt (afk.)
pers. voornaamwoord
ongekookte
bitter vocht
schaap
koud
toestand van rust
boom
kleurnuance
slede
deel van de bijbel (afk.)
naar beneden
paard
aanw, vnw.
iets over mevrouw Herwij-
te weten, sprak mevrouw
(ze zei noodt iets, maar ze
kan ik u vertellen wat ieder-
dat het een bijzonder hoog-
►uw is, die heel veel goed
in heeft en nog doet, en die
r de fout van zovele vrouwen
lakt, namelijk met de ver-
i te trouwen. Ze keek niet
die Martijn met iedere se-
pathieker werd, al was het
edegevoel.
ar al lang gekend?
'óór haar eh- trouwen. Een
vaardige misstap.
geschikte vent, murmelde
weeg, verrast over zijn eigen
jheid.
niet geluisterd.
'haar reeds als zuster Tillie,
'meen bekend stond?
eft die werkkring toen op-
dg wel es.begon Johan.
heeft 'haar werkkring opge-
fodèle Johan was niet zei
van zijn zaak, en verheugd
|t, wat zijn vrouw blijkbaar
ik heb haar verleden week
,rrn gezien.
O ja? vroeg Martijn. Verleden week
nog?
Adèle was één en al afwijzing, maar
Johan verheugd met het zeldzaam ge
beuren van een aandachtig gehoor, liet
ziöh niet stoppen.
Ik weet het nog goed, want het was
dezelfde dag van ehdie avond.
Wat raaskal je nu toch, Johan. Die
dag van die avond!
Ze keek met iets van verontschuldi
ging naar Martijn.
Die avond van het Nut, we zijn er
toch allebei geweest? Het stond in de
krant.
Martijn was op zijn quivive, hij moest
Adèle een slag vóór blijven.
Gang ze diezelfde dag diezelfde
avond, nog eh uit verplegen?
Och Johan, zei Adèle schouderopha
lend, wat praat je nu toch. Zie je wel?
Je had beter die boeken
Hoe weet u dat, meneer Bronkhorst.
Hebt u het gezien?
En of! Ik stond hier, achter de gor
dijnen. Sta dikwijls zo maar es te kij
ken, wat er langs komt. Zag haar dui
delijk. Groene Morris, Zwarte sluier,
donkere bril. Dacht nog: wat een vrouw;
anoet vanavond uit, en éérst nog de
plicht.
Hoe laat was dat?
Nou, 't was al donker. Na vijven in
ieder geval. We zouden juist gaan di
neren.
Hoe kim je haar dan gezien hebben,
Johan?, vroeg Adèle, zoals men spreekt
tot een kind. Het was donker!
Johan weifelde.
Tja Adèle, lieve, dat is natuurlijk zo.
Maar alk zag die Morris en ik dacht.
Als mensen zeggen dat ze hebben ge
dacht, blijkt dat ze meestal niet hebben
nagedacht, sneed mevrouw Adèle en
Martijn moest haar, zijns ondanks, in de
geest een instemmend applaus doen ge
worden. Want het klopte volkomen met
zijn eigen ervaringen.
U hebt alleen gezien, stelde hij vast,
een dame in een groene Morris, net zo
als mevrouw Nieuwolda die had, en die
dame zag er uit als een verpleegster
En omdat Tillie vroeger óók verpleeg
ster geweest is, had mijn man zijn con
clusie klaar, voegde Adèle er aan toe,
die tegenover een bondgenoot een tikje
ontdooide. Laten we alsjeblieft ons aan
feiten houden en niet aan veronderstel
lingen en fantasieën doen. Daar heeft
meneer hier ook niets aan, dat 'kan
hem alleen maar op een verkeerd spoor
brengen.
Martijn besloot geen commentaar te
leveren, hij gunde Adèle geen openlijke
triomf over Johan, die hem gedienstig
naar de voordeur bracht.
Neem me niet 'kwalijk, mompelde hij,
maar ik meende heus
Ik ben u zéér verplicht, zei Martijn
hoffelijk, mijn complimenten aan me
vrouw.
Hij dacht aan Nel. Niet makkelijk, zei
den de mensen, een hanepen, zeiden an
deren. Hij vermeide zich in de voorstel
ling die hen vanavond zijn echtgenote
en gade zou geven van het onderhoud
met Adèle
Terug in zijn auto startte hij niet met
een.
Hij staarde vooruit, zonder iets of ie
mand te zien, zelfs Johan niet die ten
slotte toch dn opdracht van Adèle de
boeken naar de biblotheek terugbracht.
Waar- en wanneer.
Toen verhelderde zich zijn blik.
Een kwartier later drukte hij op de
bel bij opoe Stolk.
Vriendelijk, maar afgemeten, knikte
Tillie van Herwijnen naar inspecteur
Driessen, zag vragend naar de jongere
man die hem vergezelde.
Mijn collega, meneer Koppend, in
troduceerde Driessen. Schikt het u me
vrouw?
O zeker, heren, komt u binnen.
Ze voelt zich, dacht Theo Driesscen,
nog altijd dn haar waardigheid te kort
gedaan, wanneer de commissaris niet
zélf de boodschappen komt doen, en
twee doodgewone smerissen stuurt.
Aangezien u officieel nog steeds de
echtgenote bent van meneer Nieuwolda,
heb ik opdracht u mede te delen, zei
'Driessen officieel, dat het stoffelijk
overschot is vrijgegeven en dat de ter-
aardebes'teling kan plaatsvinden.
Dank u, zei Tillie. Daar zal ik dan
voor moeten zorgen. Het is het laatste
wat ik voor hem kan doen. Ze maakte
een handgebaar, al was de zaak (hier
mee afgelopen. En, zei ze op gans an
dere toon, hoe staat het met het onder
zoek? Bent u gevorderd?
Wanneer u bedoelt, of we de dader
achter slot en grendel hebben, néé me
vrouw, zei Driessen en voegde er ver
ontschuldigend aan toe: de enkele spo
ren liepen dood.
En die meid?
U bedoelt dat meisje Volkers? Die
hebben we meermalen ondervraagd,
maar we hebben haar weer moeten la
ten gaan.
Het was Tillie van Herwijnen aan te
zien, dat ze geen hoge dunk had van
de capaoiteiten van de politie, en zeker
niet van het tweetal dat tegenover (haar
zat. Ze keek naar Driessen en Koppenol
met hoog opgetrokken wenkbrauwen.
Laten gaan? vroeg ze. Hebt u dan de
dader al?
Nee, die hebben we nog niet, gaf
Driessen wat aarzelend toe.
En dan laat u degene, die wel de al
lereerste verdachte is, zo maar gaan?
Kan dat? Neem me niet kwalijk, ik ben
maar een leek, maar je laat zo iemand
lópen?
Waarom ziet u haar als de allereerste
verdachte? vroeg de inspecteur.
Mijn mening zal u niet interesseren.
Zoals ik zei, ik ben maar een leek. Ik
moet de beoordeling van de zaak over
laten aan haar stem werd sarcastisch
de deskundigen van het politie-appa-
raat.
Mevrouw, ik heb al eerder gezegd,
wij zijn dankbaar voor iedere tip en ie
dere vorm van medewerking. We zijn
óók niet alwetend, en het is een duistere
zaak. Misschien 'is ons iets ontgaan,
daarom vraag ik: waarom acht u dat
meisje Volkers de eerste verdachte?
Da's nogal duidelijk, meende Tillie.
Ten eerste staat vast dat zij die avond
in de flat was, ten tweede had ze een
duidelijk motief.
/(wordt vervolgd)