Geld lenen
foe het begon
Voederwinning is begonnen
Vervoerschaos?
LANDBOUW en VEETEELT
Einde van droogteperiode?
Derde blad Texelse Courant, vrijdag 3 mei 1974
ubriek voor- J
Oiulrr
»un (.rollingen
Al enkele dagen voor het begin van
meimaand zijn de eerste percelen
asland gemaaid voor het winnen van
ilgras. Het lijkt me een bijna onbe-
jjpelijke zaak voor veehouders, die
i andere manier van bedrijfsvoering
bben dan hun collega's, die al vóór
•i de maaimachine in het gras konden
ten. Bij een tochtje over het eiland
mt men namelijk ook percelen gras-
ad tegen, die hun winterse kleur nog
,t hebben verloren en waar nog maar
uwelijks „een bek" gras staat voor
iapen.
flet zal duidelijk zijn, dat om eind
ril een s*nede gras klaar te hebben om
maaien, inderdaad een andere dan
iderwetse" bedrijfsvoering moet wor-
jn gevolgd.
Keuze grassoort
en bemesting
Als men vóór mei een snede gras wil
fcben, die (het maaien waard is, dan is
E in de eerste plaats nodig een daar-
r geschikte grassoort te 'kiezen We
i dan aangewezen op een kunstwei
i Italiaans raaigras Het zal duidelijk
dat dit ook alleen kan worden foe-
t als deze grassoort al in de vorige
[fst of zomer is gezaaid. Het is be-
t niet zo, dat met voorj aars gezaaid
fciaans raaigras geen goede resultaten
Imen worden bereikt, maar om vroeg
]het voorjaar gras te hebben is men
i aangewezen op inzaai in het voor
inde seizoen.
willen niet beweren, dat de to-
llopbrengst van Italiaans raaigras ho-
dan van een nieuwe weide met
i mengsel voor 'blijvend grasland, is
m het feit, dat Italiaans raaigras zo-
J vroeg in het voorjaar als laat in de
pst een hogere produktie geeft dan
I mengsel vooqr blijvend grasland, is
H voordeel.
Het is niet uitsluitend de grassoort,
I er voor zorgt, dat er vroeg gras is.
■maast is een goede bemesting,
Irbij we vooral aan een vroege en
tele stikstofbemesting denken, een
jr belangrijke eis.
Vroeg gras veel waard
Jen zeer groot voordeel van het vroe-
maaien is, dat we al heel vroeg over
tras beschikken. Onder gunstige om-
"igheden is op zo'n vroeg gemaaide
1de al omstreeks mei voldoende gras
Br een „koeienwei" aanwezig. Vee-
ders. die weten hoe moeilijk het dik-
Is is om juist van half mei tot half
pi over goed koeiengras te beschik-
J zullen geen moeite hebben om dit
Brdeel van het vroege maaien te on-
Tschrijven.
Bet moet ons overigens van het hart,
it ook voor schapenbedrijven Italiaans
ligras een groot voordeel kan zijn.
■vóór maart zagen we dit jaar scha-
T met lammeren lopen in weiden van
liaans raaigras en dat was eoht niet
armoe. De dieren liepen royaal in
fgras
Op tijd maaien
t>k in ander opzicht is het van be-
l vroeg te maaien. We denken hier
aan het stadium van de groei. De
le teruggang van nieuw ingezaaid
'land is in veel gevallen te wijten
het te laat maaien. Vooral als er
n stikstof is gestrooid en daardoor
•tand van het gewas dicht is, is het
t op tijd te maaien. Doet men dit
dan kan men in één keer een flink
feite van de goede grassen kwijt zijn.
en ander belangrijk voordeel van tij-
maaien is de snellere hergroei.
Proeven hebben uitgewezen, dat na het
maaien van een zware snede de hengroei
moeilijk op gang komt. De tijd, die no
dig is om na het maaien weer voldoende
weidegras te hebben kan bij een zware
snede zeker een week langer zijn dan
bij tijdig maaien.
Het is zaak daaraan te denken bij het
vaststellen van de maaidatum, mede ook
met het oog op het beschikbaar blijven
van voldoende weidegras. Door een
week of tien dagen later te maaien
wordt de datum, waarop voldoende na
gras aanwezig is belangrijk meer dan
een week of tien dagen opgeschoven.
Door de minder snelle ihergroei kan dit
ook wel twee of drie weken worden
Hoewel aan het begin van deze week
een einde is gekomen aan het sterk dro
gende weer, is nog niet te zeggen of in
derdaad het einde van deze vroege
droogteperiode is bereikt.
In diverse bladen heeft men kunnen
lezen, dat de duur van deze droge pe
riode op een record ibegon te 'lijken. Een
droogteperiode in deze tijd van het jaar
komt overigens veel minder hard aan
dan in de maanden juni en juli. Dat de
groei van het gras de laatste weken ver
traagd is. lag ook voor een groot gedeel
te aan de temperatuur.
In bepaalde gevallen zouden de droge
weersomstandigheden een goede op
komst van de bieten belemmerd hebben.
Intussen horen we ook 'berichten over
een goede opkomst van de bieten.
Het zou echter beslist onjuist zijn om
te spreken van ernstige schade als ge
volg van de droogte.
Toch wel problemen
Toch zal de achter ons liggende droge
periode wel bepaalde nadelige gevolgen
hebben. Neem bijvoorbeeld de chemi
sche onkruidbestrijding in bieten!
Hoewel de weersomstandigheden on
gunstig waren hebben heel wat bieten
telers direkt na het zaaien toch de lang
zamerhand bekende Pyramin gespoten.
Onder gunstige omstandigheden nog al
tijd een zeer goed onkruidbestrijdings
middel. Die gunstige omstandigheden
(voldoende vocht) zijn er dit jaar niet
geweest.
We moet daarom wel aannemen, dat
dn maar zeer weinig gevallen de vroege
Pyramin-bespuiting voldoende zal zijn
geweest om het onkruid in toom te hou
den. Hoewel na voldoende regen deze
Pyramin nog wel gedeeltelijk aan 't
werk zal gaan, moeten we toch aanne
men, dat de Pyramin-bespuiting met
name de vroeg gekiemde onkruiden niet
zal kunnen verwijderen.
Het is moeilijk te zeggen of de vroeg
gespoten Pyramin na het voldoende
vochtig worden van de grond nog vol
doende „agressief" zal zijn om het on
kruid, dat dan zeker ook flink zal ver
schijnen weg te werken. We menen, dat
er ernstig rekening mee moet worden
gehouden, dat slechts de meest gevoeli
ge omkrulden zich nog door de vroeg ge
spoten Pyramin zullen laten verwijde
ren. Het zal in veel gevallen zeker no
dig zijn om na de opkomst van de bie
ten nog een ander onkruidbestrijdings
middel toe te passen.
Op welke manier?
De laatste jaren wordt al in zeer veel
gevallen gebruik gemaakt van het mid
del Betanal. In een enkel geval werkt
men uitsluitend met dit middel, in an
dere gevallen heeft men er al een ge
woonte van gemaakt om naast de vroe
ge Pyramin-bespuiting ook nog Betanal
te spuiten.
Op grond van het voorgaande moeten
we wel aannemen, dat er zeker dit jaar
dn heel veel gevallen naar Betanal zal
worden gegrepen. Het is heel erg te ho
pen, dat er voldoende Betanal voorradig
zal zijn om in alle gevallen, waar dit
nodig as van dit middel gebruik te ma
ken.
Om zoveel mogelijk bietentelers de
gelegenheid te geven om van Betanal
gebruik te maken wordt door een twee
tal zeer deskundigen op het gebied van
de bestrijding van onkruid in bieten
het volgende geadviseerd.
Op sterk afgeharde onkruiden en
we kunnen die na deze droge periode
verwachten verdient het aanbeveling
om per bunder 6 liter Betanal plus 5 li
ter Schering- 11 E olie te spuiten. De
werking van de Betanal wordt door de
genoemde toevoeging veel scherper.
Als Betanal schaars voorradig is kan
ook in gevallen, waarin uitsluitend
klein onkruid voorkomt Schering- 11 E
olie worden toegevoegd. Voor dit geval
wordt aangeraden om per bunder te
volstaan met 4 liter Betanal plus 5 liter
Schering- E 11 olie.
Het ds heel erg te hopen, dat op deze
manier toch nog een goed resultaat bij
de onkruidbestrijding in bieten kan
worden verkregen We moeten nl. heel
eenvoudig stellen, dat de bietenteelt in
ons gebied staat of valt met het al of
niet slagen van de chemische onkruid
bestrijding.
In deze ingezonden brief wil ik enig
commentaar leveren op het in de Texel
se Courant van vrijdag 12 april 1974 ge
publiceerde artikel „TESO strijdt tegen
vervoerschaos".
In dit artikel word gesteld, dat het
vervoer van auto's jaarlijks met onge
veer 10°/o toeneemt. Volgens TESO zou
dit tot gevolg hebben, dat het vervoers
aanbod van auto's in de komende vijf
jaar ongeveer zal verdubbelen. Een ie
der die zich wel eens in het verschijnsel
rente op rente heeft verdiept, weet dat
bij een groeipercentage van 10%> per
jaar pas na ruim 7 jaar het begingetal
zich verdubbeld heeft en dus niet reeds
na 5 jaar. Een verschil van 2 jaar op
100 jaar is van weinig betekenis; bij een
verschil van 2 jaar op 7 jaar ligt dit wel
even anders.
Uitgaande van de gegevens in het
krantenartikel zou zo'n verdubbeling van
het vervoersaanbod in de praktijk ten
opzichte van de huidige situatie slechts
weinig meer-problemen opleveren. De
toename van het autoaanbod schijnt
zich nl. hoofdzakelijk buiten het hoog
seizoen voor te doen. Dit leid dk tenmin
ste af uit ide zin: „Gebleken is, dat de
groei van het aantal te vervoeren auto's
slechts voor een gedeelte wordt veroor
zaakt door het toenemende aantal toe
ristische slaapplaatsen op Texel". Om
dat de grootste problemen in het hoog
seizoen optreden, kan hieruit worden
afgeleid dat bij het achterwege laten
van een uitbreiding van het aantal
slaapplaatsen, de wachttijden an het
hoogseizoen niet langer zullen worden.
De toename van het autoaanbod moet
dan blijkbaar worden veroorzaakt door
een grotere mobiliteit, door de seizoen-
verbreding of doordat dagrecreanten en
bezoekers van familie .dankzij de huidi
ge welvaart, eerder geneigd zijn de au
to mee naar Texel te nemen.
Om na te kunnen gaan of deze bewe
ring juist is, is het nodig dat TESO eens
een uitgebreid overzicht van het auto
aanbod per maand over een periode van
bijv. 5 achter ons liggende jaren zou
verstrekken. Pas dan kunnen we cijfer
matig vaststellen in welke periode(ai)
van het jaar het vervoersaanbod rela
tief het meest gestegen is.
Dat het gevaarlijk is vast te houden
aan in de toekomst gelijkblijvende jaar
lijkse procentuele stijgingen, zonder
daarbij met de ingrijpende toekomstige
wijzigingen in onze samenleving reke
ning te houden, wil ik in de volgende
uiteenzetting verklaren. Bij een verdub
beling van het vervoersaanbod in 7 jaar
verdeeld volgens het huidige autoaan
bod zou dit inhouden, dat 4 boten het
autoaanbod nog niet zonder wachttijden
zouden kunnen verwerken. En wanneer
TESO stelt dat de procentuele stijging
gedurende de komende 7 jaar jaarlijks
lO°/o zal bedragen, zou men in dezelfde
lijn kunnen stellen, dat ook dn de daar
opvolgende 7 jaar de procentuele stij
ging gelijk blijft. Het resultaat zou zijn,
dat 14 jaar na nu dn het hoogseizoen 8
boten nodig zouden zijnenz., enz.
U ziet hoe onrealistisch deze gedach-
tengang van de TESO is. De TESO doet
er goed aan zidh eens wat beter in de
toekomstige plaats van de auto in onze
samenleving te verdiepen. Mogelijk dat
de teruggaande lijn in het autoaanbod
van ruim 8% in maart zich ook in de
toekomst zal vertonen. Het resultaat zou
zijn, dat de onderneming met een dure
overcapaciteit in haar maag komt te zit
ten.
Dat zich dit jaar nog een grote toena
me in het totale autoaanvoer zal voor
doen, is gezien de teruggang in januari,
maart en de tegen(-mee)vallende gege
vens van de paastijd (teruggang 3%)
niet te verwachten.
Wat de door TESO verstrekte gege
vens van de paastijd betreft, wil ik het
volgende opmerken: de TESO probeert
deze teruggang in de Texelse Courant
van 26 april te camoufleren door o.a.
een vergelijking te maken met de paas-
periode van 1972. Deze vergelijking is
echter onjuist, want de paasdagen in
1972 vielen bijna 2 weken eerder (2 en 3
april), terwijl het weer in tegenstelling
met dit jaar, in die periode slecht was,
nl heel veel neerslag, o.a. hagel en en
kele stormen. Dit zal in 1972 ongetwij
feld een minder grote trek van dagre-
oreanten naar Texel tot gevolg hebben
gehad.
Tot slot wil ik nog enkele suggesties
geven over de wijze, waarop de ver
voersbehoefte van auto's zou kunnen
worden beperkt.
TESO behaalde over 1973 slechts
een zeer geringe winst. Laat de toekom
stige prijsverhogingen nu eens volledig
ten laste komen van het autovervoer.
Eventueel alleen door een toeslag op be
paalde dagen dn het hoogseizoen.
Bevorder het parkeren van de auto
nabij de boot of elders in Den Helder
(vergelijk de situatie in Harlingen).
Eventueel zouden hiervoor speciale^be-
waakte-parkeerterreinen of -garages
even buiten Den Helder moeten worden
opgericht. Deze parkeergelegenheden
zouden dan een zeer goede busverbin
ding met de boot moeten hebben. In na
volging van de Ned Spoorwegen zouden
op de desbetreffende terreinen kleine
gemakkelijk hanteerbare bagagewagen
tjes, voor gratis gebruik op de parkeer
plaatsen, haventerreinen en de boot,
aangeschaft moeten worden.
Deze maatregelen zouden gepaard
moeten gaan met een verbetering van
het openbaar vervoer op Texel, o.a. ook
naar enkele strandslagen. Daarnaast zou
de stichting van een onderneming, die
op vlotte wijze de distributie van grote
hoeveelheden bagage over het eiland
zou verzorgen, bevorderd moeten wor
den.
Het verstrekken van informatie
over tijdstippen en dagen waarop een
vlotte overtocht naar en van het eiland
mogelijk is, bijv. via de VW.
Hierop aansluitend het bevorderen
dat niet alle gasten op de zaterdag naar
en van hun vakantieadres vertrekken.
(Taak voor VW, hotels, pensions, ver
huurders van zomerhuisjes enz.)
Het bevorderen van de plaatsing
van een WV-kantoor en een rijwielbe-
drijf op of nabij het haventerrein op
Texel.
Ik weet dat niet alle bovenstaande
suggesties even gemakkeijk te verwe
zenlijken zijn, maar waar een wil is, is
een weg
Nico Dijkshoorn,
Rode Klif 56, Lelystad
NASCHRIFT:
Gemakkelijk en betrouwbaar bij de NMB.
Voor alle doeleinden. Ook voor het verbeteren van uw
woning. Geen informatie bij werkgever.
Kwijtschelding bij overlijden.
Inlichtingen bij alle NMB-kantoren.
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
voor uw auto
voor uw boot
voor uw meubilair
voor uw keuken
voor uw caravan
Eén aanmerking op bovenstaand in
gezonden stuk. Vervoersbehoefte is niet
hetzelfde ails vervoersaanbod. De be
hoefte bestaat uit het aantal auto's dat
zou worden vervoerd als er onbeperkte
vervoerscapaciteit zou zijn, dus als men
op elk gewenst moment direkt naar
✓Texel zou kunnen. Deze behoefte zal de
komende vijf jaar verdubbelen, zo
schreven wij. Het vervoersaanbod wordt
gevormd door het aantal auto's dat on
danks wachttijden e.d. naar Texel komt
en dat is minder. Overigens is het inge
zonden stuk een waardevolle -bijdrage
aan de discussie over (het vervoerspro
bleem. Red.
feuilleton door Tom Lodewijk
I det begon simpelweg met een lek
end
*th Wagenborg voelde opeens
verontrustend doorveren van haar
ierband. Ze wipte op en neer op haar
jawel hoor! Duidelijk merkte
Pt de velg door de dikte van de band
ae gladde asfaltweg raakte,
fjveus en gehaast opeens, trapte ze
I oor Zou ze.maar nee, het was
zeker een half uur naar huis. En
iedere trap voelde ze dat dreigende
I aen van de velg tegen de weg. De
T/P leeg. Als ze doorreed,
Je hele band, binnen en buiten,
de maan. Ze stapte af.
*5^ weg af met een hulpeloze
aar smalle macadamweg lag
|Hee? en verlaten, zo ver ze zien
I eel in de verte wenkten nodend
dorP- Een uurtje
ets, dat was zeker anderhalf uur
-oelde nog eens, volkomen over
fill?!11 1 kaiK*- Die fiets, eerst zo'n
ftn ?middel' was u een lastpost
u 7fn' AUéén een flink stuk lopen
I w lij'k' met een flets aan je
I ss het een corvée, en je sloeg
zo'n vervelend figuur. Het was net of
iedereen je uitlachte.
Ze keek naar de sChilderkist op haar
bagagedrager. Het was beter, zou haar
broer Gijs ongetwijfeld zeggen, als je
inplaats van dat malle ding een' tas ge
reedschap en een pomp had meegeno
men. 't Mocht wat. Zélfs met een tas ge
reedschap en een pomp maakte ze nog
niets klaar. Met haar smalle, fijne han
den zou ze niet eens de band van de velg
kunnen wringen en hem er weer om
heen krijgennee, dat was mannen
werk
Terwijl ze daar hopeloos stond, en zich
hopeloos onbenullig voelde met die
thans waardeloze fiets aan de hand,
klonk als een dartele juichtoon het ge
luid van een fietsbel tot haar door.
Zonder dat ze het merkte, geluidloos
olver de vlakke weg, was een lange jon
gen op een bestelfiets, een grote mand
voorop, genaderd. Liesbetihs ogen gingen
wijd open. En tegelijk voelde ze een
vreemde schuwheid. Wat moest ze zeg
gen, hoe moest je.... die fietsjongen,
't was zo'n raar ras
„Lekke band juffrouw?" vroeg de
jongen. Ze zag hem aan en herkende
hem. Het was Jaap Borst, de oudste
jongen uit dat grote gezin aan de Ha
ven. Hij was in de winkel bij de Coöpe
ratie Nu, dat ontbrak er nog maar aan!
De Coöperatie, waarmee vader op leven
en dood concurreerde!
De jongen was afgestapt. Boven zijn
witte korte jasje zag ze een open, vrolijk
gezicht, met een ipaar heldere, grijze
ogen onder grofgolvend, ravenzwart
haar. Mooie combinatie, dacht Ldesbeth
met haar gevoel voor kleur en vorm, en
glimlachte haars ondanks, dat haar lief
hebberij zelfs op dit ogenblik nog zo
domineerde.
De jongen wachtte haar antwoord
niet af, maar had zijn fiets al tegen een
boom gezet, greep kordaat de bagage
drager van Lde^beths fiets en liet het
achterwiel langzaam draaien, terwijl hij
met kennersblik de band monsterde. Op
eens greep hij toe, stopte het draaiende
wiel.
„Ziet u 'es 'hier!" verzocht hij triom
fantelijk, „is 't een wonder?" En hij
hield zijn duim tegen een spijker met 'n
platte kop, die in de band gedrongen
was.
„Ja", lachte Liesbetfh, „daartegen is
niets bestand! En ik hoopte zo, dat als ie
een beetje opgepompt werd, ik het wel
halen zou naar huis".
„Naar Middendorp? Daar woont u
toch, niet? U bent toch een dochter van
Wagenborg?"
„Ja, dat ben ik", zei Liesbeth timide.
Nu zou je het hebben. „Van de concur
rent", voegde ze er meteen wat angstige
glimlach aan toe.
„Concurrentie m'n pèt!" zei de jonge
man zonder deze zinsnede nader te ver
klaren „U en ik zijn toch geen concur
renten, wel?"
Het trof Liesbeth, dat hij ondanks zijn
vrolijke vrijmoedigheid, niet de minste
neiging toonde tot familiariteit, en toch
waren ze beiden zowat even oud. Hij
zou misschien eenentwintig zijn, en zij
was negentien
Zonder dat ze het besefte had ze de
fiets in zijn sterke handen overgegeven.
„Allo!" zei hij en met een zwaai had hij
het rijwiel op z'n kop.
„M'n kist!" gilde Liesbeth.
„Die blijft wel zitten", meende de
jongen optimistisch.
„Maar d'r zit een nat.ze durfde
het niet verder uitleggen. De jongen
had als in één moeite door de fiets weer
op de wielen gezet. Liesbeth trok haas
tig de schilderkist tussen de rubber
spanners uit, zette die voorzichtig in
het gras aan de kant.
„Daar gaat de weer voor niks", zei de
jongen en zwaaide andermaal de fiets
om.
„Wat gaat u daar mee doen?" vroeg
Liesbeth.
„Ik ben geen u, ik heet Jaap Borst",
zei de jongen „Zegt u maar Jaap, hoor".
Liesbeth kreeg een kleur. Wat moest
ze nu doen? Moest ze zeggen: Ik ben
Liesbeth Wagenborg en zeg maar Lies?
Ze zag zich morgen al in de Hoofd
straat, en deze Jaap Borst langsfietsend
met een mand vol boodschappen: Ha!
die Lies.
Tegelijk (haatte ze zichzelf.
Daar is nu een jongen, dacht ze, no-
tabene in dienst van 'haar vaders groot
ste concurrent. Hij ziet dat ze in moei
lijkheden is, stapt af en pakt aan. Hij is
niet familiair, hij tutoyeert haar niet
eensen het enige wat ze weet te
bedenken ds, dat ze het risico loopt dat
hij Lies tegen haar zeggen zal. En dat
terwijl zij de dochter ds van een midden
stander, en hij een jongen uit dat grote
en een beetje verwaarloosde huishouden
van Borst aan de Haven
Jaap Borst inmiddels 'hield zich met
al 'die problemen niet op. Hij wachtte
niet eens op antwoord, maar begon in
zijn fietstas te rommelen en haalde een
paar bandenlidhters te voorschijn. Te
gen een meisje als dit zei je natuurlijk
„u". haar vader had een grote zaak, zij
was een dame, en hij was Jaap Borst
van de Haven. Zo was het in de wereld.
Liesbeth keek voorzichtig en een
beetje op een afstand toe, hoe hij met
gewende vingers dn de buitenband van
de velg pulkte, de binnenband er uit
•trok en zocht naar het gaatje. „Nog een
bof", zei hij, ,dat 'het een spijker was,
dan vinden we het gat makkelijk. Hij
zal wel dóór en dóór zijn. Want er is
hier geen sloot om 'm effe in te douwe,
en ik zie hier zo gauw ook geen huis. U
had geen slechter punt voor een lekke
band kunnen uitkiezen!"
„Ik heb 't niet uitgekozen", zei Lies
beth en lachte haars ondanks. „Als ik 't
voor 't kiezen 'had, was ik nu al een heel
stuk dichter bij Middendorp!"
De jongen wreef de band met fijn
schuurlinnen schoon en viste uit een
blikken doosje een paar stukjes rubber.
Liesbeth keek geboeid toe. Hij deed het
allemaal zo handig, zo gewend
„Ziezo", zei Jaap Borst. „Nu zou je
eigenlijk meteen de band er wel in kun
nen stoppen, maar laten we het even
laten zitten. Ik zal 'em oppompen en dan
kijken of ie het houdt".
Liesbeth 'had woordeloos al zijn be
wegingen gevólgd. Er ging van deze
jongen een zekerheid, een daadkracht
uit, die haar onweerstaanbaar aantrok
ken.
{wordt vervolgd)