N50Z: onderzoekcentrum bij 't Horntje
De zee is een
onbekend gebied
Q
Schrijfmachines
Vlak naast de veerhaven van 't Horntje ligt een complex gebou
wen, waar veel toeristen geneigd zijn zonder meer langs te rijden.
Het is ook een weinig opvallend geheel, al was er heel wat over te
doen voor alles gebouwd mocht worden. Aan de buitenkant is niet
te zien welke organisatie of bedrijf er gevestigd is. Toch bestaat
er internationale belangstelling voor wat daar gebeurt en het is dan
ook zeer de moeite eens kennis te nemen van wat de biologen van
het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) daar
eigenlijk doen. In het onderzoekcentrum is men al veel te weten
gekomen over waterverontreiniging, bewegingen van visscholen,
voedselketens, enz. Regelmatig verheffen de deskundigen hun
waarschuwende stem als de industrie of de onzorgvuldige partiku-
lieren essentiële delen van de zeeflora en -fauna bedreigen.
Het prille begin van ihet NIOZ ligt
igenlijik in het jaar 1872 'toen op initia-
ef van een aantal zoölogen de Neder-
indse Dierkunde Vereniging werd op
richt. Enige leden hadden behoefte
een vast onderkomen voor onder-
]ek van zee-organismen. In 1876 kon
en zij beschikken over een houten ver-
laatsbaar „zoölogisch station", een
►ort directiekeet voor zee-biologen. Ze
laakten een begin met de aanstelling
an een vaste staf, regelden de financie-
ing via een lening en verkregen de
leun van de overheid die in Den Hel
er een stuk bouwgrond voor een per-
anent gebouw ter beschiking stelde.
1890 kon dit gebouw betrokken wor-
RIVO
De eerste directeuren waren tevens
iriseurs van de regering over de vis-
lijke bereikbaarheid met het openbaar
vervoer. Er bleven maar uiterst weinig
keuzemogelijkheden over en de nieuwe
vestigingsplaats werd tenslotte de klei
ne polder U Horntje op Texel. Doordat
de plannen voor een nieuw hoofdge
bouw om redenen van landschapsbe-
schermdng stagneerden ,werd dn 1968
besloten een provisorisch hoofdgebouw
in laagbouw te plaatsen. Dit gebouw
werd in 1969 betrokken, nadat voordden
al de haven en de havengebouwen ge
reed waren gekomen In dat „proviso-
num" bevinden zioh velerlei laboratoria
en andere onderzoekruimten en ook een
bijzonder uitgebreide bibliotheek, ter
wijl er tevens een instrumentenmakerij
en een collegezaall is De Vormgeving van
het hoofdgebouw moet nog worden aan
gepast aan landschappelijke eisen, ter
wijl men natuurlijk ook rekening moet
houden met het werk dat er uitgevoerd
moet kunnen worden. De bouw ervan
zal nog wel op zdoh laten wachten. De
plannen zijn dn een vergevorderd sta
dium.
V-
I Cl
V
ij. Vandaar dat de eerste onderzoe-
m vooral te maken hadden met de die-
gereld van de zee. Later ontstond
:n scheiding tussen het RIVO dat zich
ooral met visserijonderzoek bezig hield
het algemener Zoölogisch Station,
let RIVO heeft nu een afdeling op
exel waar men de mogelijkheden voor
;n mosselverwaterplaats bij het eiland
iderzoekt.
In 1960 werd de naam veranderd in
I0Z. Het karakter van het werk was
*n al drastisch veranderd. Men hield
d vanuit verschillende gczichtshoe-
tn bezig met de bestudering van de
in de ruimste zin. Het aantal mede-
erkers groeide tussen 1950 en nu van
cn tot meer dan 110.
In het begin van de jaren zestig werd
lidelij k dat de vestiging in Den Hei-
niet toereikend zou zijn voor wat er
bet programma stond Men begon
et het zoeken naar een nieuwe vesti-
igsplaats, die aan verscheidene he
nrijke voorwaarden moest voldoen:
amte voor nieuwbouw, de aanwezig-
sd op korte afstand van zeewater van
'ede kwaliteit, de mogelijkheid tot
uileg van een haven \^oor een kleine
tot van onderzoekvaartuigen, de na-
beid van belangrijke gebieden van
Verzoek met name de Waddenzee
aarop het onderzoek grotendeels was
ncentreerd en tenslotte een rede-
De* havengebouwen van bet NIOZ
Aquarium
Als permanent gebouw staat al wel in
't Horntje het „Aquarium" dat in 1971
gereed kwam. Dit is geen reusachtige
glazen waterbak vol vissen, planten,
schelpen, garnalen, kwallen en wat dies
meer zij, en ook niet zoiets als het Artis-
aquarium. Het NIOZ-aquarium is een
grote experimenteerhal van 35 bij 12
meter, waarin allerlei wetenschappelij
ke medewerkers hun eigen opstellingen
hebben. Daar horen uiteraard ook wel
wat zeewaterbakjes met vissen en andere
beesten bij, maar dat zijn dan tien of
dertig of honderd bakjes met allemaal
verschillende, zorgvuldig gecontroleerde
variaties aan zoutgehalte, of tempera
tuur, of grondsamenstelling, of leeftijd
van de proefdieren, of wat dan ook.
Dit „aquarium" heeft uiteraard grote
hoeveelheden zeewater van goede kwa
liteit nodig ,dat via een recirculatie
systeem toe- en weer afvloeit. In het
dijklichaam van de polder liggen drie
tanks die tesamen 900.000 liter zeewater
bevatten Het water wordt 's winters
als de noordwester goed water naar de
kust stuwt betrokken uit het Mars
diep.
Vloot
Het NIOZ beschikt over een eigen
vloot. Naast een paar kleine sloepen
heeft men drie schepen die geschikt zijn
Het grote „Aquarium" in de polder 't Hom-
(i Dit artikel kwam tot stand naar 1
(i aanleiding van een publicatie van
Jan Veenhuysen in het Wadden- (i
bulletin (1974/5). Jan Steenhuy-
sen is eindredacteur van dit blad i1
K van de Nederlandse Vereniging 0.
i tot Behoud van de Waddenzee (te 1j
bestellen bij het Waddenhuis,
Voorstraat 18, Harlingen. j,
i Men publiceert regelmatig ar-
(i tikelen over onderzoekresultaten
J van het NIOZ. Veel van Veenhuy-
sens artikel is geciteerd.
De Waddenzee, een der rijkste natuurgebie
den in West-Europa. Zo langzamerhand be
gint men erachter te komen welke processen
zich er allemaal afspelen.
iiiiniiiiiiiniiniuiuRniiiuinnuniiiUMHniiiiiHiimimuHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
voor gebruik op de beschutte Wadden
zee en één die op de Noordzee en elders
ingezet kan worden. Het viaggeschip is
de „Aurelia", die in 1972 dn dienst werd
gesteld. Het is een hekkotter, twee-en-
dertig meter lang, uitgerust met een
720 pk dieselmotor die het schip een
snelheid geeft van 11 knopen (ca 20 km
per uur). Het enigszins vreemd ogende
schip (het achterschip is nogal lang) is
uitgerust met een indrukwekkend nau
tisch- en opsporingslaboratorium, is in
gericht voor hydrografisch en mariën-
biologisdh werk, beschikt over drie la
boratoria en een geriefelijke akkommo-
datie voor de opvarenden.
De Rijn
Als we nu eens gaan kijken naar wat
zoal praktisch aan de orde is bij het
NIOZ, dan is daar, om maar iets te noe
men, het gegeven dat er voor het milieu
kwalijke metalen uit de Rijn komen.
Het interesseert de NlOZ-onderzoekers
in hoge mate wat het 'lot van die meta
len is. Waar gaan ze heen? Hoe gedra
gen ze ziöh? Welke processen beïnvloe
den ze? Uit een dergelijk gegeven komt
oök direkt de vraag voort wat men
eigenlijk onder oceanografisdh onder
zoek moet verstaan. Men zou kunnen
zeggen dat oceanografie is: het onder
zoek van alle water dat zout is en ran
het zoete water dat het zoute beïn
vloedt En daarmee kun je op de hoog
ste Alpentoppen terecht komen.
•Het NIOZ is dan ook niet opgezet om
alleen in het aan Nederland grenzende
zeegebied onderzoek te verrichten. Al
ligt het zwaartepunt nog steeds op de
Waddenzee: er is door NlOZ-mensen ook
al onderzoek gedaan aan de monding
van de Amazone en elders en men is
ook zo bereid naar Antarctica of de
Zuidchinese Zee te trekken indien dat
voor de oplossing van een probleem
noodzakelijk is.
Aanpassing
Men is op het NIOZ bijzonder veel te
weten gekomen over de Waddenzee en
de onderzoekresultaten bevinden zich
de laatste tijd nog in stijgende lijn. Zo'n
ondiep kustgebied leent zich natuurlijk
in menig opzicht gemakkelijker voor on
derzoek dan de open zee of oceaan.
Denk alleen aan het verschil in moge
lijkheden tot visuele waarneming, ook
onder de waterspiegel. De uitbreiding
naar de oceaan is, nu de techniek veel
problemen -moeiteloos terzijde sohuift,
een belangrijke stap voorwaarts.
De aanwezigheid van de Waddenzee
zo vlak naast de deur geeft veel mo
gelijkheden tot specialistisch onderzoek.
Internationaal heeft het Instituut daar
door een zekere faam gekregen op ver
schillende deelgebieden van de weten
schap, met name over de aanpassing
van organismen aan dit zeer aparte zee
milieu. Ook de uitwisseling van het wa
ter en al wat daarin is tussen Wadden
zee en Noordzee en de rol van de Rijn in
dit geheel valt in het waddengebied op
unieke wijze te bestuderen.
tje, op het ogenblik het belangrijkste prak-
ticumgebouw van het NIOZ.
lijk andere gebieden kunnen worden
vergeleken. De kennis van het Balgzand
is dan ook in de loop der jaren zeer uit
gebreid. De plantaardige produktie, de
vogels, de vissen, de macro-fauna (bijv.
kokkels, nonnetjes, zeepieren, krabben,
garnalen): hetwordt allemaal al jaren
lang bekeken en gemeten, tot in allerlei
details. Inderdaad, een rijke tafel, dat
Balgzand, bij laag water voor vogels, bij
hoog water voor vissen, onder alle om
standigheden voor de macro-fauna
Maar er zijn verschrikkelijk veel gasten
aan die tafel en zo is het trouwens ge
steld met de hele Waddenzee. Het be
houd daarvan is niet alleen een kwestie
van een mooi landschap behouden, maar
het is een kwestie van het behoud van
leven, dat één groot netwerk van ver
bindingslijnen vormt, rustend op de al
oude fundamenten van vuur (licht!) aar
de, lucht en water.
Het water dat de Waddenzee bij vloed
binnenkomt bevat zwevend materiaal
bestaande uit een anorganische en een
organische fraktie (dus „slib" en le
vend of dood plantaardig en dierlijk
materiaal). In volume is dat organisch
materiaal het grootst maar in gewicht
het anorganisch materiaal. Er komt
meer met de vloed binnen dan dat er
met de eb uitgaat. Hetorganisoh mate
riaal bezinkt, wordt opgehoopt en o.a.
door 'bacteriële processen weer afgebro
ken en verlaat in een continue proces
op de duur de Waddenzee weer als mi
neraal. Dus: als organisch komt het erin
en als anorganisch gaat het er weer uit.
Daardoor is de Waddenzee een merk
waardige ,mineralenfabriek", dn welk
fabricageproces de verblijfstijd van het
water i(dn de westelijke Waddenzee on
geveer een week) een hoogst belangrij
ke rol vervult.
Balgzand
Er wordt ook heel wat organisch ma
teriaal in de Waddenzee zelf gemaakt:
ruwweg gezegd wordt één deel vanuit
zee aangevoerd en één deel in de Wad
denzee zelf geproduceerd. Daardoor is
dit gebied rijker dan 'buitengaats. Op de
open Noordzee bestaat de situatie dat
alles moet leven van wat daar gemaakt
wordt maar in de Waddenzee is het al
lemaal dubbelop, vandaar dat onze ge
liefde Waddenzee zo bijzonder rijk is.
Deze rijkdom komt in het bijzonder
tot uiting op sommige droogvallende pla
ten, zoals het Balgzand: tafeltje dekje
voor vogels, vissen en alles wat er ver
der aan zeedieren leeft. Het Balgzand
is een ideaal studiegebied, in het bijzon
der voor biologen. Het functioneert als
„voorbeeldgebied", waarmee gemakke-