\inde of nieuw begin? UIT DE KERKEN Vredesweek 1974 >n jongen beneden haar stand Ter inleiding cfk Tot ziens in „De Oranjeboom" Jezus van Nazareth Kerkenkonferentie 1974 op 21,28 september en 5 oktober Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 20 september 1974 M feuilleton door Tom Lodewijk „Dag.juffrouw" zei ze verle- ;ou je maar geen Liesbeth zeggen?" g ze. „We worden straks schoonzus- iar zat Aagje wel even mee omhoog, 0 erstolen keek ze telkens weer naar blonde meisje waaraan ze vastbe- •n was een hekel te hebben, omdat les had wat Aagje nooit had gehad, dat kon nu niet meer. En even kwam Liesbeth naast haar zitten roeg haar honderd-uit naar de zaak uw r ze werkte. Liesbeth met haar eigen gevoel voor kleuren, voor vormen :hoonheid. zou best es wat zélf willen ma- beleed Aagje toen het ijs volkomen •oken was. „Zo zélf de kleuren zoe- bedoel ik". e moet maar es bij me komen", ant- rdde Liesbeth met een samenzweer- ■air „ik heb verf en penselen en zo, ichien kunnen we samen eens iets terpen iap keek naar zijn meisje. Die Lies- altijd wéér sloeg ze bruggen, alles heen wat de mensen van el- scheidde. aar toe stond de bruidegom op. Hij ite, en er viel een stilte, k ben geen barre prater" begon •it Stoter „maar ik mot nou wat ren. Dit is voor mijn een grote dag, c hoop voor Antje hier óók. Ik weet ik begonnen ben, en ik ben er blij dat ik 't begonnen ben. Maar d'r ïen hier een paar mensen tot wie /at mot zeggen. Allereerst meneer ;t hieroom Arend za'k maar e.die heb ons zo reuze gehol- met alles. Meneer Borst, de ers hebben nou weer 'n vader en ieloof u dat ik een goeie vader zal en en een goeien man voor.voor vrouw.ja, dat mag 'k nou zeg ge, niet Ant?" De bruid kleurde, maar haar glimlach was blij „en ik hoop dat u nou niet zal denke: m'n werk is ge daan. Maar als u in de Haven komt, dan zallen we hier altijd blij zijn je te zien. Dat wou 'k maar zeggen. En dan zijn ogen dwaalden met een glimlach naar de andere kant van de tafel „ons Liesbethje. Ja, ik weet wat ik zeg.... óns Liesbethje. Want je hoort er bij, meid. Ik weet nog goed dat ik je voor 't eerst zag bij 't fabrieko" hij maak te een gebaar van schrik „dat had 'k na tuurlijk nooit maggen verklappen.... maar Liesbeth heeft met mij gepraat, en met Antje gepraat, en ze is bij oom Arend geweesten ze heeft overal d'r neus ingestoken.... maar ze wou alleen maar ons allemaal gelukkig ma ken, is 't niet meid?" Opeens zag hij de tranen in Liesbeths ogen. „En ze had van d'r eigen zorgen zétnou meid, allemaal zoals we hier zitten zijn we blijen ik hoop dat jij zelf ook. hij zocht naar woorden „héél gelukkig worden zal. Net zo gelukkig als ik nou ben, op deze dag". Hij snoot z'n neus en ging zitten, en er was een verlegen stil te. „En nou wil iedereen zeker nog wel een lekker kopje koffie" kwam de bruid en allen lachten. De beklemming was gebroken. En Liesbeth verdween naar de keuken om moeder Ant te helpen. Dat vond ze wél zo veilig op dit ogen blik. Jaap Borst was heel gelukkig, nu de omgang met Liesbeth niet langer zo ge heimzinnig behoefde plaats te hebben, maar juist in deze weken had hij voor Liesbeth maar heel weinig tijd. Want er waren nog enkele zieken huisbezoeken gevolgd, en vader Wagen borg, die nu met de dag aansterkte en het tijdstip zag naderen waarop hij naar huis kon terugkeren, had ernstige gesprekken met de jongeman, in wie hij steeds meer vertrouwen en plezier be gon te krijgen. Diep in zijn kart moest hij zichzelf toegeven, dat dit de schoon zoon was, die hij altijd had gewenst. Al leen zou hij hem verwacht hebben als een man van de zakelijke Bertha, niet van de artistieke, fijngevoelige Liesbeth. Dat zie je al weer, dacht hij met een fijne glimlach, hoe weinig oude mensen snappen van jonge mensen! In de winkel in de Hoofdstraat was het een bende. Een grote schutting ver kondigde met reuzeletters: „Hier komt WAGENBORGS „HELP U ZELF" WIN KEL". Want het pleit was beslecht. De zaak zou geheel gecentraliseerd worden in Middendorp, en een grote, moderne zelfbedieningswinkel zou de plaats in nemen van de oude zaak. Nu was het „Verkoop achterom" en Bertha was soms een zenuwinstorting nabij, als ze in de chaos geen wijs meer wist. Maar Bertha ook begon langzamer hand haar botte vijandschap tegen de indringer op te geven. Met ongedachte tact liet Jaap haar volkomen in haar waarde, vroeg haar advies, vroeg haar raad, hij luisterde ernstig naar haar be zwaren, haar plannen, haar voorstellen. Daartegenover kon ze niet vijandig en afwijzend blijven. Trouwens, soms 's avonds in de huiskamer waar hij nu da gelijks gast was, over de zakenproble- men. Hij praatte op stille ogenblikken, en heel Middendorp sprak er over, zoals dat gezin Borst veranderd waswat kon ze nu nog op Jaap aanmerken? Zelfs Aagje was er een zondagmiddag geweest, bescheiden, beleefd en zonder de door Bertha zo verafschuwde goed kope tooi. Liesbeth had haar al spoedig meegetroond naar haar eigen kamer en wat „die meiden" zoals Jaap zei, daar uitvoerden wist geen mens. Alleen had Aagje een lik groene verf op haar neus toen ze beneden kwam Vader Wagenborg, hoe zwaar het hem ook viel, besloot op advies van zijn dok ter, zich hoegenaamd niet met de zaak en de verbouwing te bemoeien. Hij had een bekwame architect, een minstens even bekwame adviseur, een door en door betrouwbare accountant.... en dan Jaap en Bertha. Uit het ziekenhuis ging hij naar de Veluwe, waar hij met zijn vrouw enkele weken rustig in pen sion ging. voor zover hij zich rustig houden kon. Van Jaap en Bertha hoorde hij wel hoe het ging.een gruwelijke rijstebreiberg voor ze in het luilekker land van de nieuwe zaak waren! Maar hij had zijn waarschuwing gehad.... en hij was het leven nog niet moe. „Man, we beginnen opnieuw" zei z'n vrouw en hij knikte maar. Hij moest het eerst nog zien, maar hij had wel vertrouwen. En werkelijk, hij leek weer geheel de oude Wagenborg, gebruind door de zon, z'n haar nog grijzer, bijna wit, toen hij op de dag van de opening door zijn nieuwe zaak drentelde, en de kaartjes las op de vele bloemstukken. Hij moest zich nog kalm houden, maar het begroeten van zovele relaties, zo zei hij, zou hem alleen maar goed doen. Voor de ramen verdrongen zich reeds de mensen, gluurden naar binnen, we zen elkaar „De ouwe heer is er óók, zie je dat? Nou, je ziet niks an 'em". Hij leunde in een hoekje, en keek het hele moderne winkelpaleis eens aan. Een gevoel van trots kroop omhoog in z'n borst. Ja, daar mocht de naam Wa genborg op prijken! Verschillende za kenmensen hadden zijn inzicht gepre zen, zijn initiatief ook om zich terug te trekken op één bedrijf. „Heel verstan dig", had de directeur van een grote fa briek gezegd, „ik heb wel eens gedacht dat u te véél hooi op uw vork nam!" Opeens voelde hij een hand op zijn arm. Naast hem stond Liesbeth. „Vader" zei ze alleen. Zijn hand streelde haar blonde haar. „M'n lieve kind". Hij was geen man voor tederheden. Maar dit kind was de laatste maanden meer dan iemand an ders in zijn gedachten geweest. Eigen lijk had zij de stoot tot dit alles gege ven! „Jaap en Bertha komen zó" zei ze en hij hoorde de lach in haar stem. „Va der, Bertha staat Jaaps das te strik ken. ik heb om 't hoekje gekeken. hij trok een gezicht als een martelaar en zij zei: „Sta nou eindelijk es stil, ver- velende vent.ik krijg grijze haren als ik er aan denk dat jij m'n zwager wordt!" „Ja, dat zit tegenwoordig wel goed" bromde hij tevreden. „Zoals trouwens alles. Alles wat jij onderneemt, kleine schavuit!" Liesbeths ogen straalden, toen ze haar blikken door de winkel liet gaan die een bloemenpaleis geleek. „Vader", zei ze zacht, „bent u nu ge lukkig?" Zijn ogen zagen neer op haar blonde hoofd. Hij sloeg een arm om haar ten gere schouders. Hij dacht aan de voor bije weken samen met zijn vrouw, de gesprekken tijdens de lange wandelin gen op de hei.aan de jongen die zo hard gewerkt had om deze zaak tot nieuwe bloei te brengen, aan zijn doch ter, die ook in deze dagen zijn rechter hand was geweest.aan Gijsbert ook, die zijn vereerde Tanja had vergeten voor een doodgewoon meisjesstudentje zonder grote naam en zonder kapitaal, en tegen de klippen op zat te blokken om gauw zijn doctoraal te doen en dan te gaan werkenen dan misschien te gaan trouwenen aan dit kleine meisje, dat hij zo vaak over het hoofd had gezien, en dat meer dan één van hen had gedaan om zoveel mensen ge lukkig te maken. „Ja", zei hij, „ik ben gelukkig, m'n kind. Met jullie allemaal!" EINDE Dat is de titel van een pas verschenen boek. Van de hand van dr. F. Boer winkel. Een boeiend boek. Vanwege het onderwerp, waarmee het zich bezig ioudt en vanwege de wijze, waarop dit gedaan wordt. Het heet een „werk boek", d.w.z. een boek dat niet volledig, niet af is. Waaraan men zelf - per- ioonlijk of in groepsverband - verder kan werken. De dingen zijn niet meer zoals vroeger. Er is veel, heel veel veranderd, ioveel, dat talrijke mensen in ons deel van de wereld het einde nabij zien. ie veranderingen, die de voedings- em zijn van onze sombere voorspel en, probeert Boerwinkel in kaart te ïgen. Het is hem daarbij opgevallen we in onze tijd het einde beleven zes verschillende tijdperken, tijd- :en die lang het leven en samenle- van mensen in dit deel van de we- hebben gestempeld. De Texelse Courant is in het huis n elke Texelaar een trouwe gast. [et nieuws over alles wat er aan lief n leed op Texel gebeurt, met infor- natte over wat voor elke bewoner van iet eiland van belang is. Af en toe leeft dat nieuws en die informatie ietrekking op het doen en laten van \e kerken, de katholieke-, de hervorm de-, de doopsgezinde- en de gerefor- teerde kerk. Op initiatief van die vier kerken al een poging gewaagd worden om teer geregeld via de krant naar buiten treden. Met nieuws, informatie, oorlichting, waarvoor in de eigen rganen van die kerken niet voldoen- e plaatsruimte is en dat toch belang- jk genoeg geacht wordt om dóór ge- even te worden. Aan léden van die erken, maar ook aan allen, die he ust onze tijd willen doorleven en en antwoord willen zoeken op de itdagingen en de vragen, waarmee ok kerken bezig zijn. Verantwoordelijkheid Deze rubriek wordt door de geza menlijke kerken gefinancierd en staat an ook onder eigen verantwoorde- ikbeid, dus niet onder verantwoor- eljkheid van de redactie van de exelse Courant. Gedacht en gestreefd 'ordt in de richting van een maan- iljkse verschijning. Een naam voor et nieuwe kind hebben we nog niet. Msschien is er onder de lezers een mdingrijke geest, die ons weet te hel en bij het bedenken van een geschik- naam, die de bedoeling vertolkt van eze rubriek. Deze rubriek, die een nster bedoelt te zijn, waardoor van- it Texel een blik kan worden gewor- en op het leven en bewegen van de trk(en) in de wereld van vandaag. Directie en redactie van de Texelse ourant danken we voor de openheid oor dit initiatief en voor de mede erking bij het begin van de realise- Bij de lezers hopen we op kri- tche aandacht en begeleiding. De samenstellers Zes tijdperken In de eerste plaats het einde van het agrarisch tijdperk. Tijdperk, waarin het leefpatroon bepaald werd door traditie en vaderlijk gezag, door vastheid van normen, een rustig tempo, door verhou dingen, die voor het platteland golden. In de tweede plaats het einde van het constantijns tijdperk. Tijdperk, waarin troon en altaar een vast verbond wa ren aangegaan, waain christen-zijn een vanzelfsprekendheid was, waarin spra ke was van „christelijke naties" en waarin het christendom een door de staat beschermde en begunstigde macht was. In de derde plaats het einde van het individualistische tijdperk. Ieder voor zich en God voor ons allen. Tijdperk, waarin de individuele vrijheid op economisch, maatschappelijk en geeste lijk gebied gold als de hoogste waar de. In de vierde plaats het einde van het koloniale tijdperk. Het tijdperk, waarin het blanke deel der wereld heerste over het niet-blanke deel, zowel politiek als economisch en cultureel. In de vijfde plaats het einde van het tijdperk van de mannenheerschappij. Tijdperk, waarin de rol van de vrouw beperkt werd tot huis en hof en zij geen aanspraak kon maken op gelijke rech ten. Hij was een mens als wij want hij is dood gegaan hij is een naam ze zeggen dat hij leeft er zijn er die dat zeggen, dat hij voor hen leeft dat hij hen vrij maakt om lief en leed te zijn dat hij hen gaande houdt dat hij de weg dat hij hun waarheid is hun eigen toekomst. Hij is een woord zolang er mensen zijn in deze wereldstad van harde feiten dichtbij en ver in alle woorden een mens van vrede die de dood verduurt. Als er een god is, god als jij bestaanbaar bent, dan ben jij hem, voor mij, dan is hij jou dan blijf ik in zijn buurt dat moet genoeg zijn. Huub Oosterhuis Uit: Bid om Vrede, Ambo, Bilthoven. In de zesde plaats het einde van de verstrooiing van de joden over de aarde, door de stichting van de staat Israël in 1948. Het min of meer in onze tijd samen vallen van de eindes van deze tijdper ken veroorzaakt bij velen een schokef- fekt, een crisissituatie, waarin oude ze kerheden verloren gaan en het einde der tijden nabij schijnt. Nieuwe mogelijkheden? Is deze crisissituatie een eindsituatie? Of levert deze crisissituatie de moge lijkheid tot een nieuw begin? Einde of nieuw begin? De schrijver gaat niet mee met allerlei onheilsprofeten. Hij wijst op verschillende mogelijkheden, die in de nieuwe situatie nog niet aan bod zijn geweest en voor de verwezenlijking waarvan met name de kerken zich ver antwoordelijk dienen te weten. Aan een aantal nieuwe initiatieven wordt door hem aandacht besteed, met name waar het geldt de ontmoeting van katholie ken en protestanten, het contact met Israël, de dialoog van christenen en marxisten en van christenen en belij ders van andere grote godsdiensten, de ontmoeting van bezinning en radicale aktie. Naast die nieuwe mogelijkheden en iniatiefjes houdt verder een gezond gevoel voor de betrekkelijkheid der din gen de schrijver op de been tegenover de onheilsprofeten van allerlei snit, die produkt zijn van onze burgerlijke we reld. „Nu de westerse burgers bemerken niet meer baas te zijn in de wereld, den ken we dat élles te gronde gaat". Maar dat betekent anderzijds weer niet dat hij heenbabbelt langs de ernst der situa tie. Van die ernst en van de uitdaging waarvoor de mens van deze tijd gesteld is, is hij diep doordrongen. Daarvan ge tuigt het hele boek. Het destijds van zijn hand verschenen boekje „Inclusief denken" heeft een wijde lezerskring gekregen. Dit nieuwe boek verdient ook een dergelijke kring. Eenmaal per jaar wordt één week bijzonder gewijd aan het werk van de vrede. Niet omdat we het dan verder 51 weken kunnen vergeten. Het wil ons bewust maken dat denken aan, maar vooral werken aan de vrede dichtbij huis en in de grote wereld levens noodzakelijk is. Dit jaar is het motto van de vredes week: „Nieuwe wapenfeiten". Een leus, waarin verschillende zaken tegelijk ver pakt zitten. Zoals een tekening waarin je afwisselend de ene of de andere voorstelling kunt zien. Het Interkerkelijk Vredesberaad ge bruikt dit soort leuzen gaag, niet omdat het één boodschap of één onderwerp heeft, die er bij het publiek in geheid moet worden. Het wil slechts ieder jaar opnieuw een beroep op de mensen doen om zelf iets te doen tegen oorlog, ar moede, schending van de mensenrech ten, enz. Dat ze iets kunnen doen is een kwestie van geloof. Wét ze kunnen doen ligt voor iedereen verschillend al naar gelang zijn of haar situatie of bekwaam heden. Tegelijkertijd ligt het voor iede- een hetzelfde, omdat het steeds vraagt om vindingrijkheid, inzet en een portie moed. Wapenfeiten Het motto van dit jaar is een waar schuwing. Er gaat bijna geen week voorbij of je kunt wel iets in de krant lezen over nieuwe ontwikkelingen op gebied van strategie en bewapening. In 1945 was het de atoombom; later de fragmentatiebom en de raketten die wel tien of meer kernkoppen naar hun doel kunnen brengen. Maar ook de kernproef in India, de opkomende Europese wa penindustrie en het openlijke streven van sommige Amerikaanse kringen naar een militair vermogen om alle Rus sische kernkoppen in één klap uit te schakelen, zijn even zovele levensge vaarlijke wapenfeiten van de laatste tijd. Maar zijn het wel NIEUWE wapen feiten? Nee, nieuw zijn ze niet, want ze betekenen niets nieuws. Ze zijn het zo veelste produkt van oeroude verschijn selen als de bewapeningswedloop en onafhankelijke staten die elkaar (moe ten) wantrouwen. De wetenschap, de bureaucratie, het leger, de industrie, ze maken praktisch alle tuig die ze kun- ken bedenken. De hele samenleving en ieder mens afzonderlijk zijn medever antwoordelijk voor dit soort ontwikke lingen, die steeds weer hebben geleid tot de wapenfeiten in de meest gebrui kelijke zin van het woord: de veldsla gen en de oorlogen uit onze geschiede nisboekjes. Nieuwe wapenfeiten Vandaar dat het motto „Nieuwe wa penfeiten" niet alleen een waarschu wing inhoudt, maar ook een oproep om werkelijk NIEUWE wapenfeiten te scheppen. „Laat duizend bloemen bloeien", zeg gen de Chinezen. Laat ieder van ons be denken of hij of zij iets nieuws kan doen dat de machteloosheid doorbreekt en een reële invloed hoe klein ook uitoefent ten goede. De eerste huisvrouw die hardop in de groentewinkel durfde zeggen: „Ik wil sinaasappelen maar geen Outspan, want dat zijn vruchten van de apartheid", is ongetwijfeld hoofdschuddend nageke ken. Toch bracht ze een stukje bewust wording op gang. En de eerste keer dat een moeder in een gezin aan tafel gaat zitten praten over Chili of het Midden-Oosten en zich bezorgd toont over de toestand daar, hebben de kinderen, en misschien ook In vele dorpen en steden van ons land, ook op Texel, hebben tijdens de afgelo pen winter interkerkelijke gespreks groepen bijeenkomsten gehouden over drie thema's: bevrijding tot geloof, tot gemeenschap en tot gerechtigheid. Uit de verwerking van de verslagen door een landelijke werkgroep is geble ken, dat er veel waardevols aan gedach ten, opmerkingen en voorstellen te voor schijn is gekomen. De mensen van de gespreksgroepen zelf hebben de ontmoeting in deze be trekkelijk kleine kringen in het alge meen zeer positief gewaardeerd. Ze heb ben de groepen dikwijls ervaren als plaatselijk kerk-zijn en zich door de gesprekken in velerlei opzicht verrijkt geacht. De aangereikte gespreksstof in het boekje „Bevrijding" werd echter door een aantal deelnemers te moeilijk ge vonden. Bovendien vond men de drie personen (Bonhoeffer, prior Schutz, moeder Theresa), die met hun leven en werk „model" stonden voor de drie the ma's, te uitzonderlijk en hun leven te ver af staan van de levenssituatie, waarin men zelf verkeerde. Enkele gedachten en uitspraken uit de gespreksgroepen De kerk moet zijn een hut om in te schuilen, een asyl voor alle ontrechten (Zetten). Wil je gerechtigheid of olie? (Doorn) Als de kerk met zichzelf bezig blijft, heeft kerk-zijn geen nut (Vlaardingen) Gerechtigheid is niet rood, maar bij bels. (Zeist). Kleine groepen kunnen als zuurdeeg werken. (Oosterhout). Conferentie De verslagen van honderden ge spreksgroepen zijn samengevat in een rapport, dat op een landelijke kerken- conferentie in Amersfoort op de zater dagen 21 en 28 september en 5 oktober zal worden besproken. Dan zullen op nieuw de drie hoofdonderwerpen: Be vrijding tot geloof, tot gemeenschap en tot gerechtigheid aan de orde komen. vader, wel gedacht: „Wat krijgen we nou!" Rosa Parks was een Amerikaanse vrouw, die als eerste in een bus in een Amerikaanse stad weigerde op te staan voor een blanke. Dat was een wapenfeit van de eerste orde. Die daad leidde tot boycot, die meer dan een jaar werd vol gehouden. Martin Luther King werd er een nationale leider door en de bewe ging voor gelijke burgerrechten was vanaf dat moment wereldnieuws. Hartverwarmend, maar we denken al gauw, dat in onze situatie zulke bij zondere daden niet worden gevraagd. En inderdaad, zo bijzonder misschien niet, maar toch Onder verantwoodelijkheid van de kerken is een Vredeskrant samenge steld, die brede informatie geeft over verschillende vredesaktiviteiten in de ruimste zin van het woord. Te bestellen bij I.K.V., Antwoordnummer 265, Voor burg. Plannen om ook op Texel een I.K.V. (Inter-Kerkelijk-Vredsberaad) op te richten zijn in voorbereiding.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1974 | | pagina 5