Teso voelt niet voor
Texelaarskaart"
Plan bouw 30 kleine woningen
in Den Burg i^oord-west
Goede produktie op eerste plaats
„Ten koste van overig autovervoer"
Veel belangstelling, maar planologische bezwaren
w
Geen behoefte aan wijziging
reglement strandvonderij
LAND
BOUW
Jaar later uitbreiding
R.Z.I. De Cocksdorp
Zuigelingenbureau
Succes voor
konijnenfokkers
Burgerlijke stand
De aktie van de werkgroep Verkeer
en Vervoer voor een zg. Texelaarskaart
(voorrangskaart voor de veerdienst voor
elke Texelse autobezitter los van het
aantal overtochten en zonder de beper
king van 20 auto's per boot) is onder
steund door 600 handtekeningen, waar
onder die van de meerderheid van de
gemeenteraad en een der leden van het
college van B. en W.
Aan de hand van de aktiepunten is
een gesprek gevoerd met TESO-direc-
teur Theo Hoogerheide, waarbij duide
lijk werd dat TESO niet van plan is de
limiet van 20 voorrangskaarten per
overtocht te verruimen. Dit zou ten kos
te gaan van het overige automobielver-
voer. Als de voorrangskaart voor Texe
laars losgekoppeld wordt van het aan
tal overtochten zal, evenals bij het ver
lengen van de geldigheid van de huidi
ge V-kaart, het aantal keren toenemen
dat de limiet van twintig overschreden
wordt. Dat vindt TESO ongewenst om
dat hierdoor het frequente economisch
autovervoer geschaad zou worden.
De werkgroep onderschrijft dit stand
punt niet aangezien het extra vervoers
aanbod van Texelaars voornamelijk
plaatsheeft op tijden dat er weinig of
geen economisch vervoer is. „Alleen het
toeristische automobielverkeer van de
huidige niet-Texelse V-kaarthouders zal
hier incidenteel hinder van ondervin
den. Texelse automobilisten onderling
zullen volgens ons zo solidair moeten
zijn dat ze iedere Texelaar zijn recht
op voorrang gunnen ook al kan dit in
een enkel geval leiden tot het overslaan
van een boot omdat de limiet reeds be
reikt is".
In de raad
De werkgroep is van plan het uit
gangspunt van de aktie in de gemeente
raad te brengen: een Texelaarskaart
voor iedere Texelse autobezitter, recht-
gevend op voorrang los van het aantal
overtochten per jaar.
In hoeverre een limiet van 20 V-
kaarthouders per overtocht te recht
vaardigen is, wil de werkgroep nader
bekijken aan de hand van de inmiddels
verschenen oriënteringsnota over de
veerverbinding. De werkgroep ontvangt
graag reakties en ideëen. Het adres is
Vaargeul 14 en de telefoonnummers
3989, 3877 en 3911 te Den Burg.
Directeur Hoogerheide verklaarde
desgevraagd dat men van TESO geen
maatregelen mag verlangen die de be
langen van de niet-Texelse automobilis
ten al te zwaar schaadt. „Als het even
kan zullen we de belangen van de
Texelaars nog veiliger stellen dan die
van de overkantse automobilisten, maar
we zijn een openbaar vervoersbedrijf en
zullen ook met anderen rekening moe
ten houden. We moeten zorgvuldig af
wegen; volgens mij doet de werkgroep
dat onvoldoende".
Blij
Hoogerheide zei overigens wel blij te
zijn met de aktie want volgens hem
blijkt eruit dat men zich in steeds bre
dere kring ongerust gaat maken over
de gevolgen van een veerdienst met on
voldoende capaciteit. „Met hulp van de
overheid kunnen wij ook aan de wensen
van de werkgroep en hun aanhang te
gemoet komen". Waarmee hij doelt op
de door TESO en door het bureau Haje-
ma noodzakelijk geachte vergroting van
de vervoerscapaciteit in de vorm van
de aanschaf van een dubbeldekker.
Het afwijzende standpunt van Gede
puteerde Staten heeft hem niet bijzon
der ongerust gemaakt want dit is ge
vormd voordat de oriënteringsnota uit
kwam. Het is best mogelijk dat de in
houd van deze nota GS tot andere ge
dachten brengt. Bovendien is het stand
punt van GS niet duidelijk want in het
intwerp streekplan wordt op de ene
plaats gesteld dat het vraagstuk van de
capaciteitsvergroting van de veedienst
fexel-Den Helder moet worden onder
zocht, terwijl op een andere plaats zon
der meer wordt geschreven dat men te
gen uitbreiding van de capaciteit is. „Er
is blijkbaar nog geen volledige integra
tie van standpunten".
Het verlangen van de werkgroep Ver
keer en Vervoer in de gemeenteraad te
brengen lijkt Hoogerheide niet erg zin
vol. De gemeente heeft over de voor
rangsregeling niets te vertellen. „TESO
is in deze volkomen autonoom, al willen
we natuurlijk graag luisteren naar men
sen die menen dat ze goede ideeën heb
ben".
De rioolwaterzuivering van 't Horntje
zal, zoals bekend, met voorrang worden
uitgevoerd door het Hoogheemraad
schap Uitwaterende Sluizen. B. en W.
hebben de raad laten weten dat dit wel
een verschuiving betekent van de plan
ning. 't Horntje zal in 1977 worden uit
gevoerd inplaats van in 1978 maar de
uitbreiding van de rioolzuiveringsinstal
latie van De Cocksdorp wordt verscho
ven van 1977 naar 1978.
Closetpotten
Raadslid Cor Ellen had voorgesteld
in de Nutskleuterschool toiletpotten aan
te brengen die veel minder spoelwater ge
bruiken. Een dergelijke toiletcombinatie
(duoblok) wordt door Sphinx in de han
del gebracht. B. en W. hebben echter
vernomen dat een dergelijk toilet niet
leverbaar is in een voor kinderen ge
schikte uitvoering.
Strandopgang
De strandopgang van De Koog die bij
de afgelopen storm is weggespoeld zal
voor Pasen worden hersteld, aldus is de
bedoeling van rijkswaterstaat. B. en W."
„Op dit moment kan men wanneer men
op het strand moet zijn, gebruik maken
van het slag bij paal 17".
Isolatie
De Stichting Bejaardenzorg overweegt
al haar woningen van thermische isola
tie te voorzien. Men is doende met het
opstellen van een begroting om een in
druk te krijgen van de financiële kon-
sekwenties.
De zuigelingen, die aan de beurt zijn
worden op het bureau verwacht op de
tijden, waarop hun eigen huisarts zitting
heeft. De tijden zijn als volgt
Dokter Siebenga, dinsdag 9 maart om
14.00 uur.
Dokter Coutinho, woensdag 10 maart
om 13.30 uur.
Dokter Barnard, woensdag 10 maart, om
15 00 uur.
Door de strandvonderij ingezamelde
goederen worden sinds 1948 niet meer
openbaar maar onderhands verkocht.
Belangrijkste motief is het waarborgen
van een redelijke opbrengst, waaruit na
aftrek van lonen en kosten de rechtheb
bende zo goed mogelijk schadeloos kan
worden gesteld. Na aftrek van lonen en
kosten moet de strandvonder, als zich
geen rechthebbende heeft aangemeld,
het restant van de opbrengst bewaren,
waartoe het rijk een speciaal fonds heeft
aangewezen. Als de rechthebbende zich
na tien jaar niet heeft gemeld, vervalt
de restant-opbrengst aan de staat.
Aldus delen B. en W. mee naar aan
leiding van vragen van de heer Cor El
len, in de vorige raadsvergadering. El
len pleitte voor openbare verkoping van
aangespoeld goed.
Belangrijke taken van de strandvon
der (de burgemeester) zijn het uitoefe
nen van een voortdurend toezicht en
zorg voor de naleving van de bepalingen
uit het wetboek van koophandel, zono
dig het behulp van de sterke arm. Bij
zijn taak laat hij zich assisteren door
hulp-strandvonders die als zodanig
worden benoemd en beëdigd door de
commissaris vkn de koningin.
Verdeling
Bepaald is dat de strandvonder bij
verkoop 10°/o van de opbrengst krijgt bij
een opbrengst tot ƒ500,bij een op
brengst tussen ƒ500,en ƒ1.000,krijgt
hij 8%; tussen ƒ1.000,en ƒ2.000,
6%; tussen ƒ2.000,en ƒ3.000,4%>;
tussen ƒ3.000,en ƒ4 000,3% en bo
ven de ƒ4.000,2°/o. Bij verkoop door
een ander (bijv. de notaris) zijn deze
percentages iets lager.
Op Texel is gebruikelijk dat de aan
brenger 10% van de opbrengst krijgt
met een maximum van ƒ200,De hulp
strandvonder krijgt 10% van de op
brengst plus het uurloon en kostver-
goeding. De kosten van transport zijn
voor rekening van de koper. Als door de
strandvonder (de burgemeester) een re
delijke verkoopprijs is vastgesteld krijgt
de hulpstrandvonder de eerste keus. De
aministrateur krijgt 2% van de op
brengst.
De burgemeester schrijft aan de ge
meenteraad dat deze regeling in de
praktijk goed voldoet en is aanvaard
door Gedeputeerde Staten, zodat er geen
aanleiding is wijziging aan te brengen.
Afgelopen week hebben enige Texelse
konijnenfokkers deelgenomen aan de
provinciale kampioenschaps-show
Noordholland in Hilversum. Het resul
taat was verrassend. Een jonge witte
Franse hangoor, ram, werd kampioen in
zijn ras, tevens kampioen grote rassen
en tenslotte fraaiste dier op één na van
de gehele show; eig. P v d. Molen en ge
fokt door mevrouw Rentenaar. Een nest-
genoot van deze ram behaalde 18 pun
ten, 2x F en lx G. Een jonge konijngrij-
ze ram, eveneens uit de stal van me
vrouw Rentenaar, behaalde 19 punten.
Een oude konijngrijze ram van de heer
Van der Molen kreeg 22 punten.
Vooraanzicht van een blokje kleine woningenzoals Bureau Eelrnan deze in Den Burg wil laten bouwen, bestemd voor verkoop aan kleine
gezinnen, onvolledige gezinnen en alleenstaanden.
De woningnood op Texel is nog aan
zienlijk. Er bestaat vooral behoefte aan
kleinere, betaalbare woningen voor
echtparen zonder kinderen, alleenstaan
den, jongeren en gebroken gezinnen.
Verschillende instanties op het gebied
van de huisvesting houden zich hiermee
bezig en hebben plannen in voorberei
ding: Woningbouwvereniging, Stichting
Bejaardenzorg en Sint Jan. De enige
particuliere instelling heeft zelfs al een
plan bij de gemeente ingediend. Het
bureau Eclman in Den Burg wil in het
bestemmingsplan Noord-west of op een
andere plaats in Den Burg 30 van der
gelijke kleine woningen bouwen in com
binatie met een tiental gewone eenge
zinshuizen. Dit plan stuit echter op pla
nologische bezwaren en het is niet waar
schijnlijk dat deze snel uit de weg kun
nen worden geruimd.
Aan belangstelling voor deze wonin
gen mankeert het niet, zo kwam uit een
door Bureau Eelman gehouden onder
zoek naar voren. Mede naar aanleiding
van een advertentie waarin dit bouw
plan werd aangekondigd meldden zich
tientallen serieus geïnteresseerden: to
taal 70. Er waren o.a. 11 oudere echt
paren bij (die zich nog niet oud genoeg
voelen voor een „echte" bejaardenwo
ning), 2 oudere mannen, 2 oudere dames,
23 pas gehuwde of binnenkort te huwen
jonge paren, 4 ongehuwde of gescheiden
moeders met kind(eren), 8 ongehuwde
jonge vrouwen, 14 ongehuwde jonge
mannen.
Het bouwplan is ontworpen door de
firma Drijver én zal ook door deze aan
nemer worden uitgevoerd De huizen
worden opgetrokken in blokjes van
vier of zes en beslaan een oppervlakte
van 5x8 meter De benedenverdieping
omvat een zitkamer-keuken alsmede
entree en wc. Boven zijn twee slaapka
mers van 5x3 meter met daartussen
een douche-ruimte. Verder is er een
berging die aan het huis wordt gebouwd.
De huizen zijn voorzien van gas cv, dub
bele beglazing en spouwisolatie.
Als de huizen nu zouden kunnen wor
den gebouwd zouden ze ƒ65.600,(mid
denwoning) of 70 700,(eindwoning)
kosten alles inbegrepen behalve de
grond De huizen zullen voor de maxi
male premie in aanmerking komen:
ƒ28.600,waarvan in het eerste jaar
ƒ5.200,wordt uitbetaald.
Dat deze koopwoningen zullen wor
den gecombineerd met 10 gewone een
gezinshuizen is vooral bedoeld om „get
tovorming" te voorkomen.
Werkgroep
De gemeente staat positief tegenover
het plan, maar wil pas een beslissing
nemen als het overleg met andere plan
nenmakers is voltooid. Een gemeente
lijke werkgroep houdt zich thans met
het vraagstuk van de kleinere wonin
gen bezig, maar de zaken liggen niet zo
eenvoudig en op korte termijn is dan
ook geen uitspraak van B. en W. te ver
wachten, zo vernamen we op de afdeling
ruimtelijke ordening en planning van de
gemeente Wijziging van het bestem
mingsplan Den Burg noord-west waar
door de bouw van dergelijke woningen
wordt mogelijk gemaakt, zou kunnen
gebeuren door toepassing van artikel 11
van de wet op de ruimtelijke ordening.
van 25 februari tot en met 2 maart 1976
Ondertrouwd: Cornelis J. Witte en
Mieke Eelman; Theodorus M. J. Bakker
en Marijo Kok; Alois Stuhlmiller en
Elsbeth A. Schewe; Johannes A. Spigt
en Elisabeth de Heus.
Overleden: Johannes Maas, oud 70
jaar, wonende te Den Burg.
Een paar maanden lang heb ik wat
rond gekeken in de „keuken" van de
Rundvecfokvereniging Texel. Natuurlijk
is het niet zo, dat je als oud-landbouw-
voorlichter niets afweet van dit werk.
Met de gegevens die de fokvereniging
oplevert had je bij wijze van spreken
dagelijks te maken. Zo weet je heel goed
dat er grote verschillen zijn in produk
tie van de dieren op de diverse bedrij
ven. Wel heb ik de indruk, dat er nog
altijd veel veehouders en „randagra-
riërs" zijn, die menen dat die verschil
len er vooral zijn tussen de individuele
dieren, of met andere woorden, dat het
vooral verschillen zijn van hoe tot koe.
Uiteraard zijn die verschillen er ook,
maar bij het bestuderen" van de pro-
dukties blijkt toch wel, dat het veel
meer verschillen zijn van bedrijf tot be
drijf Op het ene bedrijf tref je hoofd
zakelijk dieren aan met produkties, die
ver boven het gemiddelde liggen, ter
wijl op een ander bedrijf vrijwel geen
„topper" aanwezig is.
Welke oorzaken?
Het zou een miskenning van het
„werk" van de goede Texelse KI-stie-
ren zijn als ik beweerde, dat het ver
schil in produkties tussen de bedrijven
niets te maken heeft met de goede pro-
duktievererving van de Kl-stieren. De
invloed daarvan is onmiskenbaar.
Maar je kunt niet zeggen, dat de be
drijven die in onze Texelse fokvereni
ging aan de top staan uitsluitend goede
stieren gebruiken en de bedrijven van
het ondereind uitsluitend minder goed
fokkende stieren.
De deskundigen zijn nog altijd van
mening, dat de produktie van de dieren
voor een belangrijk groter deel terug te
brengen is tot de manier, waarop de die
ren worden gehouden dan tot het feit
uit welk „nest" ze komen. Men hoort
wel verhoudingen noemen van 20 - 30%
voor de „afstamming" en 70 - 80% voor
het „oog van de meester".
Een misverstand
Er wordt nog wel eens gedacht, dat
het „oog van de meester" vooral be
trekking heeft op de hoeveelheid
krachtvoer, die de dieren krijgen. De
hogere produktie zou alleen bereikt
worden door geweldige hoeveelheden
krachtvoer.
In ieder geval wordt een hoge pro
duktie direkt in verband gebracht met
de krachtvoergift. Het is me bij het
rondleiden van excursies in het verle
den telkens opgevallen, dat bij een be
zoek aan bedrijven met hoge produkties
van het melkvee één van de eerste vra
gen was: „Hoeveel krachtvoer geeft u
de dieren wel?" Als uit het antwoord
van de veehouder bleek, dat deze hoe
veelheid niet buitensporig was, dan was
het resultaat heel dikwijls een wat „on
gelovige blik".
Op ons eiland raken steeds meer vee
houders er van overtuigd, dat de kwali
teit van het ruwvoer een nog belang
rijker voorwaarde is voor een goede
produktie dan de hoeveelheid kracht
voer. Het is van enorm groot belang om
in 1 kg hooi of voordroogkuilgras zo
veel mogelijk voedingswaarde te stop
pen. Hoe men dat kan bereiken is en
wordt door de landbouwvoorlichters ie
der jaar in de tijd van de voederwin
ning opnieuw in woord en geschrift ver
teld.
Een tweede misverstand
Men denkt wel eens, dat er een recht
streeks verband is tussen de hoeveel-
heid voedingswaarde, die er nodig is
voor dieren met een produktie van bijv.
4 000 kg melk per jaar en dieren met
produkties van 6.000 kg per jaar. Of om
het anders te zeggen, dat een dier, dat
per jaar 6.000 kg melk geeft dan ook
1^ maal zoveel voedingswaarde nodig
heeft dan een collega-dier, dat het niet
verder brengt dan 4.000 kg melk per
jaar.
Men vergeet dan dat een koe geen au
tomaat is, waarbij datgene wat uit de
automaat komt rechtstreeks verband
houdt met wat je er in stopt. Voor 2
kwartjes krijg je het dubbele van wat je
met één kwartje krijgt. Nogmaals, een
koe is geen automaat.
Wat ook vergeten wordt
Naast de voerkosten zijn er op een
melkveebedrijf een hele reeks van kos
ten, die totaal niets te maken hebben
met de produktie van de dieren. De
kosten voor het huisvesten van een koe
met 4.000 kg melk zijn even hoog als
voor het dier met 6.000 kg melk. Bij de
hoge bouwkosten van dit moment bete
kent dit wel een verschil van 3 cent per
kg melk, d.w.z., dat de gebouwenkos-
ten voor de koe met 4.000 kg melk 3 cent
per kg melk hoger zijn dan voor haar
zus met 6.000 kg.
Wat voor de gebouwenkosten geldt,
is ook van toepassing voor diverse an
dere kostenposten. Ik noem kosten die
renarts, KI vereniging, fokvereniging,
heffingen, enz. Voor een zeer groot ge
deelte geldt het ook voor de arbeids
kosten. De arbeid voor een koe met
6.000 kg melk is praktisch niet meer
dan voor een koe met 4.000 kg.
De voerkosten
In het februarinummer van UTD
Journaal wordt in een artikel met de
kop „Melkproduktie en rendement per
melkkoe" nader op de hierboven ge
noemde zaken ingegaan.
Duidelijk wordt daarin aangetoond,
dat de vaste kosten per kg melk voor
dieren met een goede produktie aanmer
kelijk lager zijn dan voor dieren met
een matige of slechte produktie. Zo
komt men tot de volgende verschillen in
vaste kosten per kg melk voor dieren
met produkties van resp. 4.000 kg,
5.000 kg en 6.000 kg melk van achter
eenvolgens 27,5 cent, 22,0 cent en 18,3
cent. In het gunstigste geval liggen de
vaste kosten per kg melk dus ruim 9
cent lager dan in het ongunstige geval.
Het verschil is er echter niet alleen in
de vaste kosten, maar ook de voerkos
ten. Het is nl. zo, dat ook een gedeelte
van de voerkosten in feite „vaste kos
ten" zijn. De levensverrichtingen als
ademhaling, voeropname, spijsvertering,
enz. zijn er voor de koe met lage pro
duktie evengoed als voor het dier met
de hoge produktie. Het „onderhoud" van
de koe vraagt in het eerste geval even
veel energie als in het tweede geval.
De verschillen komen pas bij het voer,
dat nodig is voor het produceren van
melk. In het zeer gedegen artikel in
UTD Journaal komt men op grond van
berekeningen tot de conclusie, dat de
voerkosten per kg melk voor dieren
met produkties van 4.000, 5.000 en 6.000
kg melk resp. 30,0, 27,5 en 26,0 cent zijn.
Dus ook hier weer een verschil van 4
cent ten gunste van de dieren met hoge
produktie.
De slotconclusie
Het bedoelde artikel in UTD Journaal
ging uit van bedrijven met 60 melk
koeien. Het de uitgangspunten, die in dit
artikel worden gebruikt wordt becij
ferd, dat het arbeidsinkomen per koe
voor dieren met resp. 4.000 kg, 5.000 kg
en 6.00 kg melk ƒ340,ƒ665,en
ƒ978,— is.
Het eindresultaat is dan, dat de vee
houder met dieren met een gemiddelde
produktie van 4.000 kg melk niet aan
het inkomen van de werknemer in het
landbouwbedrijf toekomt. De veehouder
met dieren, die gemiddeld 5.000 kg melk
per jaar produceren komt daar ruim
boven, terwijl de man met dieren met
een produktie van 6 000 kg zich even
tueel de weelde kan veroorloven om er
een mannetje naast te nemen
Nu moet u niet zeggen, dat het „on
werkelijk" is om uit te gaan van ver
schillen in produktie van 2.000 kg melk
per koe per jaar. De voorbeelden daar
van zijn in de gegevens van onze eigen
fokvereniging te vinden.
C. v. Gr.