KUST" „TERUG NAAR DE haalde hitparade THEUN DE WINTER Het is natuurlijk wel een kick hoor ie komt in een bepaald kringetje 7 V Het toeval speelt een grote rol Mijn vrijheid is me veel waard Poëzie boeit me erg Mijn gedichten zijn anders Dat vind ik juist het lekkere Tweede blad Texelse Courant, vrijdag 30 april 1976 Theun de Winter schrijft. Hij was redakteur van het studentenblad „Propria Cures" (PC). Hij publiceerde „De Gedichten" (1972), Human Interest 25+1 (1975), „De billen van Jan Cremer" (1975) en stelde een bundel samen met gedichten over Piet Keizer (1973/74). Hij is medewerker van de Haagse Post (HP) en Hollands Diep (HD). Eind november vorig jaar kostte het hem een volle week de tekst bij een melodie van Maggie McNeal te schrijven voor de elpee „Zing je moers taal". Al spoedig werd het er als single uitgelicht. Het werd Troetelschijf op Hilversum 3 en staat nu hoog op de landelijke hitparade. De titel? „Terug naar de Kust". We spraken met Theun, op het eiland waar zijn jeugd voorbijging. Hotel „De Lindeboom-Texel". Buiten is het druilerig weer. Het is dan wel voorjaar maar je merkt er vandaag niet zo veel van. Theun neemt een „jonkie". We proosten en drinken een slokje. „Op de kennismaking Je begint nu toch wel met dit liedje lan delijke bekendheid te krijgen, of vergis Ik me? TdeW: Bekende Nederlander? Nou nee, zo voel ik me niet hoor. Hoogstens een bekende Texelaar misschien. Er is alleen nu het merkwaardige verschijnsel dat men m'n naam begint te kennen Ik maak één keer een songtekst die een beetje een hit wordt (op de TeeVee komt) en het begint. Het thema van het liedje is wel heel oprecht maar ik heb me toch aangepast aan de muziek. Het is er aan ondergeschikt gemaakt. Ik heb daarom ook voor rijm gekozen. Op een gegeven moment komt er rijmdwang in de tekst. Je moet het rond krijgen na tuurlijk. Mijn gedichten zijn anders. Ik heb hier bewust aan een songtekst geschre ven zoals ik dacht dat 'ie klinken moest in het Nederlands. Veel binnenrijm, hel der vooral. Het moest niet te ingewik keld worden. Ik geloof ook wel dat het als songtekst geslaagd is maar mijn ge dichten gaan qua vorm toch een andere kant op. Van alles wat ik tot dusver in de pu bliciteit gedaan heb krijg ik toch hier de meeste reacties op. Die tekst van mij is toch maar een onderdeel van het ge heel. Maggie McNeal zingt het erg goed. Ik vind wel dat bij een liedje de tekst pas op de tweede plaats komt Het gaat er in eerste instantie om hoe het alle maal klinkt. Een goeie tekst hoor je aan vankelijk niet bewust. Ik heb het eind november geschreven op een melodie van Maggie (Sjoukje heet ze officieel). Het kostte me ongeveer een week om het uit te werken. Toen heb ik het inge stuurd en veel later hoorde ik het op nieuw. Je merkt dan eigenlijk pas hoe veel de muziek aan zoiets toevoegt. De instrumenten, de zang; het wordt qua sfeer iets totaal anders. De woorden klonken mij natuurlijk bekend in de oren, maar daar hield het ook mee op Een heel vervreemdend effect is dat dan. Natuurlijk wel een kick hoor. Wat dat betreft zou ik nog wel meer liedjes teksten willen maken. Ik ben trouwens alweer benaderd door iemand uit de pla- tenwereld of ik in principe een tekst voor de volgende single van Rob de Nijs wil schrijven. Is die titel autobiografisch TdeW- Het is een favoriet thema van mij. Mijn jeugd was hier op het eiland. Die sfeer van de kust. De mist die over het land hangt. Ik hovi daar van, grijze lucht, een beetje bewolkt over het alge meen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik me bij mooi weer ellendig voel. Al hoewel ik moeilijk tegen hitte kan Het liefst heb ik zo'n beetje mist of nevel. Grijs weer dus, met motregen. Een me lancholieke sfeer, met glimmend asfalt, dat vind ik erg mooi. Ik kon dat thema dus kwijt op die muziek. Ook het met je jeugd bezig zijn. Iedereen is daar bewust of onbewust wel mee bezig. Je hebt allemaal toch wel dat verlangen naar vroeger. Nostalgie, dat heb ik erg. Ik zie mezelf ook niet tot op hoge leeftijd in Amsterdam wonen. Op een gegeven moment, denk ik, ga je terug naar de streek waarmee je in herinne ringen verbonden bent. Of je gaat naar een gebied dat daar veel van weg heeft. Ik heb nu voor mijn bestaan eigenlijk een middenweg gekozen. Voor mijn werk ben ik meestal in de stad Af en toe heb ik er toch behoefte a^n om op Texel te zijn, zoals nu Hoe lang heb /e eigenlijk officieel op Texel gewoond? TdeW: Ik ben in Badhoevedorp gebo ren, in 1944. Toen ik een paar maanden was zijn mijn ouders naar Texel gegaan. Mijn vader had er in zijn jeugd ook ge woond. Zijn moeder was een Texelse. Hij gaf les in Amsterdam aan een lagere school en kon hier aan de ULO komen. Mijn vroegste herinneringen beginnen hier dus allemaal. We zijn erna van Texel naar Bussum gegaan in 1948. Ik heb dus op een paar maanden na de eer ste vier jaar van m'n leven op Texel ge woond. Na Texel kreeg m'n vader een aanstelling in Bussum. Daar zijn we ook vier jaar geweest voordat we naar Den Helder verhuisden. In Den Helder heb ik de lagere school afgemaakt en op het Lyceum gezeten. Juni 1962 verhuisden we weer naar Texel. Mijn vader werd hier toen hoofd van de ULO-school. Je bent na de middelbare school in Am sterdam terechtgekomen TdeW: Ik ben begonnen politieke en sociale wetenschappen te studeren maar dat had ik al snel bekeken. Daar heb ik zelfs geen enkel tentamen in gedaan. Het jaar daarop ben ik Nederlands gaan doen en dat heb ik zo'n anderhalf jaar wel serieus gedaan. Eigenlijk knapte ik daar toen ook op af. Ik zag mezelf niet zo als leraar en ik vond het vervelend. Je gaat zoiets studeren omdat je graag leest en geïnteresseerd bent in litera tuur. De eerste jaren komt dat allemaal niet aan de orde. Het was toen een ver velende saaie, maar ook veeleisende op leiding. In diezelfde periode kwam ik ook bij Propria Cures en dat was toen een mooi excuus PC kostte ook veel tijd. Je had name lijk twee redactievergaderingen per week. We moesten er tussendoor ook echt wel wat voor doen. De opmaak de den we zelf en de correctie van het blad ook Dat kostte zo'n dag of drie in de week. Je was er dus een halve week wel mee bezig. Hoe ben je eigenlijk bij Propria Cures verzeild geraakt? TdeW: PC is toch wel de aanleiding tot alles geweest. Het was hét studen tenblad van Amsterdam in die jaren. Ik kwam erbij als cartoonist. Tekenen heb ik altijd al gedaan, als kind al en op de middelbare school. Op een gegeven mo ment ben ik cartoons in gaan sturen naar PC en die plaatsten ze, gedichten ook. Dat was in 1966 geloof ik. Zo'n beetje in de periode van het huwelijk van Beatrix en Claus. Dat was trou wens een dankbaar onderwerp Ik was de eerste redacteur die als cartoonist bij PC kwam. Het was een onbezoldigde baan. Er was al weinig geld en cliché's, m mijn cantoons op af te drukken, moes ten we voor zo'n 30 gulden per stuk la ten maken. Op een gegeven moment was het geld voor de cliché's op en ben ik stukjes gaan schrijven en ook gedichten natuurlijk. In de redactie zaten toen nogal wat jongens die later bij de radio zijn gekomen: Wim Noordhoek, Jan Donker, Rogier Proper bijvoorbeeld. Die maken nu bij de VPRO de radio onvei lig- Daarna kwam /e bij de Haagse Post TdeW: Nou, eigenlijk in dezelfde tijd al. Ze hadden bij de Haagse Post iets van me gelezen en vroegen toen of ik ook voor hen wilde schrijven PC werd veel gelezen, je had in die tijd nog dat collectieve ASVA-abonnement. Als je dan iets doet wat opvalt, dan vragen ze je. Zo kwam ik bij HP. Daar heb ik langzamerhand steeds meer voor gedaan en na een paar jaar ging ik uit de re dactie van PC. Ik ben toen helemaal de kant van het schrijven opgegaan. Weet je, -op een gegeven moment kom je in Amsterdam in een bepaald kringetje te recht Dat duurt een aantal jaren maar dan besef je ineens dat je erbij hoort. Eigenlijk is dat kringetje erg klein. Wanneer je daar eenmaal bekend bent TERUG NAAR DE KUST Ik weet niet wat het is, maar er is iets mis. Hoe zou dat komen? 't Liefst loop ik alleen - niemand om mij heen - in mezelf te dromen. Ik wil terug naar de kust. Heel ongerust zoek ik de weg naar de kust, bijna niet bewust van de dreiging dat daar mijn jeugd voorbijging Ik voel me hier niet goed, waar ik wonen moet, tussen al die mensen. Laat mij nu maar gaan achter meeuwen aan en mijn vage wensen. O, hoe kom ik hier vandaan? Was ik maar niet weggegaan, 'k Hoor de branding in mijn hoofd. Had ik eerder maar geloofd, wat die stem toen heeft voorspeld, dat geluk verdwijnt voor geld. Mist en regen, westenwind, zeg mij of ik 't ooit weer vind. Theun de Winter volgt alles vanzelf. Als je erbij stilstaat denk je: Tja, het had best niet zo kun nen zijn. Het toeval speelt een grote rol, en de aard van het werk dat je doet. Door in terviews leer je bepaalde mensen ken- nen. Die kom je dan later weer ergens tegen, op een feestje of op een persvoor stelling Je ziet altijd weer dezelfde mensen. Je bent nu medewerker van de Haagse Post en Hollands Diep. Is free-lance niet een enorm onzeker bestaan? TdeW: Het betekent wel dat je tekst in móét leveren. Anders heb je geen sa laris. Toch zou ik niet anders kunnen Het is juist de verplichting om te schrij ven (als ik er misschien niet zo'n zin in heb) die mij aan de gang houdt. Ik zou anders toch maar in het café zitten. Juist die vrijheid is me veel waard. Dat moet ik bekopen met onzekerheid. Ik zal van mijn vrijheid niet gauw af stand doen. Het betekent natuurlijk wel dat je financieel soms grote offers moet brengen. Ik geloof niet dat ik ooit iemand met een hoog inkomen zal worden. Mijn ei sen liggen ook niet zo hoog. Ik leef op dusdanige voet dat de lasten minimaal zijn, maar ik ben er tevreden mee Het is echt wel leuk (maar dat kun je na- tuurlijk nooit overzien) als je een keer met iets succes hebt en het levert aardig geld op. Dat geld zie ik dan in termen van voorlopig kan me niks gebeuren en als ik nu een tijdje niks doe, kan ik toch leven. Het benauwt me soms toch wel eens hoor. Ik heb natuurlijk, als ik een tijdje zonder geld zóu komen te zit ten, geen recht op WW. Een voordeel wat ik nu wel heb is dat m'n naam een bepaalde bekendheid heeft gekregen. Sommige opdrachten of ideëen komen dan gewoon op je af zon der dat je er eigenlijk iets voor doet. Het eerste boekje dat van je uitkwam was ..De Gedichten" TdeW Die gedichten zijn ontstaan toen ik bij PC zat en niet meer kon te kenen. Ik vond trouwens m'n tekeningen niet meer zo goed. Je bent zelf je streng ste criticus en het schrijven van artike len ging bij mij ook nogal moeizaam. Ik heb toen de dichtvorm gekozen om toch een bijdrage aan het blad te leveren Het werd allemaal een beetje uit de losse pols opgeschreven. Ze werden geplaatst en het gevolg ervan was dat ik door een uitgeverij werd gevraagd of het in boek vorm uitgegeven mocht worden Er zijn nu 1400 exemplaren van verkocht en dat is veel voor een gedichtenbundel De oplage ligt hier meestal tussen de 500 en 1.000 en dan worden er soms maar een paar honderd van verkocht. Mijn bun del was dus een redelijk succes, dat kun je wel zeggen ja Met ie boek Human Interest ben je voor de TeeVee geweest TdeW: Ja, dat klopt. Het boek trok nogal wat publiciteit. Het is een samen vatting van een serie artikelen van mij die in HP verscheen, in de loop van 1972 tot 1974. Interviews met bekende Ne derlanders die ieder praten over een be paald ding (buiten hun beroep) wat hen erg bezighoudt. Iedereen heeft zulke herkenbare dingen, daar ben ik van overtuigd. Het kan vaak heel terloops zijn en de meeste mensen zijn zich er nauwelijks van bewust. Die dingen zijn ook vaak een heel eigen leven gaan lei den binnen iemands gedrag In het boek is het nogal aan voorwerpjes gebonden Harry Mulish praat bijvoorbeeld over sokken. Willy Alberti over telefoneren en dr. Anne Vondeling over fietsen. Ik heb zelf ook zoiets. Mijn haar moet ik per sé iedere dag wassen, anders voel ik me niet lekker. Het houdt mij gewoon erg bezig. Ik zou het vreselijk vinden op een ze ker moment kaal te worden en dan met een tapijttegel op m'n hoofd te moeten lopen Het zou natuurlijk nog interessanter zijn als je het nog meer op de neuroses en tics ging gooien, als je in gesprek bent met mensen. Die serie van Human Interest heb ik eigenlijk met het boek „De Billen van Jan Cremer" willen afsluiten. Dat is een van de verhalen uit Hl. Cremer en ik hebben het nog wat uitgebreid en het is in boekvorm uitgegeven. Een idee van Simon Carmiggelt. Hij heeft ook het voorwoord geschreven. Wat de serie op zich betreft, het boeide me nog wel erg maar omdat ik er steeds meer ervaring in kreeg werden de gesprekken steeds langer Het betekende dat ik op het laatst bijna tien dagen zat te schrijven aan een artikel. De bedoeling is dat het geheel vlot wegleest maar juist dat ef fect te bereiken is nogal arbeidsinten sief. Wat zie ye als /e beroep op dit mo ment? TdeW: Ik voel me geen journalist in de eerste plaats. Ik heb niet de drang om het helemaal te gaan beheersen. Een goed interview kan ik wel maken maar dat is natuurlijk een facet van het vak. Juist dat interviewen vind ik wat du bieus Ik heb het altijd een wat paraci- taire vorm van journalistiek gevonden, vooral vanwege de manier waarop het vaak gedaan wordt. De kunst ervan vind ik het om voor mensen een zodanige sfeer te scheppen dat ze vrijuit praten over dingen. Ik kan me heel moeilijk concentreren, dat is toch wel het grootste probleem. Ik stel ook altijd uit en kan heel moei lijk beginnen. Ik zit er om heen te dren telen en zo. Ik geloof dat ik eigenlijk on geschikt ben voor journalistiek omdat ik niet zo snel kan produceren onder grote druk. Het kwam vroeger wel voor dat ik de laatste nacht nog stukken schreef Het kwam altijd wel af, maar nu werkt dat niet meer. Ik wil mezelf ook niet als schrijver beschouwen. Daar voor heb ik te weinig gedaan. In een boek iets helemaal uitdiepen is erg moei lijk. Het is eigenlijk niet zozeer een kwestie van schrijven. Het feit te gaan zitten en door te zetten. Reken maar dat er een ontzettende innerlijke strijd aan vooraf gaat voor je zover bent Ik heb erge bewondering voor men sen die een boek schrijven Of het nou goed of slecht is, alleen het feit op zich al dat ze toch de lange adem en het doorzettingsvermogen gehad hebben om het af te maken Als het dan ook nog redelijk leesbaar is vind ik dat je ze als kriticus er eigenlijk niet hard op mag aanvallen Wat op het ogenblik in Ne derland verschijnt vind ik kwalitatief niet zo veel. Het zegt me weinig maar ik ben altijd geneigd om wat mild te zijn in mijn kritiek Ik denk altijd van: doe het zelf meer eens, hè? Je wordt je dat toch wel steeds meer bewust als je zelf ook eens wat schrijft Je steekt toch ook je nek uit met een boek hoor. Poëzie is een vorm die mij erg boeit en in die richting heb ik toch wel voor nemens. Misschien ook een serie op écn thema bijvoorbeeld. In een bepaalde ge bonden vorm. Nu we het er toch over hebben, zou je een persoonlijke definitie kunnen geven van het begrip kunst? TdeW: Met dat liedje „Terug naar de Kust" heb ik geen gedicht maar een songtekst willen schrijven Dat is een verschil. Het zijn allemaal categorieën natuurlijk. Ditzelfde idee had ik als ge dicht in een andere vorm gegoten. Mis schien zouden er bepaalde zinnen wel in terugkeren Ik kan van m'n gedichten eigenlijk ook moeilijk zeggen dat ik dat zelf als kunst zie. Vaak bepalen andere mensen of iets kunst is, en dat is dan nog weer dubieus en aanvechtbaar. Ik geloof dat het meer gaat om de integri teit waaruit je iets maakt en de hoeveel heid persoonlijkheid, eerlijkheid en ge voel die je kwijt kunt in wat je doet. Het hindert niet of dat nou beeldende kunst, literatuur, muziek of wat dan ook is. Zodra dat er in zit. of er al dan niet be wust ingestopt wordt, dan wordt het een bepaalde uiting van gevoel. Die kan dan bij mensen die daar gevoelig voor zijn, overkomen. Ik geloof dat het dan iets met kunst te maken heeft. Dergelijke maatstaven moet je aanleggen. Het is (zie vervolg binnenkant tweede blad) Ik ben echt iemand voor grijs weer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1976 | | pagina 5