Waddenzee-nota in discussie
Ook voor Texel
van eminent belang
Voorlichtingsmiddag
zaterdag 4 september
Tweede blad Texelse Courant, dinsdag 31 augustus 1976
Met het aanbieden van een 43 pagina's tellende nota aan de
voorzitter van de Tweede Kamer heeft minister Gruyters onlangs
de hoofdlijnen van het beleidsvoornemen van de regering voor de
ontwikkeling van de Waddenzee ter discussie gesteld. De minister
i(Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) merkt er bij op, dat
„De Waddenzee"-nota als zodanig de procedure van de Planolo
gische Kernbeslissingen (PKB) zal volgen. In de begeleidende
brief deelt Gruyters tevens mee, dat hij de ter-visie-legging van de
nota heft verlengd tot 15 september a.s. (Dit i.v.m. de vakantie
periode). De periode van inspraak zal zodoende op 1 december
1976 eindigen. De Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening
is gevraagd uiterlijk 15 mei 1977 een advies uit te brengen. Ver
volgens zal de regering zich nader over alle reacties beraden en
zonodig een nota van wijzigingen aanbieden aan de Tweede Kamer.
De gehele procedure kan dan met de parlementaire behandeling
worden afgesloten.
Omdat deze nota over de Waddenzee ook voor Texel van grote
betekenis is, geven wij een samenvatting van de beleidsvoorstellen.
In de nota verstaat men globaal on
der de Waddenzee het volgende: D.i.
het zeegebied van Den Helder tot de
grens met de Bondsrepubliek Duits
land (BRD) in Eems en Dollard. Aan de
noordkant wordt het gebied begrensd
door de zuid-(oost)kusten van de Wad
deneilanden en aan de zuidkant door
de langs het vasteland van Noordhol
land, Friesland en Groningen (inclu
sief de Afsluitdijk).
De Waddenzee wordt aangemerkt als
een uniek natuurgebied. Men definieert
dit in vier punten. In de eerste plaats
noemt men het karakter „De Wadden
zee wordt gekenmerkt door een grote
natuurlijke rijkdom; de natuurlijke ele
menten hebben hier over een grote uit
gestrektheid nog in hoge mate vrij spel
en veroorzaken een sterke dynamiek
(eb en vloed, onderlopende en droog
vallende zand- en slibbanken)". Men
noemt de betekenis voor de visstand van
de Noordzee, de vogelstand van het
Noordelijk Halfrond en de zeehonden
bevolking van het internationale wad
dengebied.
De overige twee punten op het gebied
van de natuur die men geeft zijn achter
eenvolgens de betekenis van de Wadden
zee voor de beleving van een uitzonder
lijke landschappelijke schoonheid en de
betekenis voor het natuurwetenschap
pelijk onderzoek.
Natuurgebied
Uitgebreid wordt ingegaan op het be
houd van de Waddenzee als natuurge
bied (doelstelling van het regeringsbe
leid ten aanzien van de Waddenzee).
Meer concreet is het beleid er op gericht
om de waterbewegingen en de hiermee
gepaard gaande geomorfologische (be
schrijving van de vormen der aardop
pervlakte i.v.m. hun ontstaanswijze) en
bodemkundige processen voor zover no
dig, door een goed kustbeheer in stand
te houden. De kwaliteit van het water
dient beschermd te worden. De meest
gunstige toestand van de aanwezige die
ren en plantenvormen moet gewaar
borgd worden. De kinderkamerfunctie
voor Noordzeevis moet in stand gehou
den worden. De voedings-, broed- en
rustgebieden van de vogels en de werp
en rustgebieden van de zeehonden moe
ten in stand gehouden worden en de
rust in deze gebieden moet gehandhaafd
blijven. De plantenwereld in de buiten
dijkse polders en kwelders moet in stand
me: gehouden worden. De landschappelijke
kwaliteiten moet men op hoog peil hou
den De belevingswaarde van natuur en
landschap dienen veilig gesteld te wor
den en tenslotte moet de wetenschappe
lijke betekenis beschermd blijven.
De vele aktiviteiten, die in de Wad
denzee plaatsvinden, moeten aan deze
doelstellingen en beleidslijnen worden
getoetst en hiertegen worden afgewogen.
Hierbij moet van de verschillende akti
viteiten ook de mate van maatschappe
lijke wenselijkheid worden vastgesteld.
Bedijkingen
Er moet volgens de regering geen ge-
iele of gedeeltelijke indijking meer
plaatsvinden, waarbij een groot deel
van de Waddenzee betrokken zou wor-
ien Men toont hierbij zijn reserves om
rent het vrijwel volledig indijken van
iet Balgzand (een oostelijk van Den Hel
der gelegen ongeveer 8100 ha groot slib-
?ebied) en een gedeeltelijke indijking
!an het westelijke deel van het Balg-
sand. Dit laatste is het ongeveer 2950 ha
[rote deel dat aansluit aan Den Helder.
Grote waarde wordt gehecht aan het
'Qderwcrp: De aktiviteiten in de Wad
ienzee. Men uit zich hier omtrent de
ard, de toetsing aan de doelstelling en
Ie te kiezen richting van het beleid voor
Ut gebied. Men stelt dat het conserve-
ende kustbeheer in het Waddengebied
zoals dat thans wordt gevoerd) dient te
frorden voortgezet. Er dient ook voort-
etting plaats te vinden van de dijkver-
'ogingen in het kader van de Deltawet,
k daarbij in het geding zijnde waarden
'an de Waddenzee moeten mede door
Tondig overleg (in de daarvoor bestem
ie organen) naar vermogen worden ont-
:ien.
Landaanwinning voor de kusten van
Ironingen en Friesland met het doel
Welders te behouden moet worden
oortgezet. Verwijzend naar de Wet op
e Indijkingen en Droogmakerijen van
904 wordt gezegd dat de regering de
öncessieverleningen op grond hiervan
iet zal bevorderen.
Enigszins terughoudend voegt men er
toe dat indien er zwaarwegende ar-
uznenten van nationale en/of regionale
ard zijn men er toe zou kunnen over-
aan anders te beschikken
De besluitvorming met betrekking tot
het beperkte plan van inpoldering van
het Balgzand (zoals opgenomen in het
structuurplan van Den Helder, ca 350
ha), is afhankelijk van de resultaten van
het thans aan de gang zijnde onderzoek.
„De Waddenzee"-nota maakt evenwel
duidelijk dat indien dit onderzoek uit
wijst dat de maatschappelijke (economi
sche) noodzaak hoog is en de inbreuk op
de genoemde waarden van de Wadden
zee gering, de besluitvorming op norma
le wijze kan plaatsvinden. Kort gezegd:
het gemeentelijke bestemmingsplan zal
dan worden gevolgd en een door de
overheid goedgekeurde inpoldering van
deze 350 ha blijft mogelijk.
Verkeer en vervoer
Als uitgangspunt voor het hoofdstuk
verkeer en vervoer over de Waddenzee
geldt dat men de verbindingen van en
voldaan aan de te stellen milieuhygiëni
sche normen, die tevens rekening zullen
moeten houden met de ecologische bete
kenis van de Waddenzee. (Ecologie
leer van betrekkingen tussen dieren en
planten en de omgeving waarin zij le
ven).
Het behoud van de grote schaal van de
Waddenzee en het karakter van het
weidse landschap als belangrijke nor
men gelden bij de bepaling van de hoog
te der bebouwing.
In het hoofdstuk opsporing en win
ning van delfstoffen zegt men in de eer
ste plaats dat aanvragen tot seismisch
onderzoek zorgvuldig zullen worden af
gewogen. De vergunningen zullen onder
stringente voorwaarden worden ver
leend. (Stringent dwingend, bindend,
afdoend). De planologische werkcom-
missie zal omtrent elke lokatie adviezen
geven. Voor vogels of zeehonden belang
rijke gebieden zullen in elk geval wor
den ontzien.
Aan de te vormen Interdepartementa
le Waddenzeecommissie zal opgedragen
worden de Waddenzee zodanig in kaart
te brengen dat men kan bekijken of bui
ten de huidige concessiegebieden borin
gen kunnen plaatsvinden. Wanneer op
grond van een boorvergunning een win
ningsconcessie wordt aangevraagd zal
deze alleen bij grote hoeveelheid delf
stof worden verleend. Voorts moet ge
bleken zijn dat aan de reeds genoemde
voorwaarden werd en wordt voldaan.
Bij de bestrijding van de waterveront
reiniging geldt als uitgangspunt dat de
totale omvang van de huidige water
verontreiniging wordt verminderd.
Nieuwe lozingen van niet aan de bron of
in zuiveringsinstallaties behandeld afval
water op de Waddenzee zullen niet wor
den toegestaan. Het huidige terughou
dende beleid ten aanzien van de ont-
dat de Waddenzee bezocht vervijfvou
digd. Het aantal keren dat door jachten
de verschillende havens op de eilanden
werd aangedaan bedroeg in 1970, 1971
en 1972 resp. 3131, 4876 en 6089 aldus
„De Waddenzee"-nota.
Het eiland Texel wordt met name ge
noemd bij de notities over de jachtha
vens rond de Waddenzee. In de Rijks
werkhaven nabij Oudeschild is een tij
delijke jachthaven. Na de voltooiing van
de dakwerkzaamheden bestaat de moge
lijkheid dat de vissersvloot naar de
werkhaven zal verhuizen en dat een
deel van de oude vissershaven voor ple-
ziervaart wordt aangewezen. In de sa
menvatting stelt het rapport: Het beleid
met betrekking tot de recreatie zal in
algemene zin worden gericht op een
handhaving van de omvang daarvan
en een sanering waar dit mogelijk is.
een onderlinge afstemming tussen rijk,
provincies en gemeenten.
Inspraakorganen
Om te komen tot inspraak uit de sa
menleving in haar overige verbanden
zullen drie organen worden ingesteld.
Dit zijn achtereenvolgens: een Interde
partementale Waddenzeecommissie, een
Coördinatiecollege Waddengebied en een
Waddenadviesraad.
De eerste twee bestaan uit vertegen
woordigers van de volgende ministeries:
Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Za
ken, Financiën, Defensie, Volkshuisves
ting en Ruimtelijke Ordening, Verkeer
en Waterstaat, Economische Zaken,
Landbouw en Visserij, Cultuur, Recrea
tie en Maatschappelijk werk en Volks
gezondheid en Milieuhygiëne. De Wad
denadviesraad heeft vertegenwoordigers
naar de Waddeneilanden niet wil inten
siveren. De gevolgen van dit verkeer en
vervoer, zegt men, zullen met de daar
mee samenhangende werken zoveel mo
gelijk worden beperkt. Indien strikt
noodzakelijk zullen deze werken zoda
nig worden uitgevoerd dat de omschre
ven waarden van de Waddenzee zoveel
mogelijk worden ontzien.
Het gebruik van luchtkussenvaartui
gen moet van de hand worden gewezen.-
Op hetzelfde vlak ligt de stelling in de
nota dat geen nieuwe pijpleidingen door
de Waddenzee mogen worden aange
legd. Men houdt een slag om de arm
met de toevoeging: Indien dit ten behoe
ve van distributieleidingen naar de
Waddeneilanden of als noodzakelijk ge
volg van de verlening van een concessie
in de Waddenzee niettemin onvermijde
lijk zou zijn, dient het tracé zodanig te
worden gekozen dat de ingreep in het
gebied van de Waddenzee zo gering mo
gelijk is Uitzonderingen maakt men
voor het transport van delfstoffen, af
komstig van buiten de Waddenzee gele
gen winningsplaatsen (booreilanden
etc.). Om zo min mogelijk ingrijpend te
zijn stelt men wel dat in voorkomende
gevallen aangesloten dient te worden bij
het bestaande trecé.
Industrialisatie en delfstoffen
Industrialisatie kan worden aanvaard,
mits dit geschiedt op de thans beschik
bare of in aanleg zijnde industrieterrei
nen. Voorwaarde is echter dat wordt
grondingen zal worden voortgezet. Op
grond van de uitkomsten van thans
plaatsvindende onderzoeken zal worden
nagegaan of wijzigingen van dat beleid
gewenst is. De departementale Wadden
zeecommissie zal daarbij worden inge
schakeld.
Recreatie
Op recreatief gebied vormt de
Waddenzee en haar omgeving een re
latief grote zo niet té grote trekpleis
ter. De regeringsnota noemt een vijftal
punten waarop men de aandacht in
het bijzonder heeft gevestigd. Deze
punten zijn: watersport, jachthavens,
wadlopen, vliegen en sportvisserij.
Uit het oogpunt van watersport is de
Waddenzee van groot belang. De open
Oosterschelde, de inmiddels voor de wa
tersport weinig aantrekkelijke Wester-
schelde en de Waddenzee zijn de enige
gebieden in Nederland waar het varen
op getijdewater nog mogelijk is. Globaal
genomen kunnen in de Waddenzee drie
bevaarbare gebieden onderscheiden
worden. Dit zijn: ten zuidwesten van de
lijn Harlingen-West-Terschelling, tussen
Lauwersoog en Schiermonnikoog en de
Eems. De overige gedeeltes van de Wad
denzee zijn alleen geschikt voor sche
pen die kunnen droogvallen.
In de periode 1965-1972 is het aantal
jachten in Nederland verdubbeld; in
hetzelfde tijdvak is het aantal jachten
In de Departementale Waddenzeecom
missie zal op korte termijn gestreefd
worden naar een zodanige zonering naar
plaats en tijd, dat de diverse recreatie-
vormen zich weer gaan aanpassen aan
de eisen van natuur- en landschapsbe
houd. In dit kader merkt men op dat het
varen met speedboten op de Waddenzee
verboden zal worden.
Het aantal jachthavens en ligplaatsen
moet worden gehandhaafd op het huidi
ge niveau. Het beheer van de jachtha
vens zal zodanig moeten zijn dat er vol
doende ruimte beschikbaar komt voor
passanten. De watersport en het wad
lopen dienen te worden gebonden aan de
vorenbedoelde zonering naar plaats en
tijd.
De sportvliegerij en de toeristische
rondvluchten vanaf Texel nemen toe.
Het aantal vliegtuiglandingen op Texel
steeg van 200 in 1964 tot 7500 in 1972.
Op grond van nader onderzoek zal wor
den beslist op welke wijze het vliegen
met sport en reklamevliegtuigen en het
maken van rondvluchten kan worden
beperkt.
Visserij
De beroepsvisserij is (volgens het rap
port) gebaat bij het behoud van de na
tuurlijke hulpbronnen. Deze visserij tast
de Wadenzee als waardevol natuurge
bied niet aan. Rustverstoring voor voed-
selzoekende vogels vindt niet plaats. Er
wordt naar gestreefd de Nederlandse
mosselproduktie tenminste op het hui
dige peil te handhaven. De ontwikke
ling van grote vissersschepen en nieuwe
vistechnieken wordt kritisch gevolgd en
zonodig afgeremd. Het af te geven aan
tal vergunningen voor de garnalenvisse
rij in de kustwateren wordt bezien in
relatie tot de ontwikkeling van de gar-
nalenstand. Men houdt hierbij rekening
met de doelstelling t.a.v. de Wadden
zee. Voor sportvisserij geldt ook de
reeds genoemde voorgenomen zonering
naar plaats en tijd. Het machinale pie-
rensteken dient aan een vergunning te
worden gebonden.
Militaire aktiviteit
Stabilisatie van de huidige militaire
aktiviteit in de Waddenzee wordt aan
vaardbaar geacht. Er worden evenwel
pogingen in het werk gesteld tot ver
mindering van deze aktiviteit over te
gaan. Zo zal hot werpen van oefenbom-
men door vliegtuigen van de Konink
lijke Marine in het Waddengebied wor
den beëindigd. Eveneens wordt de muni
tiebeproeving op Vlieland gestaakt.
Indien voor de oefen- en schietterrei-
nen Lutjeswaard (KL), Cavalerie Schiet
kamp, Vliehors of Noordvaarder een
aanvaardbare alternatieve plaats in Ne
derland gevonden wordt zal deze ver
plaatsing geschieden. De verplaatsing
moet echter zonder te grote milieube
lasting mogelijk zijn. De mogelijkheden
voor deze verplaatsing lijken evenwel
zeer beperkt. Met de desbetreffende
NAVO-partners wordt momenteel nage
gaan, welke mogelijkheden aanwezig
zijn om tot een vermindering van de
luchtmachtaktiviteiten in de Waddenzee
te komen
Indeling
Bij de provinciale indeling van de
Waddenzee (die men op korte termijn
gewenst acht) zal de regering uitgaan
van de grenzen waarover de provinciale
besturen overeenstemming hebben be
reikt. Inmiddels is men met deze proce
dure begonnen. De regering zal zo spoe
dig mogelijk een desbetreffend wets
voorstel bij de Tweede Kamer indienen
wanneer na de publicatie van het be
leidsvoornemen blijkt dat de provinciale
indeling van de Waddenzee zonder meer
wenselijk wordt geacht.
De regering is bovendien van me
ning dat men moet komen tot een ge
meentelijke indeling. In overleg met de
betrokken provincies zal daartoe een
wetsvoorstel worden voorbereid. Men
is wel de mening toegedaan dat deze
gemeentelijke indeling gepaard dient
te gaan met de totstandkoming van
een beperkt aantal krachtige gemeen
ten in het gebied.
Verder heeft de regering het voorne
men op korte termijn voorzieningen te
treffen om te komen tot een onderlinge
afstemming van de zich met de Wadden
zee bemoeiende departementen alsmede
van de ministeries van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening, Cultuur, Re
creatie en Maarschappelijk Werk, Ver
keer en Waterstaat en Binnenlandse Za
ken.
Interdepartementale
Waddenzeecommissie
De genoemde Interdepartementale
Waddenzeecommissie (als werkcommis-
sie van de Rijksplanologische Commis
sie) zal adviseren omtrent de nadere uit
werking van de onderscheidene elemen
ten van de Nota Waddenzee die nog
open staan. Men houdt zich voorts bezig
met het opstellen van een ontwerp-alge-
mene beheersvisie en de afstemming van
het beheer. Dit laatste voor zover het
geschiedt door het rijk om de inspectie
en het toezicht goed op elkaar af te
stemmen en de behartiging en nadere
uitwerking van internationale afspra
ken.
Coördinatiecollege Waddengebied
Het overlegorgaan van rijk, provin
cies en gemeenten, het Coördinatiecolle
ge Waddengebied, zal overleg plegen
over aktiviteiten en ontwikkelingen in
en om de Waddenzee waarbij de deelne
mers zijn betrokken. Bovendien moet
vaststaan of redelijkerwijs kan worden
aangenomen dat zij het zeegebied in be
langrijke mate beïnvloeden. Van de zijde
van het rijk zullen in ieder geval drie
punten worden ingebracht. Genoemd
worden de werkzaamheden omtrent de
uitwerking van de nota Waddenzee, het
ontwerp-algemene beheersvisie en be
langrijke vraagstukken van beheers-
coördinatie en van feitelijk beheer. De
regering gaat er van uit, dat de provin
cies en de gemeenten hun plannen en
maatregelingen die van betekenis zijn
voor de Waddenzee eveneens inbrengen.
De vraag of dit Coördinatiecollege Wad
dengebied te zijner tijd moet worden
omgezet in een Waddenschap komt eerst
in een later stadium aan de orde, als met
het overlegorgaan ervaring is opgedaan.
Waddenadviesraad
De Waddenadviesraad is op de Wad
denzee als totaliteit gericht en wordt
beschouwd als representatieve spreek
buis van de maatschappij. De instelling
ervan zal bij de wet geschieden. Daarop
vooruitlopend zal na de definitieve re
geringsbeslissing met betrekking tot de
„Waddenzee"-nota een voorlopige Wad
denadviesraad worden ingesteld. Deze
raad zal de regering uit eigen beweging
dan wel op haar verzoek van het over
legorgaan tussen rijk, provincies en ge
meenten voor zaken van algemeen be
lang voor de Waddenzee van advies die
nen. In of bij de wet zullen onder meer
De hier weergegeven samenvatting
van de regeringsnota over „De Wad
denzee" zal zaterdag a.s. in de Ge
meentelijke Schouwburg van Den Hel
der nader worden toegelicht. Men kan
zich dan ook opgeven voor inspraak.
Deze voorlichtingsmiddag op 4 sep
tember in Den Helder is de laatste van
vier van dergelijke vergaderingen.
Men kwam reeds bijeen in Utrecht,
Groningen en Harlingen. Aanvang in
Den Helder: 13.30 uur.
samenstelling, taak, bevoegdheid en
werkwijze nader worden geregeld. De
regering zegt toe op korte termijn voor
bereidende maatregelen te zullen tref
fen tot de instelling van het overlegor
gaan van rijk, provincies en gemeenten
van de Waddenadviesraad.
Internationaal statuut
Tot besluit van het rapport wordt
meegedeeld dat men streeft naar tot
standkoming van een internationaal sta
tuut voor het Waddengebied. Het moet
zowel een internationale beheersvisie
als een regeling voor de internationale
samenwerking met de regeringen van
de Bondsrepubliek Duitsland en Dene
marken omvatten. Er zal eveneens ge
streefd worden naar wederzijdse con
sultatie c.q. samenwerking omtrent
plannen en maatregelen aan weerszijde
van de grens tussen Nederland en de
Bondsrepubliek Duitsland die invloed
kunnen hebben op de Waddenzee, 't di-
rekt aangrenzende vasteland en de Wad
deneilanden.