1 1 1 Een illusie armer De cfeii §k Honderdvoudige begroeting KRUISWOORDPUZZEL l )e Koog 3 1 Den Hoorn 3 ]/c7.£7/V STUKJE FIETSEN Advertenties tijdig inzenden - 23 30 51 Ongeoorloofd? Zijn schoonmoeders jaloers? <3Sb FEUILLETON 99 99 DINSDAG 22 NOVEMBER 1977 WAT IK ZEGGEN WOU 1 2 3 5 7 E 9 11 12 14 16 17 13 22 23 24 26 27 31 32 34 35 36 37 3, 39 40 44 41 42 45 46 48 49 50 51 54 55 56 58 59 60 61 62 Horizontaal: 1vuiststoot 5. vaartuig 9. voorzetsel 10. slede 12. geheel de uwe (afk.) 13. zangnoot 14. voorzetsel 15. Opgeld 17. soort bier 18. N.V. (Frans) 20. naaste bloedverwanten van vaders zijde 22. boertige nabootsing 25. ongeval 28. listige 29. voetbalvereniging 30. nauwe 31. bijbelse figuur 33. eiland in de Middellandse Zee 35. deel van een jas 38. opwelling, neiging 41. meisjesnaam 42. ik (Latijns) 43. koraaleiland 45.eten 47. lijnvormig 50. stel van drie bijeenbehorende zaken 51. de dato (afk.) 53. gebied 54. naarling 55. titel (afk.) 56. tijdperk 58. onder andere (afk.) 59. selenium (afk.) 60. waardebriefje 61modern hulpmiddel op schepen 62. veestapel van een bedrijf Verticaal: 1trottoir 2. deel van een berg 3. jongensnaam 4. sieduif 5. deel van een plant 6. herkauwer 7. godin 8. stuk hout 11berg in Zwitserland 12. deel van de voet 16.schande 17. waterdamp 19. deel van een trap 21. meisjesnaam 23. reeds 24. rebellie 26. verstandhouding 27. uedele (afk.) 32. een zekere 34. houding 35. zonder inhoud 36. geestelijke 37. bloem 38. dwaze 39. aantrekkelijkheid 40. doelpunt 41soort onderwijs (afk. 44. Chinese maat 45. familielid 46. meisjesnaam 48. een weinig 49. bouwval 52. spoedig 55. bieding 57. de somma van (afk.) 60. buiten dienst (afk.) Naar aanleiding van de gepubliceerde voorwaarden waaraan een ingezonden stuk moet voldoen (T.C. van 25 oktober j.l.) het volgende. Met de eerste vier voorwaarden naam, Texelse aangelegenheid, geen reklame, geen strikt persoonlijke zaak kan ik mij verenigen. Het vijfde punt en wat daarna volgt is op zijn minst beden kelijk. De zin ,,De redactie heeft het recht ingezonden stukken te weigeren, te bekorten en van een naschrift te voor zien" ademt een sfeer die niet meer van deze tijd behoort te zijn. Te vreemdl Indien u de pretentie blijkens de titel van de rubriek ,,Wat ik zeggen wou". Brieven van lezers buiten ver antwoordelijk van de redactie" waar wilt maken dan dient u in beginsel: a. niets te weigeren: b. niets te bekorten; c. niets van een naschrift te voorzien, in beginsel, dat wel; uitzonderingen zijn niet te vermijden, wat op het volgende neerkomt: ad a. Weigering van ingezonden brieven mag alleen plaatsvinden als aan een van de vier voorwaarden niet wordt voldaan. Adhesiebetuigingen zonder meer „nooit" in de rubriek opnemen lijkt mij al te boud. ad b. Bekorten van een brief hier komt al het oordeel van de redactie zal soms noodzakelijk zijn. Dat moet dan wel bij het stuk vermeld worden. De schrijver hoort dan tevens het recht tot een kort verweer te hebben. ad c. Met het aan ingezonden brieven toevoegen van redactionele naschriften eigent de redactie zich hier de ongeoor loofde macht van het laatste woord toe, objectieve feiten daargelaten. Indien u, redactie, de lezer tot zijn recht wil laten komen in zijn eigen rubriek, en in zijn waarde wilt laten, dan dient u uw De Sint drukte honderden handen en handjes. Op de voorgrond enkele fraai uitge doste kleuters. Op her haventerrein waren alleen de kleuters van Het Mierennest uit De Koog en de Maris Stella-school uit Den Burg in georganiseerd verband aanwe zig. Volgens óns niet aibjd Maaralsüwa.s schoonmoeder straks uw trouwkaart uit onze Kennemer Kaarten Kollektle ontvangt, dan zal zij zeker zeggen tegen uw a s schoonvader 'Tóch hebben wij iets gemist bi)t begin van ons huwelijk' Dus. mensen-met- trouwplannen. kom snel eens bij ons naar die uitgebreide en smaakvolle kollektie huwelijks-en dankbetuigings kaarten kijken' bv/'vh Langeveld en de Rooy parkstraat 10 den Burg-Texel postbus 11 tel 02220-2741 meningen in de vorm van naschriften achterwege te laten. Om uw mening uitdrukkelijk kenbaar te maken heeft u toch de selectief ver schijnende kolom „Groen-Zwart"? leder vogeltje zingt zoals het gebekt is, en dat mag rustig uit de rubriek „Wat ik zeggen wou" blijken. Hulp dient de redactie slechts in uiterste gevallen aan te bieden. Het is duidelijk dat de gestelde voor waarden (en de uzelf toegekende be voegdheden) ten aanzien van de inge zonden stukken herzien moeten worden, wilt u de door u uitgesproken hoop dat de lezers niet kopschuw worden min stens kunnen blijven koesteren. Tegenspraak verheldert en doet soms blozen. Welaan! Mocht u toch het bovenstaande naast u neerleggen dan raad ik u aan de titel van de besproken rubriek te wijzigen in :,,Wat ik zeggen mag", waarmee u dan, redactie, uw klaarblijkelijke opvatting over verant woordelijkheid ten aanzien van ingezon den brieven oprecht bevestigt. Koos van der Burgh, Den Hoorn NASCHRIFT: We voelen met u mee maar kunnen geen beterschap beloven. De eisen die wij aan een ingezonden stuk stellen zijn doodnormaal en worden (voor zover we weten) door elke krant in Nederland toegepast. Weigering van een ingezon den stuk heeft in de praktijk alleen plaats als aan een of meer van de genoemde voorwaarden niet wordt voldaan, maar we willen de vrijheid hebben dat ook te doen op andere niet te voorziene maar redelijke gronden. Dat klinkt autoritair en patriarchaal en dat is het in feite ook.De redactie handelt letterlijk naar eigen goeddunken en is jegens niemand verantwoording schuldig zolang hij bin nen het wettelijk kader blijft. U weet best dat het er in de praktijk bij ons wat gemoedelijker toegaat maar het is een feit dat een krant die het slim en psy chologisch aanpakt nogal wat schade kan aanrichten waarvoor hij nooit tar verantwoording kan wordpn geroepen. Maar dat vloeit eenvoudig voort uit onze eigen grondwet die zelfs letterlijk de bemoeiing van anderen uitsluit. Bekorten van ingezonden brieven be perkt zich tot kleine, meest taalkundige verbeteringen. Soms beweert een schrijver per ongeluk zelfs het tegenge stelde van wat hij kennelijk bedoelt en het wordt door hem dan ook gewaar deerd dat de redactie hier en daar wat bijschaaft. Ingrijpende veranderingen of bekortingen geschieden in overleg met de betrokkene, natuurlijk! Dat het toevoegen van redactionele naschriften het toeëigenen is van onge oorloofde macht, is onzin Zo'n na schrift hoeft helemaal niet het laatste woord te zijn en zelfs al was dat wel zo, dan nog staat de redactie in zijn grond wettelijke recht en het is dus zéér geoor loofd. Het is niet altijd aangenaam, en we veronderstellen dat dèt de werkelijke reden is van uw bezwaar. We doen het dan ook niet zo vaak. Het gebeurt slechts als bij achterwege laten moet worden gerekend op reakties die op aperte onjuistheden zijn gebaseerd of als wordt rechtgepraat wat objectief n -j gezien zeer duidelijk krom is. De moge lijkheid dat de redacteur dan zijn macht misbruikt is zeer wel aanwezig, maar dat kan ook gebeuren bij de selectie van het gewone nieuws waarbij hij heel wat kan manipuleren zonder dat iemand het merkt. Vooral de laatste tijd doen mogelijkheden om op een dergelijke wijze bepaalde zaken op oneerlijke wijze te beïnvloeden zich overdadig voor. Tot dusver hebben we weerstand kunnen bieden aan de verleiding. Maar je weet het nooit en een oplettendheid zoals de heer Van der Burgh demonstreert is dan ook gewenst zolang enige andere de mocratische controle op ons- doen en laten ontbreekt. Reageren doen onze lezers altijd hevig maar bijna nooit be treft het zaken van principiële aard zoals in bovenstaand stuk worden aange roerd. Het is zelfs de enige reaktie in dergelijke zin die we ooit hebben gehad! De titel van onze rubriek wordt niet gewijzigd. „Wat ik zeggen wou is ontleend aan het spraakgebruik en het is traditioneel geworden. Het mogen plaatsen van een inge zonden stuk is geen recht maar een gunst, ondanks het feit dat de redactie niet voor de inhoud (maar wel voor de plaatsing) verantwoordelijk is. Ook dat klinkt anno 1977 autoritair maar in theo rie is het echt niet anders. Daarin zou alleen verandering gebracht kunnen worden als de krant zou worden be stuurd door een soort parlement, een gekozen redactieraad of lezersvertegen woordiging. Daaraan zou de redactie dan verantwoording schuldig zijn, maar in meer positieve zin zou het kunnen werken als een betrouwbaar klankbord" waaraan wijinderdaad wel eeds behoef te hebben. Misschien neemt u het initiatief? Red. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Maar wie aan de weg timmert moet er tegen kunnen dat zijn fouten door een groot publiek worden geconstateerd en C beoordeeld. Dat geldt voor de I mensen die de krant maken vooral 6 als zij nog moeten wennen aan een B technisch anders procédémaar ook voor de ambtenaren die de bewegwijzering van Texel beharti gen. Zoals blijkt uit de richtingaan wijzer die staat op het kruispunt Ruigedijk-Postweg. De fietsende a toerist zal mogelijk tot zijn ergenis S ervaren dat Den Hoorn heel vfat S verder van dit punt is gelegen dan 3 9 km. Maar de meeste mensen vin- 8 den zoiets kennelijk helemaal niet 8 erg want het foute bord staat er al 3 een hele tijd. Misschien wordt het 3 gezien a/s een prettig bewijs dat iambtenaren werken. Want ze ma- S ken immers fouten? g ADVERTENTIES TIJDIG INZENDEN Om aan uw advertenties de vereiste zorg te kunnen besteden is het noodza kelijk dat wij de tekst met de eventuele illustraties zo vroeg mogelijk in ons bezü hebben. De uiterste tijden zijn: woens dag 10.00 uur voor de krant van vrijdag en vrijdag 12.00 uur voor de krant van dinsdag. Alleen voor spoedeisende fa milie-advertentie» kan na deze tijdstip; pen soms nog plaats worden ingeruimd! Om aan uw advertenties de vereiste zorg te kunnen besteden is het noodzakelijk dat wij de tekst met de eventuele illustraties zo vroeg mogelijk in ons bezit hebben. De uiterste tijden zijn: woensdag 10.00 uur voor de krant van vrijdag en vrijdag 12.00 uur voor de krant van dinsdag. Alleen voor spoedeisende familieadvertenties kan na deze tijdstippen soms nog plaats worden ingeruimd. door Leida Graafland 8. Van Slagen was op en top een heer met zijn dame aan de arm. Trots en vol daan omdat hij eindelijk zo ver was, dat Jossa zijn uitnodiging had aanvaard. Hij was er terdege van doordrongen, dat hij deze jonge vrouw zeer subtiel moest benaderen en deed daarom alles wat mogelijk was om haar een zo genoeglijk mogelijke avond te bezorgen. Maar toen hij kort na twaalven 's nachts voorstelde nog een poosje met hem naar zijn wo ning te gaan, weigerde ze gedecideerd. Van Slagen drong niet aan, maar reed zijn dame rustig naar de woning aan de Mathenesserlaan, haar bij het afscheid hoffelijk de hand kussend. Er volgden meerdere avonden. Ze begon toe te staan, dat hij haar kuste en omhelsde. Soms had ze weinig zin om uit te gaan, als ze verwoed aan het werk was geweest en te leeg om nog ergens anders belangstelling voor te hebben dan haar bed. Maar op andere avonden ging ze met hem mee en genoot van alles, wat hij haar liet zien. Pas nadat ze zo een half jaar met hem uit was ge weest, stemde ze er in toe, toen hij haar weer uitnodigde mee naar zijn huis te gaan. Omdat hij een aantal nieuwe doeken had gekocht, die hij in zijn ten toonstellingszaaltje had opgehangen. Jossa begreep best, dat dit een voor wendsel was haar bij hem binnen te krij gen, maar ze vertrouwde er op, dat hij zich ook als een heer zou gedragen. Ze werd daarin niet teleurgesteld, al trok hij haar wat onstuimig op een divan om haar te omhelzen en te kussen. In menig opzicht was Jossa vrij koel. Zijn zoenen deden haar weinig, zijn omhel zingen gingen gelaten over haar heen. Plichtmatig beantwoordde ze soms zijn kussen, in het begin wat schuchter. Eigenlijk was Van Slagen de eerste man in haar leven, die haar kuste en liefkoos de. Tevoren had ze nauwelijks belang stelling gehad voor de andere sexe, tenzij het te maken had net de commer cie of de kunst. En dan nog bleef het daarbij beperkt. Elke poging tot toena dering werd door haar beslist afgewe zen. Zodoende kreeg ze enigszins de naam van ongenaakbaar te zijn. En trots, vooral trots. Met Van Slagen werd het heel gelei delijk aan anders. Het begon tot haar door te dringen, dat deze man haar wel licht als zijn vrouw begeerde. Hoewel ze hem tamelijk sympathiek vond, kon ze geen antwoord vinden op de aan zich zelf gestelde vraag: is dit nu liefde? Houd ik van hem? Dat de man in kwestie zelf zwaar verliefd was, voelde ze instinctmatig aan. Zijn liefkozingen logen er niet om en als hij al eens een enkele keer haar ergens aanraakte, waar het in haar ogen~niet betamelijk was, raakte ze in verwarring. In de zomer, die er op volgde, gingen ze zwemmen. Jossa had een nieuwe bikini gekocht, die haar uitstekend stond. Misschien vond ze het die eerste keer, dat ze met hem het water in rende, wat gênant zich zo aan hem te verto nen, maar Sam, hoewel weg van haar prachtige figuur, dat zich nu immers ten volle kon ontplooien, wist zich te be heersen en deed alsof het de vanzelf sprekendste zaak van de wereld was. Pas na enkele keren samen gezwommen en gebaad te hebben, bekeek Jossa zijn gestalte wat nauwkeuriger. Ze wist nu precies, hoe oud hij was, omdat ze in het voorjaar bij hem was op zijn verjaar dagsfeest: een en veertig. Er was intus sen een leeftijdsverschil van bijna 18 jaar. Maar éls ik met hem trouw, doe ik ontegenzeggelijk een goed huwelijk, want hij is gefortuneerd. Hij is hoofs en vereert me op een wijze, die ik niet voor mogelijk heb gehouden. Het vleit me en verwarmt me tegelijk. Nu, op het stille strand nabij Wassenaar, waarheen ze doorgaans reden om te zwemmen, had ze gelegenheid hem goed te bekijken. En konkludeerde: hij heeft een atletische gestalte en voor een man van zijn leeftijd een goed figuur. Op een zonnige middag, na het zwemmen, lagen ze tegen de duinen- rand uit te rusten. Ze voelde zijn arm om haar schouder en dus ging ze met haar hoofd tegen zijn borst liggen. Terwijl hij zich even over haar heen boog, haar op de lippen kuste en in de welving van haar borsten, vroeg hij op zachte toon: „Wil je met me trouwen, Jossa?" Ze verwonderde zich helemaal niet over deze vraag, want al enige tijd ver wachtte ze zijn aanzoek. Maar onder deze omstandigheden vond ze het ei genlijk niet prettig. Ze maakt zich los uit zijn arm en richtte zich enigszins op. Terwijl ze hem nadenkend aankeek, vroeg ze: „Hoe komt het dat jij, een aantrekkelijke man, goed gesitueerd, kortom voor menige vrouw een gebe- renswaardige partij, terwijl je een regi ment vrouwelijke kennissen hebt, nog niet veel eerder een vrouw hebt gevon den, met wie je had wille trouwen?" Hij lachte. „Misschien heeft een en geltje in m'n oor gefluisterd, dat ik op jou moest wachten? Tot je een knappe, aanbiddelijke vrouw bent geworden?" Doorgaans vindt ze het prettig, als hij haar complimentjes maakt. Soms weet ze, dat ze overdreven zijn en ook ditmaal is zulks in haar ogen het geval. Sam overdrijft nogal eens. Ze antwoordt: „Als je persé het idioom van knap op me wilt laden, is dat jouw zaak. Al ontken ik het niet, er zullen in je leven wel meer knap pe vrouwen geweest zijn. Dus nogmaals de vraag: waarom ik en nooit een van die anderen?" De man richt zich nu ook op. Zijn borst is begroeid met een dikke vacht donkere haren. In het begin vond ze het een beetje griezelig, maar nu imponeert het haar. Ze wist al, dat hij lichamelijk vrij sterk is. Dat hij veel aan sport doet, heeft ze ook spoedig begrepen, want hij is lenig en vlug. En dat voor een man van een en veertig. Al met al kan Sam van Slagen best met zichzelf voor de dag komen. Als ze met hem trouwt, wordt het ontegenzeggelijk een society- huwelijk van de eerste rang. Maar toch blijft er bij haar iets hangen, omdat hij geen concreet antwoord op haar vraag heeft gegeven. Waarschijnlijk begrijpt de man haar gedachtengang, want uit zichzelf ver volgt hij: „Natuurlijk had ik in het verle den liaisons, korter of langere tijd. Ik heb jaren hard moeten werken om car rière te maken; de exportzaak, die ik nu heb, is door mij van de grond af aan op gebouwd. Je mag best weten, dat mijn vader een eenvoudige fruitgrossier was met een paard en wagen. Die nooit verder kwam dan een zeker niveau, omdat hij er zijn best niet voor deed. Een soort domme bescheidenheid, voort spruitende uit een vorm van minder waardigheid. Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een kwart je. Zoiets was zijn stelregel. Hij was te vreden met zijn dubbeltje, had een goeie boterham, maar na zijn dood niets anders dan zijn handel en de meubelen. Zelfs het huis was gehuurd. Ik had ge lukkig in de na-oorlogse jaren de wind in de zeilen en heb daarvan geprofiteerd, dat verzeker ik je. Maar zoals gezegd: soms dag en nacht hard werken. Alles bij elkaar heb ik een honderdtal vliegrei zen gemaakt naar nieuwe klanten om langdurige contracten af te sluiten, want aan een klant, die me vandaag een bootlading fruit kan leveren en morgen er geen zin meer in heeft, heb ik niets. Dus enkel langlopende overeenkom sten. Graag of niet. Liever tien heel goede leveranciers dan honderd matige, snap je? Dat valt je niet in de schoot, daar moet je voor knokken, want ik was nooit de enige en ben het nog niet. Zo ook met het verkopen. Ik kweekte klan ten, die wisten, dat ze bij mij de uiterste prijs kregen. En die was dan ook werkelijk uiterst. Als Jansen, bij wijze van spreken, tien ton appelen kan leve ren voor een tiende cent de kilo lager dan ik, krijgt hij de klant, niet ik. Daarom heb ik wel eens met verlies moeten im porteren om zodoende een klant' te houden en dan lukte het me. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1977 | | pagina 10