'Het lijkt wel of Den Burg kleiner is geworden'
IRK DE VRIES VOELT ZICH
EER EILANDER NA 28 JAAR
f
Het laatste houvast
Badmode
De winkels in Den Burg zijn dinsdag de gehele dag geopend
,/t Is hier wel
duurder dan
bij ons"
boetiek
zon, maan en hoog water
Winkeliersvereniging Den Burg
FEUILLETON
Landbouwtrekker
beschadigde auto
RIJ DAG 23 JUN11978
TEXELSE COURANT
PAGINA 7
S
Hij praat een mengelmoes van een met Texelse woorden
loorspekt soort Nederlands-Engels dat wonderlijk aandoet,
lirk de Vries is dan ook een man die feitelijk in twee werelden
»eft, die hem allebei even lief zijn. Nieuw-Zeeland vormt die
ne wereld. Texel is de andere.
Ik wist eigenlijk niet wat ik zag toen ik na 28 jaar weer in
et centrum van Den Burg liep. Er waren nieuwe huizen bijge-
omen maar daar was ik wel van op de hoogte. Het
reemdste was dat het op me overkwam alsof het allemaal
eel kleiner geworden was. De straten, de stoepen, de huizen....
weet niet al, en toen ik wat verder van het centrum afdwaal-
'e was de Hervormde kerk nog het enige herkenningspunt dat
(had. Verder allemaal nieuwe straten en huizen. Tja....."
personen die je sinds lang niet meer
gezien hebt.
,,Ja, vreemd is dat", zegt Dirk de
Vries, ,,je kunt daarbij voor vreemde
dingen komen te staan. Ik kwam van de
week in Den Burg een vrouw tegen die
ik kende, dat wist ik zeker. Toch kon ik
niet thuisbrengen wie het was Toen
Dirk de Vries, onlangs 65 jaar gewor-
in. is burger van een emigratieland. In
I50 ging hij er naar toe. 38 jaar oud,
oederziel alleen. Z'n familie liet hij
hter op Texel, het eiland waar hij tot
in toe vrijwel voortdurend geweest
as.
Hij zag meer toekomst in emigreren
ials zoveel mensen dat in die jaren
sloten. Canada leek hem te koud en
jstralië te droog en te warm. Wat
eef er over? Zuid-Afrika en Nieuw-
eland. Kruis of muntMunt: het
ird Nieuw-Zeeland, en een jaar na die
islissing wès het Nieuw-Zeeland waar
aan wal stapte. Meer dan een koffer
id hij eigenlijk niet bij zich, waarom
u hij ook? Zijn toekomst lag hier, dat
telde hij, en dat kwam ook uit.
Nieuw-Zeeland, een van de meest
iradijselijke plekjes op de planeet
irde. Weggestopt achter dat andere
nigratieland: Australië. Gruwelijk ver
n Nederland, maar toch pal onder
ze Nederlandse voetzolen.
Maar, geboren op de grootste van de
addeneilanden, een echte Kiwi werd
toch nooit. Misschien dat hij daar-
ortoch te lang op Texel rond gelopen
d, 38 jaar is tenslotte een half
nsenleven
Voelt u zich weer thuis?
Ja, en nee". Dirk de Vries schermt
ogen af tegen het felle zonlicht dat
r het venster de kamer inpriemt en in
ogen schijnt. ,,Voor m'n verleden,
chien wei maar ik heb in de vier
ken dat ik hier nu ben wel ondervon-
dat er vooral van mijn leeftijd erg
I mensen van het eiland vertrokken
Ik heb natuurlijk nu wel weer
nieuwe kennissen opgedaan waar ik met
mijn vrouw Hazel naar toe geweest ben.
Misschien is ontgroeid het juiste woord
wel, maar dan wel volkomen onbewust
en ongewild vooral ook".
Ziet u ook verschillen?
„Het eerste wat me opviel was dat
het voor m'n gevoel allemaal veel kleiner
is. Ik had het idee dat je hier net als in Te
Awamutu waar ik woon zo met de auto
het centrum van Den Burg in kon rijden
en je wagen aan de straatkant kon par
keren. Was dat even een tegenval
ler Zelfs als je hier op straat loopt
heb je nauwelijks ruimte over vooral nu
er overal van die paaltjes neergezet zijn.
Toch heeft het allemaal z'n charme
alhoewel het je wel overvalt".
En verschillen in leefwijze?
„Het is hier veel duurder dan in
Nieuw-Zeeland, misschien ook wel met
de rest van Nederland maar dat kan ik
moeilijk beoordelen. Om een klein voor
beeld te geven. Toen ik gisteren bij de
kapper zat moest ik voor het simpelste
wat je maar hebben kunt bij de kapper,
haren knippen en zo, al acht gulden
betalen. Iets waar je in Nieuw-Zeeland
amper twee gulden voor kwijt bent.
Daar gaat dan nog de 65+ korting
vanaf. Is dat een verschil of niet?
Verder heb ik het idee dat ook wat de
voedselprijzen betreft de zaak hier een
beetje de pan uitrijst, maar dat gevoel
kan ik moeilijk met cijfers staven.
Zijn de lonen in Nieuw-Zeeland dan
zoveel lager?
„Dat zou ik niet willen zeggen. Iets in
ieder geval wel maar je kunt voor dat
Dirk de Vries: Texel is in al die jaren wel veranderd, maar niet anders geworden".
geld veel meer kqpen, bij ons in Te
Awamutu tenminste. Daarbij komt het
natuurlijk wel vreemd op mij over dat de
Nederlandse gulden op de wereldmarkt
meer waardevast is dan de NZ-dollar".
We drinken koffie, met een gevulde
koek, naar oud-Hollandse gewoonte en
komen al pratend op het herkennen van
ik later door Eierland liep schoot het me
weer te binnen. Dat was toen ik langs
het huis liep waar zij vroeger gewoond
had. Daar hoorde ik dat ze inmiddels
naar Den Burg was verhuisd".
Het verleden en het heden komen dus
dicht bij elkaar maar er blijft een hiaat
dat maar moeilijk op te vullen is, een
vreemde gewaarwording maar toch lo
gisch voor iemand die tot z'n 38ste op
Texel heeft gewoond en pas toen de
grote stap waagde.
„Ik ben op 15 april 1950 uit Rotterdam
vertrokken. Met de Sibajak gingen toen
zo'n 80 emigranten naar de andere kant
van de wereld. Het merendeel daarvan
bleef in Australië waar we na zo'n vijf
weken varen aankwamen. Ikzelf ben
toen een dag of vier in Melbourne
gebleven voordat ik met een handjevol
Nederlanders per trein naar Sidney
vertrok. Van daaruit zijn we met de
vleigboot naar Auckland gegaan, de
grootste haven op het Noordereiland
van Nieuw-Zeeland.
Daar stond ik. Moederziel alleen
eigenlijk in een vreemd land waarvan ik
amper de taal sprak. Zoals alle emigran
ten werd ik daar een tijdje in een barak
ondergebracht totdat ik geschikt werk
gevonden had".
Hoe ging dat, zonder de taal te spre
ken?
„Nou, een beetje Engels sprak ik
natuurlijk wel maar dat was totaal onvol
doende om je daar goed mee te redden.
Hier op Texel werden in die jaren wel
Engelse lessen gegeven en die had ik
dan ook trouw gevolgd. Ik was er wel
redelijk goed in, hier op Texel, maar
eenmaal midden tussen mensen die
niets anders spreken sta je wel even met
je mond vol tanden. De lessen die ik had
meegenomen heb ik toen zo goed
mogelijk in m'n hoofd geprent en voor
het óverige ben ik maar begonnen de
zaak over te schrijven. Alle nieuwe
woorden die ik tegenkwam zette ik zo
op papier en daarmee kwam ik er
tenslotte ook".
En het werk?
„Ik probeerde eerst in de bloembol-
lenbussiness aan de slag te komen
omdat dat het werk was dat ik op Texel
altijd gedaan had. Dat lukte daar niet zo
best, met alle vakkennis die ik op Texel
opgedaan had kwam ik daar geen stap
verder. De Nieuwzeelanders hebben
zich veel meer in kassen gespeciali
seerd. Bloemen en planten en zo maar
bollen in ieder geval niet. Toch ben ik
vrij vlot wel daar gekomen waar ik zijn
wou. Eerst belandde ik in Hamilton en
daarna in Te Awamutu waar ik nu nog
woon. Ik heb daar al die jaren bij een
middelgrote kwekerij gewerkt. Juist
voordat ik met pensioen ging maakte ik
daar de 25 jaar vol waarvoor ik nog
gehuldigd ben".
Dirk de Vries heeft het speldje dat hij
ter gelegenheid van zijn jubileum in
ontvangst mocht nemen ook mee naar
Holland genomen. Zijn vrouw Hazel
diept het op tussen de spullen die ze uit
hun eigen land mee hebben genomen
om hier aan hun bekenden te laten zien.
„Er zijn niet veel emigranten die 25 jaar
bij een baas blijven", zegt ze. „Daarom
was dit zo bijzonder".
Hazel en Dirk de Vries trouwden kort
na zijn komst in Te Awamutu in 1953.
Hun gezinnetje is in de loop der jaren
flink gegroeid. Ze kregen één dochter en
zes zoons.
Heeft u nooit heimwee?
„Ik heb het altijd erg naar m'n zin
gehad alhoewel je toch Texelaar bent en
blijft en af en toe het verlangen hebt om
weer eens op je geboortegrond te
kijken. Je ontkomt daar toch niet aan
denk ik, hoe lang je ook weg bent. Ik
moet eerlijk zeggen dat ik al veel eerder
plannen had om even over te wippen.
Maar je begrijpt wel dat je daar moeilijk
toe komt als je in de loop der jaren zeven
kinderen krijgt. Dat kost natuurlijk ook
het een en ander. In Te Awamutu
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiuini
llllllliuillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
hebben we inmiddels een stukje grond
en uiteraard een eigen huis erop plus
een auto voor de deur. Daar ontkom je
natuurlijk niet aan, zeker bij ons niet".
Dat laatste „bij ons" bewijst dat Dirk
de Vries zich in de loop der jaren toch
verzoend heeft met het Nieuwzeelander
zijn ondanks het feit dat hij al die jaren
Nederlands staatsburger is gebleven en
ook wil blijven.
Gevraagd naar hetgeen op hem de
meeste indruk heeft gemaakt toen hij
terugkwam in het huisje waarin hij voor
zijn emigratie zoveel jaar had gewoond
zegt Dirk de Vries:
„De erepoort die ze voor ons hadden
gemaakt met bloemen en een groot
bord waar „Welkom op Texel" op
stond. Verder alle visite die we gekregen
hebben. Daarbij viel het wel op dat de
Nederlanders zo verschrikkelijk gastvrij
zijn. ledereen nodigde ons uit om bij hen
thuis te komen of boodt aan ons een
dagje mee uit te nemen. Dat waren echt
wel de fijnste dingen die we hier hebben
ervaren
mm
door Henk van Heeswijk.
I. Maar Trijnie was een arbeiderskind
het ging niet op, dat een dochter van
ap Groot „sokke rebelse soosjalisti-
rie denkbeelden in een christelijke
iisjesvereniging ging spuien". De do-
nese trachtte haar aan 't verstand te
ïngen, dat de vrouw onderdanig
;:nde te zijn en gedwee. En zo voort,
dat Trijnie in den vervolge haar lippen
jf op elkaar hield geklemd, als een
derwerp als bijvoorbeeld het christe-
gezin behandeld werd. Maar in haar
rt wist ze: Dit zal mij niet gebeuren:
en groot gezin, geen armoe en anders
uw ik niet. Dan blijf ik maar ergens
instbode, want dan weet ik zeker dat
jeen armoe zal lijden en elke dag mijn
lag kan vullen.
Vandaar, haar vraag aan de man, van
e ze werkelijk veel hield, maar die ze
niet zou trouwen, als ze geen
sliste belofte van hem kreeg: Twee
ideren en niet meer.
,Dat hewwe we niet in de hand". Ja,
ïrgen brengen. Tegenwoordig kun je
wat aan doen. Dat wist ze van haar
ivrouw, bij wie ze nu al enige jaren
nde. Want toe Trijnie Freerk Ranzijn
irde kennen, was ze al acht en twintig
had gedurende een aantal jaren
kele aanbidders afgeslagen, omdat ze
haar ogen niet voldoende geld ver
inden. O ja, knechten in de tuin of op
boerderij kon ze voldoende krijgen,
lar die wilde ze niet. Knappe jongens,
ze zondags in de kerk zag en die best
i avondje met haar uit wilden. Ze
ide de meesten. Of het waren arbei
ders in een fabriek, soms een winkelbe
diende, die haar voor een avondje
vroeg. Een enkele keer nam ze zo
iemand mee naar de keuken, doorgaans
om via listige vragen te weten te komen,
hoe zijn financiële toestand was. Stee
vast mankeerde daar wat aan in haar
ogen, zodat ze hem geen tweede avond
binnenliet.
Met Freerk Ranzijn was het anders.
Na die eerste avond, toen ze hem in de
keuken liet, wist ze: Zijn ouders hebben
een kruidenierszaak in de Langedijken
en hij is enig kind, dus neemt de zaak
over. Dat is tenminste iets beters.
Bovendien was Freerk een knappe
jongen. Dus werden ze het vrijwel in
alles eens. Enkel het aantal kinderen. Ze
vertelde hem kort en bondig: „Twee,
meer wil ik er niet. En als het je niet
aanstaat, mag je het zeggen, dan kun je
weer naar huis gaan en wordt er niet
getrouwd".
Trijnie wist heel wat, dank zij haar
betrekkeing. En wat ze wist, vertelde ze
zonder blikken of blozen aan Freerk.
Dus
Freerk ging er mee akkoord. Hij kende
heel wat grote gezinnen, niet enkel van
de Roomsen maar ook van de Protes
tanten. En vrijwel overal armoede. Hoe
veel geld was er in de zaak al bij
ingeschoten wegens het borgen aan
moeders van zulke grote gezinnen? In
dit opzicht had hij ook al zijn plannen
klaar, als hij eenmaal de zaak overgeno
men zou hebben: het borgen niet meer
laten oplopen dan tot vijf gulden.
Daarna geen cent krediet meer. Eerst
betalen, dan opnieuw krediet tot vijf
gulden.
Goed, Freerk ging er mee akkoord.
Waarom niet? Twee kinderen was
nieuw. In de stad hadden moderne
gezinnen ook niet meer dan twee,
hoogstens drie kinderen. En Freerk
wilde in bepaalde opzichten wel modern
zijn. Dus werd er getrouwd. Zelf was hij
vijf en dertig, terwijl Trijnie net twee en
dertig was geworden. Mooie leeftijd om
te trouwen vond menigeen. Was je
tenminste verstandig. Al die vroege
huwelijken daar kwam vaak niks
goeds uit voort.
De zaak leek Trijnie. Freerk had haar
al voor hun huwelijk enigszins wegwijs
gemaakt, al duizelde het haar wel eens:
zoveel artikelen en zoveel prijzen. Maar
op de duur kreeg ze dat onder de knie.
Kwestie van routine.
Huwelijksreis maken of iets dergelijks
was er in die tijd niet bij. De zaak werd
een dag gesloten, er werd getrouwd in
gemeentehuis en kerk en daarna was er
een ouderwetse bruiloft met de nodige
brandewijn met suiker en een zoet
slokkie voor de vrouwen. Maar de
volgende dag ging de winkel weer
normaal op tijd open. Al ginnegapten de
vrouwen verstolen, als ze in de winkel
waren geweest en Trijnie hadden ge
zien.
Overdag ging Freerk de wijk in en met
een grote handkar bracht hij na de
middag de boodschappen weg, die hij 's
morgens bij zijn klanten had genoteerd.
Trijnie maakte de bestellingen klaar,
terwijl Freerk at en daarna de boekjes
invulde. Een ritme, dat zich iedere dag
herhaalde in een gelijk tempo.
Trijnie kreeg al spoedig door, dat er
goed verdiend werd in deze zaak.
Ondanks de armoede om haar heen.
Ondanks het borgen, dat nu ingekrom
pen was tot maximum vijf gulden per
gezin. En daar hield Trijnie dan ook stipt
de hand aan. Tot groot verdriet
van menige huismoeder, die dan
in een andere zaak probeerde, maar
daar eveneens de kous op de kop kreeg.
Want de winkeliers vonden het een
goed idee van Freerk Ranzijn, dus
volgden ze zijn voorbeeld al heel gauw
na.
Binnen het jaar schonk Trijnie haar
man een dochter. Over de naam was
men het gauw eens: Trijnie's moeder
hette Geertruida en Freerk vond het
dadelijk goed, dat hun dochter zo werd
genoemd. Maar omdat dit zo'n mond
vol was, stelde Freerk voor, dat de
roepnaam Trui zou worden, waarmee
Trijnie, in dit opzicht nog niet geëman
cipeerd, volkomen akkoord ging.
Trui Ranzijn groeide voorspoedig op,
was misschien wat te lang en bleef
mager en schriel, maar in de ogen van
haar moeder was ze het mooiste kind in
de Langedijken en daarbuiten. Hoewel
de meestal vrouwelijke bezoekers, die
het kind bewonderden, daarover andere
gedachten hadden: „Nó, mens, wat
een lilluk kind is dat maidje van Freerk
en Trijnie, je witte wel, van de grutter oit
de Dubbele Buurtl" Maar dat zeiden ze
niet hardop, vast niet. Tenslotte was
Ranzijn een winkelier en iemand, die al
op de lijst stond voor diaken in de kerk.
Waarvan ingewijden wisten, dat hij
zondags een halve gulden in ieder zakje
gooide, want je moest in elk opzicht je
dankbaarheid aan het Opperwezen to
nen, nietwaar? Als Hij de wasdom niet
geeft, tevergeefs zaaien wij.
Ja, Freerk Ranzijn werd al heel gauw
een man van aanzien. Dus zat hij twee
jaren na zijn trouwen in de kerkeraads-
bank en ging met zwarte handschoenen
aan de lange hengel bank na bank
hanteren, om datgene in ontvangst te
nemen, wat men afzonderde voor de
armen. Want die waren er genoeg.
Waarbij nog kwam, dat hij de enige
christelijke kruidenier was, zodat hij ook
opdracht kreeg bepaalde uitkeringen in
nature af te leveren bij armlastigen, die
een beroep deden op de diakonie, maar
bij wie het niet verantwoord was die
naar
voor dames en heren, o.a.Speedo, Heinzelmann, Linda Lu,
Den Burg en De Koog
hulp te verlenen middels klinkende
munt.
Als Trijnie hem zo vanaf de stoelen in
het midden van de kerk zag zitten in de
bank naast de preekstoel, groeide haar
trots. Ze had wel een goed huwelijk
gedaan: heel goed zelfs. Freerk was
geweldig voor haar en stelde geen
onwaardige eisen in zijn huwelijk. Wat
ze dubbel in hem waardeerde. Zelf werd
ze met de nodige achting bejegend:
vrouw Ranzijn, wier man diaken was,
weet je wel. Keurig vrouwtje en hard
meewerkend in de winkel. Zulke gezin
nen zijn een sieraad voor dorp en kerk,
nietwaar? Steunpilaren van deze maat-1
schappij.
Trui Ranzijn was ruim twee jaar oud,
toen haar moeder andermaal in het
kraambed kwam. Ditmaal was het een
moeilijke bevalling, waarbij uiteindelijk
de dokter aan te pas moest komen,
maar tenslotte bracht Trijnie toch een
welgeschapen kind ter wereld, opnieuw
een dochter, al was dat wel een kleine
teleurstelling. De uitgeputte moeder, die
op een zoon had gerekend en enkel
namen daarvoor had bedacht, wuifde
flauwtjes met haar hand. „Doe jij maar,
Freerk, ik vind alles goed, als het maar
een nette naam is, heej?"
(wordt vervolgd)
Maandagmiddag liep een langs de
Beatrixlaan in Den Burg geparkeerde
bestelauto (2CV) ernstige schade op
toen een van de sproeiarmeri van een
landbouwtrekker plotseling uitklapte.
De auto, eigendom van een op de
Beatrixlaan wonende onderwijzeres
werd aan de rechterzijkant opengereten.
De zon komt 25 juni op om 5.20 uur
en gaat onder om 22.04 uur; 28 juni op
om 5.22 uur en onder om 22.04 uur.
Maan: 27 juni L.K.; 5 juli N.M.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
Vrijdag 23 juni 11.29 en 23.40
Zaterdag 24 juni 0.19en 12.13
Zondag25juni 0.56en 12.54
Maandag 26 juni 1.00 en 12.32
Dinsdag 27 juni 1.32en 14.11
Woensdag 28 juni 2.15en14.59
Donderdag 29 juni 3.18en15.04
Vrijdag 30 juni 4.32en 17.21
Zaterdag 1 juli 5.52 en 18.35
Aan het strand is het ongeveer een
uur eerder hoog water.
mm