Koude herinneringen Het laatste houvast\ Aanglijdingen Creativileitscursussen Tuinafraslering vernield Door gladheid tegen schutting FEUILLETON IINSDAG 9 JANUARI 1979 TEXELSE COURANT PAGINA S Als gevolg van de gladheid deden zich tal van aanrijdingen voor. Om dat het steeds bij lage snelheid ge beurde bleef de materiële schade be perkt en deed zich ook geen per soonlijk letsel voor. Vrijdag werd een aan de Vaargeul geparkeerde auto van W. Huizinga door een onbekende aangereden. De auto liep aan de rechterzijde deuken op; de dader heeft zich nog niet ge meld. Vrijdagmiddag deed zich op het kruispunt Diek-Hoornderweg te Den Hoorn een aanrijding voor. De van de Hoornderweg komende W.H. uit Ven huizen reed de Diek op en wilde daar remmen voor de naderende D. van Heerwaarden. Omdat de wagen door gleed mislukte die poging. Beide auto's liepen plaatschade op. Toen C. Riemens uit Oosterend op de hoek Waalderstraat-Bernhardlaan wilde remmen, gleed hij door en velde een verkeersbord. Zaterdagmiddag werd de aan het Schilderend geparkeerde auto van P. M. Witte aangereden door een passe rende vrachtauto, ook een gevolg van de gladheid. De geparkeerde auto werd tegen een schutting gedrukt; auto en schutting werden beschadigd. Mevrouw H. Troost-Lap uit Den Hoorn gleed zaterdag met haar auto tegen een verkeerszuil op het kruispunt Beatrixlaan-Emmalaan. De verkeerszuil ging tegen de grond en de bumper van de auto werd gedeukt. H. Boks uit Den Burg botste zondag ochtend met zijn auto tegen een licht mast op het kruispunt Pontweg-Aken- buurt. Op het kruispunt Waalderstraat-Bern hardlaan deed zich donderdag als ge volg van de gladheid een aanrijding voor, waarbij twee auto's flinke schade opliepen. Een door H. L. Wessels uit IJmuiden bestuurde Öpel kwam van de Bernhardlaan en kon door de gladheid niet tijdig stoppen voor de op de Waalderstraat rijdende M. M. Groot uit Den Burg in zijn Fiat. Veel grote schade was het gevolg van een aanrijding die zich vrijdag ochtend voordeed op het kruispunt Schilderend-Emmalaan-Bernhardlaan te Den Burg. Een door B. Oostra bestuurd Toyota busje kwam van de Emmalaan en remde om een wielrijder te ontwijken. Omdat het busje begon te glijden werd de wielrijder toch geraakt. Direkt daarop volgde een tweede botsing want het busje was op de linkerrijbaan terecht gekomen en werd daar geraakt door een uit de Bernhardlaan komende Renault R4, bestuurd door mevrouw Van der Ploeg uit Blaricum. Laatstge noemde wagen liep voor meer dan duizend gulden schade op. Er deden zich nog tal ven dergelijke „aanglijdingen" voor, waarbij geen politie werd geroepen en waarbij de schade onderling werd geregeld. In verband met de slechte weersom standigheden is de inschrijvingstermijn voor de verschillende creativiteitscur- sussen met een week verlengd. Opgave kan ook telefonisch worden gedaan bij het raadhuis: kamer 304, tel. (02220) 3041. In verband met de verlengde termijn zullen meerdere cursussen later van start gaan. Degenen, die zich al hebben opgegeven krijgen zo spoedig mogelijk bericht over de aanvangs datum. Aan de Beatrix laan fotografeerden wij deze uit sneeuw geboetseerde ijsbeer van ruim twee meter hoog. De 22-jarige P. D. J. Drijver uit Den Hoorn ramde donderdag in de Wilhel- minalaan een tuinschutting nadat hij als gevolg van de gladheid van de weg was geschoten. Drijver zag in de bocht ter hoogte van perceel 5 twee auto's voor zich. Hij wilde remmen maar begon te slippen, schoot het trottoir op en botste tegen de schutting van de heer W. J. Eelman. Zo wel de auto (een Triumph) als de schutting werden beschadigd (foto Pe ter Smit). Er viel ook plezier te beleven. Op het duin bij hotel Juliana vermaakte de jeugd zich met sleetje rijden. Een met levensmiddelen geladen vrachtauto van Verduyn b.v. uit Hoofddorp raakte on wrikbaar vast In de besneeuwde berm bij het kruispunt Pontweg-Californiöweg. Dat was het gevolg van een plotselinge uitwijkmanoeuvre die chauffeur M. Vosman moest maken voor een slippende Duitse per sonenauto. Er kwam hulp van de Rijkspolitie en de Rijkswaterstaat die met hun aan elkaar gekoppelde terreinvoertuigen de wagen weer op de weg trokken. Dergelijke tafereeltjes waren de vorige week schering en inslag. Een tot dusver onbekende rode per sonenauto ramde donderdag de tuinaf- rastering van de woning Wilsterstraat 5. De wagen was door gladheid van de weg geraakt. De bestuurder liet weten dat hij geen tijd had en de schade 's avonds zou komen regelen. Tot dusver heeft hij zich niet gemeld. Enkele foto's ter herinnering aan de korte maar ongekend koude periode die we zojuist achter de rug hebben. In tegen stelling tot gewoonlijk bleef Texel wat betreft temperatuur en sneeuwval niet achter bij plaatsen in het land die verder van zee zijn gelegen. In tegendeel: het vroor hier nog harder dan op de Veluwe en waarschijnlijk is nergens in het land zo veel sneeuw gevallen als op Texel: 25 tot 30 centimeter. Geschaatst is er niet of nauwelijks want als gevolg van de sneeuwval is geen bruikbaar ijs ontstaan. Ook met de dooi lag Texel aan de kop. Het eiland had al een volle dag hevige dooi achter de rug toen het elders in het land nog vroor. De herinneringen aan deze koudegolf zijn overwegend slecht, want onze samenle ving lijkt op dit soort beproevingen niet meer te zijn ingesteld. Overigens: de temperaturen zakken alweer. Het is nog maar begin januari zodat Koning Winter alle tijd heeft om terug te komen. door Henk van Heeswijk. 48. Hij bleef en haalde zijn kleren en verdere bezittingen op in Haarlem, betaalde zijn kamer en nam zijn intrek bij Truus. Zaterdagsmorgens reden ze weg, het vlakke, Belgische land in. Onderweg zei ze: ,,lk had daar een vriend, een Westfriese ex-onderwijzer, die er balen ^an had en dat huisje kocht. Ik was er een keer in de buurt in een pension. We zagen elkaar tijdens de avondwandelingen en werden goedevrienden. MaarToon zo heette hij kreeg een hartaanval en was plotseling dood". Ze zuchtte. „Onze verwachtingen waren hoog gespannen voor wat de toekomst betreft. Blijkbaar mocht 't niet. Hij had me bedacht in zijn testament. Financieel heb ik alles, wat mijn hart maar kan begeren. Maar dat is danookalles, Joop". Hoewel hij begreep, wat ze hiermee bedoelde, zei hij op bittere toon: „Het is anders verrekt gemakkelijk, wat geld bij dehandte hebben". Onderweg aten ze ergens. Waarna ze nog wat dronken en rookten. Op zachte toon sprak ze voor zich uit, zonder hem aan te kijken: „Maatschappelijk ben ik geslaagd, maardroeg m'n hele leven, van m'n prilste jeugd af, een handicap met me mee. Ik hoef niet in bijzonderheden te treden. Je weet het. Wat ik teveel had, had jij te kort. Tenminste de laatste jaren. En het omgekeerde was eveneens 't geval". Ook nu begreep hij deze vrouw. Maar wat moest hij erop antwoorden? „Soms vroeg ik me wel eens af: waarom liet God dit toe? Dat met Hannie? Het is toch niet enkel mijn schuld? Ik heb mezelf toch niet gemaakt?" Een rechtstreeks antwoord wist de vrouw niet. Op haar beurt vroeg ze enkel: Geloof jij nog in God?" Nadenkend antwoordde de man: ,,lk ben na m'n afgang vreselijk opstandig geweest en heb gevloekt. Maar wat helpt 't? Ik moest leven, dus ücmoest me er wel doorheen slaan. Soms ga ik naar de kerk. In een ander deel van de stad, waar men mij niet kent. Maar ik kom nooit in de goede stemming. Is dat een soort haat, wat nog achtergebleven is?" „Mogelijk. Fatalisme is natuurlijk niet christelijk. We hebben zelf een wil en verantwoordelijkheidsbesef. We zijn op gevoed in geloof, met eerbied en begrip voor bepaalde zedelijke normen. We weten, hoe we moeten levende christelijke levenswandel, waarover di recteur Bredius het wel eens had, weet je nog? Maar normen zijn kwetsbaar en moeten vooral in deze tijd plaats maken voor andere, nieuwere. Je ziet de vervlakking in de kerken. En het lange haar, de spijkerbroeken, popmuziek, dansen, de vrije sex, het toenemend gebruik van verdovende middelen, noem maar op. Wat blijft er nog over van hetgeen wij aanvaard hebben als vanzelf sprekend? Niet meer discutabel? Hoeveel taboe's zijn er al gesneuveld? Ik geef toe, dat het dan wel eens moeilijk wordt om christen te blijven in een wereld, die met de dag verandert. Doorgaans in negatie- vezin. Desondanks geloof ik in God en ga vrij regelmatig naar de kerk, al heb ik ook mijn slechte perioden, waarin ik opstan dig ben en mijn eigen lichaam vervloek, omdat het niet aantrekkelijk is voor de man". Ze roken en denken na. Tenslotte zegt ze met een intonatie van berusting: „Je leert leven met je gebreken, omdat je wel moetEr is geen alternatiefEr zijn ups and downs. En daardoor blijf je diep in je hart ontevreden. Dat zul jij waarschijnlijk nietsnappen, maar jij had wellicht andere problemen". In Nieuwpoort bekeek hij het kleine huisje. Ze wees naar boven. „Daar is nog een kleine slaapkamer en een zolder. De kamer is groot genoeg voor jou. Als je wilt, blijven we hier enkele dagen. Het zal jegoeddoen". Ze bleven een volle week en maakten lange wandelingen, door de omtrek of langs de zee. Soms reden ze 's middags weg, een eind België in, aten ergens of zetten de wagen op een mooi punt en wandelden dan wat rond. 's Avonds hadden ze lange gesprekken. Truus hoorde ook, hoe het na haar vertrek van de school was gegaanEen va et vient van leraren, want het nieuwe hoofd had niet voldoende tact om met personeel om te gaan en irriteerde de leerlingen. De sfeer deugde niet, zodat het bestuur ingreep, het hoofd met ziekteverlof zond en hem te kennen gaf, dat hij er verstandig aan zou doen een andere school te zoeken. Truus luisterde doorgaans zonder hem in de rede te vallen. Op haar beurt verhaalde ze over haar laatste jaren op het ministerie. „Het bevalt me, dit rentenie ren, want zoveel schik had ik niet meer in mijn werk. Ik stond aan een top en omdat ik geen voldoende papieren had, waren verdere promoties uitgesloten. Geen academische opleiding of iets dergelijks, snap je? Ik had er ineens schoon genoeg van. En dat andereik heb er zo ongeveer in berust. Mijn zuster heeft vier, vijf mannen gehad. Ik ben de tel kwijt. Nu zit ze een zestig kilometer hier vandaan met weer een ander. Of ze al dan niet met hem getrouwd is, weet ik niet. De laatste maal, dat ik bij haar was, wilde ze me zo snel mogelijk kwijt. Dat voel je, he?" Zaterdagsavonds maakten ze een wan deling door het dorp. Het waser nog druk, want een winkelsluiting kende België niet. Aan een kraam kochten ze vis. Verder deed Truus de noodzakelijke inkopen voorde zondag. Op de terugweg vroeg ze: „Gaan we morgen naar de kerk? De dichtstbijzijnde protestantse kerk is in Oostende". „Goed", antwoordde hij. „Ik vind alles prettig, samen met jou. Maar Ze begreep hem. „Maandag zijn we weer in Den Haag. Plaats je een advertentie in de Haagse kranten. Voor het bijwerken van leerlingen, of privé- lessen. Ja, dat betaal ik voor je. Zodra je werk hebt, mag je het terugbetalen. Laten we zeggen: Ik geef je een renteloze lening. Ook voor kleren en zo, want je moet jezelf optimaal kunnen presente ren". „Het stuit me tegen de borst, Truus". „Fijn. Bewijst, dat je nog een grote dosis eergevoel bezit. Daarom ben je een man naar mijn hart, maar dat was je altijd al. Nu begrijp je misschien, waarom ik je een zetje ga gevenZodat je weer te paard kuntkomen. Enkel een zetje". Ze lachte. Boven maak ik een kamer voor je klaar, waarjejekneusjes kunt ontvangen". „Kneusjes?" herhaalde hij, niet begrij pend. „Deleerlingen, die bijgewerkt moeten worden, suffie". Binnen een maand had hij een achttal leerlingen van middelbare scholen, die geholpen moesten worden. Joop Bier mans ging ze begeleiden op zijn eigen, tactische manier. En Truus zag tot haar voldoening, dat hij zijn zelfvertrouwen geleidelijkaan terugkreeg. Op een avond overhandigde hij Truus een envelop. Verbaasd maakte ze hem open. Er viel een briefje van honderd uit. „Deeersteaflossing", zei hij. „Het eerste verdiende geld. Als ik deze kinderen houd, kan ik binnen een jaar van je af zijn". „O, dank je wel, hoor. Wil je me zo graag kwijt?" Hij schudde 't hoofd. „Je weet wel beter. Wat zou er van me terechtgeko men zijn, als jij me niet had geholpen? Ik krijg m'n zelfrespect terug, omdat ik nu geld verdien. Nog een paar jongens er bij en ik ben selfsupporting". Een tijdje later was Joop Biermans zo ver, dat hij vlot in verschillende vakken de kinderen kon helpen. Omdat hij in een zeer behoorlijke buurt domicileerde, kreeg hij ook HBS- en Gymnasium-leer lingen uit de betere stand. En liet zich er goed voor betalen. Maar toen hij op een warme zomeravond weer twee briefjes van honderd voor haar neerlegde, protes teerde ze. „Houd ze alstjeblieft. Joop. Ik heb zelf meer dan voldoende. Vergeet niet, dat de vakanties voor de deur staan en hoeveel leerlingen houd je in die zes, acht weken? Open een bankrekening, dan krijg je weer geld". „Ja, maar ik leef hier toch op de schobberdebonk Wat een uitdrukking", zeize lachend. „Je bent mijn huisgenoot, dus Hij knikte enkele malen. Dat zit me ook een beetje dwars, he? Jij en ik, samen in dit huis. Iedere dag en elke nacht opnieuw. Je kunt wel zeggen, dat je buren zich nergens mee bemoeien, maar ze kijken me toch met eigenaardige blikken aan". „Verbeelding", meende ze. „Mogelijk, maar het istoch tegek". (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1979 | | pagina 5