Een bosbewoner met
een slechte naam
A te Rienstra in algemene beschouwing CDA:
„We raken verward in
kluwen van procedures
Vijfjarenplan nodig
voorde woningbouw
Zeer goede opbrengst
collecte geestelijk
gehandicapten
„WAT IK ZEGGEN WOU.."
Geslaagde
verkoopmiddag
Niet te geloven
- RIJDAG 2 NOVEMBER 1979
TEXELSE COURANT
PAGINA 7
Reageren op deze rubriek kan bij Jaap
van Groenigen, telefoon (02220) 3562,
Adriaan Dijksen, telefoon (02228) 676 of
bij het Natuurrecreatiecentrum, telefoon
'02228)741.
De gaai, of vlaamse gaai zoals hij officieel heet, is een vrij bekende
logel. In de eerste plaats omdat hij opvallend gekleurd is. in de
weede plaats omdat hij, buiten het broedseizoen, vaak zeer luidruch-
:ig is en een rauw doordringend geschreeuw laat horen. Tenslotte
èmdat hij, vooral in jagerskringen, een heel slechte naam heeft.
"Dmdat gaaien nogal eens nesten van andere vogels plunderen zou het
sen heel schadelijke vogel zijn. Dit staat de laatste tijd echter steeds
tneer in discussie. Straks daarover meer.
De mooiste
De vlaamse gaai behoort tot de
amilie der kraaien, de grootste verte
genwoordigers van de orde der zang-
/ogels. In Europa is hij verreweg de
neest kleurige kraai-achtige, hoewel
ikster, notenkraker en taigagaai (ver
wanten van onze gaai) ook wel een op
vallender verenkleed hebben dan de
i joorgaans pikzwarte kraaien. In Neder-
and komen beide laatste soorten echter
telden of nooit voor.
Gezien zijn opvallende kleuren: grijs,
■oodbruin, wit, zwart en blauw, is de
vlaamse gaai in feite onmiskenbaar.
Meestal zien we ze als ze voor ons uit
wegvliegen. Dan vallen de witte stuit en
iwarte staart duidelijk op, alsmede de
wit-zwarte vleugels met opvallende
blauwe vlekken. Het zijn deze blauw
zwarte dekveertjes die vaak de jagers-
hoeden 'sieren'.
De vleugels van de gaai zijn kort en
afgerond. Hierin herkennen we de vleu-
gels van een echte bosbewoner. Korte,
brede vleugels staan garant voor een
i snelle start en vlucht over korte afstand
;en een heel goede manoeuvreerbaar
heid tussen stammen en takken. Als
gaaien over een wat grotere afstand
moeten vliegen, is hun vlucht langzaam
-en opvalllend flapperend, zodat ze wel
wat van grote vlinders weg hebben. De
i zwarte en witte veertjes van de kruin
kunnen tot een kuif worden opgezet
zodat ze vaak een hele dikke kop lijken
te hebben.
Bosbewoner
Van alle Europese kraai-achtigen is de
vlaamse gaai verreweg het meest bos
bewoner. De ekster broedt ook wel in de
bossen maar zoekt zijn voedsel meer in
de open gebieden. Kauw en zwarte
kraai zijn nog meer bewoners van het
open veld.
Aanvankelijk kwamen op Texel dan
ook geen gaaien als broedvogel voor.
Het eerste broedgeval vond in 1938
plaats. Toen pas was het bos kennelijk
groot en goed genoeg voor de soort. De
aantallen zijn sindsdien langzaam toe
genomen. De laatste jaren schommelt
het aantal paren in de Staatsbossen
tussen de 17 en 23. In windsingels van
bungalowterreinen oostelijk van het bos
vestigden zich echter ook een aantal
paren, zodat het totaal aantal op Texel
mogelijk tegen de dertig ligt. Toene
mende 'bebossing' speelt de soort dus
duidelijk in de kaart, zodat we evenals
de meeste andere kraai-achtigen ook de
vlaamse gaai een cultuurvolger kunnen
noemen.
De vlaamse gaai broedt in heel Europa
behalve in het meest noordelijke deel.
Het broedgebeid strekt zich verder
oostelijk uit door de Sovjet-Unie tot in
oostelijk China en Japan. Buiten Europa
en Azië komt de soort niet voor. Als we
het broedgebied van de vlaamse gaai
bekijken, blijkt dat het voor een belang
rijk deel samenvalt met de plaatsen waar
eikebomen (in diverse soorten) voor
komen. Dat is heel logisch want eikels
zijn verreweg het belangrijkste voedsel
van de gaai.
Eikelplukkers
Die eikels zijn heel overheersend in
het leven van de vlaamse gaai. Ze eten
ze namelijk niet alleen in de herfst recht
streeks van de bomen, maar leggen ook
uitgebreide wintervoorraden aan. Dit
gedrag is onder vogels heel bijzonder en
daarom intensief bestudeerd.
Zo ongeveer vanaf begin september
beginnen de gaaien zeer ijverig eikels te
verzamelen. Ze begraven deze op allerlei
plaatsen in de bodem. Dit hoeft niet
direct onder de boom te zijn. De gaaien
hebben vaak een speciale voorkeur voor
sommige plaatsen en vliegen daar soms
vele honderden meters, ja in enkele
gevallen wel 4 5 kilometer voor. De
vogels hebben een keelzak zodat ze niet
steeds met één eikel tegelijk behoeven
te vliegen. Meestal proppen ze er veel
meer in, met een maximum van 9 eikels.
De eikels worden alleen of soms met
meer tegelijk verstopt onder een laag
bladeren of in dik mos. Met de snavel
maken de gaaien eerst een ondiep
kuiltje. Na het 'planten', want dat is het
eigenlijk, wordt het kuiltje weer dicht
gemaakt.
Gaaien zijn tot ver in november met
dit werk bezig en kunnen eikebomen of
bosjes werkelijk helemaal kaal plukken.
Natuurlijk heeft men geprobeerd het
aantal eikels dat verzameld wordt, te
tellen. De uitkomsten daarvan zijn ver
bazingwekkend. In de tijd dat de verza-
meldrang het grootst is, gedurende
ongeveer 10 dagen, werken de dieren
zo'n tien uur per dag. In Engeland
berekende men dat 35 gaaien geduren
de die 10 dagen 21.000 vluchten maak
ten. Met een (laag) gemiddelde van 3
eikels per vlucht, betekent dat in totaal
het verstoppen van 63.000 eikels. Een
Duitse onderzoeker berekende dat 65
gaaien in een maand 200.000 eikels
plantten en andere onderzoekers spre
ken van zo'n 5.000 eikels per gaai, per
herfst!
Natuurlijk stoppen gaaien geen eikels
in dé grond omdat ze eikebomen zo
mooi vinden. De verstopte eikels vor
men vaak een onontbeerlijke voedsel
bron in de winter. Met onderzoek in
grote vliegkooien kon bewezen worden
dat de gaaien de door hen verstopte
eikels gericht terug konden vinden. Ze
maakten bij het terugzoeken gebruik
van duidelijke herkenningspunten in het
landschap van de bosbodem, zoals van
een stam, een dikke tak e.d. Zelfs als er
sneeuw ligt weten de gaaien nog hun
eikels terug te vinden. Ook in het
voorjaar wordt nog steeds van de
voorraden gegeten, maar alle eikels
vinden ze natuurlijk nooit terug. Als die
op een gegeven moment gaan ontkie
men en boven de grond komen, wordt
het voor de gaaien weer veel gemak
kelijker. De zaadlobben van deze ont
kiemende eikels blijven heel lang goed,
zelfs tot in de nazomer. De gaaien eten
in het voorjaar en de zomer veel van
deze zaadlobben die ze vaak zonder
beschadiging, van de jonge plant af
weten te krijgen. Het is opvallend dat
zelfs de wat oudere jongen al weer voor
het grootste deel met eikels (of de zaad
lobben) gevoerd worden.
enrvot wn uezeas-arrix vuumtwoohdellioco »nh medmiic
Gaaien kunnen dus niet zonder eike
bomen. Het zou te ver gaan om te
zeggen dat eiken niet zonder gaaien
kunnen. Toch zorgen deze vogels voor
een heel belangrijk deel voor de natuur
lijke verspreiding van de eik en de
verjonging van het eikebos. De verstop
te eikels hebben een veel grotere kans
tot ontkieming dan de exemplaren die
van de boom gevallen zijn en de gaai
vindt ze immers niet allemaal terug. Met
het begraven van eikels waarborgen de
gaaien niet alleen hun voedselvoorzie
ning in slechte tijden, maar zorgen ze
ook voor het voortbestaan van het bos.
Bos waar ze niet zonder kunnen.
Ander voedsel
Naast de eikels wordt ook nog ander-
plantaardig voedsel gegeten zoals bes
sen en zaden. Alleen in de broedtijd
wordt meer dierlijk voedsel gegeten. Dat
is hoofdzakelijk voor de kleine jongen
die zeer eiwitrijk voedsel nodig hebben.
Grote hoeveelheden spinnen, slakken,
kevers, rupsen en vlinders, waaronder
voor de bosbouwer schadelijke, worden
gevangen. Dan ook 'vergrijpen' de
gaaien zich aan nesten van andere
vogels, vooral zangvogels. Verhou
dingsgewijs is dit maar weinig hoewel
het soms kan lijken dat in een bepaald
gebied 'alle' nestjes leeggehaald wor
den. Men hoort wel eens dat veel gaaien
in staat zouden zijn een hele zangvogel
bevolking uit te roeien. Dat is in ieder
geval onzin! Het zou te ver voeren hier
nu uitgebreid op in te gaan. In de
toekomst echter doe ik dat wel. De
afgelopen tijd ben ik namelijk door
verscheidene mensen benaderd met het
verzoek eens aandacht te besteden aan
eksters, zwarte kraaien e.d. die op
bepaalde plaatsen alle weidevogelnes
ten plunderen. Zeker is, dat het bij die
soorten iets anders ligt dan bij onze
gaai.
Jachtwet
Ondanks de pleidooien die Thijsse in
het begin van deze eeuw al hield voor de
vlaamse gaai, werd de soort als schade
lijke vogel toch in de Jachtwet ge
noemd. Vreemd eigenlijk want in die
zelfde Jachtwet staan ook soorten als
wintertaling, goudplevier, watersnip en
houtsnip. En dat zijn vogels die geen
'schade' doen aan andere vogels, laat
staan aan onze economische belangen.
Die soorten staan alleen maar in de
Jachtwet omdat bepaalde mensen er
plezier in scheppen ze te bejagen, ze
dood te schieten. Wij bepalen dus dat
gaaien die eieren en jongen van andere
vogels voor hun nageslacht zoeken,
schadelijk zijn maar vinden het kennelijk
normaal dat wij zelf voor de sport, voor
ons plezier, wel een aantal vogels
mogen dodenl
Eerherstel
Gelukkig begint men wat de vlaamse
gaai betreft, steeds meer te beseffen dat
die schadelijkheid overtrokken is. Door
zijn 'eikenplanterij' is hij waarschijnlijk
zelfs heel nuttig. We moeten overigens
niet vergeten dat nuttig en schadelijk in
de natuur niet bestaan, ieder dier heeft
daar zijn plaats en vervult zijn rol in het
geheel.
Vanaf dit jaar mag de gaai in de
broedtijd, d.w.z. vanaf 1 mei tot half juli
niet meer bejaagd worden. Het is een
eerste stapje op weg naar rehabilitatie
die moet eindigen in het overplaatsen
naar de Vogelwet. Dan is de vlaamse
gaai pas volledig beschermd en kan hij
alleen bestreden worden, als de schade
die hij zou doen ook werkelijk kan
worden aangetoond.
Adriaan Dijksen
De verkoopmiddag van de handwerk-
club De Hollebol is een groot succes
geworden. Alle goederen zijn verkocht
en er werd ook druk gebruik gemaakt
van de gelegenheid koffie met cake te
gebruiken. De nummers waarop het
sprei en de gebreide deken zijn gevallen
zijn voor het sprei: blauw no. 1750 en
voor de deken: oranje no. 37. Deze
prijzen kunnen vrijdag tussen 14.30 en
16.30 uur in De Hollebol worden afge
haald.
In een artikel in de Texelse Courant
van vrijdag 26 oktober wordt door een
aantal architecten opgemerkt „door de
aanleg van de nieuwe dijk is hier veel,
betrekkelijk nutteloze ruimte ontstaan.
Zonder de aanleg van nieuwe straten is
hier een goed woonmilieu te maken met
plaats voor ongeveer 140 huizen en er
kan dan wat groen overblijven!".
Je gelooft je ogen niet als je zoiets
leest en je vraagt je af hoe deze mensen
aan de titel architect komen. Ze hebben
het over 'nutteloze ruimte'. Het staat
er echtl Voor ons Oudeschilders is deze
ruimte helemaal niet nutteloos. En ons
leefmilieu staat ons ook best aan.
Bespaar ons 140 huizen, met zo'n 550
inwoners, die zeker 140 auto's meebren
gen, waarvoor dan weer 140 parkeer
ruimtes nodig zijn. Het groen waar de
architecten het over hebben zal dan wel
tussen de stenen moeten groeien.
Het dorpsgezicht van Oudeschild
heeft de afgelopen jaren een 'facelift'
ondergaan, van een lelijke eend is het
tot een goed onderhouden lintbebou
wing met veel houten geveltjes en
herstelde monumenten geworden. De
verlegging van de dijk heeft dit dorps
gezicht er niet mooier op gemaakt, maar
de groenstrook is een pleister op de
wonde. Het is de heren architecten
blijkbaar ontgaan dat de Oudeschilders
elk een flink stuk grond aan de gemeen
te hebben afgestaan, waar de gemeente
als tegenprestatie een gemeentelijke
tuin en groenstrook voor onderhoudt.
Het is te hopen, dat monumentenzorg in
Den Haag (zoals door ons is voorge
steld) Oudeschild volgens de richtlijnen
van de minister tot beschermd dorps
gezicht verklaart, zodat de horreurs van
de bouwmeesters die men moderne
bouw noemt en die de laatste 30 jaar de
fraaie oude Hollandse dorpen verzieken,
aan ons dorp voorbij zullen gaan.
OUDESCHILD IS MOOI EN MOET
MOOI BLIJVEN:
Fien en Bram Wubbenhorst,
Oudeschild
De nationale collecte Geestelijk Ge
handicapten die op Texel in de week van
22 tot 27 oktober werd gehouden heeft
een prachtig bedrag opgebracht:
74.882,63 (vorig jaar 73.925, gespe
cificeerd als volgt: Den Burg en omge
ving 71.895,21; De Koog en omgeving
7442,11; De Dennen en De Westen
7193,50; De Cocksdorp en omgeving
7305,69; Eierland 7196.34: Het Noorden
7139,06; De Waal en Bargen 786,62;
Oosterend en omgeving 7547,31; Den
Hoorn 7346,08; P.H. Polder en 't Horn-
tje en Westergeest 7209,24; Oudeschild
7521,47.
De organisatoren zijn veel dank ver
schuldigd aan allen die aan de collecte
hebben meegewerkt, waaronder de
mensen van de Rabobank die bij het
tellen hebben geholpen.
In zijn namens de CDA-fractie uitgesproken algemene beschou
wing heeft Ate Rienstra zich woensdagmiddag ernstig bezorgd ge
toond over de vertraging in de woningbouw die dreigt als gevolg van
de zeer lange tijd die met bestemmingsplanprocedures is gemoeid.
.Op het gebied van ruimtelijke ordening is weinig concreets uit de bus
gekomen. De uitwerking van het artikel 11-gebied aan de Beatrixlaan
in Den Burg is in 1979 het enige bouwplan van behoorlijke omvang.
Wat verder in de vergaderingen van Ruimtelijke Ordening ter tafel
kwam, was ons inziens van secundair belang".
Rienstra zei dat veel belangrijke plan
nen stagneren waardoor de continuïteit
in de woningbouw accuut wordt be
dreigd. Hij noemde als voorbeelden het
bestemmingsplan voor het centrum van
Den Burg en de plannen voor de
beschermde dorpsgezichten van Oos
terend en Den Hoorn. Zelfs het struc
tuurplan voor Texel is nog steeds niet
aan de raad ter vaststelling voorgelegd.
Het is nu al zeven jaar geleden dat veel
mensen zich hebben ingespannen om
zich samen te bezinnen op de toekom
stige structuur van Texel. Er is nu zoveel
tijd verstreken dat je je moet afvragen of
niet beter helemaal opnieuw kan wor
den begonnen, omdat in de tussentijd
van alles veranderd is en allerlei nieuwe
gegevens ter beschikking staan. Rien
stra vroeg zich af of de trage gang van
zaken is te wijten aan personeelsgebrek
op de afdeling ruimtelijke ordening of
dat de oorzaak dieper ligt, nl. dat de
gemeente zodanig verstrikt is geraakt in
de gevolgen van de wet op de ruimtelij
ke ordening met alles wat daarmee
samenhangt (overleg, inspraak, bezwa
ren enz.) dat een onwerkbare situatie is
ontstaan waarbij het doel wordt voorbij
geschoten.
Wijzend op de resultaten van het
woningbehoefte-onderzoek (waardoor
bekend is wat er aan huizen in de
komende jaren van de grond moet
komen) vond Rienstra het zinvol dat een
vijfjarenplan voor de woningbouw
wordt ontworpen. Dit plan zou jaarlijks
moeten worden bijgewerkt en bij de
begrotingsbehandeling aan de gemeen
teraad moeten worden voorgelegd.
Naast het aantal te bouwen woningen
per jaar zou het plan ook moeten
aangeven in welk dorp wordt gebouwd
en of het om vrije sectorwoningen,
premiewoningen dan wel woningwet
woningen zou moeten gaan. Maar er
zullen dan wel bestemmingsplannen
moeten zijn. Concreet informeerde
Rienstra bij het college of het bereid is
zo'n vijfjarenplan aan de raad voor te
leggen, welk aantal woningen in 1979
gereed komt, wat de verwachtingen zijn
voor 1980 en of volgend jaar en daarna
vertraging kan worden verwacht we
gens het uitblijven van goedgekeurde
bestemmingsplannen.
Slecht onderhoud
De CDA-woordvoerder zei ook dat
de woningen die nog bij de gemeente in
bezit zijn (voor zover het geen dienst
woningen zijn) moeten worden afgesto
ten. Het onderhoud van deze huizen
kost veel geld en de kosten worden lang
niet door de baten gedekt. Het is
bovendien beschamend dat de staat van
onderhoud van een aantal gemeentelijke
woningen zeer slecht is. Om ervan
verzekerd te zijn dat de woningen na
verkoop niet verder verkrotten, moet
wellicht eerst tot renovatie worden
overgegaan.
Terugblikkend maakte Rienstra ook
melding van zaken die tot tevredenheid
stemmen: bijna de hele oostelijke zee
dijk is nu op deltahoogte en door het
opspuiten van zand aan de westzijde
wordt ook daar effectief gewerkt aan de
veiligheid van het eiland. Verheugend is
Ate Rienstra
ook de voortdurende uitbreiding van het
fietspadennet, maar Rienstra zei dat zijn
fractie het betreurt dat het pad Den
Hoorn-Den Burg voor 1980 niet in de
investeringslijst is gezet, maar pas voor
het jaar daarna. Hij erkende echter dat
de gemeentebegroting danig uit even
wicht zou zijn geraakt als het pad er
voor het komende jaar wel was opgezet,
tenzij andere urgente zaken naar vol
gend jaar zouden zijn opgeschoven.
Rienstra wees nogmaals op de nood
zaak dat maatregelen ter verbetering
van de veiligheid op de Pontweg werden
genomen. Als het college spoedig de
voorbereidingen treft kan de bevolking
in de gelegenheid worden gesteld een
keus te maken uit de diverse mogelijk
heden om de verkeerssituatie veiliger te
maken.
Rienstra zei dat de kreet ,,Houd Texel
schoon" wel eens een vrome wens is,
waarbij hij doelde op de enorme vervui
ling van straten en pleinen, vooral in de
centra van De Koog en Den Burg in het
seizoen. Schoonhouden heeft dubbel
effect: het verhoogt de kwaliteit van
Texel als toeristeneiland en als de straat
schoon is zijn de mensen ook minder
geneigd er rommel neer te gooien.
Hetzelfde geldt ongeveer voor het
strand. Wat aanspoelt is zo erg niet (als
het maar geen olie is) maar wat zoal
tegen de duinen ligt, is teveel voor het
mooie. Er zit vuil bij dat bij reinigings
actie meerdere malen is ingegraven,
maar bij daarop volgende stormen weer
aan de oppervlakte is gekomen. Een
meer radicale aanpak is nodig: verwijde
ren of verbranden in een gemeentelijke
reinigingsactie, eventueel gesteund
door vrijwilligers.
Uitbreiding gasnet?
Met de belangstelling van de Texe
laars voor aansluiting op het aardgas-
net, gaat het goed. Maar het is wel
jammer dat de aanvragers zo lang
moeten wachten voordat zij daadwer
kelijk worden aangesloten. Het aardgas-
net dat nu is aangelegd, werd destijds
aangeduid als fase A. Nu moet worden
bekeken of fase B (aansluiting van
minder rendabele delen van het eiland)
kan worden uitgevoerd. Rienstra ver
zocht het college daarover contact op te
nemen met het Gasbedrijf.
Verder vestigde de CDA-fractieleider
de aandacht op energiebesparing. Naast
de maatregelen die genomen worden in
de eigen (gemeentelijke) gebouwen etc.
zou ook voorlichting aan de bevolking
gegeven moeten worden. ,,ls in dit
verband wijziging te verwachten in de
bouwverordening? Hier moeten eisen in
komen t.a.v. isolatie. Onze gemeente
hoeft dat niet te laten uit vrees voor
kleinere winst van een gemeentelijk
gasbedrijf".
Schoolbegeleiding
Rienstra ging verder in op de teleur
stellende ervaringen die zijn opgedaan
met de schoolbegeleidingsdienst. Na
dere bezinning hierover vond hij drin
gend nodig, waarbij herziening van het
dienstenpakket van de SBD nodig is.
„Mocht geen duidelijke verbetering in
het functioneren van deze dienst optre
den, dan zal onze fractie in de toekomst
geen gelden voor de SBD meer beschik
baar stellen",
Rienstra wilde verder weten of de
onlangs aangestelde jeugdwerkbegelei
der werkelijk voor een brede groep van
jongeren werkzaam kan zijn en of het
zijn opdracht is dlle jongeren in de
activiteiten te betrekken.
Ook informeerde hij of de onlangs
opneuw geactiveerde commissie werk
gelegenheid al nieuwe perspectieven
voor de werkgelegenheid ziet en hoe het
zit met de uitgifte van grond op het
industrieterrein te Oudeschild. Als aan
de vraag niet kan worden voldaan moet
het terrein worden uitgebreid.
Andere vragen van Rienstra: Hoe
denkt het college de ruimtenood in het
raadhuis op te lossen? Is het college
bereid te onderzoeken of de toeristen
belasting kan worden omgezet in een
vaste belasting per slaapplaats, met
differentiatie? Is na het jarenlange on
derzoek al een mogelijkheid ontstaan
om in Den Burg een aula (rouwkamer) in
gebruik te nemen? In het niet wenselijk
om in Oudeschild en De Koog openbare
toiletten te bouwen? Als de dijken op
deltahoogte zijn, zal dan een herindeling
van de haven van Oudeschild plaatsvin
den?
Gods naam
De CDA-fractie kan accoord gaan
met de begroting, al wordt verwacht dat
het batig saldo tegen het eind van 1980
wel zal zijn verdwenen.
Rienstra besloot zijn beschouwing
met een vermaning: in de taal die tijdens
commissie- en raadsvergaderingen
wordt gebruikt wordt Gods naam soms
misbruikt. „Dit is volgens ons niet nodig
en daarom verzoeken wij dit te vermij
den".