Texelse muizenissen
Suikeroom
Onbekend landschap
m.
Adjudant nam
afscheid
VERVOLG VAN PAG. 1
Oudleerlingen
gokten goed
DINSDAG 29 JANUARI 1980
TEMILM COURANT
PAGINA 5
Reageren op deze rubriek kan bij Jaap
van Groenigen, telefoon (02220) 3562,
Adriaan Dijksen, telefoon (02228) 676 of
bij het Natuurrecreatiecentrum, telefoon
'02228)741.
Waterspits/THMs
(tekening Johan Reydon)
Op een avond in de tweede week van januari, kwam een buurvrouw
me een vondst laten zien. Uit het holletje van haar stevig op elkaar
gehouden handen klonk een luid piepen. Een vogeltje, is dan de eerste
reactie, maar dat bleek toch niet zo te zijn. Het was een klein zoogdier-
zoogdier-
tje, door de kat in huis gebracht. Haar man vermoedde dat het wel
eens een mol kon zijn wegens het prachtig zwart glanzend huidje en
de spitse snuit. Toch was er ook twijfel want de voorpootjes waren
niet die „schopjes" zoals mollen ze behoren te hebben. Een mol was
het was ook zeker niet. Het bleek een spitsmuis te zijn, om precies te
zijn een waterspitsmuis. Dit voorval is een mooie aanleiding eens iets
over de Texelse zoogdieren en in het bijzonder over de Texelse muizen
te schrijven. Ons eiland neemt waar het deze diertjes betreft, namelijk
een heel bijzondere positie in ons land in.
Omstreeks het jaar 800 of wellicht
„iets" later, raakte de oude kern van
Texel helemaal los van het Nederlandse
vasteland. De uitgestrekte moerassige
gebieden op de plaats waar nu de
Waddenzee is, waren langzaam maar
zeker weggeslagen. We mogen aanne
men dat sindsdien zich geen kleine
zoogdieren meer op Texel gevestigd
hebben, althans niet op natuurlijke
wijze. De strook zout water werd te
groot. Daarom komen er maar heel
weinig zoogdieren op Texel voor. Na
tuurlijk wel konijn, haas en egel. Verder
als enig roofdiertje de hermelijn en nog
enige vleermuissoorten. Eekhoorn, bun
zing, otter, marter, vos en ree ontbreken
echter. In het water rond Texel komt
nog sporadisch de zeehond voor. Ten
slotte zijn er de bruine rat en een aantal
muizen.
Afwijkend
De soortensamenstelling van de mui
zen op Texel is afwijkend. De veldmuis
bijvoorbeeld is nog nooit op ons eiland
vastgesteld. Daartegenover staat dat de
noordse woelmuis algemeen is en veel
wijder verspreid dan op andere plaatsen
in Nederland. Vermoedelijk is de noord
se woelmuis, die op Texel wel zwarte of
bruine molmuis wordt genoemd, hier
juist zo algemeen omdat de veldmuis
ontbreekt. In andere delen van ons land
heeft de veldmuis in de in cultuur
Waarin onthullingen worden gedaan en
een fles wijn opengemaakt.
„Jij bent toch vanavond wel thuis?"
vroeg Anneke haar man.
„Als je jou hoort ben ik iedere avond
weg", zei Pieter verwonderd.
„Nee maar.... oom Simon vroeg of
we vanavond tuis waren. Dan kwam hij
even aan".
Pieters verwondering nam toe.
„Vanwaar die plechtigheid?"
Oom Simon woonde nu al enkele
maanden bij zijn zuster in en was een
ongeregelde, maar frequente gast in het
gezin De Jong. Vooral sinds hij samen
werkte met Sjoerd hadden de neven
Kees en Kas in hem een geweldige aan
winst ontdekt. Meermalen vonden ze de
weg naar de werf en uren zaten ze in
een schuitje op het meer. De jonge
Simon kon met zijn oom technische
gesprekken houden over buitenboord
motoren en al dat gesnor. Verder vond
gebrachte gebieden de woelmuis hele
maal verdrongen. Deze soort woelmuis
komt daar alleen nog voor in waterrijke
veengebieden.
Andere op Texel levende muizesoor-
ten zijn de huismuis, de bosmuis en de
dwergmuis. De laatste, niet groter dan 6
7 cm, schijnt hier overigens pas sinds
de jaren vijftig voor te komen. Hij is toen
meegekomen in de grote vrachten Frans
haverstro die nogal eens door bollen-
kwekers naar het eiland werden ge
haald. Daarom werd de dwergmuis door
sommigen al „Franse muis" genoemd.
Waterspitsmuis
Tot nu toe hebben we het nog steeds
niet gehad over de waterspitsmuis of
Neomys fodiens zoals de wetenschap
pers zeggen.
Om te beginnen: eigenlijk is het geen
echte muis. Muizen behoren tot de
knaagdieren, spitsmuizen tot de insek-
teneters. Het is geen wonder dat m'n
buurtgenoten even aan een mol dachten
want ook dat is een insecteneter en dus
zijn beide soorten nauw aan elkaar ver
want. Een andere bekende insekteneter
(we denken nu alleen aan zoogdieren) is
de egel. Al deze soorten hebben een
heel scherp gebit, heel anders dan bij de
echte muizen, en een spitse beweeglijke
snuit.
In Nederland leeft een 5-tal verschil
lende soorten spitsmuizen. Ook hier
Simon het bijzonder prettig dat hij bij
Pieter en Anneke zonder meer kon
binnenlopen, niet als visite werd be
schouwd, rustig in een makkelijke stoel
een krantje kon zitten lezen zo goed als
met Piet een diepzinnig gesprek voeren
over de filosofie van het hengelen,
terwijl Anneke, die een bijzonder wit
voetje bij hem had, bij hem voor al haar
problemen een sympathiek oor vond.
Dit alles in aanmerking genomen, was
het wel verwonderlijk dat Oom Simon
voor deze avond „belet" vroeg.
„Misschien", zei Pieter ironisch,
„was hij in de war en moet hij bij Thea
zijn".
„Daar loopt ie nogal hardl", ant
woordde zijn vrouw.
Inderdaad had Oom Simon, die als zo
vele robuuste, openhartige mensen toch
een heel gevoelig huidje had, niet veel
lust meer tot bezoeken bij Herman en
Thea. Zijn elegante nicht Saskia zag
hem niet, als hij haar op straat eens
tegenkwam. Thea had hem een keer
niet kunnen ontwijken, had vriendelijk
vormt Texel een uitzondering. Wij heb
ben namelijk alléén de waterspitsmuis.
De waterspitsmuis is gemakkelijk van
de echte muizen te onderscheiden.
Zoals al gezegd hebben ze een heel
spitse snuit en vlijmscherpe tandjes. Dat
konden mijn buurvrouw en ook mijn
eigen vrouw, die het „lieve zachte dier
tje" ook even wilde vasthouden, ver-
scheidenene malen aan den lijve onder
vinden! Ook het glanzende (bruin)zwar-
te velletje is kenmerkend. Te zien krijg je
ze echter niet veel. Het zijn hoofdzake
lijk nachtdieren, hoewel ze ook overdag
actief kunnen zijn. Daarentegen zijn ze
erg luidruchtig. Ze laten nogal eens een
fel, doordringend gepiep horen. Zelf heb
ik verscheidene malen dode exemplaren
gevonden langs de bosrand en in de
duinen. Ook elders op Texel moeten ze
wel voorkomen. Bekend zijn de omge
ving van Zevenhuizen en Dijkmans
huizen. Wie weet nog meer plaatsen?
Spitsmuizen hebben klieren die een
naar muskus ruikende stof afscheiden.
Katten schijnen ze daarom zelden op te
eten. Ze vangen ze natuurlijk wel. Door
eens precies op de prooi van uw kat te
letten, kunnen we meer gegevens over
het voorkomen van spitsmuizen op
Texel krijgen. Omdat andere spitsmuis
soorten ontbreken, zijn ze hier zeker niet
beperkt tot een waterrijke omgeving.
Éénlingen
Spitsmuizen hebben een heel eigen
levenswijze. Van de waterspitsmuis is
niet zo veel bekend. Er is (voor zover ik
weet) niet zo gek veel onderzoek naar
verricht. Maar wat bij andere soorten
gevonden werd, geldt voor een groot
deel ook wel voor de waterspitsmuis.
Het zijn bepaald geen gezelligheids-
dieren. Ze leven allemaal, zowel man
netjes als wijfjes, in aparte, eigen ge
biedjes (territoria). Deze verdedigen ze
tegen soortgenoten. Alleen in het voor
jaar beginnen de mannetjes wat uitstap
jes te maken naar gebieden met vrouw
tjes. Maar na de paring gaan ze weer
snel terug naar „eigen land".
gevraagd hoe het ging en heel in het
algemeen en zonder al te veel nadruk
„komt u nog es an?" Dan wist hij wel
hoe de vlag er voor stond. De familie
Weezenaar legde niet langer eer met
hem in, hij was integendeel een familie
lid dat maar op de achtergrond moest
blijven. Het was waar, ook Pieter was
maar een armoedzaaier, een arme
schoolmeester, maar Pieter was nog
een beetje een intellectueel in de ogen
der familie en, nu ja, „nu eenmaal een
rare". Oom Simon was maar een
gewone handwerksman en dat trof te
dieper, nadat men hem als miljonair had
binnengehaald.
„Nou ja", concludeerde Pieter, „we
zijn thuis. We zullen wel horen wat ie op
z'n lever heeft. Misschien herrie met
Sjoerd?"
„Herrie met Sjoerdl" zei Anneke
wegwerpend. Wie kreeg ooit herrie met
Sjoerd?
Toen er die avond gebeld werd en
Pieter zich haastte om open te doen,
zag hij tot zijn verbazing twee mensen in
het duister voor de deur staan, en die
verbazing werd nog groter, toen hij in
een ervan zuster Heersma herkende, die
ook hij wel eens op de werf bij Sjoerd
had ontmoet.
„Twee varensgasten", zei oom Si
mon iets te luidruchtig, „zoeken een
plekje aan de waf bij de huiselijke
haard".
„Kom d'r in, pekbroeken", ant
woordde Pieter.
Ook Anneke keek verwonderd toen-
ze, mét Oom Simon, Han Heersma zag
binnenkomen.
Per jaar komen er twee of drie maal
jongen ter wereld. Meestal worden
spitsmuizen niet veel ouder dan een
jaar. Dat wil zeggen dat de dieren die
zich in het voorjaar voortgeplant heb
ben, in de herfst al weer sterven. Het
feit dat ze door de jonge dieren waar
schijnlijk uit hun territoria worden ge
jaagd, versnelt dit proces nog eens.
Giftig
Zoals al gezegd, spitsmuizen zijn
insekteneters. Ze eten alles wat leeft en
tamelijk klein is: regenwormen, slakken,
kevers en torren, spinnen, rupsen,
sprinkhanen enz. Opmerkelijk is dat ze
ook in het water op stekelbaarsjes en
waterinsekten kunnen jagen. Het zijn
goede zwemmers en ze zijn zelfs in staat
over de bodem te lopen. De waterspits
muis is niet voor een kleintje vervaard.
Hij pakt zelfs padden aan. Dat kan hij
doen omdat zijn beet giftig is. Door zijn
prooi op een bepaalde plaats te bijten,
raakt die verlamd en kan de muis hem
rustig oppeuzelen.
Onderzoekers vonden in een sloot bij
Zevenhuizen eens 8 dode padden en
twee die nog wel leefden, maar zich niet
meer bewegen konden. In de hals
hadden deze twee een bijtwondje. Ver
moedelijk was dit het werk van de
waterspitsmuis. Proeven met het gif
bewezen dat zelfs konijnen die met het
zuivere gif ingespoten werden, er aan
konden overlijden. In de natuur komt
dat natuurlijk nooit voor.
Bijzondere Texelaars
Juist met de Texelse waterspitsmui
zen is nog iets bijzonders aan de hand.
Normaal heeft de soort namelijk een
witte of in ieder geval een lichte onder
zijde. Regelmatig komt echter melanis-
me voor. Dat is ongeveer het tegenover
gestelde van albinisme. De dieren zijn
niet extra wit, maar juist donkerder dan
normaal. De witte onderzijde wordt dus
geheel of gedeeltelijk (bruin)zwart. Op
Texel hebben alle waterspitsmuizen een
helemaal donkere onderzijde en niet
alleen maar af en toe zoals elders. Er is
tot nu toe nog nooit een normaal
gekleurd exemplaar bij ons gevonden.
Het interessante hiervan is dat de Texel
se waterspitsmuis als hij niet in aanra
king komt met „normale" individuen,
dus als er geen vermenging plaatsvindt,
in de toekomst een aparte ondersoort of
zelfs soort kan worden. Dat wil zeggen
dat de dieren hier op het eiland duide
lijke andere eigenschappen ontwikkelen
dan hun soortgenoten elders hebben.
Dat echter is geen kwestie van enkele
jaren. Het is er een van eeuwen, tien
tallen eeuwen zelfsl
Adriaan Dijksen
„Dit is zuster Heersma", stelde Pieter
voor „ook een liefhebster van varen".
Ja, dat wist Anneke, want oom Simon
had van de ontmoeting verteld, en van
de gebroken mastmaar niet van zijn
bezoek bij Han. Ongeneeslijk roman
tisch als ze was, maakte haar vlugge
geest een gewaagde combinatie, maar
ze verwierp die gedachte meteen. Oom
Simon zou toch niet.... maar waaróm
niet? En, zo ging Anneke's gedachten-
spinsel onweerstaanbaar verder, was
het zo'n gek span? Maar haar gezicht
verried niets van haar gedachten, al viel
het haar wel op dat de bezoekers
allebei een beetje nerveus waren. Pieter
zei niets, ze gaf een kwartje voor zijn
gedachten. Als hij zo'n blanco gezicht
trok, waren die gedachten allesbehalve
blancol
Er was het gewone preludium van
koffie met veel of weinig suiker en niet
zo veel melk, en even wat gepraat over
de boot en over het weer, en toen
schraapte oom Simon, die de taal
nimmer gebruikte om de gedachten te
verbergen, zeer nadrukkelijk zijn keel.
„Lui", zei hij, „jullie bent wel hard-
stikke beleefd om niks te vragen, maar
jullie denkt natuurlijk: wat doen die twee
nou hier?" Hij zag de gastheer en de
gastvrouw uitdagend aan.
„Momenteel koffie drinken", zei Pie
ter nuchter.
„Daar hoeven we niet voor hierheen
te komen, al gaat er geen koffie boven
die van Anneke".
„Ouwe vleier", zei de gastvrouw.
„Jongens", ging oom Simon onver
stoord verder, „we zijn hiet omdat we
buiten de werkuren opbellen voortaan
geen bandje met een ingesproken door
verwijzing meer te horen krijgen maar
een echte menselijke stem. Technisch
moet het mogelijk zijn. „Het is gewoon
een kwestie van een ding kopen en dat
moet!"
In ander opzicht mankeert er ook nog
wat aan de communicatie-systemen van
de politie. De politiemobilofoon veroor
zaakt sinds enkele jaren onaanvaardbare
storing op radio, televisie en geluids
apparatuur in de wijde omgeving van
het bureau. De burgemeester (die er zelf
ook last van heeft) vond het een merk
waardige zaak dat dit probleem nog
steeds niet is opgelost en dat de politie,
die zich onder andere bezig houdt met
het opsporen en in beslag nemen van
illegale 27 Mc-apparatuur, zelf nog altijd
de meeste overlast veroorzaakt. Als ge
schenk overhandigde de burgemeester
aan adjudant Nijholt het boek over de
avonturen van Dirk Kooger.
Buurman C. P. Harting van Rijks
waterstaat was snel klaar met zijn goede
wensen. Over de onderscheiding zei hij:
„Ik moet je zeggen dat ik het je van
harte gun."
Gelukkig man
„Voor u staat een gelukkig man,"
aldus begon adjudant Nijholt zijn dank
woord. Hij sprak zijn erkentelijkheid uit
jegens de koningin voor de onderschei
ding en zei er vooral onder de indruk van
te zijn, omdat hij in zijn functie met
diverse leden van het koninklijk huis her
eens met jullie wilden praten. Han en ik.
En als ik zeg Han en ik, dan bedoel ik
ons sémen". Anneke zag hoe hoe Han
opeens een felle kleur kreeg. Ze slaakte
een kreetje van plezierige spanning.
„Wij denken er namelijk over om voor
het vervolg sam sam te gaan doen, en
nu zul je het gek vinden, maar we
wilden eens horen wat jullie daar nou
van denkt".
Er viel een diepe stilte, terwijl Pieter
met aandacht zijn pijp weer aanstak.
„Ja lieve mensen", zei hij, „wat moe
ten wij er van zeggen. Dat is toch een
zaak die alleen jullie tweeën aangaat?"
„In zekere zin wel", zei oom Simon,
„maar als ik nou es ronduit mag zijn:
vinden jullie het niet gek dat een ouwe
kerel als ik...."
„Niet zo opzienbarend naar compli
mentjes gaan vissen, oom", zei Anneke
lachend.
„Han had natuurlijk wel honderd be
tere kunnen krijgen en eerlijk gezegd
snap ik niet hoe ze het aandurft, maar
het is een moedige vrouw", grinnikte
Pieter.
„Dus jullie vindt het niet gek?"
„Gek?" kwam Pieter. „Gek zou het
zijn als u uw hele verdere leven als een
ouwe vrijgezel bleef doorbrengen, 't
Werd tijd, zou ik zo denken, dat een
vrouw dit karwei es aanpakte. En ik ken
Han maar oppervlakkig, maar ik vind
wel oom Simon, dat je allebei je handen
mag dichtknijpen".
„Ja, zie je, dat vind ik zelf ook. Nou
jongens, jullie zijn de eersten die het
weten".
Anneke stond op.
haaldelijk kontakt heeft gehad. Hij
meende dat een groot deel van de eer
ook toekwam aan zijn medewerkers
en aan de anderen, waarmee hij de afge
lopen jaren vruchtbaar kontakt onder
hield. Over de waddeneilanden waar hij
had gewerkt, zei hij: „ze zijn alleméél
mooi". Graag zei hij eraan te hebben
meegewerkt om de eilanden „schoon"
te houden. Zijn kontakten met burge
meester Engelvaart noemde hij een
schoolvoorbeeld van een ideale verhou
ding tussen de burgemeester en een
politiechef. Verder sprak hij woorden
van erkentelijkheid tot Rijkswaterstaat,
de commandant van De Mok, Staats
bosbeheer, de pers en de andere instan
ties, waarme hij regelmatig te maken
had gehad. „Maar het mooiste deel van
mijn taak bestond uit de kontakten met
het publiek. Het helpen van de mede
mens in nood gaf de meeste voldoe
ning."
Zaterdag vond in „De Wielewaal" in
De Waal een gezellige toneelavond
plaats. De Vereniging van Oudleerlin
gen speelde daar het blijspel „De
goede gokker". Het stuk werd vlot ge
speeld en de reacties van de volle zaal
na afloop van het stuk bewezen de
goede gok die men had genomen door
dit stuk te kiezen. De vereniging van
Oudleerlingen geniet een zekere faam
in het spelen van pretentieloze blijspe
len. Ook deze keer werd deze faam
geen geweld aan gedaan.
Degenen die het allemaal zelf willen
gaan zien, kunnen aanstaande zaterdag
nog naar De Cocksdorp. In het Eier-
landsche Huis in De Cocksdorp vindt
de tweede voorstelling van „De goede
gokker" plaats.
„Oom Simon, daar ben ik nou toch
zo blij om". Ze sloeg haar armen om
hem heen en zoende zijn gebruinde
wang. Toen kwam ze met uitgestrekte
hand op Han toe. „Ik ken je nog wel
helemaal niet, maar als ik jullie zo zie
ben ik heel erg blij. Kom es een keertje
alleen, dan kletsen we samen wat, waar
die kerels niks mee nodig hebben".
„O graag", zei Han, en oom Simon
zag met welgevallen dat die twee vrou
wen al meteen goed met elkaar konden
opschieten.
„Het wordt natuurlijk wel wat raar
Han", zei Pieter, die ook nadrukkelijk
handen schudde, „dat ik voortaan tante
tegen je zal moeten zeggen".
„Dat zul je wel létenl" zei Han be
vreesd.
„Je bent tegen mij ook altijd zo eer
biedig", zie oom Simon. „Vooral als je
in de majem ligt, wanneer ik een karper
vang".
„Dat verhaal ken ik nog niet", zei Han
en terwijl Anneke stilletjes wegsloop,
kreeg ze het verhaal van de karper te
horen.
„Die karper had ik eigenlijk moeten
opzetten", zei Simon Kolberg, „want
door die karper ontmoette ik Sjoerd, en
door Sjoerd ontmoette ik jou".
„Zo zie je", constateerde Simon, „als
je maar genoeg hengelt vind je altijd wel
een vrouw".
Even later kwam Anneke terug met
een goede fles wijn „zuinig bewaard
voor een gelegenheid", en een schotel
met kaashapjes. „Ik wist niets vooruit",
verontschuldigde ze zich, „maar dit eist
méér dan qewoon koffiel"
FEUILLETON
door Tom Lodewijk.
De bekende tekenaar-graficus Dirk van Gelder heeft vrij veel op
Texel gewerkt. Bovenstaande ets van een Texels landschap maakte
hij in 1932. Hij weet echter niet meer welke plek het is geweest. Waar
schijnlijk bestaat de boerderij niet meer. De ets is zeldzaam (er zijn niet
meer dan twee of drie afdrukken van gemaakt) en maakt deel uit van
de collectie van Maarten Stoepker uit Den Burg, enthousiast lid van
de Texelse verzamelaarsvereniging. De heer Stoepker zou graag
weten om welk landschap het precies gaat; het is niet uitgesloten dat
het beeld spiegelverkeerd is, zodat het de moeite waard is om het
beeld ook via de spiegel of in doorzicht (de krant andersom tegen het
licht houden) te beoordelen. Wie het weet, wordt verzocht even te
bellen met nummer (02220) 2940.
De verzamelaarsvereniging houdt donderdagavond 31 januari weer
ruilbeurs in de Raadskelder. Ook verzamelaars die (nog) geen lid zijn,
zijn daar welkom.
"""i" M