Conrad Reinbach nam plaats van Nauta in bil opening Maritiem Museum \i Ada van uit de Holland koers I Texels Weerbericht I Juli: nat en somber TX 88 in brand Wielervereniging hield clubwedstrijd Expositie Souwtje de Wijn woensdagavond ook geopend Toch subsidie Strandloop Paal 28 Geslaagd aan de MTS PAGINA 2 TEXELSE COURANT DINSDAG 5 AUGUSTUS 1980 r. f Interieur van het juttersmuseum tijdens de openingsplechtigheid. De geur van teer, de sfeer van oude tijden en een collectie spullen die als ze konden spreken stuk voor stuk deksels interessante verhalen zouden kunnen vertellen. Dat is, in een notedop, het Maritiem Museum zoals dat donderdag in Oudeschild werd geopend. Het museum is een prachtig voorbeeld van hoe met beperkte middelen een interessant geheel bereikt kan worden. Een tentoonstelling die tot de fantasie van velen zal spreken en die tot een werkelijke aanwinst gerekend mag worden voor Texel. De boeien, de militaire overblijfse len, de houten ra's en spanten en de briefjes die gevonden werden in flessen die aanspoelden op het Texelse strand, het zijn allemaal onderdelen die te bezichtigen zijn. Heel belangrijk is te bedenken dat het Maritiem Museum zoals dat nu in Oudeschild te bewonderen is, nooit tot stand had kunnen komen zonder de bijzonder intensieve hulp van veel vrijwilligers. Door de heer Harting, die sprak tijdens de openingsplechtigheid, werd geschat dat de Texelse vrijwilligers tussen de ƒ70.000,— en de ƒ100.000,— aan manuren hebben ge maakt voor het museum. De Texelse inzet voor het geheel is gewel dig, formidabel en indrukwekkend geweest. Enfin, iedere aanwezige bij de ope ningsplechtigheid had het gebruikelijke beeld verwacht. Keurig in het pak zittende heren die namens de één of andere keurige organisatie een keurige toespraak hielden. Een dergelijke verve lende entourage had men echter niet willen kiezen voor de opening van dit spiksplinternieuwe Texelse museum. Na het openingswoord door de heer Oskam kwam daar plotseling een in antiquari sche kledij gehulde heer naar voren hollen. Sommigen dachten dat het wethouder Nauta was die de één of andere grap maakte, maar daarmee hadden ze het behoorlijk mis. „Het lijkt mij juist en vanzelfsprekend dat ik mij eerst aan u voorstel om u te vertellen hoe ik hier ben gekomen en wat ik kom doen", riep de figuur uit lang vervlogen tijden. „Ik ben Mr. Conrad Reinbach, waarnemend schout op Texel wegens de voortdurende indispositie van schout Mr. Cornelis Bickhorst. Tegenwoordig heet deze functie loco- burgemeester", ging de antieke figuur verder. „Ik heb die functie vervuld van 1779 tot 1786, maar 18 jaar later, dus in 1804 ben ik hier schout geworden en wel tot 1816". Nachtmerries Via de nachtmerries van de tegen woordige loco-burgemeester en wet houder Jook Nauta heb ik met hem een goede en innige relatie opgebouwd. Wij kwamen overeen dat ik op deze heuge lijke dag zijn lichaam zou lenen teneinde hier daadwerkelijk aanwezig en mede namens hem de ceremoniële opening te verrichten. Dat dit voor mij een grote eer is en dat ik hier met veel genoegen in uw midden mag zijn behoef ik natuurlijk nauwelijks te vertellen. Mijn gewaar deerde collega zit thans even tijdelijk op de hoge zetel in het hiernamaals. Op de speciale plaats die gelukkig voor ons schouten en locoburgemeesters is gere serveerd. Vanwege mijn grote belang stelling voor maritieme zaken heb ik van Petrus een speciaal uitreisvisum gekre gen. Uiteraard na het nemen van een voorbereidingsbesluit en het voeren van een artikel 19 procedure. Collega Nauta mocht gezien de reine staat van zijn zieltje zonder meer mijn plaats tijdelijk innemen", meldde Mr. Conrad Rein bach, Ontwikkelingen Hij ging verder door te stellen dat hij tweehonderd jaar geleden de ingebruik name van de nieuwe haven van Oude schild persoonlijk had meegemaakt. Met voldoening had Reinbach de ontwikke lingen gadegeslagen. Wat hem echter bijzonder had getrof fen was de totstandkoming van het museumcomplex. Volgens Conrad Reinbach had een groep enthousiaste Texelse duikers met veel doorzettings vermogen en vindingrijkheid het verle den weer boven water weten te krijgen. „Er is heel belangrijk scheepsarcheolo gisch werk gedaan en ik constateer dat er vertrouwen bestaat bij de bewinds lieden en ambtenaren van het ministerie van CRM. Dit stemt mij tot grote vreugde. Evenals de medewerking van de heren Van der Heide en Vroom van het Zuiderzeemuseum. Het wettelijk kader zal er dus heus wel komen. Werk zo voort. Houzeel", riep Reinbach. „Dan de jutters", ging hij verder. „De jutters die achter de duinvoet met enige gewetensverruiming gewetensvol de objecten weten te vinden die verhalen vertellen, geschiedenis maken, contac ten leggen en geestverrijkende informa tie overbrengen die tot nadenken noopt. Ook het loodswezen en de redding maatschappij spelen daarbij een rol van belang. Oudeschild is een springlevende dorpsgemeenschap", stelde de stok oude schout vast. Geweldig Hij vond dat terecht wordt aange toond wat 200 jaar havenontwikkeling betekent en wat de relaties zijn van de zee en de haven. De wijze waarop het maritiem museum tot stand was geko men met een minimum aan geldmidde len en een maximum aan resultaat vond Reinbach geweldig. „Ik wil dat zeer nadrukkelijk onderstrepen. Met name de zelfwerkzaamheid van een grote groep Oudeschilders die honderden uren vrije tijd hebben besteed, mag hier op 31 juli zeker als een bijzonder feit worden gesignaleerd", zei Reinbach. Over het organisatorische werk van de werkgroep Maririem Museum zei hij dat niet praten, maar veel werken het parool was. Dat werken aan het waarde volle project gebeurde onder de stuwen- De „Ada van Holland" die volkomen uit de koers liep, de TX 88 die brandend ten onder ging en een reuze klomp die zich met een noodgang door het water bewoog. Dat waren de ingrediënten van de waterspelen op spierkracht die don derdagmiddag in het kader van de havenfeesten in Oudeschild gehouden werden. De Ouweschilders hadden zich echt uitgesloofd om iets origineels van hun alternatief vaartuig te maken. Alles kon, als men maar geen bestaand vaartuig gebruikte. Surfplanken, boot jes en dinghies waren verboden, lege tanks, stukken piepschuim en badkui pen waren toegestaan. En dat bleek ook duidelijk tijdens de race. Onmiddellijk riepen sommigen na het tewaterlaten: snel starten, anders zin ken we. Dat was dus een aardige maatstaf voor de technische kwaliteit van veel vaartuigen. Maar afgezien van de snelheid waarmee één en ander zich door het haventje van Oudeschild voort bewoog was er behoorlijk wat geknut seld. Veel boten werden voortgepeddeld, sommigen maakten trapbewegingen met de benen om het scheepje vooruit te krijgen en nog anderen hadden een echt schoepenrad in hun constructie geconstrueerd. Van alle originele ont werpen en bouwprestaties was de „Ada van Holland" toch wel het best afge werkt. Aan belangstelling was tijdens dit onderdeel geen gebrek. De hele haven van Oudeschild was uitgelopen en zat op de dijk te wachten op de dingen die komen gingen. En er gebeurde inder daad behoorlijk wat. Het zinken van vaartuigen was aan de lopende band te zien. Altijd aardig waar te nemen hoe iemand in volle glorie, met vlaggen, toeters en bellen te onder gaat. Dikwijls konden de deelnemers er zelf ook om lachen. Bij de kinderen ging bij de enkelingen de prijs voor de origineelste uitvoering naar Wiebe Douma (1) en Ger Wieten (2). Bij de paren: Dirk Albert Blom en Jan Siemon de Haan (1) en Honnie ue Vries en Albert Schagen (2). Bij de volwassenen werd bij de enkelingen één prijs toegekend: aan H. Wassenaar. Bij de paren eveneens: Johan Witte/Anne- lies Groenhof. Verder ging er een prijs naar een trio: Jannie Slik, Lia Koning en Ted Wesselies. De snelheidsprijzen gin gen naar Hein Paul Siebinga bij de enkelingen, Harry Slaman/Jan Zijm bij de paren en Helga Kiewiet/Tina Stolk/ Marjan Witte bij de groepen. Als groot ste pechvogel werd door de jury het duo Johan Witte/Annelies Groenhof aange merkt. Het betreffende schip vloog in brand na het ontsteken van een rook bom. de leiding van museum-directeur Gerrit de Haan. „Het was dan ook vooral zijn initiatief de wierschuur waarin wij ons thans bevinden, voor sloop te behoe den. De wierschuur is nu voor het bedrag van wat anders de sloop zou hebben gekost, grotendeels gerestaureerd. Iedereen die aan de totstandkoming van dit unieke exposi tiecomplex heeft bijgedragen mag zich vandaag, zonder gehinderd te worden door bescheidenheid, echt wel trots voelen", vond Reinbach. Nachthengst Reinbach vervolgde door te zeggen dat wethouder Nauta in één van zijn nachtmerries, die vervolgens bijna het karakter van een nachthengst had, hem had gewezen op de terughoudendheid van de Texelse gemeenteraad om het permanente karakter van het complex te waarborgen. Zulks vanwege de onvoor zienbare financiële consequenties. Rein bach wilde Nauta echter adviseren niet teveel aan de raad te vragen, maar net genoeg om de gebouwen in stand te houden. Vervolgens zou bewezen moe ten worden dat het museum waardevol is en dat de betrokkenheid van Oude schild met het geheel bestaat. Reinbach vond het geheel vooral zo waardevol om de wisselwerking tussen verleden en heden te tonen en informatie te geven vanuit de diverse facetten van de Texelse betrokkenheid met de zee. „Die betrokkenheid die in zo belangrijke mate de identiteit en het karakter van de Texese gemeenschap bepaalt. Dit zou naar mijn mening wel eens het belang rijkste argument kunnen zijn om dit gebeuren een permanente plaats in de Texelse gemeenschap te geven. Zodat iedere Texelaar en toerist niet alleen voor ontspanning zal komen, maar ook om iets op te steken van deze boeiende onderwerpen", beëindigde Reinbach zijn toespraak. Hierna opende hij met een scheepstoeter het Maritiem Mu seum. Burgemeester Engelvaart, die na deze historischefiguursprak, verklaarde enigs zins sprakeloos te zijn. „Dat heb je met die hele oude wethouders die hondeden jaren hebben kunnen nadenken over hun toespraken", zei hij. Engelvaart ging in op het feit dat het maar een haar gescheeld had of het hele Maritiem Museum was niet doorgegaan. In feite was de sloop van de wierschuur in Oudeschild, waar nu het museum in is gevestigd al een voldongen feit. Het was echter de verdienste van de heer De Haan van het Texels Museum dat het Maritiem Museum in Oudeschild er is gekomen. Zo druk had De Haan het met dit nieuwe museum, dat het vijftig-jarig bestaan van het Texels Museum er helemaal bij in is geschoten. Engelvaart bedankte alle particulieren die dit nieu we museum op zo'n formidabele wijze mogelijk hebben gemaakt. De heer Harting memoreerde als voorzitter van het Texels Museum dat de aankoop van de wierschuur om er een museum van te maken voor het eerst ter sprake kwam in 1973. Het was toen nog een enorme puinhoop binnen de wierschuur en bovendien kampte het Natuurrecreatiecentrum met behoorlijke financiële tekorten. Harting zag het stichten van een maritiem museum in die tijd niet zo erg zitten. De heer De Haan was echter de grote stimulator geweest. Na het stimulerende effect van De Haan hebben de Oudeschilders zelf de handen uit de mouwen gestoken om één en ander te verwezenlijken. Harting kwam tot de conclusie dat de Stichting Texels Museum de zaak graag wil beheren. [Lees verder op pagina 3) Woensdag hield de wielervereniging de wekelijkse clubwedstrijd op het par cours Zuid-Haffel. Bij de A-jeugd was het Coby Koorn, die haar eerste wed strijd won voor Margriet Barhorst. Nico Evers pakte de derde plaats. Robert Visser bezette de eerste plaats bij de B-jeugd. Net voor Paul Witte. Alice Visser pakte de derde plaats voor Sidney de Haan. In de B-poule was het Albert Winter die in de laatste ronde op de klim demarreerde en niet meer was in te halen. Bij de A-poule gingen 10 man van start. Halverwege de koers ontstond er een kopgroep van 3 man. Deze 3 bleven weg van het peloton. Hans van Tunen won de sprint voor Jos Huisman en Bas Drinkwaard. Uitslag: A-jeugd: 1. C. Koorn; 2. M. Barhorst; 3. N. Evers, 4. H. Terwindt, 5. J. Zijm, 6. D. van Rooy. B-jeugd: 1. R. Visser, 2. P. Witte; 3. A. Visser; 4. S. de Haan, 5. J. Schuur, 6. S. Winter; 7. J. Vinke; 8. A. S. Kooiman. B-poule: 1. A. Winter, 2. J. Huydink Sr.; 3. J. Huydink jr.; 4. B. Bakker, 5. U. Smit, 6. M. Bakelaar. A.poule: 1. H. van Tunen, 2. J. Huis man, 3. B. Drinkwaard, 4. H. Koorn, 5. P. van Arnhem, 6. D. Dros, 7. G. Koorn, 8. C. Boks, 9. E. Kooiman, 10. J. Buis. Zoals bekend is in het raadhuis mo menteel gedurende 14 dagen de over zichtstentoonstelling van werk van Souwtje de Wjn te zien. De expositie kan gratis worden bekeken op werkda gen van 9.00-12.00 en van 14.00-17.00 uur. We dan niet in de gelegenheid is, kan gebruik maken van de openstelling op woensdagavond a.s. van 19.30- 21.30 uur. De Welzijnsstichting wil toch subsidie toekennen aan de zweef- vliegclub Texel. De stichting volgt hiermee het advies van de subsi diecommissie. De subsidie aan de zweefvliegclub was enige tijd dis cutabel omdat het gerucht ging dat de zweefvliegclub door het aanschaffen van motorzweefvlieg tuigen niet langer lessen zou kun nen verzorgen. Twee leden van het bestuur van de Welzijnsstichting waren tegen de subsidie aan de zweefvliegclub Texel. Harde wind, veel water en zacht strand waren de oorzaken dat de tijden bij de strandloop paal 28 114 2 minuten langzamer waren dan vorige week. De strandloop werd gisteren gehouden en het totaal aantal lopers bedroeg 188. Uitslag: 4 km: 1. André Brouwer 16.17; 2. Nico Kikkert 16.28; 3. Minne Goënga 16.46; 4. Jos van der Bij 17.46; 5. Jan Ransdorp 18.08; 6. Aad van der Werken 18.42. Eerste meisje was Inga Heuser, 9 jaar, in de tijd van 20.30 min. 8 km: 1Joost Brouwer 29.20; 2. Arie de ridder 31.00; 3. Dilf Jansen 31.55; 4. Louis Uriot 33.06 min; 5. Wil Braam 33.07; 6. Piet Bakelaar 33.12. Aan de MTS te Hoorn slaagden de volgende Texelaars voor het eind examen: Henk Rump (elektrotechniek), Fulps Duinker (werktuigbouwkunde), Martien Witte (bouwkunde), Siebe Huitema (bouwkunde) en Johan Veen baas (bouwkunde). Juli kenmerkte zich door twee zeer verschillende weertypes. Voornamelijk in de eerste twee decades was het voor de zomer te koud en te somer. Als we naar de temperatuurgrafiek kijken zien we dat in deze periode de temperatuur maar op één dag boven de twintig graden uitkwam. Ook op de bewolking- grafiek zien we deze eerste twintig dagen weinig open plekjes. Aan de luchtdrukgrafiek is te zien dat we voort durend met depressiepassages te ma ken hadden. Het was dit weertype dat ons (al vanaf half juni) ruimschoots van water voorzag. Al op 30 juni werd er boven de Hebriden een uitdiepende depressie waargenomen, die tot op grote hoogte reikte, een zogenaamde koudeput. Het was deze depressie die op 1 juli het hele land van erg veel regen voorzag, in Den Burg werd 32 mm afgetapt. Na deze depressiepassage was er een rug van hoge druk, van Schotland afkomstig, naar ons land onderweg. Maar i.v.m. de langzaam lopende bovenlucht was het pas zater dag de 5de voordat invloeden hiervan te merken waren. Op de bewolkinggrafiek is dan ook te zien dat toen voor het eerst deze maand de zon doorkwam. Ook zondag de 6de was het mooi, maar een volgende depressie was alweer onder weg. En op dinsdag de 8ste was de lucht dan ook zo onstabiel dat er 's middags in een zware onweersbui in Den Burg 10 mm water afgetapt kon worden. De tweede decade is een vervolg van de eerste geworden met voortdurend nieuwe depressiepassages. Een dieptepunt vormde maandag de 14de, het regende de hele dag aan één stuk door waarbij van tijd tot tijd van zware regen gesproken kon worden, er kon 's avonds dan ook 28 mm afgetapt worden. Ook zaterdag de 19de kon geen hoger weercijfer dan een 1 gegeven worden, het regende toen ook nage noeg de hele dag. Met op de 20ste (de start van de hondsdagen) maakten we ons op voor de derde decade. Veel hoop was er niet, want op de 21ste was het 's morgens dik bewolkt en liep de wind snelheid op tot 40 knopen. Dit was het gevolg van een opkomend hoge druk- gebied vanaf de Ierse Zee. De barometer liet dan ook een flinke stijging zien, op de grafiek is dit goed te zien. Was de luchtdruk 's avonds de 13de nog 748 mm, 's avonds de 14de was dit 766 mm. Het was dit hogedrukgebied dat voor de weersverbetering in de laatste decade zou zorgen. We kwamen onder invloed van een zuidelijke stroming. Dit had tot gevolg dat de temperaturen veel hogere waarden bereikten. Ook de bewolking loste voor een groot deel op. Alleen woensdag de 30ste bracht een trogvor- mig onweersfront nog veel ongemak. Het was dit front dat in Den Helder 48 mm neerslag bracht. Den Hoorn, in het randgebied, kreeg hiervan 22 mm en Den Burg 5 mm. De gemiddelde temperatuur in juli bedroeg 15,9°C tegen een normaal van 16,4°C. De gemiddelde bedekkingsgraad was voor juli 5,7 8. De meest voorgekomen windrichting was (voor 25%) noord-west. Het gemiddelde weercijfer was 6,3. De totale neerslag voor juli bedroeg 110,8 mm tegen een normaal van 69 mm. Er waren 20 dagen waarop neerslag afgetapt kon worden, waarvan 3 met onweer. De gemiddelde windsnelheid was 9,24 knopen, normaal is dit 9 knopen. m per 30 gr«de< PU,,, DEM BURG Richting m graden 10 n JO >6

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1980 | | pagina 2