Cjrocn ^warL-Jexels in het Gemeente moet afbraak blijven eisen van de strandpaviljoens Hard werken, matig eten en regenwater drinken Toeristenbelasting mag niet omhoog M. Warnaar namens Recron: De heer C. Suijkerbuijk morgen honderd jaar Stropers gesnapt 94e JAARGANG NR. 9521 TEXELSE DINSDAG 21 OKTOBER 1980 COURANT Redactie: Harry de Graaf, Pelikaanweg 75, tel. (02228) 266 en Frits Beutick, Warmoesstraat 43, Den Burg, tel. (02220) 220b Voor advertenties, abonnementen, etc.: Langeveld De Rooy BV., Postbus 111790 AA Den Burgtelefoon (02220) 2741 Verschijnt dinsdags en vrijdags Postgiro 652 Abonnementsprijs 712,50 per kwartaal 70 cent incasso; los 50 cent. Bankrelaties: Amro Bank nr 46.99.17.636 Rabobank nr 3625 01 742; NMB nr 67.34.60 398. Er dreigt een harde confrontatie tussen Staatsbosbeheer en de gemeente enerzijds en de Texelse strandexploitanten an derzijds. De gemeente ziet zich gedwongen om van de strand exploitanten te eisen dat zij hun op de duinen staande pavil joens (met uitzondering van paal 9 en Westerslag) op korte ter mijn slopen, maar de betreffende strandexploitanten zeggen om technische en financiële redenen onmogelijk aan deze eis te kunnen voldoen. Ze vinden de sloopplicht bovendien onzin nig en stellen thans alles in het werk om gedaan te krijgen dat de paviljoens ook deze winter blijven staan. De gemeente heeft tot dusver oogluikend toegestaan dat de pavil joens 's winters bleven staan. Dat was strijdig met de afspraken die met Staatsbosbeheer zijn gemaakt, toen de gemeente de verpachting overnam. Staatsbosbeheer neemt er geen genoegen mee dat de sloop plicht ook dit najaar niet wordt nagekomen en heeft dat de gemeen te duidelijk laten weten. Als de ge meente niet zorgt dat de paviljoens tegen de grond gaan, zal Staatsbosbeheer de verpachting terugnemen en de naleving van de regels zelf afdwingen. Op verzoek van de gemeente werd de verpachting destijds een gemeente lijke aangelegenheid. Het gemeentebestuur heeft de Ver eniging van Strandexploitanten op 2 oktober laten weten dat de paviljoens vóór 1 november verwijderd moeten zijn. Dat betekent dat zij al een maand respijt hebben, want volgens de met de exploitanten afgesloten jaarlijkse gebruiksovereenkomst is 1 oktober de datum. Ramp De strandexploitanten beschouwen de sloopplicht als een regelrechte ramp, die volgens hen voor enkelen automa tisch het faillissement zal inhouden. Veel van de paviljoens zijn al rijkelijk oud en staan er al jaren onafgebroken. Als ze worden gesloopt, blijft er weinig van over, nog afgezien van de kosten die gemoeid zijn met dit slopen en het in het voorjaar weer opbouwen. De exploitanten hebben het Koninklijk Ver bond van Ondernemers in de arm ge nomen, die zich inmiddels in een brief tot B. en W. heeft gericht. ,,Wij hebben ernstige bezwaren tegen deze hantering van uw bevoegdheden, om dat ons inziens uw belang bij de uit oefening van deze bevoegdheid niet opweegt tegen het door de strandex ploitanten te lijden nadeel", aldus Mr. C. W. M. Lustenhouwer van de juridi sche dienst van het K.N.V.O. „Met uw medeweten en goedvinden zijn vele paviljoens gedurende een aanzienlijk aantal jaren, wij spreken hier van perio des van 6 tot 15 jaar, onafgebroken aan het Noordzeestrand gevestigd geweest. U mag tevens bekend worden geacht met het feit, dat met het verstrijken der jaren de exploitanten de constructie en inrichting der paviljoens in zoverre aan gepast hebben dat het tijdelijk en demontabel karakter ervan is verdwe nen, mede gezien het ons inziens gerechtvaardigd vertrouwen, door uw handelwijze in het verleden opgewekt, dat een permanente vestiging als uit gangspunt voor hun exploitatie mocht gelden". Het K.N.V.O. is verder van mening dat de exploitanten de gemeen telijke pacht niet meer zouden kunnen opbrengen als zij hun gebouwen 's win ters telkens moeten slopen. De onder nemersorganisatie vraagt zich verder af hoeverre het gemeentelijke beleid is te rechtvaardigen onder de huidige econo mische situatie, waarin ieder doordron gen is van de noodzaak om het binnen lands toerisme te bevorderen. Het handhaven van de strandpaviljoens in de winterperiode is van belang voor de recreatie buiten de drukke zomer periode. Het K.N.O.V. laat overigens wel blijken te weten dat het gemeente bestuur noodgedwongen handèlt, om dat Staatsbosbeheer naleving van de sloopplicht eist. Het K.N.O.V. vraagt zich af waarom Staatsbosbeheer zoveel bezwaar heeft tegen het in stand houden van strandpaviljoens in de win termaanden. Op verzoek van de WV Texel was deze kwestie op de agenda gezet van de donderdagavond gehouden verga dering van de commissie voor recreatie en natuurbehoud. VW-directeur J. W. Dekker, zelf lid van deze commissie, hield een pleidooi voor handhaving van de paviljoens. Ook hij wees op het nut voor het toerisme van het in stand houden. In toenemende mate komen ook 's winters toeristen naar Texel en bijna allemaal maken ze strandwande lingen, waarna ze graag even gaan zitten in een van de paviljoens. De pa viljoens staan er legaal het grootste deel van het jaar. Wat maken die paar maanden extra uit voor Staatsbosbe heer? Noodgedwongen Voorzitter wethouder J. Nauta liet blijken dat het gemeentebestuur weinig bezwaar heeft tegen het In stand laten van de paviljoens, ware het niet dat men nu eenmaal jegens Staatsbosbe heer verplicht is naleving van de sloop plicht te verlangen. Nauta vond dat Staatsbosbeheer zelf medeverantwoor delijk is voor de thans ontstane situatie. Want Staatsbosbeheer heeft veel langer dan de gemeente getolereerd dat de paviljoens bleven staan. Argu ment van de Staat om naleving te ver langen van de verplichting tot verwijde ren telkens per 1 oktober, is dat in het duingebied anders op sluipende wijze in feite permanente bouwsels ontstaan. Dat is strijdig met het beleid om de dui nen als natuurgebied te beheren en alle wezensvreemde elementen er te weren of alsnog te laten verdwijnen. Staatsbosbeheer heeft de gemeente voor het blok gezet: als de paviljoens niet verdwijnen zal Staatsbosbeheer de exploitatie weer in eigen hand nemen en zelf het slopen afdwingen. Nauta zei dat over dit probleem meerdere malen is gesproken met Staatsbosbeheer, maar dat heeft niet gebaat. VW-directeur Dekker: ,,De pavil joens moeten dus steeds per 1 oktober weg! Is dat ernst? Weet Staatsbosbe heer wel hoeveel toeristen er dan op Texel zitten?" Moreel fout Commissielid Daan Welboren onder streepte dat Staatsbosbeheer in zijn recht staat, maar in moreel opzicht on gelijk heeft. Hij vond dat de paviljoens moeten blijven staan en betuigde adhe sie aan de brief van het K.N.O.V. Hij vond dat de exploitanten niet moesten zwichten en het maar op een confron tatie met Staatsbosbeheer moesten laten aankomen. Commissielid C, N. de Wit deed een voorstel om de plaatsing van de pavil joens op de duinen als „tijdelijk" aan te merken en noodzakelijk in verband met de kustafslag. Als de kustafslag zou stoppen, zouden de paviljoens terug moeten naar het strand. Misschien is hierover met Staatsbosbeheer te pra ten. Commissielid Adriaan Dijksen vond het niet terecht dat Staatsbosbeheer in deze kwestie tot enige zwarte piet wordt gemaakt. Volgens hem treft de gemeente veel blaam omdat de pavil joens mochten blijven staan, waardoor verwachtingen werden gewekt. Verder vond hij dat het belang van de bij winter aanwezige paviljoens niet moest worden overdreven. Sommige paviljoens worden elke winter gesloten en snelen dan voor het toerisme geen rol. De eigenaars ervan kunnen zich fi nancieel blijkbaar ook wel redden zonder de winterexploitatie. Dijksen was voorstander van een regeling waarbij paviljoens 's winters mogen blijven staan als zij ook werkelijk voor publiek zijn geopend. Daan Welboren wilde dat de gemeenteraad zich over het probleem zou uitspreken Het commissielid Wim Timmer vond dat in overleg de ge- bruiksregeling zodanig gewijzigd moet worden, dat de paviljoens wel mogen blijven staan. Nauta benadrukte dat de gemeente slechts één jaar te tolerant is geweest en vond het daarom niet juist de gemeente te verwijten dat verwach tingen zijn gewekt. Dat is in feite al jaren eerder gebeurd. Nauta was overi gens niet optimistisch over de afloop van de kwestie. „Nu al is het Texelse tarief van de toeristenbelasting een van de hoog ste van het land. Toch wil het ge meentebestuur het bedrag per nacht verhogen van 70 naar 80 cent. Dit is onaanvaardbaar!" Aldus de heer Martin Warnaar, die als bestuurder van de plaatselijke afdeling van „Recron" zitting heeft in de com missie voor recreatie en natuurbe houd. Hij maakte donderdagavond in de rondvraag van de vergadering van de commissie voor recreatie en natuurbehoud van de gelegenheid gebruik om fel protest aan te tekenen tegen de plannen van het gemeentebestuur om de toeristenbelasting te verhogen. Volgens hem gaat de voorgestelde stijging het toegestane percentage in de toeristenindustrie (5 - 7%) ver te boven en schaadt Texel er zijn concur rentiepositie ernstig mee. Vooral in de goedkopere sectoren van het toerisme (kampeerbedrijven) komt een dergelijke verhoging hard aan. Het is onbegrijpe lijk en onlogisch dat de gemeente met dit voorstel komt, want vorig jaar was al van een stijging „met afronding naar boven" sprake en werd erbij gezegd dat op deze wijze een volgende ver hoging kon worden overgeslagen. Maar nu komen B. en W. met een méér dan trendmatige verhoging. „Ik hoop dat dit niet doorgaat", aldus Warnaar. De zelfde spreker verzette zich (niet voor de eerste keer) tegen de tarieven die de gemeente hanteert voor de nauw met de toeristenbelasting samenhan gende woonforensenbelasting. Met name het tarief voor een kleine toer- caravan (7240,— per jaar) vond hij veel te hoog. Als in plaats van woonforen senbelasting toeristenbelating zou wor den geheven zou het te betalen bedrag in het geval van de kleine toercaravan ongeveer op de helft uitkomen. Bij zijn vorige protest tegen deze onjuistheid had Warnaar te horen gekregen dat geen enkel systeem voor honderd pro cent rechtvaardig kan zijn, maar dat er in verband met de toepassing in de praktijk toch maar vrede mee moest worden genomen. Warnaar wees er nu op dat een kampeerder met toercara van toch al voor zeer hoge kosten staat op Texel: een staangeld van 7700,— - -7900, verder de bootkos- ten en daarop nog eens een in vergelij king met de gewone toeristenbelasting hoge woonforensenbelasting. „We prij zen ons uit de markt". VW-subsidie Voorzitter Nauta vond deze vergadering niet de juiste gelegenheid om de toeristenbelasting en woonforensenbelasting te bespreken. Hij adviseerde dat de Recron een brief schrijft aan de gemeenteraad, waarin de bezwaren worden uiteengezet. Het voorstel tot verhoging van de toeristen belasting is een direkt gevolg van het feit dat de VW Texel volgend jaar een ton meer subsidie krijgt. Als de toeris tenbelasting niet omhoog mag, zou de onroerend goed-belasting moeten worden opgetrokken. De hogere VVV subsidie wordt dan gedragen door de hele gemeenschap, terwijl het gemeen tebestuur liever een meer direkte rela tie legt met het toerisme. Maar het kan best zijn dat de gemeenteraad er anders over denkt en het is dus zinvol bezwaren aan dat adres te richten. „Klim maar in de pen I" Discriminatie In dezelfde rondvraag maakte Adriaan Dijksen bezwaar tegen het door auto's in gebruik nemen van het rechterfietspad op de Pontweg in de buurt van de veerhaven. Dat gebeurt als er langdurige wachttijden zijn; de auto's worden dan op het fietspad op gesteld, zodat het verkeer op de auto weg niet wordt belemmerd. De fietsers moeten dan gebruik maken van het andere fietspad. Dijksen vond dit het zoveelste bewijs dat automobilisten met voorrang worden behandeld Hij vroeg zich af of dat wettelijk wel kan De heer M. Warnaar gaf Dijksen groot gelijk al zat hij duidelijk op een andere golflengte. „We moeten een eind maken aan die toestand door te stimuleren dat ook het bovendek van de dubbeldekker in gebruik wordt ge nomen, zodat de wachttijden tot het verleden behoren (lees verder pagina 2) der jaren voornamelijk actief als landar beider, een functie die tegenwoordig „agrarische hulpkracht" heet en nogal zeldzaam is geworden. Suijkerbuijk kan zonder moeite de diverse bazen opnoe men. Zo werkte hij twee jaar in De Een dracht op hoeve „Fortuin" met als werkgever „Corrie" Keijser. Verder was hij actief op „Bouwlust" (Michiel de Graaf), Maria's Hoeve, en bij de familie Van Heerwaarden in het poldertje De Volharding. Ook was hij op „Buiten zorg" van Gerard van Hoorn, bij Stammes en op hoeve Axel. „Vader, je verhuist zowat alle jaren", klaagde zijn dochter eens. Eigen huis Aan de Achterweg te De Cocksdorp (nu Langeveldstraat) liet Suijkerbuijk een huisje voor zichzelf bouwen, op een flink stuk grond dat later nog werd uitgebreid. Zelf had hij nog duizend gulden en het resterende geld leende hij bij Fop van Heerwaarden van het begrafenisfonds. Want bij de toen nog zeer voorzichtige Boerenleenbank had Suijkerbuijk nul op het rekest gekregen. Hein Daalder bouwde het voor 72100, Suijkerbuijk heeft er 45 jaar gewoond. Over die periode spreekt hij met zoveel weemoed en enthousiasme, dat overduidelijk is dat de verhuizing naar Sint Jan een overgang is geweest die niet zonder pijn is verlopen. Altijd bezig Ook in zijn vrije tijd kon Suijkerbuijk het werken niet laten. Tot diep in de nacht was hij bezig in zijn tuin of met zijn kippen en schapen. Toen hij 25 jaar getrouwd was, kwamen de mensen die hem wilden feliciteren in eerste instan tie vergeefs. Want Kees zat op het dak om de schoorsteen te repareren. Zijn vrouw overleed in 1943 en in 1946, dus op 66-jarige leeftijd stapte Suijkerbuijk voor de tweede keer in de huwelijks boot. Deze keer was het oog gevallen op de huishoudster van pastoor Van Dijk. Suijkerbuijk kwam regelmatig de tuin bij de pastorie bijhouden en zo kwam van het een het ander Zijn tweede vrouw overleed in 1971. In weinig opzichten wist Suijkerbuijk van ophouden. Het kwam nogal eens voor dat zijn vrouw hem moest binnenroe pen omdat hij om elf uur 's avonds nog aan het diepspitten was. En op 92-jarige leeftijd kocht hij nog een nieuwe brommer. Daarmee maakte hij dagelijks een toer rond De Cocks dorp Dat gebeurde om vier uur 's mor gens want overdag vond Suijkerbuijk het veel te druk. Regenwater Honderd jaar Suijkerbuijk kan het zich zelf nauwelijks voorstellen en vindt dat het allemaal razendsnel is gegaan. Hij heeft overigens nóg een advies voor mensen die ook zo oud willen worden: oppassen met alcoholhoudende drank. In plaats daarvan moet je regenwater drinken, liefst elke dag. Suijkerbuijk houdt zich daar aan. In Sint Jan hebben ze ervoor gezorgd dat hij over een eigen regenbak kan beschikken. De Sint Jan-directie en de medewerkers zien de grote verjaardag al dagen met toenemende spanning tegemoet. Suijkerbuijk mag er dan niet naar uit zien, hij is en blijft een sterfelijk mens. Tot algemene verontrusting blijft Texels oudste inwoner er zelf ook niet onbe wogen onder. „Ik heb al dagen niet goed meer geslapen!" klaagt hij. Na woensdag zal het een hele opluchting zijn. Een jachtopziener betrapte in de buurt van De Volharding twee van Texel afkomstige stropers. Vuurwapen en lichtbak werden in beslag genomen. De politie maakte proces verbaal op. De heer C. IKeesSuijkerbuijk: morgen honderd jeer. maar ook in België (waar hij hielp met het graven van kanalen) en in Duitsland in de mijnen. Texel stond hem wel aan. Na afloop van de dijkwerkzaamheden vond hij er soortgelijk ander werk, onder meer bij de Dertig Gemeenschappelijke Polders. Twee woningen in Woensdrecht, waarvan hij eigenaar was geworden voor resp. 7200,— en 7250,— werden verkocht. Op Texel was hij in de loop ,,Te veel eten, dat is slecht. Wie matig eet en daarbij hard werkt, blijft gezond en wordt oud!" Dat zegt de heer C. Suijkerbuijk uit Den Burg met grote stelligheid. Hij kan het weten, want als het even meeloopt wordt hij morgen 100 jaar. Texel heeft dan dus weer een honderdjarige en voor het eerst sinds zeer lange tijd is dat een man. Suijkerbuijk is trots op de bereikte mijlpaal en velen op Texel zullen ongetwijfeld in dat gevoel delen, want al of niet ten onrechte, wordt het bereiken van zo'n hoge leeftijd beschouwd als een bewijs van kwaliteit van het leefklimaat. Waarbij dan direkt moet worden aange tekend dat Suijkerbuijk geniet van een opperbeste gezondheid. Wie hem ziet, gelooft nauwelijks het met een honderdjarige te doen te hebben. Menige zestiger of zeventiger is er naar lichaam of geest heel wat minder goed aan toe. Afgezien van wat „staffigheid" en een verminderd gezichtsvermogen mankeert Suijkerbuijk helemaal niets. Alle reden dus voor tevredenheid en dankbaarheid. Het heugelijke gebeuren zal men in het verzorgingshuis Sint Jan waar Suijkerbuijk sinds vier jaar verblijft, dan ook niet ongemerkt voor bij laten gaan. Om 9.15 uur is in de conversatiezaal een Eucharistieviering uit dankbaarheid, gevolgd door nog wat ander, bescheiden feestgedruis. Met enige spijt moeten we de harde waarheid onder ogen zien: Suijkerbuijk is geen echte Texelaar. Op 22 oktober 1880 werd hij geboren in het Noord brabantse Woensdrecht. De zuidelijke herkomst is aan zijn spraak nog te horen. Polderjongen Suijkerbuijk kwam in 1909 naar Texel, met (eerste) vrouw en dochter tje Liesje. Hij was toen werknemer bij de aannemer Koch uit Hansweert, die opdracht had gekregen om de Wad dendijk tussen Oudeschild en Nieuweschild op Texel te verhogen. Er moest een meter op, wat noodzakelijk was in verband met de gestegen water stand een gevolg van de inpoldering van Het Noorden. Suijkerbuijk maakte deel uit van een ploeg van 16 man. Zijn vrouw kookte voor al die mensen. Suijkerbuijk was een polderjongen, die zijn brood verdiende met de schop. „Ik heb in mijn leven heel wat schoppen versleten", zegt hij trots. Vóór zijn komst had hij er al jaren van hard wer ken opzitten. Niet alleen in eigen land

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1980 | | pagina 1