Texelse kikkers en padden I Voor het weekend I I I I I l 1 J I I I I 1 w m Anne's Geheim f j Zuigelingenbureau van 21 en 22 maart 1981 Kerkdiensten p Artsen Groene Kruis ja p Tandartsen Apotheek va Dierenartsen I Rijkspolitie I Noodslachtingen 2, /BIJDAG 20 MAART 1981 TEXELSE COURANT PAGINA 11 <-1^ Reageren op deze rubriek kan bij Jaap van Groenigen, telefoon (02220) 3562, Adriaan Dijksen, telefoon (02228) 676 bij het Natuurrecreatiecentrum, telefc '02228)741 Al weer meer dan een jaar geleden vertelde ik in de aflevering over de Waterspitsmuis, dat Texel vergeleken met overig Nederland, op veel gebieden een afwijkende planten- en dierenbevolking heeft. Zowel op het gebied van muizen en andere zoogdieren (we hebben geen mollen, vossen, eekhoorns enz.), als op het gebied van vogels en lagere dieren zoals de amfibieën. Dat zijn de salamanders, de kikkers en de padden. Een kenmerk dat alle amfibieën gemeen hebben, is dat de voortplan ting in het water geschiedt en dat de larven in het water leven en door middel van kieuwen ademen. De vol wassen dieren echter leven meestal op het land. In een vochtige omgeving. Ze ademen door middel van longen (en soms door de huid). In zout water kunnen ze niet leven. Het is dus logisch dat de dieren „vroeger" moeite gehad hebben de plaats die nu ons eiland is, te bereiken. Texel heeft wel degelijk aan het vaste land vastgezeten, maar niet door middel van een echt stevige landbrug. De verbinding bestond uit uitgestrekte (laagveen(moerassen, die waarschijnlijk vrij regelmatig vanuit de Noordzee overstroomd werden. Dat gaf veel soorten amfibieën kennelijk te veel pro blemen. En zo zijn er maar vier soorten op Texel: de Kleine Watersalamander, de Rugstreeppad en de Bruine en de Heikikker. Over de kikkers en de pad gaan we wat meer vertellen. Verwarring Over de hele wereld verspreid komen maar liefst 2600 verschillende soorten kikkers en padden voor. Europeanen hebben het echter toch vrij makkelijk, want in ons werelddeel zijn .maar ,34 verschillende soorten. In Nederland leven er tien en wij als Texelaars hebben het dus wel heel gemakkelijk, we kunnen immers niet meer dan drie verschillende soorten tegenkomen. De ijljin overig Nederland vaak algemene f iGroene Kikker en Gewone Pad ontbre- j iken hier. Daar bestaat trouwens wel eens verwarring over. In het, overigens goede, natuurtijdschrift „Grasduinen" GW M 1 De zuigelingen die aan de beurt zijn worden op het bureau verwacht op de tijden, waarop hun eigen huisarts zitting heeft. De tijden zijn als volgt: Dokter Eissen, dinsdag 24 maart om ^14.00 uur. Dokter Coutinho, woensdag 25 maart om 13.30 uur inenting mazelen). was nog niet zo lang geleden te lezen dat het juist de Bruine Kikker zou zijn die niet op ons eiland voorkomt. En als je die uitspraak niet helemaal vertrouwt en ie zoekt het na in een populair boekje zoals „Amfibieën en reptielen in West-Europa", dan lijkt het toch te kloppen want ook daar staat dat de Bruine Kikker in heel Nederland leeft, behalve op Texel.... Beide publicaties hebben het echter mis: de Bruine Kikker komt hier wel degelijk voor, de Groene niet. Het gebeurt wel vaker dat als eenmaal ergens „per ongeluk" iets onjuist ver meld wordt, het later op diverse plaatsen onjuist wordt herhaald. Er wordt veel van elkaar nageschreven! Kwakende kikkers zijn géén kikkers De Bruine Kikker, hij lijkt overigens ook wel eens groengeel tot groenbruin, is op Texel veel algemener dan de Hei kikker. Deze laatste komt nogal eens in de nattere duinen voor, zoals in de Bollekamer. De volwassen exemplaren van de Bruine Kikker kunnen we vaak vrij ver bij het water vandaan vinden. Ze komen meestal vroeg te voorschijn uit hun winterslaap. De eerste zag ik al weer „bijna veertien dagen geleden. -Helaas xvaren het op' straat dood gereden exemplaren. Kikkers, en alle amfibieën, moeten een winterslaap op een vorstvrij plekje houden. Ze kruipen bijvoorbeeld diep weg in de modder van een sloot. Het zijn koudbloedige dieren: de lichaamstemperatuur is niet constant en varieert met de temperatuur van de omgeving. Het zou niet best zijn als hun temperatuur 's winters tot onder nul zou zakken. Kikkers hebben geen antivries I De Bruine Kikker is een weinig opvallende soort, in die zin dat je hem weinig hoort. In de eerste plaats kwaakt hij weinig en bovendien is het niet erg luid. Het is een laag brommend gekwaak dat vaak groepsgewijs (ook de wijfjes kwaken) onder water ge maakt wordt. De soort heeft niet van die opvallende kwaakblazen die je wel eens op plaatjes bij de Groene Kikker ziet. Hij haalt daarom ook lang niet het volume van zijn groene familielid. „Dijksen begint sprookjes te vertel len", denken nu misschien enkele lezers die in het voorjaar regelmatig luid kwakende kikkerkoren op Texel horen. Toch niet, die luide kwakers op zachte voorjaarsavonden zijn géén kik kers. Dat zijn nu onze padden, de Rugstreeppadden. Ze kwaken in koor in sloten en poelen waar de paring plaatsvindt. Ze leven verder voorname lijk op het land, hoofdzakelijk op zand gronden en vooral langs de binnenduin- rand. Ze graven daar ondiepe holletjes in het zand, die ze in de schemering en nacht verlaten. Dan gaan ze op jacht naar insekten, larven en slakjes. Als het moet kan hij kleine sprongetjes maken, maar meestal loopt de Rugstreeppad. In onze tuin in De Koog komen we ze vaak tegen en als je in de schemering even de fiets binnen wil zetten, moet je uitkijken dat je niet op zo'n diertje gaat staan. Het zijn grappige beesten (er zijn mensen die daar anders over denken) en we zijn altijd erg zuinig op ze. Reken maar dat ze op hun nachtelijke voedsel- tochten heel wat „ongedierte" opruimen I De soort dankt zijn naam aan de smalle geelachtige streep die in de lengte over het midden van de rug' loopt. Soms echter ontbreekt die streep bijna. Levenswijze In grote lijnen zullen de meeste lezers wel op de hoogte zijn van de levens wijze van kikkers (en padden, want die is bijna hetzelfde). De volwassen dieren. Bruine Kikkers zijn pas in hun derde levensjaar geslachtsrijp, keren in het vroege voorjaar terug naar de plaats waar ze werden geboren. Ze moeten daarvoor een enorm oriëntatie vermogen hebben. Daar legt het wijfje haar eitjes, in totaal zo'n 3.000 tot 4.000, het alom bekende kikkerdril. Eerst zinken ze, maar als het eiwit opgezwollen is drijven ze in een gelei achtige massa rond. Afhankelijk van de watertemperatuur en daardoor ook af hankelijk van de ontwikkeling van waterplanten, duurt het soms vrij lang voor de zogenaamde dikkopjes (of kikkervisjes, of donderkopjes) uit het ei komen. Soms pas na drie weken. Eerst hebben de heel kleine diertjes nog uit wendige kiëüwèn die als franje aan de kop hangen. Spoedig krijgen ze inwen dige kieuwen. Ze groeien daarna meestal als kool en voeden zich met plantaardig materiaal: algen en derge lijke. Eerst verschijnen de achterpoten. Daarna komen de voorpoten uit de kieuwspleet tevoorschijn. Dan beginnen zich ook de longen te vormen en sluit de kieuwspleet zich. De dier tjes moeten nu boven komen om adem te halen. Ondertussen is ook de staart nagenoeg verdwenen en gaan de jonge kikkertjes het land op. Bij de Bruine Kikker duurt deze hele gedaanteverwisseling zo'n drie maanden. Heel late dikkopjes kunnen soms overwinteren en pas het volgend voorjaar in kikkertjes veranderen. Als je erover nadenkt is het toch wel een enorme gebeurtenis, De in het water door kieuwen ademende, pootloze en planten-etende dikkopjes veranderen in korte tijd in door longen adem halende, op land rondspringende dieren die dierlijke kost eten I Bescherming De stand van kikkers en padden is in deze eeuw enorm achteruit gegaan. Niet allien doordat er steeds meer moerassen zijn drooggelegd en het agrarisch land steeds meer ontwaterd wordt, ook doordat de waterkwaliteit enorm veel slechter geworden is. Kunstmest, bestrijdingsmiddelen, het lozen van afvalwater, zowel industrieel als ook van huizen en boerderijen, hebben het water op veel plaatsen tot een vieze, zelfs stinkende en soms zwarte substantie gemaakt. Kikkers kunnen daarin niet meer leven. Alle amfibieën zijn sinds 1973 wette lijk beschermd. Voor educatieve doel einden mogen de kikkervisjes echter nog wel gehouden worden. Het is inderdaad ook heel leuk de gedaante wisseling van dichtbij te bekijken. Maar als de voorpootjes verschijnen kunnen we de diertjes maar beter snel loslaten. Ze gaan dan door de longen adem halen en schakelen over op dierlijke kost die zich niet in uw aquarium of weckfles bevindt. Het beste is de kleine kikkertjes los te laten op de plaats waar het dril uit de sloot geschept werd. Daar was het water waarschijnlijk nog van redelijke kwaliteit. Omdat kikkers en padden wettelijk beschermd zijn, moeten we niet gaan denken dat deze soorten daardoor gered zijn. De kwaliteit van het water, zowel zoet als zout water, gaat er niet op vooruit. Geen wonder ook als we zien hoeveel tonnen afval dagelijks (al of niet met vergunning) in het milieu gestort worden en hoevel tonnen kunstmest en bestrijdingsmiddelen er nog gebruikt worden I Adriaan Dijksen. Uitsluitend voor spoedgevallen IHijirtU Van vrijdagavond 18.00 uur tot yj maandagnorgen 8.00 uur jfo Dokter R. R. Siebinga, Kikkert- VA straat 12, De Cocksdorp, telefoon Ja (02222) 234. Bij geen gehoor JA (02220) 2323. Aanvragen visites Ja s.v.p. tussen 9.00 en 10.00 uur. yV Zaterdag en zondag apotheek ge- VA opend en spreekuur van 12.00- Ja 12.30 uur en van 17.00-17.30 uur JJ. zonder afspraak. V; Jy, Ambulance Gn geval van onge- lukken met betekenend lichame- VA lijk letsel) (02220) 2011. JA Van vrijdagavond 18.00 uur tot VA maandagmiddag 13.00 uur At Zr. Th. Groothuis, Marelstraat 8, JA Den Burg, tel. (02220) 2996. JA Zaterdag en zondag te bereiken na Ja 13.00 uur. JA Magazijn Groene Kruis VA Geopend voor uitgifte goederen: JA. Maandag t/m vrijdag van 17.00- /A 18.00 uur. p Voor zeer spoedeisende tandheel- VA kundige hulp kan men zaterdag en zondag om 18.00 uur precies te- Jj recht in het tandheelkundig cen- JA trum in het Groene Kruisgebouw, VA Witte Kruislaan 19. w Weverstraat 95, telefoon (02220) At 2112. Open van maandag t/m vrij- yt dag van 8.30-18.00 uur. Zaterdags Ja van 11.30-13.00 uur en van 16.00- Jyt 18.00 uur en zondags van 11.30- JA 13.00 uur en van 17.00-18.00 uur. JA Buiten die tijd alleen voor spoed- vyt eisende gevallen. JA Alleen voor spoedgevallen tele ga foon (02220) 2527. I Den Burg 10 uur ds. Wisman m.m.v. dameskoor o.l.v. dhr. J. Zondag 22 maart 1981 HERVORMDE GEMEENTEN Visser, dienst voor jong en oud. JA Collecte Werelddiakonaat. De Cocksdorp 9.30 u. ds. Hoekstra JJ Uitzending via De Lichtboei Collecte kerkvoogdij. Den Hoorn 9.30 uur kand. P. Ja Pranger. JA De Koog 11.00 uur ds. Hoekstra JA De Waal 11.00 u. kand. P. Pranger Oosterend 9.30 uur ds. Van Zijll Ja Langhout VA Oudeschild 11.00 uur ds. Van Zijll JA Langhout GEREFORMEERDE KERKEN Vrijdag 20 maart: Den Burg 19.30 uur ds. Blaauw JA biddag voor gewas en arbeid Zondag 22 maart: JA Den Burg 10 uur ds. Blaauw JA 19.00 uur ds. Blaauw dienst voor belangstellenden m.m.v. Texels Mannenkoor Uitzending via De Lichtboei Oosterend 10 uur ds. De Boer viering H. Avondmaal 17.00 uur ds. De Boer viering H. Avondmaal GEREF. KERK (Vrijgemaakt) GEREFORMEERDE GEMEENTE Oosterend 10.00 uur Dienst 16.00 uur Dienst in de Doopsgezinde kerk, Kogerstr. JA Den Burg 16.15 uur Dienst JvJ DOOPSGEZINDE GEMEENTE Den Burg 10.00 uur ds. Hylkema Vries. Kinderoppas aanwezig. Uitzending via De Lichtboei woensdag 18.30 uur. ROOMS-KATHOLIEKE KERK Dagelijks is het politiebureau van JA de groep Texel van de Rijkspolitie VA telefonisch te bereiken via tel. Ja (02220) 2644. Buiten kantooruren Va (tussen 18.00 en 08.00 uur) kan JA men rechtstreeks contact opnemen JA met de meldkamer van het VA district Alkmaar, tel. (072) 116444. JJ Voor noodslachtingen bellen de BAPTISTENGEMEENTE in de Doopsgezinde kerk, Kogerstr. VA Den Burg 19.15 uur Evangelist De Jy. I Dorpshuis De Waldhoorn, Heren- w Den Burg: zaterdag 19.30 uur Uitzending via De Lichtboei zondag: 10.45 uur De Koog: zondag 9.30 uur Oudeschild: zondag 19.00 uur Den Hoorn: zondag 10.45 uur De Cocksdorp: zondag 9.15 uur Oosterend: zaterdag 19.30 uur. JEHOVAH'S GETUIGEN straat 30, Den Hoorn Jj heer A. van Heerwaarden, telefoon VA (02220) 2182 (slachtplaats) of 2663 Ja (Wilhelminalaan 94), b.g.g. 3541. 11.30 uur Wachttorenstudie. Woensdags 19.30 uur Theocr. M school; 20.30 uur Dienstvergadering. iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii m FEUILLETON: ff g door Tom Lodewijk 15. Mathilde streed onbemerkt deze dagen een zware strijd. Haar koele, gereserveerde aard, haar studielust en niet te vergeten het feit dat de kring jongelui rond haar maar beperkt was, hadden er toe bijgedragen dat ze nooit ernstig over een man had gedacht. Degenen die toenadering zochten, hield ze op een afstand, de één omdat ze hem niet vertrouwde, de andere omdat het hem kennelijk om haar geld te doen was, de derde omdat ze hem te dom vond, de vierde omdat ze hem on mogelijk serieus kon nemen. Nu, nu ze de dertig al een eind voorbij was, had ze gelegenheid gehad een man dag aan dag van nabij gade te slaan, dat ze niet durfde denken aan de dag, waarop dit samenleven zou ophouden. Waarop ze niet meer zou zitten wachten tot Bert thuis kwam. Wanneer er geen kinderen en geen man meer zouden zijn om voor te zorgen. Met Bert, een intelligente, fijngevoelige vent, kon ze vrijuit over allerlei onderwerpen praten, hij was haar een geliefde kameraad geworden. En dat over déze man praatjes gin gen... zulke verachtelijke praatjes... winkelmeisjes nalopen, jakkesl „Er is geen praatje zo raar of er is wel wat van waar", hoorde ze weer de zoet giftige stem van mevrouw Bieze.nga. En Bert's reactie die avond bij het eten, was wel heel verward geweest. Zijn houding de volgende dagen kon haar niet misleiden. Hij deed zo gewoon dat het ongewoon was. Sterk voelde ze de neiging, eenvoudig de koe bij de horens te pakken, het met hem uit te praten, hem te vertellen van de praatjes, opdat hij zijn houding kon bepalen. Maar dat laatste was een doekje voor het bloeden, wist ze zelf maar al te goed. Het kon haar strikt genomen niets schelen wat de mensen roddelden. Ze wilde zelf zekerheid uit Bert's eigen mond. Zij kon deze twijfel, die zijn verwarde houding hij haar had gewekt niet langer verdragen. Maar het was zo volkomen in strijd met haar gesloten aard, zoiets te doen, dat ze het van dag op dag uitstelde. Bert, van zijn kant, stelde ook uit, maar dat maakte het niet gemakkelijker. Hij durfde niet eens naar Anne Markus, de scheve verhouding tot Mathilde stond hem in de weg. Éérst moest hij zekerheid hebben omtrent Mathilde's houding, dèn pas zou hij plannen durven maken. Gespannen zat hij op een avond in zijn stoel de krant te lezen. Gespannen omdat Mathilde en hij alleen waren. Tilly was al naar bed, José op bezoek bij een jarige vriendin, Frans naar de club. Tussen hen beiden hing de stilte, een geladen stilte. Het leek of beiden gespannen wachten wie het eerst dit zwijgen zou doorbreken. Bert's oog viel op een advertentie in de krant en opeens kreeg hij een in geving. „Zeg, gaat Lorié weg?" vroeg hij. Lorié was de leraar die indertijd Mathilde's plaats had ingenomen, toen zij haar baan opgaf om het gezin Bannink te helpen. „Ja, ik heb ook zoiets gehoord" zei ze lusteloos „hij krijgt een benoeming als conrector in Den Haag. Je weet dat hij onlangs is gepromoveerd." „Jaja... nou zeg, dan kun jij weer terugkomen" zei hij zo onschuldig mo gelijk, maar hij verschool zich achter de krant. „Ik..." ze zweeg plotseling. Als in een flits had haar vrouwelijke intuitie de bedoeling van zijn opmerking, zij het nog vaag, gepeild. Haar handen trilden, maar ze beheerste zich met boven menselijke inspanning. „Wou je me weer naar school heb ben?" ze bedoelde het schertsend te vragen maar haar stem klonk vlijm scherp. „Nou ja" zei hij met veel vertoon van redelijkheid „je kunt hier toch ook niet eeuwig je talent blijven begraven? Je hebt je werk moeten opgeven, je studie, maar je was toch niet van plan er voorgoed mee uit te scheiden?" Wanneer ze nog niet geweten had, wat ze wist, zou ze eenvoudig gezegd hebben „Ik blijf liever bij jullie... bij jou." Maar zomin als Bert's opmerking arge loos had geklonken, zo min kon zij argeloos daarop antwoorden. „Ben je me beu?" vroeg ze en trachtte door een scheve glimlach de vraag wat te verzachten. Bert zag haar gezicht en voelde zich diep ellendig. Dat hij Mathilde dit moest aandoenl Mathilde, die zo spontaan het offer had gebracht, Mathilde, die hem in zijn moeilijkste tijd had bijgestaan als de beste kameraad die een man zich denken kan... Mathilde, een vrouw uit duizend en hij zou het als een eer beschouwd hebben, wanneer zij zijn vrouw had willen worden, kort geleden nog, toen hij ernstig met het plan rondliep haar dat te vragen. Maar nu was er opeens iets in zijn leven gekomen dat alles had veranderd. Opeens zag hij weer de kamer van Annie Markus, haar gezicht aandachtig naar hem toe ge keerd, hoorde hij haar stem, voelde hij haar in zijn armen. Nee, het kon niet. Hoe hard het ook was, hij moest tegen over Mathilde eerlijk zijn. „Beu..." herhaalde hij schamper. „Nee Mathilde, zo moet je niet pratetn. Dat weet je net zo goed als ik. Maar..." „Het wordt toch tijd dat ik verdwijn." O, waarom was ze zo scherp. Ze hoorde hoe totaal verkeerd ze dit aanpakte, maar het leek of een duiveltje haar aanporde. „Hoe kom je daarbij?" vroeg hij onthutst. Het initiatief was hem uit de handen geglipt, hij zag geen kans het moeilijke onderwerp geleidelijk en tact vol naar voren te brengen. „Wanneer zit je me te adviseren om weer naar school te gaan?" vroeg ze terug. „Je denkt misscien heel tactvol te zijn, maar ik heb geen olifantenhuid. Als jij dit... dit niet langer wilt... als jij iets anders wilt misschien..." Het hoge woord was er uit. Bert probeerde zijn gedachten te or denen. Zo moest dit niet gaan. „Thilde" begon hij „wil je even naar mij luisteren?" Ze knikte stom, zakte terug in haar stoel. Hij durfde haar niet aanzien. „Thilde, wat jij voor mij, voor ons geweest bent, al die tijd, dat kan ik niet in woorden uitdrukken. Zonder jou was ik er onder door gegaan, ons gezin ook, denk ik. Ik heb het meer gewaardeerd dan ik je zeggen kan, dat je je baan en je studie opgaf voor ons. En ik meen het ook als ik zeg, dat je dat offer niet kunt blijven brengen." „Het was geen offer" zei ze zacht. Het sloeg hem uit zijn lood. Liever zag hij haar scherp in de aanval, dan zo.zo ter neergeslagen, gebroken bijna. „Maar je hebt gelijk" ging hij moeilijk verder „het is niet alleen dat, wat me zo-even die opmerking over Lorié liet maken. Het is voor mij heel moeilijk je dit te zeggen, juist jou... maar ik... ik heb iemand leren kennen..." „De winkeljuffrouw uit de Mercuur" haar stem had weer de scherpe klank van zo-even. Hij kromp ineen. „Wat weet jij daarvan?" „Meer dan je denkt. Het is de hele stad al door dat je achter haar aan loopt." Het was hem als kreeg hij een klap in het gezicht. Een wilde woede steeg in hem op. Waalburgenl Kletsnestl Wie..? Maar hij kreeg geen tijd zich te her stellen. „Ik begrijp best" opeens stond ze achter haar stoel, haar handen om de leuning geklemd, haar knokkels wit „ik begrijp best, dat jij niet altijd alleen kunt blijven. En wanneer jij weer... weer een vrouw... hier wilt brengen... dan is dat je goed recht. En dan stap ik terug, Maar had het me dan gezegd, had me gezegd wat je van plan was en wie het was. Maar dat ik nu van een stelletje roddelaarsters moet horen dat mijn zwager Bannink achter een winkeljuffie uit de Mercuur aanloopt... je bent toch niet van plan dat schepsel..." „Je kent haar niet eens" onderbrak hij. „Nee en ik voel ook helemaal geen behoefte. Je bent met Lydia van We- drighem getrouwd geweest, het zijn haar kinderen hier in je huis. Als jij meent je in te laten met zoiets... dan is dat jou zaak, dan ben je diep in je hart toch altijd een proleet gebleven, Albert Bannink." Hij sprong op uit zijn stoel. Het oude zeer, zijn eenvoudige afkomst tegenover de deftige, rijke Van Wedrighem's schrijnde opeens heftig. „Ze heeft misschien meer hart in d'r pint dan jullie in je hele lichaaml" schreeuwde hij. „Je moet je natuurkunde van het menselijk lichaam nog es doornemen" sneerde ze. Hij met een gezicht rood van woede, zij lijkwit, stonden ze tegen over elkaar. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1981 | | pagina 11