Texelse kikkers
en padden
I Voor het weekend I
I
I
I
I
l
1
J
I
I
I
I
1
w
m
Anne's Geheim
f
j Zuigelingenbureau
van 21 en 22 maart 1981
Kerkdiensten
p Artsen
Groene Kruis
ja
p Tandartsen
Apotheek
va
Dierenartsen
I Rijkspolitie
I Noodslachtingen
2, /BIJDAG 20 MAART 1981
TEXELSE COURANT
PAGINA 11
<-1^ Reageren op deze rubriek kan bij Jaap
van Groenigen, telefoon (02220) 3562,
Adriaan Dijksen, telefoon (02228) 676
bij het Natuurrecreatiecentrum, telefc
'02228)741
Al weer meer dan een jaar geleden vertelde ik in de aflevering
over de Waterspitsmuis, dat Texel vergeleken met overig Nederland,
op veel gebieden een afwijkende planten- en dierenbevolking heeft.
Zowel op het gebied van muizen en andere zoogdieren (we hebben
geen mollen, vossen, eekhoorns enz.), als op het gebied van vogels
en lagere dieren zoals de amfibieën. Dat zijn de salamanders, de
kikkers en de padden.
Een kenmerk dat alle amfibieën
gemeen hebben, is dat de voortplan
ting in het water geschiedt en dat de
larven in het water leven en door
middel van kieuwen ademen. De vol
wassen dieren echter leven meestal op
het land. In een vochtige omgeving. Ze
ademen door middel van longen (en
soms door de huid).
In zout water kunnen ze niet leven.
Het is dus logisch dat de dieren
„vroeger" moeite gehad hebben de
plaats die nu ons eiland is, te bereiken.
Texel heeft wel degelijk aan het vaste
land vastgezeten, maar niet door
middel van een echt stevige landbrug.
De verbinding bestond uit uitgestrekte
(laagveen(moerassen, die waarschijnlijk
vrij regelmatig vanuit de Noordzee
overstroomd werden. Dat gaf veel
soorten amfibieën kennelijk te veel pro
blemen. En zo zijn er maar vier soorten
op Texel: de Kleine Watersalamander,
de Rugstreeppad en de Bruine en de
Heikikker. Over de kikkers en de pad
gaan we wat meer vertellen.
Verwarring
Over de hele wereld verspreid komen
maar liefst 2600 verschillende soorten
kikkers en padden voor. Europeanen
hebben het echter toch vrij makkelijk,
want in ons werelddeel zijn .maar ,34
verschillende soorten. In Nederland
leven er tien en wij als Texelaars
hebben het dus wel heel gemakkelijk,
we kunnen immers niet meer dan drie
verschillende soorten tegenkomen. De
ijljin overig Nederland vaak algemene
f iGroene Kikker en Gewone Pad ontbre-
j iken hier. Daar bestaat trouwens wel
eens verwarring over. In het, overigens
goede, natuurtijdschrift „Grasduinen"
GW
M
1
De zuigelingen die aan de beurt zijn
worden op het bureau verwacht op de
tijden, waarop hun eigen huisarts
zitting heeft. De tijden zijn als volgt:
Dokter Eissen, dinsdag 24 maart om
^14.00 uur.
Dokter Coutinho, woensdag 25 maart
om 13.30 uur inenting mazelen).
was nog niet zo lang geleden te lezen
dat het juist de Bruine Kikker zou zijn
die niet op ons eiland voorkomt. En als
je die uitspraak niet helemaal vertrouwt
en ie zoekt het na in een populair
boekje zoals „Amfibieën en reptielen
in West-Europa", dan lijkt het toch te
kloppen want ook daar staat dat de
Bruine Kikker in heel Nederland leeft,
behalve op Texel....
Beide publicaties hebben het echter
mis: de Bruine Kikker komt hier wel
degelijk voor, de Groene niet. Het
gebeurt wel vaker dat als eenmaal
ergens „per ongeluk" iets onjuist ver
meld wordt, het later op diverse
plaatsen onjuist wordt herhaald. Er
wordt veel van elkaar nageschreven!
Kwakende kikkers zijn
géén kikkers
De Bruine Kikker, hij lijkt overigens
ook wel eens groengeel tot groenbruin,
is op Texel veel algemener dan de Hei
kikker. Deze laatste komt nogal eens in
de nattere duinen voor, zoals in de
Bollekamer.
De volwassen exemplaren van de
Bruine Kikker kunnen we vaak vrij ver
bij het water vandaan vinden. Ze
komen meestal vroeg te voorschijn uit
hun winterslaap. De eerste zag ik al
weer „bijna veertien dagen geleden.
-Helaas xvaren het op' straat dood
gereden exemplaren. Kikkers, en alle
amfibieën, moeten een winterslaap op
een vorstvrij plekje houden. Ze kruipen
bijvoorbeeld diep weg in de modder
van een sloot. Het zijn koudbloedige
dieren: de lichaamstemperatuur is niet
constant en varieert met de
temperatuur van de omgeving. Het zou
niet best zijn als hun temperatuur 's
winters tot onder nul zou zakken.
Kikkers hebben geen antivries I
De Bruine Kikker is een weinig
opvallende soort, in die zin dat je hem
weinig hoort. In de eerste plaats
kwaakt hij weinig en bovendien is het
niet erg luid. Het is een laag brommend
gekwaak dat vaak groepsgewijs (ook
de wijfjes kwaken) onder water ge
maakt wordt. De soort heeft niet van
die opvallende kwaakblazen die je wel
eens op plaatjes bij de Groene Kikker
ziet. Hij haalt daarom ook lang niet het
volume van zijn groene familielid.
„Dijksen begint sprookjes te vertel
len", denken nu misschien enkele
lezers die in het voorjaar regelmatig
luid kwakende kikkerkoren op Texel
horen. Toch niet, die luide kwakers op
zachte voorjaarsavonden zijn géén kik
kers. Dat zijn nu onze padden, de
Rugstreeppadden. Ze kwaken in koor
in sloten en poelen waar de paring
plaatsvindt. Ze leven verder voorname
lijk op het land, hoofdzakelijk op zand
gronden en vooral langs de binnenduin-
rand. Ze graven daar ondiepe holletjes
in het zand, die ze in de schemering en
nacht verlaten. Dan gaan ze op jacht
naar insekten, larven en slakjes. Als het
moet kan hij kleine sprongetjes maken,
maar meestal loopt de Rugstreeppad.
In onze tuin in De Koog komen we ze
vaak tegen en als je in de schemering
even de fiets binnen wil zetten, moet je
uitkijken dat je niet op zo'n diertje gaat
staan. Het zijn grappige beesten (er zijn
mensen die daar anders over denken)
en we zijn altijd erg zuinig op ze. Reken
maar dat ze op hun nachtelijke voedsel-
tochten heel wat „ongedierte"
opruimen I
De soort dankt zijn naam aan de
smalle geelachtige streep die in de
lengte over het midden van de rug'
loopt. Soms echter ontbreekt die
streep bijna.
Levenswijze
In grote lijnen zullen de meeste lezers
wel op de hoogte zijn van de levens
wijze van kikkers (en padden, want die
is bijna hetzelfde). De volwassen
dieren. Bruine Kikkers zijn pas in hun
derde levensjaar geslachtsrijp, keren in
het vroege voorjaar terug naar de
plaats waar ze werden geboren. Ze
moeten daarvoor een enorm oriëntatie
vermogen hebben. Daar legt het wijfje
haar eitjes, in totaal zo'n 3.000 tot
4.000, het alom bekende kikkerdril.
Eerst zinken ze, maar als het eiwit
opgezwollen is drijven ze in een gelei
achtige massa rond. Afhankelijk van de
watertemperatuur en daardoor ook af
hankelijk van de ontwikkeling van
waterplanten, duurt het soms vrij lang
voor de zogenaamde dikkopjes (of
kikkervisjes, of donderkopjes) uit het ei
komen. Soms pas na drie weken. Eerst
hebben de heel kleine diertjes nog uit
wendige kiëüwèn die als franje aan de
kop hangen. Spoedig krijgen ze inwen
dige kieuwen. Ze groeien daarna
meestal als kool en voeden zich met
plantaardig materiaal: algen en derge
lijke. Eerst verschijnen de achterpoten.
Daarna komen de voorpoten uit de
kieuwspleet tevoorschijn. Dan
beginnen zich ook de longen te vormen
en sluit de kieuwspleet zich. De dier
tjes moeten nu boven komen om adem
te halen. Ondertussen is ook de staart
nagenoeg verdwenen en gaan de jonge
kikkertjes het land op.
Bij de Bruine Kikker duurt deze hele
gedaanteverwisseling zo'n drie
maanden. Heel late dikkopjes kunnen
soms overwinteren en pas het volgend
voorjaar in kikkertjes veranderen.
Als je erover nadenkt is het toch wel
een enorme gebeurtenis, De in het
water door kieuwen ademende,
pootloze en planten-etende dikkopjes
veranderen in korte tijd in door longen
adem halende, op land rondspringende
dieren die dierlijke kost eten I
Bescherming
De stand van kikkers en padden is in
deze eeuw enorm achteruit gegaan.
Niet allien doordat er steeds meer
moerassen zijn drooggelegd en het
agrarisch land steeds meer ontwaterd
wordt, ook doordat de waterkwaliteit
enorm veel slechter geworden is.
Kunstmest, bestrijdingsmiddelen, het
lozen van afvalwater, zowel industrieel
als ook van huizen en boerderijen,
hebben het water op veel plaatsen tot
een vieze, zelfs stinkende en soms
zwarte substantie gemaakt. Kikkers
kunnen daarin niet meer leven.
Alle amfibieën zijn sinds 1973 wette
lijk beschermd. Voor educatieve doel
einden mogen de kikkervisjes echter
nog wel gehouden worden. Het is
inderdaad ook heel leuk de gedaante
wisseling van dichtbij te bekijken. Maar
als de voorpootjes verschijnen kunnen
we de diertjes maar beter snel loslaten.
Ze gaan dan door de longen adem
halen en schakelen over op dierlijke
kost die zich niet in uw aquarium of
weckfles bevindt. Het beste is de kleine
kikkertjes los te laten op de plaats waar
het dril uit de sloot geschept werd.
Daar was het water waarschijnlijk nog
van redelijke kwaliteit.
Omdat kikkers en padden wettelijk
beschermd zijn, moeten we niet gaan
denken dat deze soorten daardoor
gered zijn. De kwaliteit van het water,
zowel zoet als zout water, gaat er niet
op vooruit. Geen wonder ook als we
zien hoeveel tonnen afval dagelijks (al
of niet met vergunning) in het milieu
gestort worden en hoevel tonnen
kunstmest en bestrijdingsmiddelen er
nog gebruikt worden I
Adriaan Dijksen.
Uitsluitend voor spoedgevallen
IHijirtU
Van vrijdagavond 18.00 uur tot
yj maandagnorgen 8.00 uur
jfo Dokter R. R. Siebinga, Kikkert-
VA straat 12, De Cocksdorp, telefoon
Ja (02222) 234. Bij geen gehoor
JA (02220) 2323. Aanvragen visites
Ja s.v.p. tussen 9.00 en 10.00 uur.
yV Zaterdag en zondag apotheek ge-
VA opend en spreekuur van 12.00-
Ja 12.30 uur en van 17.00-17.30 uur
JJ. zonder afspraak.
V;
Jy, Ambulance Gn geval van onge-
lukken met betekenend lichame-
VA lijk letsel) (02220) 2011.
JA Van vrijdagavond 18.00 uur tot
VA maandagmiddag 13.00 uur
At Zr. Th. Groothuis, Marelstraat 8,
JA Den Burg, tel. (02220) 2996.
JA Zaterdag en zondag te bereiken na
Ja 13.00 uur.
JA Magazijn Groene Kruis
VA Geopend voor uitgifte goederen:
JA. Maandag t/m vrijdag van 17.00-
/A 18.00 uur.
p Voor zeer spoedeisende tandheel-
VA kundige hulp kan men zaterdag en
zondag om 18.00 uur precies te-
Jj recht in het tandheelkundig cen-
JA trum in het Groene Kruisgebouw,
VA Witte Kruislaan 19.
w Weverstraat 95, telefoon (02220)
At 2112. Open van maandag t/m vrij-
yt dag van 8.30-18.00 uur. Zaterdags
Ja van 11.30-13.00 uur en van 16.00-
Jyt 18.00 uur en zondags van 11.30-
JA 13.00 uur en van 17.00-18.00 uur.
JA Buiten die tijd alleen voor spoed-
vyt eisende gevallen.
JA Alleen voor spoedgevallen tele
ga foon (02220) 2527.
I
Den Burg 10 uur ds. Wisman
m.m.v. dameskoor o.l.v. dhr. J.
Zondag 22 maart 1981
HERVORMDE GEMEENTEN
Visser, dienst voor jong en oud. JA
Collecte Werelddiakonaat.
De Cocksdorp 9.30 u. ds. Hoekstra JJ
Uitzending via De Lichtboei
Collecte kerkvoogdij.
Den Hoorn 9.30 uur kand. P. Ja
Pranger. JA
De Koog 11.00 uur ds. Hoekstra JA
De Waal 11.00 u. kand. P. Pranger
Oosterend 9.30 uur ds. Van Zijll Ja
Langhout VA
Oudeschild 11.00 uur ds. Van Zijll JA
Langhout
GEREFORMEERDE KERKEN
Vrijdag 20 maart:
Den Burg 19.30 uur ds. Blaauw JA
biddag voor gewas en arbeid
Zondag 22 maart: JA
Den Burg 10 uur ds. Blaauw JA
19.00 uur ds. Blaauw
dienst voor belangstellenden
m.m.v. Texels Mannenkoor
Uitzending via De Lichtboei
Oosterend 10 uur ds. De Boer
viering H. Avondmaal
17.00 uur ds. De Boer
viering H. Avondmaal
GEREF. KERK (Vrijgemaakt)
GEREFORMEERDE GEMEENTE
Oosterend 10.00 uur Dienst
16.00 uur Dienst
in de Doopsgezinde kerk, Kogerstr. JA
Den Burg 16.15 uur Dienst JvJ
DOOPSGEZINDE GEMEENTE
Den Burg 10.00 uur ds. Hylkema
Vries. Kinderoppas aanwezig.
Uitzending via De Lichtboei
woensdag 18.30 uur.
ROOMS-KATHOLIEKE KERK
Dagelijks is het politiebureau van
JA de groep Texel van de Rijkspolitie
VA telefonisch te bereiken via tel.
Ja (02220) 2644. Buiten kantooruren
Va (tussen 18.00 en 08.00 uur) kan
JA men rechtstreeks contact opnemen
JA met de meldkamer van het
VA district Alkmaar, tel. (072) 116444.
JJ Voor noodslachtingen bellen de
BAPTISTENGEMEENTE
in de Doopsgezinde kerk, Kogerstr. VA
Den Burg 19.15 uur Evangelist De Jy.
I
Dorpshuis De Waldhoorn, Heren- w
Den Burg: zaterdag 19.30 uur
Uitzending via De Lichtboei
zondag: 10.45 uur
De Koog: zondag 9.30 uur
Oudeschild: zondag 19.00 uur
Den Hoorn: zondag 10.45 uur
De Cocksdorp: zondag 9.15 uur
Oosterend: zaterdag 19.30 uur.
JEHOVAH'S GETUIGEN
straat 30, Den Hoorn
Jj heer A. van Heerwaarden, telefoon
VA (02220) 2182 (slachtplaats) of 2663
Ja (Wilhelminalaan 94), b.g.g. 3541.
11.30 uur Wachttorenstudie.
Woensdags 19.30 uur Theocr. M
school;
20.30 uur Dienstvergadering.
iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii
m FEUILLETON:
ff
g door Tom Lodewijk
15. Mathilde streed onbemerkt deze
dagen een zware strijd. Haar koele,
gereserveerde aard, haar studielust en
niet te vergeten het feit dat de kring
jongelui rond haar maar beperkt was,
hadden er toe bijgedragen dat ze nooit
ernstig over een man had gedacht.
Degenen die toenadering zochten, hield
ze op een afstand, de één omdat ze hem
niet vertrouwde, de andere omdat het
hem kennelijk om haar geld te doen
was, de derde omdat ze hem te dom
vond, de vierde omdat ze hem on
mogelijk serieus kon nemen. Nu, nu ze
de dertig al een eind voorbij was, had ze
gelegenheid gehad een man dag aan
dag van nabij gade te slaan, dat ze niet
durfde denken aan de dag, waarop dit
samenleven zou ophouden. Waarop ze
niet meer zou zitten wachten tot Bert
thuis kwam. Wanneer er geen kinderen
en geen man meer zouden zijn om voor
te zorgen. Met Bert, een intelligente,
fijngevoelige vent, kon ze vrijuit over
allerlei onderwerpen praten, hij was haar
een geliefde kameraad geworden.
En dat over déze man praatjes gin
gen... zulke verachtelijke praatjes...
winkelmeisjes nalopen, jakkesl
„Er is geen praatje zo raar of er is wel
wat van waar", hoorde ze weer de zoet
giftige stem van mevrouw Bieze.nga.
En Bert's reactie die avond bij het
eten, was wel heel verward geweest.
Zijn houding de volgende dagen kon
haar niet misleiden. Hij deed zo gewoon
dat het ongewoon was.
Sterk voelde ze de neiging, eenvoudig
de koe bij de horens te pakken, het met
hem uit te praten, hem te vertellen van
de praatjes, opdat hij zijn houding kon
bepalen. Maar dat laatste was een
doekje voor het bloeden, wist ze zelf
maar al te goed. Het kon haar strikt
genomen niets schelen wat de mensen
roddelden. Ze wilde zelf zekerheid uit
Bert's eigen mond. Zij kon deze twijfel,
die zijn verwarde houding hij haar had
gewekt niet langer verdragen.
Maar het was zo volkomen in strijd
met haar gesloten aard, zoiets te doen,
dat ze het van dag op dag uitstelde.
Bert, van zijn kant, stelde ook uit,
maar dat maakte het niet gemakkelijker.
Hij durfde niet eens naar Anne Markus,
de scheve verhouding tot Mathilde
stond hem in de weg. Éérst moest hij
zekerheid hebben omtrent Mathilde's
houding, dèn pas zou hij plannen
durven maken.
Gespannen zat hij op een avond in zijn
stoel de krant te lezen. Gespannen
omdat Mathilde en hij alleen waren.
Tilly was al naar bed, José op bezoek
bij een jarige vriendin, Frans naar de
club. Tussen hen beiden hing de stilte,
een geladen stilte. Het leek of beiden
gespannen wachten wie het eerst dit
zwijgen zou doorbreken.
Bert's oog viel op een advertentie in
de krant en opeens kreeg hij een in
geving.
„Zeg, gaat Lorié weg?" vroeg hij.
Lorié was de leraar die indertijd
Mathilde's plaats had ingenomen, toen
zij haar baan opgaf om het gezin
Bannink te helpen.
„Ja, ik heb ook zoiets gehoord" zei
ze lusteloos „hij krijgt een benoeming
als conrector in Den Haag. Je weet dat
hij onlangs is gepromoveerd."
„Jaja... nou zeg, dan kun jij weer
terugkomen" zei hij zo onschuldig mo
gelijk, maar hij verschool zich achter de
krant.
„Ik..." ze zweeg plotseling. Als in een
flits had haar vrouwelijke intuitie de
bedoeling van zijn opmerking, zij het
nog vaag, gepeild. Haar handen trilden,
maar ze beheerste zich met boven
menselijke inspanning.
„Wou je me weer naar school heb
ben?" ze bedoelde het schertsend te
vragen maar haar stem klonk vlijm
scherp.
„Nou ja" zei hij met veel vertoon van
redelijkheid „je kunt hier toch ook niet
eeuwig je talent blijven begraven? Je
hebt je werk moeten opgeven, je studie,
maar je was toch niet van plan er
voorgoed mee uit te scheiden?"
Wanneer ze nog niet geweten had,
wat ze wist, zou ze eenvoudig gezegd
hebben „Ik blijf liever bij jullie... bij jou."
Maar zomin als Bert's opmerking arge
loos had geklonken, zo min kon zij
argeloos daarop antwoorden.
„Ben je me beu?" vroeg ze en
trachtte door een scheve glimlach de
vraag wat te verzachten.
Bert zag haar gezicht en voelde zich
diep ellendig. Dat hij Mathilde dit moest
aandoenl Mathilde, die zo spontaan het
offer had gebracht, Mathilde, die hem in
zijn moeilijkste tijd had bijgestaan als de
beste kameraad die een man zich
denken kan... Mathilde, een vrouw uit
duizend en hij zou het als een eer
beschouwd hebben, wanneer zij zijn
vrouw had willen worden, kort geleden
nog, toen hij ernstig met het plan
rondliep haar dat te vragen. Maar nu
was er opeens iets in zijn leven gekomen
dat alles had veranderd. Opeens zag hij
weer de kamer van Annie Markus, haar
gezicht aandachtig naar hem toe ge
keerd, hoorde hij haar stem, voelde hij
haar in zijn armen. Nee, het kon niet.
Hoe hard het ook was, hij moest tegen
over Mathilde eerlijk zijn.
„Beu..." herhaalde hij schamper.
„Nee Mathilde, zo moet je niet pratetn.
Dat weet je net zo goed als ik. Maar..."
„Het wordt toch tijd dat ik verdwijn."
O, waarom was ze zo scherp. Ze hoorde
hoe totaal verkeerd ze dit aanpakte,
maar het leek of een duiveltje haar
aanporde.
„Hoe kom je daarbij?" vroeg hij
onthutst. Het initiatief was hem uit de
handen geglipt, hij zag geen kans het
moeilijke onderwerp geleidelijk en tact
vol naar voren te brengen.
„Wanneer zit je me te adviseren om
weer naar school te gaan?" vroeg ze
terug. „Je denkt misscien heel tactvol
te zijn, maar ik heb geen olifantenhuid.
Als jij dit... dit niet langer wilt... als jij
iets anders wilt misschien..." Het hoge
woord was er uit.
Bert probeerde zijn gedachten te or
denen. Zo moest dit niet gaan.
„Thilde" begon hij „wil je even naar
mij luisteren?"
Ze knikte stom, zakte terug in haar
stoel. Hij durfde haar niet aanzien.
„Thilde, wat jij voor mij, voor ons
geweest bent, al die tijd, dat kan ik niet
in woorden uitdrukken. Zonder jou was
ik er onder door gegaan, ons gezin ook,
denk ik. Ik heb het meer gewaardeerd
dan ik je zeggen kan, dat je je baan en je
studie opgaf voor ons. En ik meen het
ook als ik zeg, dat je dat offer niet kunt
blijven brengen."
„Het was geen offer" zei ze zacht.
Het sloeg hem uit zijn lood. Liever zag
hij haar scherp in de aanval, dan zo.zo
ter neergeslagen, gebroken bijna.
„Maar je hebt gelijk" ging hij moeilijk
verder „het is niet alleen dat, wat me
zo-even die opmerking over Lorié liet
maken. Het is voor mij heel moeilijk je
dit te zeggen, juist jou... maar ik... ik
heb iemand leren kennen..."
„De winkeljuffrouw uit de Mercuur"
haar stem had weer de scherpe klank
van zo-even.
Hij kromp ineen.
„Wat weet jij daarvan?"
„Meer dan je denkt. Het is de hele
stad al door dat je achter haar aan
loopt."
Het was hem als kreeg hij een klap in
het gezicht. Een wilde woede steeg in
hem op. Waalburgenl Kletsnestl Wie..?
Maar hij kreeg geen tijd zich te her
stellen.
„Ik begrijp best" opeens stond ze
achter haar stoel, haar handen om de
leuning geklemd, haar knokkels wit „ik
begrijp best, dat jij niet altijd alleen kunt
blijven. En wanneer jij weer... weer een
vrouw... hier wilt brengen... dan is dat
je goed recht. En dan stap ik terug,
Maar had het me dan gezegd, had me
gezegd wat je van plan was en wie het
was. Maar dat ik nu van een stelletje
roddelaarsters moet horen dat mijn
zwager Bannink achter een winkeljuffie
uit de Mercuur aanloopt... je bent toch
niet van plan dat schepsel..."
„Je kent haar niet eens" onderbrak
hij.
„Nee en ik voel ook helemaal geen
behoefte. Je bent met Lydia van We-
drighem getrouwd geweest, het zijn
haar kinderen hier in je huis. Als jij
meent je in te laten met zoiets...
dan is dat jou zaak, dan ben je diep in je
hart toch altijd een proleet gebleven,
Albert Bannink."
Hij sprong op uit zijn stoel. Het oude
zeer, zijn eenvoudige afkomst tegenover
de deftige, rijke Van Wedrighem's
schrijnde opeens heftig.
„Ze heeft misschien meer hart in d'r
pint dan jullie in je hele lichaaml"
schreeuwde hij.
„Je moet je natuurkunde van het
menselijk lichaam nog es doornemen"
sneerde ze. Hij met een gezicht rood
van woede, zij lijkwit, stonden ze tegen
over elkaar.
(Wordt vervolgd)