(jroen cZjvartr jexels in het hart-,
Slordig omgesprongen met kunstverfraaiing
Kunstenaars vragen anderhalve
ton schadevergoeding aan NIOZ
4ÉG
Commissie had moeite
met afbreken paviljoens
Commissie verdeeld
over vertegenwoordiging
Raadsleden in RST-bestuur
WEEK
RECLAME
Spoedig beslissing
over BIMG woningen
94e JAARGANG NR. 9564
TEXELSE
VRIJDAG 27 MAART 1981
COURANT
Redactie: Harry de Graaf, Pelikaanweg 75, tel. (02228) 266,
Frits Beutick Warmoesstraat 43, Den Burg, tel. (02220) 2208 en
Hans Oosterhof, Weverstraat 31, Den Burg.
Voor advertenties, abonnementen, etc.:
Langeveld De Rooy B.V.,
Postbus 11, 1790 AA Den Burg, telefoon (02220) 2741.
Verschijnt dinsdags en vrijdags.
Postgiro 652. Abonnementsprijs f 13,80 per kwartaal
70 cent incasso; los 55 cent.
Bankrelaties: Amro Bank nr. 46.99.17.636
Rabobank nr. 36.25.01.742; NMB nr. 67.34.60.398.
ADVERTENTIES
destijds is gevallen op het volgens
andere kunstenaars nogal hard-com-
mercieel optredende collectief
wilde hij geen commentaar geven
en dat deed ook de NlOZ-directeur Prof.
dr. H. Postma niet. ,,We wachten de
ontwikkelingen rustig af."
zie pagina g
Een kunstenaarsverfraaiing bij de ingang van het NIOZ: een houten duinkering met daarin aangebracht een aantal verlichtingspanelen (witte
strepen) en boven de entree een neon-kleurenverlichting.
Kunstenaar Van Munster uit Rotterdam heeft met zijn collega's Erik
van Wondergem en Bert de Laaf een eis tot schadevergoeding van
ƒ150.000,— ingediend bij het NIOZ. De kunstenaars voelen zich in
hun belangen geschaad omdat de destijds door hen ontworpen
kunstverfraaiingen binnen en buiten het NlOZ-complex in Het Horntje
zodanig gebrekkig is geinstalleerd en onderhouden, dat het een slecht
visitekaartje voor de makers is geworden. Zij beweren dat zij daardoor
een opdracht voor een kunstwerk van twee ton in Amsterdam zijn
misgelopen en vinden daarom een schadevergoeding van anderhalve
ton niet meer dan billijk...
Dat het NIOZ niet volgens contract
met de kunstverfraaingen (die destijds
f 180.000,— hebben gekost) zijn omge
sprongen, werd door de kunstenaars
ontdekt toen zij hun werk in 't Horntje
aan de opdrachtgever uit Amsterdam
wilden tonen. Volgens Van Munster
bleek toen dat onderdelen van de
kunstwerken waren verdwenen en dat
installatie en onderhoud veel te wensen
overliet. Bepaalde onderdelen waren
zelfs helemaal niet gebruikt.
Zoals bekend geldt bij gebouwen die
door de overheid zijn bekostigd dat één
procent van de bouwsom besteed wordt
aan verfraaiing. Meestal gebeurt dat in
de vorm van een of meer kunstwerken.
Bij het NlOZ-gebouw dat vele miljoenen
heeft gekost, was dus een flink bedrag
voor dit verheven doel beschikbaar. Om
tot een goede besteding daarvan te
komen, werd destijds een commissie in
het leven geroepen, bestaande uit
medewerkers en directie van het NIOZ.
Zij lieten hun keus vallen op het
genoemde kunstenaarscollectief en gin
gen akkoord met het ontwerp dat deze
heren indienden. Het project behelsde
het aanbrengen van duinkeringen van
houten, trapsgewijs opgestelde wan
den. Voorts het aanbrengen van licht
panelen in de duinkering bij de hoofd
ingang, een trapverlichting, buitenver
lichting etc. Binnen het gebouw werden
regenboogkleuren aangebracht en werd
ook met verschillende kleuren licht ge
werkt waardoor 'route-units' zijn ont
staan, waardoor de verschillende afde
lingen van het uitgestrekte complex
herkenbaar werden.
Verwacht wordt dat binnen drie we
ken definitieve beslissingen zullen wor
den genomen inzake het bouwplan van
het Bouwfonds Nederlandse Gemeen
ten voor het artikel 11 gebied aan de
Beatrixlaan in Den Burg. Met aannemer
Henselman (die voor practisch dezelfde
prijs had ingeschreven als de firma
Drijver) is definitief gebroken. Onder
handelingen met een andere overkantse
aannemer zijn gaande en laten zich
volgens het gemeentebestuur gunstig
aanzien.
„We hebben de grijze massa van het
gebouw willen doorbreken door het
aanbrengen van speelse kleuren. Met
simpel licht creeer je zo afwisseling in
het geheel. Wat we binnen hebben uit
gevoerd is buiten ook toegepast. Het
kale gebouw in een landschappelijk
mooie omgeving moest gewoon aange
kleed worden. Met houtwallen hebben
we een geleidelijke overgang van duin
gebied naar steen kunnen maken. De
lichten moeten vooral 's avonds de sfeer
maken", aldus Van Munster die samen
met Van Wondergem verantwoordelijk
was voor het binnenwerk. Over de land
schappelijke verfraaiingen die buiten zijn
aangebracht zijn geen problemen ont
staan. „Milieumensen hadden angst dat
het gebouw op die plek zou misstaan.
Na overleg hebben ze ingezien dat mijn
ontwerp kan bewerkstelligen dat een
dergelijk gebouw wel in de natuur ge
voegd kan worden. Alles wordt redelijk
onderhouden", aldus de kunstenaar.
Boze brief
De problemen betreffen vooral de
verlichting binnen en buiten het ge
bouw. Nadat Van Munster met zijn
mogelijke nieuwe opdrachtgevers de
situatie op Texel hadden bekeken,
stuurde het collectief een boze, uit
twaalf klachten bestaande brief aan het
NIOZ: „Niet alles konden we na ons
bezoek bewijzen maar we vermoeden
dat er met ons werk zeer slordig om
gesprongen wordt", aldus Van Mun
ster, die als voorbeeld wijst op het
enorme aantal kapotte lampen in de
door hem ontworpen panelen. „Kijk,
dat er af en toe een lamp defect is, lijkt
me logisch, maar dat ik al snel 120
kapotte lampen tel is me gewoon te
gortig. Dat ruikt naar pure onwil." Bij
het bezoek had hij ook de indruk dat een
stroomkabel was losgekoppeld en enkele
trafo's werkten niet of niet goed. „De
trapverlichting buiten brandt bijna nooit.
Als het NIOZ zoiets niet leuk vindt,
hadden ze het niet moeten laten aanleg
gen. De commissie is akkoord gegaan
met onze ideeën. Er is eindeloos over
gepraat en bij de uitvoering van ons
ontwerp hadden we de indruk dat we
alle medewerking zouden krijgen."
Vieze smaak
Wel kregen de kunstenaars bij de
aanleg al 'een vieze smaak in de mond'.
De heren hadden de indruk dat veel
medewerkers van het NIOZ helemaal
niet zo blij waren met het werk dat werd
aangebracht, ondanks dat er in de com
missie die de plannen had goedgekeurd
ook gebruikers van het gebouw zaten.
Van Munster noemt deze desinteresse
'beroepsblindheid'. Hij denkt dat de
commissieleden de weinige goedwillen
de mensen zijn die naast hun werk ook
oog hebben voor iets anders. „Bij de
aanleg van het spul kregen we allerlei
verwijten te horen variërend van: daar
gaan onze belastingcenten tot: 'van mij
mogen ze die rommel er wel weer uit-
slopen.' Daar ben ik wel van geschrok
ken" aldus een verontwaardigde Van
Munster.
Het kunstenaarstrio vindt het op zich
zelf niet zo erg dat er bij het NIOZ
'nieuwe inzichten' over het gebruik van
het kunstwerk zijn ontstaan. Waar ze
wel zwaar aan tillen is het feit dat over
deze ideeën niet met hen is gepraat.
„Kijk als ze wegens het energiepro
bleem bepaalde onderdelen willen ver
wijderen, dan willen wij daar wel over
praten. Nu is de zaak echter zonder ons
opgelost en dat is contractbreuk." Dt
kunstenaars stellen dat verandering na
overleg, en hun goedkeuring, wel mo
gelijk is. Het NIOZ heeft het werk echter
opeigen houtje beheerd en veranderd en
daarom is door Van Munster, De Laaf
en Van Wondergem een schadeclaim
van anderhalve ton ingediend. De kun
stenaars zeggen zich te kunnen beroe
pen op het zogenaamde 'beeldrecht'
waarmee de auteursrechten van de
maker wettelijk beschermd zijn. Dit
geldt ook als het NIOZ het hele werk in
eigendom heeft overgenomen. „Door
dit recht houden we gelukkig nog een
vinger in de pap", aldus De Laaf. Met
het beeldrecht in de hand hebben de
kunstenaars er ook voor gezorgd dat
aanvankelijk installatieproblemen zijn
opgelost. „Eigenmachtig wijzigen en
verwaarlozen van ons werk kunnen we
niet toestaan omdat we de kans moeten
hebben alles te laten zien zoals we
het oorspronkelijk bedoeld hebben.
Daardoor kunnen we jegens mogelijke
opdrachtgevers ook duidelijker onze
ideeën achter een kunstwerk uitleg
gen."
Verzet
Het NIOZ lijkt niet van zins het ge
claimde schadebedrag zonder slag of
stoot te voldoen. In tegendeel, de
kwestie is in handen gegeven van
juristen. Nadere bijzonderheden daar
over wilde NIOZ-medewerker P. de
Wilde (lid van de commissie) ons
hangende dit juridische gevecht niet
geven. „De commissie is na de keuze
van het kunstwerk niet meer bij elkaar
geweest en het lijkt me beter de con
clusies van onze juridische medewerkers
af te wachten." Ook op onze vraag
waarom de keus van de commissie
Hoe moet de gemeenteraad vet-
teaenwoordiod zijn in het bestuur
van de Recreatiestichting Texel? Dat
was een vraag, die gisteravond cen
traal stond bij de vergadering van de
commissie algemene zaken. Het
leek erop alsof aangaande deze
kwestie evenveel meningen
bestonden ais er commissieleden
waren. Vandaar dat de discussie
over dit punt ook bijna twee uur
duurde.
Dros was van mening dat de RST
„self supporting" moet blijven en hij
achtte daarom 1 raadslid in het bestuur
voldoende. Wel vond hij dat de overige
bestuursleden door de raad benoemd
zouden moeten worden. Mevrouw Hui-
tema was het in zoverre met Dros eens
dat ook zij een geringe bemoeienis van
de raad in het RST bestuur wilde. Ze
wilde dat in ieder geval een wethouder
in het bestuur zitting neemt en verder
zou het bestuur aangevuld moeten
worden met capabele mensen. Ze zei
raadsleden niet altijd even capabel te
achten.
Beumkes voelde het meest voor het
voorstel van het college, namelijk om
twee wethouders en twee raadsleden in
het RST-bestuur te benoemen. Eén van
de wethouders zou dan in ieder geval
de portefeuillehouder voor recreatie
moeten zijn. Hij stelde voor de verte
genwoordiger van de VW in het
bestuur te vervangen door een man uit
de vakbeweging.
Van Asselt vond dat de gemeente
lijke bemoeienis in de RST beperkt kon
blijven. De portefeuillehouder voor re
creatie in het bestuur leek hem vol
doende. Hij pleitte voor het handhaven
van vertegenwoordigers uit De Koog
en Den Hoorn in het bestuur. „Ik moet
er niet aan denken dat een raadslid van
een ander deel van het eiland hun
plaats inneemt", zei hij.
Barendregt tenslotte meldde dat hij
de RST ziet als een verlengstuk van
het gemeentelijk recreatief beleid en
dat dat zo moet blijven. In de toekomst
zijn veel voorzieningen nodig en is het
onontkoombaar dat de RST met
derden in zee gaat. De RST kan dan
eisen stellen aan de bestemming van
een nieuw project en de derden kunnen
eisen stellen aan het rendement. Op
grond hiervan kwam Barendregt tot de
conclusie dat het bestuur deskundig zal
moeten zijn. Hij pleitte er daarom voor
het hele college zitting te laten nemen
in het bestuur van de RST.
Statuten
In de discussie, die vooraf ging aan
de standpuntbepaling van de commis
sieleden had Beumkes enige opmerkin
gen gemaakt bij de behandeling van de
statuten van de RST. Hij wilde dat
samenwerking met anderen door de
RST, vooraf een goedkeuring behoeft
van de gemeenteraad. Beumkes zei dat
dat punt bij zijn fractie erg principieel
ligt en dat een dergelijke wijziging van
de statuten bepalend is voor het al dan
niet meewerken van de Pakt-fractie aan
toekomstige plannen van de RST.
Voorzitter De Graaf van de RST merk
te op dat het door Beumkes voorge
stelde in de praktijk al plaatsvindt.
Barendregt en mevrouw Huitema
vonden echter dat bij samenwerking
met derden financiële aspecten moeten
prevaleren.
Dros lichtte zijn weinig enthousiaste
houding om raadsleden in het RST-
bestuur op te nemen toe door te stellen
dat het bestuur beleidsbepalend is en
dat het daarom continuiiteit moet bezit
ten. Bij een benoemingsbeleid waarbij
mensen om de twee jaar aftreden kan
die continuïteit er nooit zijn. Ook bij
raadsleden, die om de vier jaar herko
zen worden, is die continuïteit ver te
zoeken. Hij vond dat dat bezwaar ook
gold in de gemeenteraad. Om te bestu
ren is continuïteit nodig en om die te
waarborgen moeten mensen lang in
een bestuur zitten", was de mening
van Dros.
„Deze zaak is nogal eenzijdig belicht. De advocaat van de
paviljoenhouders heeft veel meer gezichtspunten aangevoerd dan ik
terugvind in dit pre-advies. Ik betwijfel of er inderdaad nergens 's
winters paviljoens staan. Waar komen opeens al die foto's in de
landelijke pers vandaan als het een paar dagen mooi weer is? Je ziet
dan allerlei mensen zonnebaden en dat beslist niet zomaar op het
strand. Je ziet ze bij één of ander strandpaviljoen zitten. Dat zijn dus
kennelijk paviljoens die wel de hele winter mogen blijven staan. Wat
betreft de Texelse strandpaviljoens geloof ik dat het college in zijn
pre-advies alleen maar de onmogelijkheden en niet de mogelijkheden
heeft bekeken."
Deze opmerkingen maakte de heer
Dros gisteravond tijdens de vergadering
van de commissie algemene zaken.
Dros, en ook de andere commissieleden
hadden het er moeilijk mee dat het
pre-advies van het college aangaande
de Texelse strandpaviljoens uitging van
de eis dat deze paviljoens jaarlijks op 1
oktober verwijderd zullen moeten zijn.
Volgens het pre advies waren maar
twee keuzen mogelijk. Een overeen
komst sluiten het Staatsbosbeheer,
waarin opgenomen zou moeten zijn dat
de paviljoens op 1 oktober moeten
worden afgebroken, of het beheer aan
Staatsbosbeheer overlaten, wat zou
inhouden dat de paviljoens ook op 1
oktober afgebroken zouden moeten
zijn. Lood om oud ijzer dus, dat nogal
zwaar op de maag van de commissie
leden lag.
Dros vond dat drievierde van het
college bestaat uit Texelaars die door
Texelaars zijn gekozen. Dat deel van het
college zou best wat meer oog mogen
hebben voor de belangen van de Texel
se strandpaviljoenhouders. „Het is on
mogelijk om ieder jaar het paviljoen te
slopen. Ik begrijp trouwens niet waarom
dat zou moeten. Als je zegt dat die
paviljoens storend zijn in het landschap,
dan zijn ze 's zomers net zo storend als
's winters. Verder willen we op Texel
doen aan seizoenverbreding. We willen
mensen hebben in het voor- en na
seizoen. Dat zie je nu al. 's Winters
lopen er ook bezoekers over het strand.
Die hebben misschien nog meer te ver
teren dan de zomergasten. Voor de
economische situatie van Texel is het
gewoon noodzakelijk dat die paviljoens
's winters open zijn. Dat staat ook in het
beleidsplan van de RST. Daar wordt
uitgegaan van seizoenspreiding. Ik ben
tegen het afbreken van de paviljoens in
de winter", stelde Dros.
Barendregt kon het in grote lijnen met
Dros eens zijn. Het behoud van de
paviljoens gedurende de wintermaan
den zou precies in de recreatiefunctie
passen die Texel vervult. Hij vond dat
Texel stelling moest nemen tegen het
beleid van Staatsbosbeheer.
Weinig hoop voor het behoud van de
strandpaviljoens koesterde Beumkes.
„In de raad hebben we als een paal
achter de strandexploitanten gestaan.
We hebben onze sympathie getoond
voor deze hardwerkende mensen die op
de rand van het bestaansminimum
leven. Natuurlijk, je kunt zeggen, die
paviljoens passen niet in het duin
landschap' Maar als je op bepaalde
afstanden op het strand vaste rust
plaatsen hebt, dan is dat bepaald geen
luxe. Probeer de zaak zoveel mogelijk te
redden", adviseerde Beumkes het col
lege.
Van Asselt was ontevreden met het
pre-advies. Ook hij vond dat de pavil
joens moeten blijven staan. Mevrouw
Huitema was van mening dat de pavil
joens moeten blijven staan in het kader
van de seizoenverbreding.
Burgemeester Engelvaart zei in zijn
beantwoording dat het verdwijnen van
de paviljoens past in het recreatie
basisplan en in het plan buitengebied,
twee beleidsinstrumenten die destijds
door de raad zelf zijn vastgesteld.
Engelvaart zei dat de gemeente in feite
weinig aan de situatie kan doen. De
grond is eigendom van instanties die
vanuit Den Haag bestuurd worden.
Zelfs de minister staat achter het beleid
van Staatsbosbeheer. De burgemeester
verklaarde verder woensdagmiddag in
Den Haag bij staatssecretaris Wallis de
Vries van CRM te zijn geweest en deze
had hem laten weten dat er geen enkele
kans op verandering van het beleid is.
Wethouder Nauta was van mening
dat het zinloos is om nu nog te praten
over de practische kanten van het ver
dwijnen van de paviljoens in de winter.
Volgens hem gaat het slechts over de
vraag: een overeenkomst afsluiten of
niet. Wanneer de raad zou besluiten
geen overeenkomst af te sluiten met
Staatsbosbeheer dan zou dat evengoed
betekenen dat de paviljoens 's winters
wegmoeten. „Als je vindt dat je het
beleid zoveel mogelijk in eigen hand
moet houden, dan moet je die over
eenkomst afsluiten. De gemeente krijgt
dan privaatrechtelijke grip op de pavil
joens in de duinen. Voor wat betreft het
verdwijnen in de winter blijven de ge
volgen bij wel of niet afsluiten van de
overeenkomst hetzelfde", zei Nauta.
Burgemeester Engelvaart voegde er nog
aan toe dat voor de paviljoens die op de
grond van de domeinen staan, en die 's
zomers en 's winters mogen blijven
staan, een soortgelijke regeling komt als
voor de paviljoens die op grond van
Staatsbosbeheer staan. Deze paviljoens
zullen dus 's winters in de mogelijk
verre toekomst ook moeten verdwij
nen.
De argumenten van Engelvaart en
Nauta hadden Dros niet overtuigd. Hij
achtte het onmogelijk een strandpavil
joen rendabel te exploiteren als je het
ieder jaar moet afbreken. Hij vond dat
de positieve aspecten van de strand
paviljoens in het geheel niet in de dis
cussie waren betrokken. Dros zei thuis
een lijstje te hebben van strandpavil-
Qee* verder pagina 2)
TAX/- EN TROUW AUTOVERHUUR
ilh«lmlnaiaan4-6 den Bur