DE WITTE LIEUW' t Bloeiende dennen maken veel stuifmeel „Brfeven onder n \mer u\<' Geslaagden lascursus Bijeenkomst van reddingbrigade Bouwvergunningen Vrijwilligers telden nesten Burgerlijke stand FEUILLETON: 'RIJDAG 5 JUNI 1981 TEXELSE COURANT PAGINA 13 dankzij nuayoiun up uözö ruDriöK Kan dij jaap van Groenigen, telefoon (02220) 3562, Adriaan Dijksen, telefoon (02228) 676 of bij het Natuurrecreatiecentrum, telefoon (02228)741. In de eerste helft van deze maand komen boven een roggeveld soms hele „wolken" stuifmeel omhoog. dat omstreeks deze tijd plaatsvindtl Zoals ik al schreef bloeit elke vol wassen boom jaarlijks, tenzij er van bijzondere omstandigheden sprake is. Meestal valt de bloei ons nauwelijks op omdat veel soorten groene bloemen dragen. In de meeste gevallen komen insecten op zulke onopvallende bloe men niet af, maar dankzij de wind brengen bijvoorbeeld eiken ieder jaar opnieuw eikels voort. Enkele bomen dragen overigens wel prachtige bloe men. De paardekastanje is er een goed voorbeeld van. Midden op de Stenen plaats was de witte bloesem van deze boom de afgelopen weken prachtig te zien. Nog enkele maanden en dan kunnen de kinderen onder zulke bomen weer overal de bruine kastanjes vinden. J. van Groenigen. Zaterdag 23 mei werden de cursussen booglassen en autogeen lassen in de LTS beëindigd. De cursus booglassen voor beginners werd aangevangen met 19 deelnemers waarvan er 17 slaagden Het zijn de heren: L. Bos, A. G. C. Commandeur, A. C. Eelman, L. J. Fokker, T. J. Kuip, T. van Leeuwen, F. A. Leijen, J.J. Leijen, B. Nieuwenhuis, T. C. Rutten, T. G. M. Rutten, N. J. Schermer, E. Seepma, J. Seepma, H. J. A. Slegtenhorst, M. B. Witte en T. Witte. De cursus booglassen voor gevorder den werd begonnen met drie deel nemers die allen slaagden: de heren J. J. Dekker, M. E. Heerschap en H. P. Hoep. De cursus autogeen lassen voor be ginners trok twee deelnemers, de heer P. Bruijn en mej. A. van Lenten, slaagden beide. Dit jaar deden aan de beginnerscursus booglassen acht leerlingen mee van de zg. vijfde klas van de LTS, oorspron kelijk afkomstig van Mavo en Athe neum. Zij slaagden allen; het waren Barend Bakker, Paul Bosma, Jacquelien Dros, Harry Ellen, Robert Lakeman, Nico Reij, Eddy Rijk en Rob Stapersma. Vrijdag (vanavond) houdt de Texelse reddingbrigade de eerste bijeenkomst van dit seizoen. De avond is vooral bedoeld voor belangstellenden om ken nis te nemen van de activiteiten van de reddingbrigade. Het is de bedoeling om voor adspirantleden deze zomer een of twee cursussen te starten, waarvoor de deelname nog open staat. Geïnteresseerden kunnen zich op de bijeenkomst oriënteren en zich ook aan melden. De avond wordt gehouden in paviljoen Noordzee, Paal 20 De Koog. Aanvang 20.00 uur. Leden zijn op deze avond welkom. De cursus van de red dingbrigade tot opleiding van strand- wacht omvat 10 12 lessen. Begin augustus zullen de examens worden af genomen. Vanaf 20 mei zijn aan de volgende personen of instanties bouwvergunnin gen afgegeven: H. S. J. Maas voor het plaatsen van een garage bij het woonhuis Molenlaan 26 in De Cocksdorp; P. J. C. van Heer waarden, Julianastraat 10 voor het ver anderen van het woonhuis Warmoes straat 48 in Den Burg; J. A. L. van Dinther voor het veranderen van de voorgevel van het woonhuis Waalder- straat 15 in Den Burg; Rab Beheer BV voor het bouwen van een garage/ber ging Heemskerckstraat 22 in Oude- schild; J. P. Vlaming voor het bouwen van een garage bij het woonhuis Wil sterstraat 1 in Den Burg; A. Zwart Kogerstraat 100 voor het veranderen van het kantoorpand Binnenburg 4 in Den Burg. Derden-belanghebbenden kunnen te gen deze beschikkingen ingevolge de Wet Administratieve Rechtspraak Over heidsbeschikkingen een bezwaarschrift indienen. Nadere informatie hierover is te verkrijgen bij de gemeentesecretarie, afdeling algemene zaken, kamer 209. De afgelopen zondag hebben 19 vrij willigers in het natuurgebied De Muy nesten geteld in de meeuwenkolonie. In de loop van de morgen werden de volgende legsels vastgesteld: 1043 zil vermeeuwen, 471 stormmeeuwen, 15 scholeksters en 1 fazant. Geboren: Wiebe Hotze, zv. Petrus G. de Boer en Hendrica M Bakker; Sander Johan, zv. Johan Hoekstra en Josina G. van Apeldoorn; Irene, dv. Dyo Wassink en Jenneken H. Aalvink; Johan Peter, zv. Petrus J. Hin en Johanna M Hoogenbosch; Marieke, dv. Pieter J. Kaan en Cornelia M Smit; Rody Sebastiaan, zv. Adriaan W. Wes- terlaken en Maria C. van Beek; Arjen, zv. Cornelis Vlaming en Janny van Groeningen; Nancy, dv. Franciscus J. Kellner en Annelies Kaczor; Dennis, zv. Dirk Kuiper en Gerda van der Meer; Mark Jacobus Gijsbertus, zv. Jacobus C. H. Randsdorp en Margaretha C. E. Witte; Willemijne, dv. Willem Keijzer en Hiltje Vlas; Maike, dv. Michiel Lok en Jansje Achterberg; Willem Peterm zv. Robert Haakl en Jannetje B. Vlaming; Fedor, zv. Leendert van Elk en Margriet Dros; Engelina Catherina, dv. Gerardus J. Zijm en Antonia L. J. van der Wee; Femke, dv. Anne de Vries en Geertruida J. Tuitman; Johanna, dv. Gerardus J. Keesom en Joanne C. van der Wees; Paulus Daniël Maarten, zv. Heere S. J. Oosterhaven en Ute Widder; Maria Elisabeth, dv. Jan H. Breman en Anna T. Hoogenbosch; Ettje Paulina, dv. Pieter Prins en Wijbrig Gutter. Overleden: Anne de Boer, oud 68 jaar; Jurjen Draaien, oud 76 jaar; Maria A. Bruinzeel-Geluk, oud 97 jaar; Hielkje Terpstra ev. De Porto, oud 63 jaar; Dignus J. M. van de Vijver, oud 87 jaar; Anneke van Lenten ev. Roeper, oud 77 jaar; Sijtze van Heeringen, oud 81 jaar. Ondertrouwd: Jan Dekker en Eliza beth Zwaan; Arie P. C. Koopman en Martha E. M. Hin. Enkele dagen geleden zag ik op een parkeerplaats in het bos enkele randelaars hun auto schoonvegen. Ze verwonderden zich over het ruil' dat er in de loop van enkele uren op terecht was gekomen. Op de ragen zat zoveel, datje zonder moeite met een vinger op het dak kon chrijven. Ik vertelde ze dat het 'vuil' van bloeiende dennen afkomstig en daar hadden ze nog nooit van gehoord. Toch kun je momenteel veral in het bos zien, dat de dennen bloeien. Hoeveel Texelaars ouden dat eigenlijk weten? Het bestuiven van dennen gaat veel primitiever in zijn werk. Wie omstreeks eind mei begin juni een denneboom aandachtig bekijkt zal aan de uiteinden van veel takken 'kandelaars' ontdekken vol gele 'katjes'. Als we op een droge dag aan zo'n tak schudden komen er wolken stuifmeel tevoorschijn. Aan de uiteinden van de takken waaraan den- neappels zitten kunnen we met een beetje geluk de roodpaarse vrouwelijke 'bloemen' van de dennen zien. Aan het bestuiven hiervan komen geen insecten te pas. De wind zorgt voor het ver spreiden van het stuifmeel. Er is op deze manier natuurlijk enorm veel stuifmeel nodig, want het meeste valt naast de bloemen van de den. In vergelijking met de bloemrijke planten waar insecten het stuifmeel van de ene bloem dikwijls direct naar de andere vliegen is iedere stuifmeelkorrel die van een den waait een 'schot in de ruimte'. Op stille, heldere dagen, wanneer de grond door de zon wordt verhit, stijgt de warme lucht langs de bomen omhoog en deze luchtstroom voert het stuifmeel mee. Zo kan het door hogere luchtlagen ver worden meegevoerd. Iedere stuifmeel korrel is voor dit doel aan weerszijden voorzien van een windvanger. Onlangs las ik dat na een bui, op tientallen kilometers afstand van een bos, op auto's duidelijk een gele aanslag was te zien van naar beneden geregend stuif meel. Als gevolg van de enorme massa stuifmeel die elke den produceert is de kans groot dat er iets terecht komt op de vrouwelijke bloemen en deze kunnen daarna uitgroeien tot de bekende den- neappels. Na bijna twee jaar groei springen de schubben ervan in het voorjaar open en kunnen de zaadjes zich de wind verspreiden. Hooikoorts Net zoals het in deze tijd van het jaar in het bos soms 'rookt' van het stuifmeel is dat af en toe ook zichtbaar op het boerenland. Vooral boven rogge zie je in de eerste helft van juni soms hele wolken omhoog gaan. Het stuiven is weliswaar een schitterend gezicht, maar bij sommigen kan het lichamelijk on gemak veroorzaken. De beruchte hooi koorts is er namelijk aan te wijten. Deze kwaal heeft niet zozeer met hooi te maken maar met bloeiende planten vooral grassen. Het stuifmeel dat overal heen waait is er de oorzaak van. Ook het stuifmeel van dennen geeft bij sommige mensen problemen. Ik hoorde dat van iemand die aan de bos rand woont en al jarenlang eind mei begin juni last van benauwdheid heeft. De vrouw om wie het gaat, krijgt het daarbij ook flink in haar keel, zodat ze deze tijd van het jaar één van haar hobbies —zingen— niet kan beoefenen. Ze vertelde me, dat ze de oorzaak van dit probleem vroeger niet kende en dat het haar en de andere leden van het zangkoor opviel, dat ze iedere keer ver stek moest laten gaan bij een concours Vrijwel alle planten en ook bomen Joeien een bepaalde tijd van het jaar en rengen later zaad voort. Iedere lezer zal vel iets weten over het bestuiven van en bloem. In veel gevallen zorgen isecten ervoor, dat eht —mannelijke tuifmeel op het vrouwelijke deel van de doem terecht komt. Later groeien hier én of meer zaden uit. Kwekers van ooizaad hebben er belang bij dat nkers hun bijen brengen als het gewas bloei staat. Zonder bestuiven door ïsecten komt er minder zaad en dus en kleinere opbrengst I De manier van voortplanten bij allerlei 'loemrijke gewassen is heel vernuftig. Aan de insecten die nektar honing— verzamelen kleeft wat stuifmeel van de bloem en bij het bezoeken van een andere bloem van dezelfde soort kan het bestuiven plaatsvinden. Iedere plant heeft z'n eigen soort stuifmeel. Een bij met stuifmeel van heide aan het lichaam kan bij het bezoeken van een braam deze bloem niet bestuiven. Een kat en een hond zijn ook niet met elkaar te kruisen! Meestal vliegen insecten echter een tijdlang op dezelfde soort bloemen waardoor het bestuiven wél plaatsvindt. Een bloeiende dennetak. Onder de stuifmeel- katjes oftewel de mannelijke bloem, boven aan de top van het kaarsjede vrouwe- bloem. door Tom Lodewijk. 1Els van Wijnbergen zocht met ner- suse oasjes haar weg tussen de men- rnmenigte op het Damrak. Nooit in haar leven, bedacht ze, was zo zenuwachtig geweest. Ze wist het: iedere stap voerde haar chter naar wat een nieuwe fase in haar ven kon betekenen. Ze was volkomen vrij om die weg niet gaan. Wanneer ze straks, in de Kal- srstraat, Polen voorbij liep en in For- losa een kopje koffie ging drinken of er meteen links uit de flank De Bijen- >rf binnenstapte, gebeurde er niets, an kon ze weer naar Den Haag terug i zou haar leven weer gewoon door- san. Gewoonzoals het nu al dertig ar was gegaan. Terug naar haar huis in e 'Vruchtenbuurt' bij de Laan van leerdervoort waar ze sinds haar vader verleden was, met haar moeder sa- enwoonde. Iedere morgen de tocht op fiets en bij slecht weer met lijn 3 naar at departement waar ze werkte. Terug sar de altijd eendere dagen.... Bij de stoplichten op de Dam stond ze te wachten, ze had het gevoel dat al die mensen naar haar keken, wisten wat ze van plan was. Ze keek naar het kille, verlaten paleis, merkte opeens dat het licht op groen sprong. Ze zocht haar weg tussen de duiven en langs de man met de loten, stapte de nauwe sleuf binnen van de Kalyerstraat. Nu nog maar enkele stappen, en ze was er. Nerveus haalde ze, terwijl ze bij de boekwinkel van de Slegte veinsde naar de uitstalling te kijken, een opgevouwen Haagse courant uit haar tas en drukte die, met haar tas, tegen zich aan. Dat was het herkenningsteken. Het her kenningsteken voor Henri Gardenier, die, naar ze hoopte, op haar zou zitten wachten. Stel dat hij er niet was? Dat ze deze reis voor niets gemaakt had? Nog erger: stel dat hij er was en dat ze meteen zou weten: o neel da's niks! Hoe kwam ze dan met goed fatsoen weer van hem af? Ze had het anders moeten doen, schoot door haar hoofd. Ze had moeten zorgen dat ze de kans kreeg hém te zien binnenkomen, dan kon ze altijd nog doen of haar neus bloedde, als hij haar niet beviel. Hoewel... hij zou haar misschien her kennen van de fotol Ja, die foto.... die was wel een beetje glamour-achtig, met die lichtschijn op haar haren. Ze had voor ze wegging de uiterste zorg aan haar uiterlijk besteed, maar ze had al een reis achter de rug. Ze had het gevoel dat ze er precies uitzag zoals ze zich voelde, een zenuwachtig, onzeker juffrouwtje. Ja, ze had na tuurlijk een trein eerder moeten gaan. Ze had zelfs ergens een kop koffie moeten gaan drinken en bij de toiletten zichzelf nog eens goed in de spiegel moeten bekijken. Gek, die laatste seconden schoot haar van alles in gedachten wat ze anders, beter had kunnen doen en nu was het te laat. Nu moest ze beslissen, doorlopen en de zaak vergeten of naar binnen, want ze stond nu voor de brede deur van het restaurant. Het was of niet zijzelf die deur openstootte. Het was of een geheimzinnige macht haar benen deed bewegen, toen ze door de vestibule liep. Bevangen keek ze rond. In makkelijke stoelen aan tafeltjes zaten daar een paar echtparen, een stel winkelende dames, een jong meisje schijnbaar verdiept in een buitenlandse krant. Géén heer, alleen, die verwachtingsvol naar haar uitzag. Ze had wel meteen terug willen gaan, maar nu ze a gezegd had moest ze ook b zeggen. Ze liep aarzelend naar de kap stok en wilde haar mantel uittrekken, wist niet zo gauw waar ze haar tas en die krant moest laten. Opeens wist ze iemand achter zich. ,,Mag ik u helpen...?" Verschrikt keek ze om, verwachtte een gedienstige kelner te zien. In plaats daarvan zag ze een rijzige heer in keurig donkergrijs pak gebronsd gelaat, dacht ze romantisch, donker haar met aan de slapen wat gedistingeerd grijs. Hij keek naar de Haagse Courant. ,,Heb ik het genoegen.... juffrouw Van Wijnbergen?" Ze trilde op haar benen. Dit was hem. Hij was er. Dat hij haar nog knapper en sympathieker leek dan ze in haar stout ste dromen had durven hopen, maakte haar blij en angstig tegelijk. Zou zo'n man haar de moeite waard vinden? ,,Ja", zei ze, ,,dat ben ik. Bent u misschien.... meneer Gardenier?" Het was allemaal begonnen met die advertentie. Schrijven op een huwe lijksadvertentie, wie had gedacht dat zij, Els van Wijnbergen, ooit zoiets zou doenl Zich daartoe zou... verlagen —ja, zo had ze het gevoeld. Het was haar vriendin Loes Brinkman geweest die haar over haar bezwaar had heen geholpen. Loes was zo'n type waar je alles tegen zeggen kon, die niets gek vond en zich over niets verbaasde. „Luister nou es", had ze gezegd, „veronderstel dat je hier bij de een of andere gelegenheid zo'n vrijer tegen komt. En die maakt een beetje werk van je. Dan weet je ook niks van 'em. Nu hou je de zaak zelf in de hand, lijkt het je niet, nou dan laat je het zitten." „Ja, maar", had ze timide gezegd, „als je nou op zo'n manier..." „Hoor es, als ik de kolommen en de kolommen huwelijksadvertenties zie, dan geloof ik dat hopen mensen het op deze manier proberen." ,,'t Is zo'n beetje een wanhoops daad", vond Els triest. „Je bent niet wijs", oordeelde Loes kordaat. „Er zijn hopen mensen zoals jij die niet zo makkelijk een partner vinden. Jou omstandigheden spelen daar ook een rol bij." Ja, dat was zo, had Els bedacht. Ze was de enige dochter. Vader, zelf ambtenaar, was een man van strikte opvattingen, een echte Hagenaar, dacht ze, precies wetend wat behoorlijk was en wat niet, doortrokken van het standsbesef dat gevoed wordt overal waar men geplaatst is in een hiërachie. Els had wel eens op een terrasje gezeten zo tussen de middag en ze had ze voorbij zien gaan, al die mensen die een luchtje gingen scheppen, de mensen van de kantoren, die bureau's en de departementen. Ze had er gezeten met Loes en er waren nogal wat marine officieren voorbij gegaan. „Let op", had Loes gezegd, „zie je die drie? Allemaal luitenaritjes eerste klas. Kijk wat er achter komt, die twee. Kapiteins ter zee. Vier gouden banden. Moet jij nou voor de aardigheid eens opletten of je ergens een man met drie banden naast een met vier ziet lopen. Allemaal aparte klassen." Vader had altijd precies zijn plaats geweten. Ten opzichte van meerderen en minderen. Hij had gehoopt dat zijn dochter misschien een trapje hoger zou komen. Ze had mogen studeren als ze gewild had en ze wist hoe vader ge glorieerd zou hebben als ze bijvoor beeld 'dra' of 'mr.' voor haar naam had kunnen zetten. Maar Els liep moeizaam en zelfs een klas doublerend de MMS af. Wanneer ze haar leven met dat van andere meisjes vergeleek, kwam ze tot de conclusie dat zij bepaald geen modern meisje was. Haar leven was altijd beschut geweest, ze was strikt genomen nooit onder de vleugels van de ouders vandaan gekomen. Misschien had het haar onzeker gemaakt? Misschien was die onzekerheid juist oorzaak, dat ze maar al te gewillig onder die vleugels was blijven schuilen? Els zag ze er niet onaardig uit, ze was lang slank, hoogblond. Ze was niet onge naakbaar, maar altijd op haar hoede. Er waren wel jongens en jongemannen ge weest die contact met haar gezocht hadden. In het ene geval was ze er niet op ingegaan omdat ze al op voorhand wist dat vader en moeder er niets van zouden willen weten, in het andere geval waren de betrokkenen tot de conclusie gekomen dat dat meisje van Van Wijnbergen er wel aardig uitzag, maar een dooie diender, een huismus was en kregen ze het idee dat iedere toenadering ogenblikkelijk zou resulte ren in voorgeleiding aan aanstaande schoonouders, die gestreng de kandi daat naar zijn plannen en vooruitzichten zouden vragen. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1981 | | pagina 13