Cjroen ^warL-Jexel s in het harL, Eerste autocross zeer attractief Sensatie en stofhappen NRC-potvis treedt op in EO-TV uitzending Niet in de vuilniszak... maar in de glasbak. Diefstal uit tent Vernielzucht Tent in vlammen Geveld door karateschop DINSDAG 14 JULI 1981 4e JAARGANG NR. 9592 Redactie: Harry de Graaf, Pelikaan 75, tel. (02228) 266, Frlts Heutick, Warmoesstraat 43, Den Burg, tel. (02220) 2208 en Hans Oosterhof, Weverstraat 31, Den Burg, tel. (02220) 4988. /oor advertenties, abonnementen, etc.: angeveld De Rooy B.V., 'ostbus 11, 1790 AA Den Burg, telefoon (02220) 2741. Verschijnt dinsdags en vrijdags. Postgiro 652. Abonnementsprijs 715,10 per kwartaal 70 cent incasso; los 60 cent. Bankrelaties: Amro Bank nr. 46.99.17.636 Rabobank nr. 36.25,01.742, NMB nr. 67.34.60.398. Maarten Koorn is winnaar geworden van de eerste autocross van dit seizoen, die zondag bij de Genteweg werd gehouden. Eerste bij de kevers werd Willem Zegel. Volgens kenners is de eerste cross altijd een wat tamme aangelegenheid omdat de deelnemers hun auto heel willen houden voor de tweede cross. Pas in de tweede cross zou alles op alles worden gezet. Die theorie bleek afgelopen zondag niet te kloppen. Er werd ongelooflijk hard en goed gereden en talloze malen was het publiek er getuige van dat een auto over de kop sloeg, of in de sloot belandde. Twee dingen vielen dan op. Door de uitputtende veiligheidsmaatregelen in de auto's kropen de coureurs zelfs na de meest gruwelijke capriolen ongedeerd uit het wrak. De ambulance hoefde zondag maar één keer in actie te komen. Dat was voor René Comman deur die met zijn volkswagen Golf frontaal tegen de schuine kant van de sloot botste. Hij klaagde over pijn in de borstkas en werd daarna naar huis gebracht. Het tweede dat opviel was dat crossauto's altijd starten. Gewone luxe auto's staan niet zelden al zielig te jammeren als het een keer flink koud is geweest, of als er veel regen is gevallen. Crossauto's kunnen echter over de kop slaan, in de sloot belanden, vastraken in de strobalen of keihard tegen andere auto's aanrijden, starten doen ze altijd. Aldus viel er veel leerzaams te zien op het crossterrein. De cross was veel aan trekkelijker dan vorig jaar, toen de baan enorm modderig was. De auto's raakten toen vast in de zachte grond en er viel nauwelijks enige snelheid te behalen. Er gebeurde weinig tijdens die cross. Je keek verbaasd als er iemand in de sloot reed of als twee wagens tegen elkaar knalden. Dit jaar was de baan echter droog en daardoor werd de cross een groot spektakel. Het leek of de coureurs het gebrek aan spanning van vorig jaar goed wilden maken. Het hele spektakel speelde zich in een permanente stof wolk af, vooral aan het eind van de race toen het meeste gras van de baan was gereden. Niet dat iemand zich daaraan stoorde. In sommige bochten werd het stof iedere keer met ladingen over de toeschouwers uitgestort. Maar ze ble ven staan. Want juist in die bochten vielen de meeste slippartijen, aanrij dingen en koprollen te zien. Daar had den die mensen graag een beetje onge rief voor over. Overigens werd deze eerste cross zeer goed bezocht. Naar schatting zo'n vierduizend mensen wa ren getuige van het sensationele ge beuren. Aardig is altijd de sfeer voorafgaand aan de wedstrijd in het rennerskwartier. De één wacht rustig op de dingen die komen gaan en drinkt een kopje koffie uit een thermosfles. Een ander zit vol bravoure op zijn auto met een blik van „kom maar op" in zijn ogen. Terwijl een derde met zweetdruppels op zijn voor hoofd onder de motorkap ligt om nog iets aan de technische inrichting van de wagen te verbeteren. Ingrijpende ope raties vinden in die laatste seconden plaats. „Nog even een stuurstang vast- lassen", werd er gezegd op een toon alsof het om het openen van een blikje snijbonen ging. Tweemaal Hoewel crossauto's veel kunnen heb ben, worden ze soms wel aan érg zware beproevingen blootgesteld. Zo had je Roel Veldman die met een pas gekochte Amerikaanse slee aan de start ver scheen. Een paar weken terug reed deze auto nog gewoon op de openbare weg. Tweemaal reed Veldman met deze auto de sloot in. De auto waarvan iedereen zoveel verwachtingen had en die nog keurig was voorzien van een NL sticker en kentekenplaten, zag er daarna net zo uit als alle andere crossauto's: gedeukt en smerig. Of neem Henri van Malde- gem in zijn kever. In de keverrace verloor hij het linkervoorwiel maar dat was geen reden om te stoppen. Op drie wielen volbracht hij de race. Reken maar dat dat moeilijk stuurde. Toen hij ge- finished was stuurde hij zijn kreupele vervoermiddel de springschans op en liet hem er afploffen. De kever reed toen niet meer, maar was tegen de tijd dat de finale werd gehouden dermate opgelapt dat hij wéér aan de start verscheen. Een probleempje met de kever van Van Mal- degem tijdens de finale was dat de voorklep steeds openging. Daardoor leek het alsof het vervoermiddel met een enorme bek was uitgerust en de andere auto's een venijnige knauw wilde geven. Grandioos ging Johan Hoogerheide met zijn auto over de kop. Het ene ogenblik reed hij nog gewoon en het andere ogenblik lag hij met vier wielen omhoog. Toen zijn wagen zo lag bleef de motor rustig doorlopen. Dat zijn pas kwali teitsautomobielen I Klappen Opvallend tijdens zo'n autocross is, dat in de eerste manches de meeste Maarten Koorn, voor de derde achtereenvolgende keer winnaar van de Texelse autocross. klappen vallen. Er zijn dan ook minder ervaren coureurs op de baan, die veel van gasgeven, maar nog weinig van sturen weten. De finale biedt een rustiger aanblik. Er wordt hard gereden, heel hard zelfs, maar de coureurs weten wat hun auto kan hebben en zullen niet zo gauw in de sloot parkeren. In ieder geval niet zonder noodzaak. De tech niek van anderen in de sloot rijden is een aardigheidje dat de meeste coureurs goed beheersen. Het gaat erom toe te slaan op het ogenblik dat je voorganger in de bocht net alle zeilen bij moet zetten om zijn auto in het rechte spoor te houden. Dan een klein tikje tegen de achterbumper en het is gebeurd. Had dus de finale van de gewone klasse het karakter van ervaren heren die gerou tineerd hun rondjes draaiden en de sloot, althans gedurende de eerste ron den, links lieten liggen, anders was dat tijdens de keverrace. Er werd enorm gescheurd in deze kleine wagentjes en iedere deelnemer leek vast voorge nomen te zijn het gas niet eerder los te laten dan dat de zwart wit geblokte vlag van de finish voor hem gezwaaid zou hebben. Voor sommigen eindigde het echter heel anders. In de sloot natuur lijk, of tegen de strobalen, maar soms ook kwam een kever op zijn kant terecht en bleef dan hulpbehoevend op de baan liggen. Dat was zeer hevig het geval met de aanvakelijk fraaie kever van Edo Pool. Aan het eind van de keverfinale was het een wrak. Op zijn kant liggend in een bocht werd hij telkenmale door [Lees verder op pagina 5 Een Duitse jongen die op de camping Kogerstrand zijn vakantie doorbrengt, is sinds zaterdag zijn spiegelreflex camera, pocketcamera en verrekijker kwijt. Deze artikelen werden in de nacht van 10 op 11 juli uit zijn tent weggehaald. Een jonge vakantieganger uit Groote broek die vrijdagavond zijn bromfiets had geparkeerd bij de hoek Hollewal- Gasthuisstraat in Den Burg, vond zijn vervoermiddel daar later zwaar bescha digd terug. Onbekenden hadden onder meer de gas- en remkabels doorgeknipt. In de nacht van vrijdag op zaterdag tegen half twee brandde op de camping „De Robbenjager" bij De Cocksdorp een bungalowtent van een Duitse fami lie af. Bij het aansteken van een gas- comfoor ontstond een hevige steekvlam waardoor het tentdoek vlam vatte en van de hele tent in korte tijd niets meer over was. Kort tevoren had de eigenaar een gasfles verwisseld. Daarbij is waar schijnlijk iets misgegaan (misschien als gevolg van een defect aan de koppeling) waardoor een hoeveelheid gas kon ont snappen. De kampeerders konden zich in veiligheid stellen, maar konden van de tent en inboedel niets redden. De schade beloopt enkele duizenden gul dens. Het drama voltrok zich in enkele minuten, waardoor de gealarmeerde brandweer weinig meer kon uitrichten. De familie is de volgende dag naar huis gegaan, maar zou vandaag weer terug komen om de vakantie met een nieuwe tent voort te zetten. In het Natuurrecreatiecentrum is de afgelopen weken met man en macht gewerkt om het model van de potvis te voltooien. Deze haast hield verband met het televisieprogramma van de Evangelische Omroep „Ronduit Camping '81" dat vanavond rechtstreeks wordt uitgezonden. Het 16.30 meter lange gevaarte moet n.l. een rol spelen in dit sterk op de natuur en de zee gerichte programma. De heer R. Hamer van Modehuis Moerbeek werd zaterdagmiddag op de Groeneplaats geveld door een karate schop. Hij had gezien hoe twee jongens een jack meenamen uit zijn modema gazijn en ging achter de dieven aan. Op de Groeneplaats rukte hij het jack uit de handen van één der naar schatting achttienjarige daders. Hij kreeg hierna de karateschop die hem enkele ge kneusde ribben opleverde. Na bezoek aan een arts moest Hamer zich onder behandeling van een fysiotherapeut stellen. De identiteit van de daders is niet bekend. Aan het model wordt al anderhalf jaar gewerkt, in het bijzonder door NRC- medewerker Johan Reydon die er in is geslaagd het kolossale zeezoogdier bui tengewoon natuurgetrouw na te ma ken. Een goede indruk van het eindre sultaat was pas deze week te krijgen, nadat de provisorische 'montagehal' waarin de potvis werd gemaakt, was verwijderd. De van staal, gaas, jute, polyurthaan- schuim en polyester gemaakte vis is aan een zijde dicht en laat het dier dus zien zoals het er tijdens zijn leven uitzag. In de andere flank zijn echter grote ven sters aangebracht, zodat de mensen naar binnen kunnen kijken en het (echte) skelet kunnen zien zitten. Dat skelet is afkomstig van de potvis die in 1953 in staat van ontbinding aanspoelde op de Hors. Directeur Gerrit de Haan van het toenmalige Texels Museum verwijderde tijdens een im mens slachtkarwei het geraamte. De vis was echter niet compleet. De schedel ontbrak, evenals ribben en borstwer- vels. Het was een sensatie dat de ont brekende schedel meer dan 25 jaar later' (dus twee jaar geleden) in de Wadden zee bij Vlieland werd aangetroffen. Na onderzoek was er geen twijfel meer aan dat het de schedel was van dezelfde potvis. Houtlijm De diverse skeletdelen zijn dus in het binnenste van het potvismodel aange bracht, wat instructief is voor mensen die zich een indruk willen vormen van het imposante zeezoogdier. Die skelet- delen hebben een bewerking moeten ondergaan om te voorkomen dat ze als gevolg van het drogen zouden splijten. De poreuze botten zijn doordrenkt met meer dan 300 liter verdunde houtlijm. Na droging ontstond een verstevigd bot dat niet meer kon barsten. De meeste tijd is echter gaan zitten in het maken van de romp. De basis daarvan werd gevormd door een geraamte van dik- wandige stalen stoompijp. Daaromheen werd de huid (van gaas, jute en schuim) gemodelleerd, afgedekt met een weer- bestendige laag polyester. Het systeem werd door 'architect' Johan Reydon zelf bedacht en uitgewerkt. Voor zover hij weet is zoiets nooit ergens anders toe gepast. Het Texelse potvismodel zou wel eens een wereldprimeur kunnen zijn. Van groot belang voor een bio logisch correcte weergave van het mo del was de potvis die in december 1979 aanspoelde bij Egmond. De mensen van het Natuurrecreatiecentrum van Texel hebben dit beest nauwkeurig opgeme ten en gipsafgietsels gemaakt van vin nen en staart, om deze later op de 'Texelse' vis te kunnen maken. Littekens Zelfs werd een stuk huid meegeno men, met behulp waarvan de plooien, kleur en zelfs de littekens konden wor den overgenomen. Die littekens zijn zeer kenmerkend voor potvissen. Ze lopen ze op in de gevechten die ze leveren met hun prooidieren, meters lange pijlinktvissen. De potvis die in 1953 op Texel aanspoelde moet een jaar of twaalf oud zijn geweest. Potvissen horen tot de zeer ernstig bedreigde dier soorten op aarde. Eeuwenlang is er door de mens fanatiek op gejaagd. Tegen woordig slagen potvissen er niet meer in zodanig oud te worden dat ze hun maximale lengte (omstreeks 20 meter) bereiken. Het exemplaar dat nu bij het NRC staat is aanzienlijk groter dan de gemiddelde thans levende potvis. De potvis is de grootste tandwalvis. Baleinwalvissen (zoals de blauwe vinvis, het grootste zoogdier ter wereld) wor den nog groter maar leven van heel ander voedsehgarnalen. Van potvissen is bekend dat zij in korte tijd naar zeer grote diepte kunnen duiken, zodat de enorme drukverschillen problemen op leveren. Er is eens een exemplaar ver ward geraakt in een transatlantische telefoonkabel die op 960 meter diepte lag. Potvissen houden zich doorgaans op in de warmere wateren rond de evenaar. Het zijn de stieren die aan het zwerven gaan en dan wel eens in de Noordzee terecht komen. Zijn ze daar eenmaal, dan willen ze naar het zuiden de open oceaan opzoeken maar blijken ervan weerhouden te worden om door het kanaal te zwemmen. Wekenlang zwerven ze dan langs de Noordzeekus ten met een grote kans om ziek te wor- [Lees verder op pagina 5 J Johan Reydon b/j t/aijn" potvlsmodal

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1981 | | pagina 1