T J Tobbesteken blijft publiektrekker „The Exterminator Brieven onder nummer' 'X t Speel-o-theek weer open Enorme belangstelling voor fanfare-avonden „The Mess" in De Zwaan FEUILLETON: 95 15 95 5S 45 49 ,09 ,9 VRIJDAG 4 SEPTEMBER 1981 TEXELSE COURANT PAGINA 9 Vee! publiek bij het tobbesteken. Inset: een deelnemer krijgt eenbekje" water over zich heen. Het tobbesteken blijkt ook in 1981 nog een leuke publiekstrekker. Als oude variant van het ringsteken is het spel deze zomer in verschillende dorpen op Texel gespeeld en steeds was er grote publieke belangstelling. In De Koog werd dinsdag de derde en laatste tob- besteekwedstrijd van dit seizoen ge houden en hoewel het deze week dui delijk minder druk is geworden op Texel \amen toch enige honderden mensen ten kijkje op de Nikadel waar de baan gas uitgezet. De organisatie van het 'obbesteken was in handen van De Koog Promotion die voor het spel een ipeciale rai/helling met waterbakinstal- 9tie heeft laten maken. De helling blijkt de praktijk uitstekend te voldoen en \orgt voor een snelle doorstroming" 'an de deelnemers. Op een miniscuul toeltje met veiligheidsriemrijden de leelnemers vanaf de podiumwagen een veter naar beneden. Halverwege de laarop volgende horizontale baan hangt de tobbe. De tobbe wordt gevuld door een brandslang uit een waterput. Een voordeel van het geautomatiseerde sy steem is in ieder geval dat alle deel nemers gelijke kansen en handicaps hebben, iets wat bij tobbesteken op de fiets of staande in een jeep niet altijd het geval is. Dinsdag verschenen een vijf tiental jongere kandidaten en drie ouderen aan de start en hoewel speaker Frits Dijkstra meedeelde dat het water uit de brandweerput ,,vast en zeker" 19,6graden was, bleek het stortbad van vele liters toch een koude bedoening. Het mocht de pret echter niet drukken. De „stekers" hadden er lol in en schroomden niet in de herkansingronde hun geluk opnieuw te beproeven. Onder de ouderen bevonden zich twee Texe laars die als clown waren uitgedost. Met grappen en grollen wisten ze het publiek te vermaken, vooral toen door een stortbad de clownsoutfit op straat viel en één van hen Theo Bonne bleek te zijn. Jaap van Kranenburg werd eerste bij de Ouderen en de Duitser Frank Weisenfeld was de beste bij de jeugd. De Koog Promotion sloot met het tobbesteken het zomerseizoenprogram ma af. In de herfstvakantie wordt weer een vlooienmarkt gehouden. De Texelse speel-o-theek opent woensdag 9 september weer zijn deu ren, om 14.00 uur. Vanaf die datum kan men er dus weer terecht voor het lenen van speelgoed, telkens op woensdag middag van 14.00-16.00 uur en vrijdag middag van 15.00-17.00 uur. De speel- o-theek is nu ondergebracht in de voor speelruimte van de nieuwe muziek school, ingang Wilhelminalaan. De speel-o-theek vakantie heeft wat langer geduurd dan de bedoeling was, een gevolg van de beslommeringen rond verbouwing en verhuizing. Maar nu staat alle speelgoed schoon en uit leenbaar op de kinderen te wachten. Dat is te danken aan een groep ent housiaste vrijwilligers, die de afgelopen weken de handen uit de mouwen heeft gestoken en daarbij de kasten nieuw heeft ingericht. De speel-o-theek leent speelgoed uit voor kinderen met een ontwikkelingsleeftijd tot en met zes jaar. De uitleentermijn is maximaal drie we ken. Daarnaast geven de uitleners in formatie over spelen, speelgoed en speelruimte. De speel-o-theek biedt ge legenheid om met de spelmaterialen vertrouwd te raken door ze uit te pro beren. Gehoopt wordt dat in het ko mende speelseizoen ook veel nieuwe klanten in de speel-o-theek kunnen wor den verwelkomd. Wie thuis nog speel goed heeft, dat voor de vakantie inge leverd had moeten worden, wordt ver zocht dit zo spoedig mogelijk terug te bezorgen. De publieke belangstelling voor de ju bileumconcertavonden van het Konin klijk Texels Fanfare op vrijdag 4 en zaterdag 5 september is enorm. Op dit moment zijn reeds zoveel kaarten uit gegeven, dat het vast staat dat de zaal (het gebouw van Drijver Bouw aan het Wezenland) beide avonden helemaal bezet zal zijn. De organisatie vreest dat deze grote toeloop tot parkeerproble men zal leiden. Daarom wordt ieder die met de auto komt met klem verzocht zijn wagen te parkeren op het grote parkeerterrein aan de Emmalaan naast ht SV Texel-veld. Beslist niet mag wor den geparkeerd op het gemeenteterrein (in verband met de brandweer en ook niet voor de AOT-garage). Vrijdagavond (vanavond) treedt de Texelse popgroep The Mess gratis op in Ca;é De Zwaan. Het is de eerste groep die op de ,,Open podium" uit nodiging (gedaan door de eigenaars van De Zwaan) om kosteloos van de zaal faciliteiten gebruik te maken is inge gaan. The Mess fungeerde enkele weken geleden als afsluiting van de concerten van Texelse popgroepen in de Wezen- tuin en trad deze winter met veel succes op in de Jelleboog. De groepsleden studeren regelmatig nieuw repertoire in. Zo zal vanavond werk van Fischer Z te horen zijn. Daarnaast speelt het trio veel eigen nummers Het optreden begint om 10.00 uur. John Eastland en zijn vriend Michael Jefferson overleven gezamenlijk de hel van Vietman. Wanneer Jefferson East- lands leven op het nippertje weet te redden onder een zwaar vijandelijk bombardement. Maar de ,,hel" is niet voorbij, waanneer zij weer thuis zijn. Jefferson wordt door een jeugdbende op straat aangevallen en zwaar gewond. Hij zal voor de rest van zijn leven verlamd blijven. Eastland zweert wraak te zullen nemen op die bende. ,,The Ghe'tto Ghovls" waarvan hij de jeugdige moordenaars een voor een op afschu welijke wijze elimineert. Maar dat acht Eastland niet voldoende Om aan geld te komen, voor het gezin van zijn verlamde vriend, gaat hij snuffelen in de onderwereld. Hoe meer hij in dat we reldje doordringt, hoe meer hij zich be geeft in een éénmans oorlog tegen de misdadigers die buiten de wet leven. Hij wordt in zijn eentje een onverslaanbaar commando, bezeten van een rechtvaar digheidsgevoel. Er volgen een serie „incidenten", gruwelijke genoeg om de New Yorkse bevolking van afschuw te doen walgen. Met elk „incident" bevestigt hij de bijnaam die men hem heeft gegeven „De uitroeier", de man die kan doen, wat de politie niet kon en het publipk zipf h«m pis een held. De politie beschouwd hem als een éénmans burgerwacht en mogelijk een moord zuchtige psychopaat, die als zodanig behandeld dient te worden. „The Ex terminator" is te zien van donderdag tot en met dinsdag. De toegang is 16 jaar. Dumbo In de zondagse matinee laat Walt Disney de avonturen van Dumbo, het vliegende olifantje, opnieuw aan ons voorbij gaan. Disney had een enorme pech met het uitbrengen van de film Dumbo, want toen zijn film nauwelijks twee maanden in roulatie was gebracht, viel de grote klap. December 1941: Pearl Harbour. Dumbo werd in financieel op zicht heel zuinig gemaakt omdat de Disney studio's een paar zware tegen vallers had moeten verwerken (Pinoc- chio en Fantasia deden het matig). Aan de plezierige vaart over het wel en wee van circusartiesten en natuurlijk het vliegende olifantje valt dit niet te mer ken. Olifanten als trapezewerkers en het jonge olifantje Dumbo dat na een paar slokken champagne roze olifanten ziet, blijven vondsten van de bovenste plank. De film werd in 1950 al van een Neder landse tekst voorzien. Toegang alle leeftijden. door Tom Lodewijk. 16. „Ik heb Henri nog gevraagd of ie wam eten, maar hij had haast, zei hij." ;ls kwam binnen, gooide haar tas op de lank. „Ik had hem helemaal niet ver vacht, hij moest in de stad zijn, zei die, vas hier nog geweest, was in de war, lacht dat ik half vijf al klaar was!" ,Ja", zei Dora in gedachten, „hij is ien beetje de kluts kwijt, die man van Dat zei ze graag, „die man van je", laf zo'n gevoel dat het allemaal in ;annen en kruiken was. „Heeft ie jou liets verteld?" Welnee, wat zou er zijn?" vroeg Els ipeens ongerust, ,,u weet meer dan ik ilijkbaar." „Hij wil er jou niet mee lastig vallen, nerk ik", zei Dora tevreden met het 'ertrouwen van haar aanstaande ichoonzoon in de oudere, dus wijzere «hoonmoeder. Onder het eten vertelde :e Els het verhaal. „Hoe vindt u dat nou, daar verteld hij ïiij niets van!" riep Els uit. „Hij wou jou geen zorgen maken", •ist Dora, „maar hij moest het toch aan emand kwijt?" „O ja, u en Henri", plaagde Els, „als k niet goed oppas, word ik zijn stief- Jochter inplaats van zijn vrouwl" Dora keek effen. Van dat soort jrapjes hield ze niet. Ze was veel te blij Jat Els een goeie man kreeg. Maar zij 'ertrouwde Henri en Henri vertrouwde laar. Dat was wel es anders met choonmoeders. „Nou ja", retireerde Els, die haar noeders gezicht zag betrekken, „da's naar gekheid. Maar al die grapjes over larre schoonmoeders gaan bij ons toch liet op." Precies wat ze zelf gedacht had, con stateerde Dora tevreden. En 's avonds ia het nieuwsjournaal, kwam ze er op erug. „Toch is dat wat; door zo'n stom oeval gaat die hele zaak niet door." .Misschien vindt hij wel iemand", neende Els optimistisch. „Henri is niet 'oor één gat te vangen." „Hij zelf leek me niet zo optimistisch" ^Vora tuurde met aandacht op haar ^■andwerkje. „Hij had maar één troost, ■ij ging er niet aan failliet, zei hij." I „Als er zo'n dikke winst aan zit, alt „Ja, maar hoe vind je die ander zo gauw? Dét is de kwestie, zei Henri. Hij zit in tijdnood." Ze staarden beiden naar buiten in het duister. „Zeg Els", kwam Dora opeens, „ik dacht zo —zou ik Henri niet kunnen helpen?" Els zag, wat geschrokken, haar moe der aan. „Helpen? Hoe?" „Nou ja, helpen —dat is een te groot woord. Maar die Henri maakt zelf een halve zakenvrouw van me met zijn gepraat. Als ik die gemeente-obligaties verzilver..." „Zes procent en ze staan acht en negentig", wist Els. „Nou dan wast de ene hand de andere en ze worden beide schoon. Hij het geld, en ik meer dan zes procent." „Zes procent, zeshonderd gulden", rekende Els. „Ja, als er niet dubbel zoveel in zit zou ik het niet doen. Maar zou u er wel aan beginnen, moeder?" ,,'t Lijkt wel of je Hehri niet ver trouwt." „Natuurlijk vertrouw ik hem, maar u ziet hoe riskant het is. Eén bloedstol- seltje bij een dikke man en weg is je winstl" „Dat is het risico." „U moet uw kapitaaltje bij elkaar houden." „Je moet je geld voor je laten werken", zei Dora. Els schoot in de lach. „Oho! Daar hoor ik Henri! Nou, u bent een goede dicipel! Nooit geweten dat u een zakenvrouw was." „Kind", zei Dora, „hou ouder een mens wordt, hoe meer verrassingen." Drie weken later kwam Henri opeens langs. Hij bracht een grote bos bloemen mee. Niet voor Els, maar voor 'schoon mama'. „Rente op uw geld", zei hij lachend. „Nou", vond Dora, ook lachend, maar een tikje zuurzoet, want ze had die vier weken in ondraaglijke spanning gezeten, had ze goed gedaan?, al had ze er Els niets van laten merken. „Nou, als dat alle rente is?" „Niet bepaald", zei Henri geheim zinnig. „Niet bepaald, mevrouwtje. Ik kom nou niet omdat ik in de war ben met Els d'r kantoortijd, maar omdat wij samen iets hebben te verhandelen. Gaat u zitten." Dora ging beverig zitten. Zou dan toch.... Henri greep zijn portefeuille. „De zaak is voor mekaar. „Hij grin nikte voldaan. „Dankzij die laatste tien mille. Ik had er zelf vijftig in zitten, 't Is al verkocht ook. Winst negentien duizend twee honderd gulden. Eén zesde voor mijn partner. Dat is vijf en dertig honderd gulden, mevrouwtje." En met een breed gebaar telde hij ze uit: drie bankjes van duizend, vijf van honderd ,,'t Klopt niet helemaal precies, er gaat nog iets af van kosten enzo. 'n honderd gulden denk ik, maar dat verrekenen we nog wel." „Drie en een half duizend", zei Dora ademloos. „Dat is vijf en dertig procent" reken de Henri haar voor. „Zeven maal zoveel in vier weken als anders in een jaar!" Dora zat geslagen naar het geld te kijken. En zij had al die jaren maar braaf haar couponnetjes geknipt en haar schaarse rente opgestreken. Ze had een rijke vrouw kunnen zijn.... wanneer Henri eerder haar pad had gekruist! „Neem ze maar op" lachte hij, „ze zijn van u!" „Ik kan het haast niet geloven." „Waarom zou je nog moeten geloven wat je ziet? Maar u bent ook niet hartelijk, ik zit te snakken naar een kopje koffie!" „O jongen, neem me niet kwalijk. Het lijkt wel of ik een geldwolf ben! Een ogenblikje, ik ga zo naar de keuken." En in de keuken, terwijl ze water opzette en koffie maalde, vlogen haar gedachten. Met Henri was het geluk hun huis binnen gekomen. Els een man, die zoveel wist te verdienen. En zij zélf... ze was daar even drie en een half duizend gulden rijker geworden! Je was toch wel bezeten, wanneer je maar braaf goudgerande obligaties kocht om je leven lang op een houtje te bijten. Toen ze met de koffie binnenkwam zei Henri: „Nou hebt u die mille aan obligaties verzilverd, zullen we die maar niet zo gauw mogelijk terugkopen? U hebt nou es een extraatje gehad, maar eh..." hiij trommelde in gedachten met zijn gouden vulpotlood op de tafel. „Nou daar is toch zo'n haast niet bij", zei Dora, en in haar ogen was het opeens het licht dat Henri zo goed kende. Hij had het eerder gezien, bij andere vrouwen. „Vind jij dat ik het doen moet, weer obligaties kopen? Mis schien kan ik er meer van krijgen, wan neer ik het geld bij jou laat staan." „Ne, nee", wees Henri af, „die verantwoordelijkheid durf ik niet op me te nemen. Het is uw kapitaaltje..." „Het is mijn kapitaal" zei Dora en -mijn verantwoordelijkheid, dacht ik zo. Als ze op die toon sprak was er nooit veel tegen in te brengen. „Nou ja", zei henri, ,,'t is toch niet él uw geld?" „Nee", vertrouwde Dora hem toe, „ik heb bij mekaar zo'n dertig duizend, en dan het pensioen van mijn man. En Els heeft haar kindsdeel, ook op de bank." „Nou, laat het daar dan maar rustig staan", adviseerde Henri. 17. „Ja, jij hebt makkelijk praten. Hoeveel heb jij nu even in die gauwig heid verdiend? Maar ja jongen, ik ben inderdaad wel erg vrijpostig. Tenslotte heb ik er niks aan gedaan, jij hebt het voor me verdiend. Het is niet eerlijk, als jij het werk doet en ik de winst opstrijk. Dat was nu leuk voor één keer, maar het zou toch te gek zijn als ik jou..." „Daarvan praten we niet", weerde Henri met nadruk af. „Dat zou zo zijn als u een vreemde was. Maar zoals de zaken staan heb ik er minstens zo veel belang bij dat Els d'r moeder geen geld zorgen heeft. Want anders", hij lachte schelms, „moet ik u misschien later onderhouden, nietwaar? Dus u ziet, het is puur eigenbelang van mei" „Je bent een grappenmaker", glim lachte Dora. „Els zal nog heel wat met je te stellen krijgen. Maar toch, ik vind dat ik het niet van je mag vergen." „En dat vind ik nou je reinste onzin. Als ik u er eens mee kan helpen, doet u me daar een groot plezier mee. Maar zoals ik zei: 't is secuurder als u maar weer gewoon..." „Ach jij met je secuur. Heeft secu- righeid jou aan die grote slee geholpen? Wie niet waagt, die niet winti" Zo gaat dat, overpeinsde Henri, toen hij die avond weer terug reed. Je waarschuwde, je hield de boot af' Maar wanneer de mensen met alle geweld wilden, nou, wat dan? En hij rekende vlot: tien min drie en een half is nog altijd zes en een half. Vijf en zestig procent rente van andermans geld, dat was tenminste geld verdienen! Aas aan de Haak Loes Brinkman was overgeplaatst naar een andere afdeling in het immense departementsgebouw, min of meer een klein dorp. Af en toe zag ze Els van Wijnbergen, maar ze hadden minder contact met elkaar dan voorheen. En voor de vrije dagen hadden ze elkaar niet meer nodig, want Els werd bezig gehouden door haar Henri en de jonge man die gezegend was met de naam Jurriaan Sebastianus van Spijk, hechtte zich steeds nauwer aan Loes en bedacht van alles om haar zo veel mogelijk aan zijn zijde te hebben. Maar die avond kwamen ze net allebei gelijk het gebouw uit. Els op weg naar haar tram, Loes naar de bus. „Meid! Wat heb ik jou in een tijd niet gezien!" riep Loes en monsterde haar college. Wat zag die Els er goed uit, vroeger had ze altijd iets teruggetrok kens alsof er een sluier lag over haar wezen. Nu leek ze vrolijker en veel beslister in haar optreden. Loes zong in gedachten het speel- liedje uit haar kinderjaren: „Dat zal, dat zal de liefde wel wezen, dat zij haar vrijer ontmoet!" Loes was natuurlijk niet helemaal ob jectief in deze zienswijze, omdat ze zichzelf moest bekennen dat Jurriaan Sebastianus, zo'n wonderlijke druif als hij was, haar ook een aanzienlijk grotere portie levensvreugde had doen deelach tig worden! Ze vond hem een eigenwijze vent met vaak totaal verkeerde opvat tingen, hij vond haar een niet minder eigenwijs meisje dat er zeer aanvecht bare principes op na hield, ze hadden het vaak met elkaar aan de stok en deze heftige debatten brachten hen steeds dichter bij elkaar en Loes wist maar al te goed, dat je op die schijnbare onverschilligheid en uitermate kritische instelling van haar vriend alléén niet moest afgaan, ze had hem leren kennen als een door en door betrouwbare vent, gezegend met een droge humor, waarover ze soms nog dagen later napretjes had. En Jur kon zich steeds moeilijker een leven zonder de opge wekte lachgrage en spontane Loes voorstellen. Maarzewaren nog altijd 'vrienden' méér niet, zoals Loes met nadruk vaststelde... Het zou dus geen wonder zijn, dacht Loes, als ook Els opknapte wanneer ze niet langer alleen door het leven ging, met geen andere toevlucht dan 'thuis bij moeder'. „Meid", zei ze, „laten we even bij Boschlust gaan zitten, zo'n haast is er niet bij, en even onze klokjes gelijk zetten. Ik wist niet eens meer of je nog wel in het land der levenden was!" Vijf minuten later zaten ze op het terras en na wat gepraat over het werk en de collega's zei Loes „Ik zie jou tegenwoordig ook niet veel meer, is het nog altijd aan met je vriend van toen?" „Met Henri?" Els leek een beetje ver legen, maar dat was de herinnering aan de manier waarop ze Henri ontmoet had, via een advertentie, waarvan Loes alles wist. „O, ja we zijn verleden week nog was gezellig uit geweest, ik was nog nooit over de Afsluitdijk geweest zeg!" „Met de auto" stelde Loes vast. „Ja, Henri heeft zo'n grote ameri- kaan." „Mijn Jur zit in zo'n klein hakke- poffertje, maar scheuren manl" „Henri zegt altijd, die lui in die kleine wagentjes moeten wel, anders krijgen ze een minderwaardigheidscomplex." „Heeft Jur niet veel last van. Enne wordt 't wat? Wanneer wordt je nou mevrouw, mevrouw eh..." „Gardenier dat weet je toch nog wel, Henri Gardenier heet hij. Nou ja, maar dat weet ik nog niet hoor. Daar hebben we zo'n haast niet mee." Ze was even ontstemd, die Loes kon zo op de man af dingen vragen, maar toen bedacht ze dat ze, zonder Loes' door zetten, Henri nooit zou hebben leren kennen! Ze keek naar haar vriendin, maar die scheen in gedachten verzon ken. Gardenier, dacht Loes, natuurlijk wist ze het nog wel. Maar die naam Gar-) denier, waar had ze die gehoord! En ook toen had ze gedacht: waar en wan neer... Gek, toen kon ze er niet opko men, waar ze die naam meer gehoord had en nu kon ze zich niet herinneren, die andere keer, hoe was dat toch? Maar ze rukte haar gedachten terug naar het gesprek met Els, en vertelde van wat ze samen met Jur beleefde. „Nee, ver loven, hij is net een vent om op een gegeven moment te stoppen, vlak voor een juwelier en te zeggen: ga mee meid, laten we ringen kopen!" En toch dacht Loes was het niet meer zoals vroeger, toen Els en zij vaak zeer vertrouwelijk waren samen. Maar ja, Els had nu een ander om mee te praten, en zij had Jur. Ze keek op haar horloge. „Mens nog toe, als ik niet voortmaak, krijg ik geen etenl" Maar in de bus kwam de gedachte weer terug. „Gardenier waar was dat toch..." Die zelfde dag toerde Henri Gardenier met Gerda Poons door de beemden van hun beider vaderland. Gerda zag er uit als een hogepriesteres van het Gouden Kalf, een boa bevallig om de gevulde schouders geslagen, met oorbellen, kettingen en armbanden en voelde zich bijzonder geslaagd in de omlijsting van de indrukwekkende amerikaan. Met welgevallen had ze Henri gade geslagen toen hij, een uurtje geleden, was afgestapt bij een bouwwerk waar hij blijkbaar door opzichter en werk lieden vreugdevol werd herkend. Haar hart werd zacht als ze hem zo bezig zag, net een jongen nog, dacht ze, grappen makend met de mannen, royaal presen terend uit zijn gouden sigarettenkoker, moest je zien hoe hij met die mensen omging en toch Heer bleef, en haar ge dachten gingen terug naar wijlen Her man, thans rustend onder de groene zoden. Bij Henri vergeleken was Her man een proleet, een echte beenhou wer, hij p.uimde notabenenl Ze zag Henri met een kennersblik een paar blauwdrukken bekijken die de opzichter hem liet zien, toen gaf hij de man een klap op zijn schouder en met een amicale wuif naar de anderen beende hij weer naar de wagen toe. (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1981 | | pagina 9