Wat doet stichting duinbehoud? =j Bladeren in Thijsse's Verkade-album Texel" en he ff Jeer regelmatig tei ïp blijkens de Reageren op deze rubriek kan bij Jaap zi|n. Niet alleen op de duinen zelf, maar ook voor de recreatie, de waterwinning en de landbouw op Texel, Een voor studie is reeds afgerond, maar door be zuinigingen heeft Rijkswaterstaat dit jaar geen geld om het hoofdonderzoek te laten uitvoeren. De Stichting Duin behoud vindt dat er zo snel mogelijk een noodsuppletie moet plaatsvinden. Ook daarvoor echter zegt Rijkswaterstaat geen geld te hebben. Wat de beste oplossing voor de lange termijn is, moet ook volgens de stichting maar blijken uit het onderzoek. De Werkgroep Land- schapszorg Texel is een duidelijke voor stander van terugwinning van duin gebied. Dat zou mogelijk kunnen door het leggen van dammen of het dicht- spuiten van het Molengat, waardoor de Razende Bol aan texel komt vast te zitten. Maar ook de werkgroep hecht veel waarde aan het onderzoek. De stichting en de werkgroep hebben dan ook samen met de Waddenvereniging geprobeerd het onderzoek toch gestart te krijgen. Brieven aan de betreffende vaste kamercommissie en kamervragen aan minister Zeevalking hebben ertoe geleid dat de minister een deel van het geld alsnog beschikbaar heeft gesteld en de rest voor 1983 heeft toegezegd. Ook al zal met dit onderzoek voor een deel van de problemen een oplossing worden gevonden, het blijft noodzake lijk dat de natuurbescherming de ont wikkelingen nauwlettend blijft volgen. Uw hulp daarbij is van harte welkom! Nadere informatie over de activiteiten van de Stichting Duinbehoud in het al gemeen of over haar kwartaalblad ,,Duin" waarin ook regelmatig artikelen staan over de Texelse duinen, is te' verkrijgen bij Stichting Duinbehoud, Postbus 11059, 2301 EB Leiden, tele foon 071-131800. ISDAG 12 OKTOBER 1982 TEXELSE COURANT PAGINA 7 Vooral de plantengroei heeft hier erg onder te lijden. Bovendien drogen de aanvankelijk natte valleien in het voor jaar snel op hetgeen heel ongunstig is voor allerlei (broed) vogels. De opslag van overproduktie van de waterfabriek in stille tijden, zou misschien kunnen leiden tot minder wateronttrekking in het voorjaar en in de zomer, maar het is de vraag of daardoor het natuurlijk waterregiem" in het Grote- en Pompe- vlak zou herstellen. Uiteraard brengen de grote aantallen toeristen naast een verhoogde vraag naar drinkwater, een grote belasting van kwetsbare duingebieden met zich mee. Al was het alleen maar door de ver snippering die is opgetreden doordat steeds meer wegen, paden en parkeer terreinen zijn aangelegd en vergroot. De totale lengte aan paden, fietspaden en strandslagen die de Texelse duinen doorsnijden bedraagt ruwweg zo'n 90 kilometer! In druk bezochte gebieden brengt het zich buiten de paden begeven duidelijk zichtbare schade aan de plantengroei met zich mee. Ook een aantal soorten vogels is niet bestand tegen de rust verstoring die in intensief bezochte gebieden plaatsvindt. Het is jammer als op deze manier de natuur, waarvoor veel van de toeristen juist naar Texel komen, nu juist ook mede door die toeristen zelf wordt aangetast. Het is daarom niet alleen in het belang van de duinen, maar ook in dat van de toeristen en de Texelaars, dat het aantal over nachtingsplaatsen in ieder geval niet meer wordt uitgebreid. En ook dat niet natuurgebonden recreatievoorzieningen in de duinen, voor zover mogelijk, verplaatst worden naar terreinen buiten de duinen Daarnaast kan door het geven van een goede voorlichting aan de bezoekers van de duinen veel schade worden voorkomen. Kustafslag Op dit moment is de kustafslag mis schien wel de meest ernstige bedrei ging. Jaarlijks verdwijnt zo'n 7 tot 15 meter duin in zee. De Muy en de Slufter, ver buiten Texels grenzen beroemde natuurgebieden, dreigen langzamer hand door de zee te worden opgeslokt. Omdat de buitenste duinenrij een zee- werende functie heeft, worden al sinds 1948 door Rijkswaterstaat maatregelen genomen om de afslag tenminste te beperken. De laatste twintig jaar doet men dit echter onder meer door be dreigde duinenrijen met bulldozers naar binnen te schuiven. Dat is voor het natuurbehoud bepaald geen ideale op lossing. Het landschap wordt er door ontsierd en landinwaarts gelegen voch tige duinvalleien worden geheel dicht geschoven of stuiven verder dicht. Een andere maatregel die bij wijze van proef in 1978 is genomen, is het op spuiten van grote hoeveelheden zand langs het noordelijke strand (zandsup- pleties). Hierdoor is de kustafslag wel vertraagd maar een groot deel van al dat zand is nu al weer weggespoeld. Een dergelijke maatregel moet dan ook om de vier S vijf jaar worden herhaald en is daarom erg duur. Binnenkort zal in opdracht van Rijkswaterstaat een on derzoek worden uitgevoerd naar de vraag hoe het probleem van de kust afslag het beste verholpen kan worden. Van een aantal mogelijke maatregelen strandhoofden, zandsuppleties, zanddammen, zandverplaatsingen en combinaties van deze maatregelen zal worden nagegaan wat de gevolgen Vijf jaar geleden werd de Stichting Duinbehoud opgericht, een organisatie met het doel de steeds verdergaande aantasting van onze duinen overal in bet land tegen te gaan. Dat gebeurt door het voeren van acties en het stimuleren en coördineren ervan alsmede door het geven van informatie. De Stichting Duinbehoud bemoeit zich ook met Texel en dat is de reden dat wij een mede werker van deze organisatie de gele genheid geven iets te schrijven over oorsprong, doelstellingen en recente acties van de stichting. Het is al vaak verteld, maar uitgangs punt is dat de Nederlandse duinen tot de mooiste, rijkste en meest oorspronkelij ke natuurgebieden van ons land beho ren. De afgelopen jaren echter zijn, en worden nog steeds, grote delen van die duinen opgeofferd aan bijvoorbeeld woningbouw, wegenaanleg, recreatie, defensie, bosbouw en niet te vergeten waterwinning. Eén van de belangrijkste taken van de stichting is om verder gaande aantasting een halt toe te roepen en om voor de problemen die zich voordoen andere oplossingen aan te dragen, die minder schade aan de duinen met zich meebrengen. Op Texel lijkt het misschien mee te vallen met die aantastingen en bedreigingen, maar toch doen zich ook hier enkele ernstige problemen voor. Samen met de water winning en intensieve recreatie, vormt de kustafslag immers een bedreiging voor het voortbestaan van de duinen. Waterwinning en recreatie Het drinkwater op Texel is nog steeds voor een deel afkomstig uit de duinen. Doordat het water daarvoor eerst wordt opgestuwd en daarna weer wegge pompt om het te mengen met „ge destilleerd" van de waterfabriek, ont staan in de zuidelijke duinvalleien van het eiland grote en onnatuurlijke schommelingen van de waterstand. van Groenigen, telefoon (02220) 3562, Adriaan Dijksen, telefoon (02228) 676 of bij het Natuurrecreatiecentrum, telefoon (02228)741. De basis van de stichting, die aan vankelijk Stichting Duinbehoud en Waterwinning heette, werd min of meer al in 1975 gelegd in de omgeving van Den Haag en Leiden. Vooral het toe nemend gebruik van duingebieden door waterleidingbedrijven wekte verontrus ting bij diverse groepen natuurliefheb bers en biologen. Uit bestudering van de gevolgen van infiltreren (dat is het pom pen van rivierwater naar de duinen om het later gezuiverd weer terug te win nen) bleek hoe catastrofaal dat vaak voor de oorspronkelijke plantengroei en dierenwereld was. Zo vonden in 1977 o.a de Werkgroep Berkheide en de Werkgroep Waterwinning elkaar en vormden genoemde stichting. Nadien vond een belangrijke uitbreiding van ac tiviteiten en werkgebied plaats. In de Stichting Duinbehoud is nu ook een aantal regionale natuurbeschermings- groepen verenigd, waaronder de Werk groep Landschapszorg Texel. 9,-1 iflitser aakkin Wij zijn nu al jaren gewoon om met de vierde klas van de eisjesschool „Het Kopje" in het laatst van mei of in het begin van mi een dag of vier door te brengen op Texel. In den regel is het dan achtig weer en de planten- en dierenwereld zijn op hun mooist. Wij geren dan in het dorpje De Koog in het badhotel, waar in dien tijd uit in aard der zaak nog niet veel gasten zijn. Meestal hebben wij met is gezelschap het rijk alleen en dat is natuurlijk heel prettig en srieflijk." Met deze regels begint Jac. P. Thijsse hoofdstuk 2 van het erkade-album „Texel" dat in 1927 verscheen. Hierin verhaalt hij nder andere hoe hij met de kinderen over het eiland zwerft en bij hen ifde voor de natuur probeert te wekken. Als geen ander verstond hijsse de kunst voor een groot publiek over de natuur te schrijven en e belevenissen zijn ook nu nog beslist het lezen waard. Daarom en s illustratie voor de vele veranderingen die sinds de twintiger jaren ebben plaatsgevonden, deze keer aandacht voor dit album in deze ibriek. Waalenburg, waar ze genieten van een troep kemphanen die midden op de Polderweg hun schijngevechten hou den. Nadat ze het gebied vanaf de weg uitvoerig hebben bekeken, gaan ze onder leiding van een „koddebeier" naar de meeuwenbroedplaats. „We leggen de fietsen in de bloemen en volgen onze begeleider naar een tweede hek, dat rijkelijk is opgetuigd met prik keldraad en hangsloten, wat natuurlijk het genot van het toegelaten worden zeer verhoogt." Tegen een stukje fiet sen ziet het gezelschap niet op, want vervolgens gaat het via Oosterend en Het Noorden naar De Eendracht en De Cocksdorp en vandaar weer terug naar De Koog. Ondedrweg neemt men alle tijd om de uitbundige natuur om zich heen te bekijken. Ondenkbaar n het Verkedealbum over Texel bekent Thijsse dat er weinig plekken zijn wear hij liever terkeert dan op het bovendek van „De Dageraad". „De boot glijdt langzaam de haven uit. links iet Wierhoofd, rechts de bazaltglooiingen en de metalen pantserkoepel ven het fort De larsens. Een vlsschermannetje, een barkas van de marine, een oorlogsschip op stroom geven len passende stoffering in het water-landschap". Nadat we hebben kunnen lezen hoe Ie tocht naar Den Helder is verlopen jaat het gezelschap aan boord van de Texelse boot. Tijdens de overtocht resteedt onderwijzer Thijsse de nodige landacht aan de aardrijkskunde door te vijzen op het landschap om zich heen. 3ok de dierenwereld wordt met verge en „Ondertusschen zijn we ook op Jen uitkijk naar Bruinvisschen. Die ont- rreken haast nooit op den Texelstroom en het duurt dan ook niet lang of we zien een spitse rugvin het water door klieven en weldra draait ook de vettige glimmende rug boven de golven uit. Daar komt een tweede en een derde. Een ervan is een zeer levendig heer, die springt totaal uit het water en ploft weer neer in schuim en spatten." Nadat het gezelschap op Texel is ge arriveerd gaat men al fietsend op weg naar De Koog, waarbij onderweg wordt afgestapt om naar kluten te kijken. De lezers krijgen een heel aantrekkelijk beeld van het eiland. Over de polderweg schrijft Thijsse bijvoorbeeld het volgen de: „Zoo'n lange lijnrechte polderweg lijkt wel heel vervelend, maar inderdaad is er geen mooier en onderhoudender weg in heel Nederland en misschien ook daar buiten, dan de rechte hoofdweg door den polder Waal en Burg." Even verder lezen we: „Ge kent wel het prachtige vergezicht vanaf het terras van het hotel Berg en Dal bij Nijmegen? Welnu, het vergezicht van het Kooger duin is minstens even mooi." De tweede dag van hun verblijf op Texel brengt de groep een bezoek aan Slufter Het besef dat de Slufter met de ope ning in het buitenste duin een uniek landschap vormt, leefde in de tijd dat het album verscheen blijkbaar niet, zelfs niet bij Thijsse die op het gebied van natuurbescherming z'n tijd vooruit was. Hij constateert slechts dat men de opening graag wil afsluiten. „Water staat en de Texelaars koesteren al tien tallen jaren lang de wensch om de Sluftervlakte af te sluiten, door de dui nenrij te doen voortgroeien tot aan de Slufterbollen. Het is al dikwijls bijna gelukt en in de laatste jaren gaat het ook alweer heel voorspoedig, maar een paar stormdagen en stormnachten harde noordwester met springvloed kunnen weer alles terugbrengen tot den toe stand van jaren geleden." De groep brengt ook een bezoek aan het zuidelijke deel van ons eiland en in de beschrijving van het bos leren we Thijsse kennen als een mild mens. Dr. Jac. P. Thijsse kwam in 1890 naar Texel als hoofd van de school met uitgebreid leerplan in Den Burg. file two eiland om elders een betrekking aan te gaan. Hij bleef echter een grote liefde voor Texel koesteren en keerde er bezoeken. Op deze foto uit 1939 een excursie onder leiding van Thijsse (met hoed en fototoestel.I die het gezelscht weet te vermaken. verliet hij het rug om het te reacties goed /foto Jen P. Strijbos) aandacht van de lezer te boeien. Het kan haast niet anders of na het lezen van dit album bekruipt iedere Texelaar het gevoel eigenlijk veel te weinig van al dat moois om zich heen te genieten. En bij andere Nederlanders ontstaat waar schijnlijk het verlangen om zo spoedig mogelijk eens een keer een bezoek te brengen aan dat zo bijzondere eiland. Dat is ook de bedoeling van Thijsse, want hij heeft er in de loop van de jaren al zoveel natuurschoon verloren zien gaan, dat hij zoveel mogelijk mede standers wil mobiliseren om te strijden voor het behoud van het eiland. Geslaagd In de opzet om natuur en landschap van Texel in brede kring bekendheid te geven is de schrijver zonder twijfel geslaagd en de toename van het aantal bezoekers in de jaren vóór de oorlog is ongetwijfeld voor een flink deel aan hem te danken. Of hij erg gelukkig zou zijn met het huidige massatoerisme aan Texel valt echter te betwijfelen. Onkun dig van deze toekomstige ontwikkeling besluit hij het album met een oproep aan de lezer het eiland toch vooral eens te gaan bezoeken. „Wordt hier een gere gelde gast. Een enkel jaartje moogt ge misschien eens overslaan, maar kom hier toch liever driemaal in één jaar (april, juni, October) dan eenmaal in drie jaren. Er begint zich al langzamerhand een broederschap te vormen van vrien den van Texel. Dat zijn in de eerste plaats Nederlanders, maar ook Zwitsers, Engelschen, Schotten, Amerikanen, Duitschersen Franschen. Hoe meer hoe liever, want des te eerder zal men begrijpen dat Texel zoveel mogelijk ongerept moet blijven, in het bijzonder zijn duinen en stranden. Gelukkig bestaat daarvoor goede kans." J. van Groenigen. Nadat hij vele malen heeft verhaald van het tragische verlies van schitterende stukken natuur op het eiland, weet hij toch ook waardering op te brengen voor de staatsbebossing, al is het maar vanwege de luwte. „Om dit goed te be seffen, moet iemand, die Texel voor het eerst bezoekt, juist zooals wij deden, eerst eenige dagen ronddolen over het eiland en eens flink tegen de wind in fietsen door Eijerland en Waal en Burg., Dat helpt prachtig, om dan den derden dag de bebossching te leeren waar- deeren." En even verder voorspelt Thijsse dat het zich in de loop van de jaren zal ontwikkelen tot een bos „dat nog eens zal kunnen wedijveren met de beroemde Manteling van Walcheren." Stuifkuil Bij het bezoek aan het zuidelijk duingebied stelt de schrijver een be langwekkende zaak aan de orde: „In den top van het Loodsmansduin ligt een stuifkuil, dat is wel jammer. Gelukkig is er nog wel bijhouden aan. Was Texel dichter bevolkt en kwam hier meer bezoek, dan zou die top misschien wel aan dezelfde gevaren blootgesteld zijn als de Blinkert en de Blauwe Trappen bij Haarlem en verwoest worden door on nadenkende toeristen en wandelaars. Eigenlijk moet ieder, die in de duinen wandelt, waar dan ook, er op gedacht zijn, dat hij het plantenkleed niet stuk trapt. Ik voor mij let daar altijd bijzonder goed op en ben er vaak om uitgelachen, maar ik geloof toch wel dat ik het bij het rechte eind heb." Het landschap van de Hogeberg wordt als laatste onderdeel van Texel met een bezoek vereerd, waarbij spe ciaal de Zandkuil de nodige aandacht krijgt. Zoals steeds weet Thijsse in zijn beschrijving van het insektenleven van deze plek op een weergaloze manier de Panorama Koog. TEXEL- Het vergezicht vanaf het Koogerduin had voor Thijsse een grote bekoring. Vlak onder ons ligt het dorpje De Koog, met zijn óéne groots boerderij en eenige kleinere". ■HHBBHHHHI V„ y- 7 De stichting duinbehoud vraagt om snelle maatregelen tegen de snel voortschrijdende kustafslag op Texel. De derde dag van hun bezoek aan Texel trekt de groep naar de Slufter en de Muy, waar de situatie langs de kust aanzienlijk gunstiger is dan tegenwoor dig. We lezen namelijk dat zich voor de Buiten Muy een nieuwe duinvallei vormt de Buitenste Mui, die inmiddels al weer tientallen jaren in zee is verdwenen. Van drukte op het strand blijkt geen sprake te zijn. Het is zelfs zo rustig dat er dwergsterns broeden, een situatie die momenteel ondenkbaar is. Even verder schrijft Thijsse vol trots dat er op het eiland zelfs enkele stormmeeuwen broeden. Hij kon in die dagen niet voorzien dat er tegenwoordig zo'n 1500 paren in de Texelse duinen nestelen....

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1982 | | pagina 7