Steltlopers observeren in /lauretaanse Waddenzee fxe/se onderzoekers naar Afrika /Mauritanië D'Wnez Cheddid Highlnfelinc Hit \ARÏ JPAG 8 MAART 1985 n o\ jaai TEXELSE COURANT PAGINA 13 nend weekend vertrekken Cor Smit en Piet Duiven voor ie maanden naar het Sahel-land Mauretanië om daar in i soort waddengebied met de fraaie naam „Banc d'Ar- n (zilveren zandbank) onderzoek te doen naar de leefge- onten van steltlopers. Het gaat onder meer om de soorten loetstrandlopers. Rosse Grutto's, Tureluurs, Plevieren, Ipen en Scholeksters. Deze vogels verblijven gedurende [S>Winter massaal op de Banc d'Arguin. Ze broeden in stre- rond de Noordpool en een aantal van hen doet in het jar krachten voor de lange reis op in onze eigen Wadden- Smit en Duiven gaan niet alleen, zij maken deel uit van groep van acht. Hun onderzoek maakt weer deel uit van reeks van dergelijke overzoeken die allemaal dit voorjaar n den uitgevoerd tussen de kusten van Zuid-Afrika en •li and. dat niet het geval die zijn altijd al van veraf te onderscheiden zoals iedereen die wel eens met een jachthond langs het strand wandelt weet. Makkelijk te observeren en dus zullen de onder zoeksresultaten nauwkeuriger zijn dan bij soorten waarbij dat niet het geval Smit werkt bij het RIN, het Rijks- uut voor Natuurbeheer en Piet rj in bij het NIOZ. Zij vertegenwoor- i daarmee twee van de drie in- ies die deze expeditie organiseren, erde is de Stichting WIWO (werk- Internationaal Wad- en Watervo- derzoek). Centraal in de organisa- het RIN, contactman is de direc- Wim Wolff. Het intercontinentale ct waar dit onderzoek een deel litmaakt, wordt gecoördineerd de ,,Wader Study Group", de loper Studiegroep. Hiervan is de actman Theunis Piersma, die ook zal uitmaken van het onder- iteam dat naar Mauretanië gaat. noet voor hem een prettig voor- iht zijn, in 1982 maakte hij name- ok al deel uit van een soortgelijke ditie en uit het zeer leesbare ver dat hiervan in boekvorm ver in blijkt dat de leden van dat team diep onder de indruk zijn ikt van dit bijzondere gebied. De d'Arguin beslaat ongeveer een tvan de oppervlakte van onze denzee. Met enige overdrijving e zeggen dat dit slikken- en rrengebied het grootste strand van ile wereld heeft: het grenst zon- ivergang aan de Sahara. Maureta- i het meest westelijke Sahel-land, alle problemen van dien. De over- ind noordoostelijke wind waait uit l oestijn en zorgt ervoor dat het I steeds verder bedekt raakt onder ty roestijnstof. Slechts de oceaan Jjleze opmars stuiten. Je zou in etanië een soort zeeklimaat ver- iten maar niets is minder waar. Er jaren voorbij dat er 2 millimeter i valt, of helemaal niets, slikken- en schorrengebied voor de is wel groen. Er groeit zeegras, lewas dat bij ons sinds de derti- iren niet meer voorkomt. Veel bezielt steltlopers om naar dit on- srgzame gebied te vliegen? Vaak sn er reizen van vierduizend kilo- rof meer gemaakt! En vooral, am zijn het er zo verschrikkelijk bie die reis maken? De expeditie '982 kwam tot de conclusie dat er VA miljoen exemplaren van deze 'soort op de Banc d'Arguin ver- n, plus nog de nodige lepelaars, Tolvers, reigers, pelikanen en an- soorten. Hoe ziet de steltlopertrek ienlijk precies uit, in welke gebie den welke soorten hun natte n om aan eten te komen? In het sord op al deze vragen moet het dwijde onderzoek meer inzicht baffen, er is eigenlijk nog niet zo- oekend op dit terrein. Het Banc Jin-project heeft voor de Neder- e en Duitse Waddenzee een meer 'dere betekenis. De steltlopers :en in dit gebied rond de noord- irkel. Eén van de trekroutes en schijnlïjk een populaire voert langs Waddenzee. De dieren eten zich i rond aan de rijke hoeveelheid «I die de wadbodem hier bevat, 'ie energie hebben voor de reis og komen gaat. In een paar grote es, met bijvoorbeeld een stop fe Portugese kust, wordt dan be Afrikaanse overwinteringsge- i gevlogen. Het voedselaanbod Ie Waddenzee is bus van belang bet totaal aantal steltlopers, als r bijvoorbeeld door vervuiling =en hun brandstof voor de lange kunnen nemen komen er waar lijk minder vogels op de eind- nming aan. Anderzijds zijn de =ndigheden aan de Afrikaanse Jok weer van belang voor het j vogels dat op de terugweg bier langskomt. Als dat hele gro und bij Banc d'Arguin voor het ne wordt ontsloten worden de Pers misschien afgeschrikt. Zo omstandigheden in de beide ben van invloed op de vogelrijk- n die gebieden en kan onderzoek :n hier van wederzijds belang deze onderzoeksdoelen is er nog igenoemd gebleven. Er is hele- iog niet veel bekend over vogel hok van niet-steltlopers. Voor een 3mt dat omdat sommige vogel- n zich nogal effectief verstoppen ergens landen. Bij steltlopers is Druk Het onderzoeksteam zal het druk krij gen. Vooral de vrouwlijke arts die mee gaat zal naast haar ornithologische (vogelkundige) werkzaamheden nog wel de nodige patiënten te behandelen krijgen. De samenstelling van het team is nog al divers. Er worden er maar een paar door hun baas betaald om dit werk te doen. Anderen kunnen mee met be houd van uitkering, als een vorm van werkervaringsproject, weer anderen hebben vakantie genomen. Er gaat één niet-ornitholoog mee: de cineast Jan Van der Kam zal op eigen kosten en risico de volledige twee maanden bij de ploeg blijven en een film van het gebeuren maken. Eén van de le den van de ploeg komt uit Engeland. In Mauretanië wordt de ploeg nog uit gebreid met twee mensen die werk zaam zijn bij het Nationale Park Banc d'Arguin. Eén van de doelen van het project is het zoveel mogelijk laten meeprofiteren door de plaatselijke mensen van de omstandigheden dat er een Westers onderzoeksteam op be zoek is. Bovendien zullen deze mensen als tolk kunnen dienen voor het con tact met de Imraguen. Hoewel de tweede taal in het land Frans is, spre ken deze zwarte arabieren alleen hun eigen taal. Zij bevolken het plaatsje louik (spreek uit lewiek) waar het on derzoek zijn basis zal hebben. „Plaats je" is misschien een wat groot woord, er woont een man of zestig. De sla vernij is hier afgeschaft in 1980, de vis sers van louik zijn voormalige slaven. Zij vissen met zeer eenvoudige midde len maar slagen erin daarmee voldoen de voedsel boven water te halen. Vrij wel het enige voedingsmiddel dat in overvloed beschikbaar is, is vis. De meest genuttige soort is harder, een vis die ook rondom Texel niet onbe kend is. Uit de publicaties rond de eerste expeditie blijkt dat de Imraguen het nut van het onderzoek niet inzien. Wel moet de verstandhouding goed zijn geweest, één van hen zorgde met zijn zeilboot voor transport naar de wat verder gelegen eilanden. Het is wórdZ"DlZn'h'ouHtZTn n'rTj6," "1 e' Sm" efvüurbbis Odgevee, onde, de boek waarin hij ingegraven moet ZlkZen eeo M mZ bJSLT T f. "oergrond is he, kastje me, de eiecrische ont- en een Kistje met hulzen voor de explosieve lading te zien. Dit kaartje van het Banc d'Arguin-gebied toont duidelijk dat de Sahara pas op de stranden ophoudt Het grote eiland Tidra is ook geheel kaal. Bovenin is het plaatsje louik te zien dat voorlhet.ionderzoek is. Veel van de werkzaamheden zullen zich afspelen in de baai oostelijk van louik. De grijze delen van de kaart zijn schorren en slikken. Dit gebied is waarschijnlijk ontstaan a/s monding van een rivier die al lang geleden verzand moet zijn. Het bijgevoegde kaartje van Afrika toont waar de Banc d'Arguin ligt een prettige bijkomstigheid dat die ver standhouding goed is. Cor Smit: „Er is geen telefoon en in onze korte voor bereidingstijd konden we he;t niet voor elkaar krijgen om een korte golf- zender-ontvanger te regelen, het duurt namelijk jaren voor je de formaliteiten die daarvoor nodig zijn hebt geregeld. Wel hebben we een paar „bakkies" mee, in de hoop dat daar niet mogelijk over wordt gedaan. De dichtst bijzijn- de plaats is Nouadhibou, een ha venstad die ongeveer 150 kilometer verderop ligt. Dat is zes uur per land rover of een dag zeilen. In Nouadhi bou zijn wel moderne communicatie middelen als een telex bij de hand." Kanonnen De uitrusting van het team is in een container per schip vooruit gestuurd. Daarbij bevinden zich onder meer twee aluminium boten die na afloop aan het nationale park worden geschonken. Er is een apparaat dat het verloop van het tij registreert en er is meteorologi sche apparatuur van het KNMI ge leend. Dat is alvast een voorbereiding van de expeditie die in 1986 naar de Banc d'Arguin zal gaan en die onder meer de invloed van het tij en het weer op de voedselvoorziening zal on derzoeken. Een paar van de meest bij zondere uitrustingsstukken zijn echter de kanonnen. Dat zijn geen kanonnen die later aan de Mauretaanse artillerie worden overgedragen maar eenvoudige afvuurinrichtingen waarmee een ge wicht kan worden weggeschoten. Er worden tegelijkertijd meerdere gewich ten over een groep vogels afgeschoten en daaraan vast zit dan weer een net. Als de gewichten een goede baan vol gen wordt de groep vogels in het net gevangen en dan kunnen de dieren worden geringd, op andere manieren herkenbaar gemaakt en worden gewo gen en nagemeten. Deze netten heten heel toepasselijk „kanonnetten". De projectielen moeten laag over de vo gels heen worden geschoten anders hebben ze nog de tijd om voor het net weg te rennen. Er gaan verschillende soorten kanonnen mee. Er zijn model len die een gewicht aan een lange staaf wegschieten. Aan het eind van de staaf zit een oog en daar zit het net weer aan vast. Een ander kanon vuurt eigenlijk de afvuurinrichting af terwijl de kogel bij de schutter achter blijft. Beide soorten maken gebruik van een electrische ontsteker om het kruit te doen ontploffen. Het is name lijk noodzakelijk dat de gewichten pre cies tegelijk worden afgeschoten om dat anders het net zich niet goed ont vouwt. Met electriciteit is die precieze timing te krijgen. Het in positie bren gen van zo'n kanon is een nogal tijdro vend karwei. De afvuurbuis moet on der precies de goede hoek worden in gegraven, het net moet worden be vestigd en zo onopvallend mogelijk worden vastgemaakt, zodat de vogels er niet door worden afgeschrikt en dan moet het geheel om diezelfde reden een tijd met rust worden gelaten. In het net dat tot 25 bij 18 meter groot kan zijn, worden tegelijkertijd maximaal zo'n zeshonderd vogels gevangen, als het kleintjes zijn kan dat aantal zelfs oplopen tot 1000. Die kunnen niet alle maal in korte tijd verwerkt worden. Als er acht man bezig zijn duurt het nog ongeveer zes uur om 300 vogels te verwerken. Dat zijn grove schattingen, want zeldzame exemplaren en dergelij ke kunnen het proces nog aanmerkelijk ophouden. Dat betekent dat een stel van de vogels wordt vrijgelaten, voor dat het hele scala van onderzoekswerk is afgewerkt. Er wordt namelijk zoveel mogelijk rekening gehouden met de omstandigheid dat vogels er nogal van de te lijden hebben als ze gevangen zijn. Elastiek Er is ook een kleiner net dat afgescho ten wordt met behulp van elastiek. Dit zal worden gebruikt voor kleinere groepjes vogels. Een andere vangme- thode is met de zogenaamde „mist- netten". Dat zijn netten van 10 a 15 meter lang die tussen palen worden opgehangen. Het team heeft ongeveer een kilometer van dergelijke netten mee. Als het donker of mistig is zien de vogels de netten niet en „vliegen ze erin", letter lijk. Dat betekent dus nachtwerk, want de onderzoekers kunnen de „vangst" niet laten hangen tot de volgende och tend, dan zouden de meeste diertjes dood zijn. Er zijn overigens altijd wel wat slacht offers bij deze vangmethoden. Die kunnen echter ook benut worden. In een oventje worden de lijkjes ge droogd, vervolgens worden ze in va cuüm ingepakt. Later kan dan geme ten worden hoeveel vet ze nog aan hun lichaam hadden, hoe hun voe dingstoestand was. De eerste expeditie naar de Banc d'Arguin heeft ontdekt dat de steltlopers daar veel magerder zijn dan die bij ons op het wad. Het is nog niet bekend waarom dat is. Moge lijk voelen ze zich in het warme kli maat prettiger als ze minder vet zijn. Cor Smit: „Het kost veel energie om een vet lichaam zwaar te houden. Het kan ook aan de geringe hoeveelheid beschikbaar voedsel liggen. In 1982 hebben ze namelijk geheel tegen de verwachting in ontdekt dat er in de bodem van dit waddengebied weinig voedsel zit in vergelijking met bijvoor beeld onze Waddenzee. Dat roept wel weer direct de vraag op waarom de vogels naar dit gebied gaan als er toch zo weinig te eten zou zijn. Er kunnen echter nog andere manieren zijn om aan voedsel te komen, misschien ha len ze het wel uit het water." Die ver onderstelling lijkt gesteund te worden door de bevindingen van de Helderse ornitholoog Ben Schrieken, die vorig jaar in het nieuws kwam omdat hij met een voormalig vissersschip naar de Banc d'Arguin was gegaan. Hij is daar aan het korren geslagen en zijn vangsten wezen uit dat er in het water wel een rijkdom aan voedsel aanwezig is. Als de vogels gevangen zijn worden ze gemeten. Het is niet nodig met de centimeter uit moeders naaidoos het diertje te omspannen, de afstand tus sen het kniegewricht en een puntje van de teen geeft een goede indicatie van de grootte. De vogel wordt gewo gen, geringd en eventueel van een kleurmerk voorzien. Dat ringen ge beurt met Franse ringen, omdat Mau retanië Frans gebied is. Het kleurmer- ken wordt gedaan met een speciale kleurstof op alcoholbasis, die onge vaarlijk is voor de vogels. In de vol gende ruiperiode raken ze dat merk vanzelf kwijt, omdat de kleurstof alleen op de veren wordt aangebracht. Een andere mnaier om de vogels opvallend te maken voor „vogeltjesmensen" el ders is het bevestigen van een klein vlaggetje aan de ring. Dat is namelijk het doel van het kleurmerken: het wordt makkelijker voor anderen om te zien dat die vogels in 1985 in Maureta nië gemerkt is. waar de dieren hun voedsel vinden. De miljoenen steltlopers broeden in een ruim gebied rond de poolcirkel met een oppervlak van ongeveer een miljoen vierkante kilometer. De getijde- gebieden waar ze voedsel zoeken in Europa en Afrika beslaan samen niet meer dan 7000 vierkante kilometer, dat is nog geen één procent. Overigens is er reden om aan te nemen dat de vo gels die één jaar oud zijn en daarmee te jong om al te broeden ook niet meegaan op de trek naar de broedge bieden. Die zouden dus „overzome- ren" in gebieden als de Banc d'Arguin en dat verklaart weer voor een deel de grote hoeveelheden vogels in deze streek. Eenvoudig De expeditie is nogal eenvoudig opge zet. Zo zijn er fietsen ingepakt als ver voermiddel. Benzine moet gehaald worden in Nouadhibou en is onder meer nodig voor de aggregaten waar mee de accu's opgeladen worden die bij nachtwerk de lampen van stroom voorzien. Het vacuüm verpakken van de vogellijkjes die bewaard worden gaat met behulp van een aangepaste fietspomp. De onderzoekers verblijven in tenten. Voor het project is 120.000,- nodig. Op ƒ15.000,— na is dat geld bij elkaar. Het ministerie van landbouw en visse rij stelde een halve ton beschikbaar, het Prins Bernhard (Anjer)fonds een zelfde bedrag, de rest komt deels uit andere potjes met overheids geld die bestemd zijn voor projecten op het ge bied van natuurbeheer. Gehoopt wordt dat het resterende bedrag beschikbaar wordt gesteld door een instelling als Natuurmonumenten voor het educatie ve aspect van de expeditie: de Maure- taniërs die bij het werk betrokken wor den. Ook uit de hoek van de Europese Gemeenschap is wellicht nog geld te verwachten. In de begroting is geen salarispost opgenomen. Mensen als Smit en Duiven doen dit voor hun werk, anderen zijn student of gaan met behoud van uitkering. Het meeste geld gaat op aan tickets voor de vlieg reis via Parijs en Marseille naar Nouad hibou en aan het transport van de container met materialen. Tegelijk met het onderzoek in de Banc d'Arguin vinden soortgelijke projecten plaats in Zuid-Afrika, Portugal, aan de Atlantische kust van Frankrijk, Enge land, het Deltagebied van Nederland, de Waddenzee in Nederland en Duits land, Noorwegen en IJsland. De be vindingen van al deze onderzoekingen komen bij elkaar in Groningen waar Theunis Piersma ze zal vergelijken. Piersma is werkzaam aan de Universi teit van Groningen. In oktober komen al deze onderzoekers bij elkaar in La Rochelle (Frankrijk) om te bespreken hoe de analyse van de gegevens ver der zal moeten verlopen. Tellen Een deel van het werk bestaat uit het tellen van de hoeveelheden vogels. Dat dat niet zo eenvoudig zal zijn, mag blijken uit het voorbeeld dat de expeditie van 1982 een hoogwater- vluchtplaats ter grootte van een voet balveld ontdekte waarop een miljoen vogels werden gezien! Dat moet er uit gezien hebben als de slotscène uit Hitchcocks beroemde film „The Birds", maar dan nog veel erger. Texels bij naam „vogeleiland" verliest er iets van zijn glans door. Hoe tel je nou in korte tijd een miljoen vogels? Cor Smit: „Je telt er eerst duizend, dan kijk je hoe veel oppervlak die innemen en dat pas je weer af op het totaal oppervlak dat de vogels bedekken. Dat blijkt een vrij betrouwbare manier van tellen te zijn". Een andere manier om aan te geven hoe groot de vogeldichtheid van de Banc d'Arguin is is het vergelijken van het broedgebied met het gebied ^fondanemers-aktiviteiten^^ Gratis tuingrondtest Kwekerij en handel Van der Werve in Den Burg biedt tuinbezitters za terdag 16 maart de mogelijkheid gratis hun grond te laten onderzoe ken. Tuinbezitters die ongeveer een pond grond meenemen kunnen er op rekenen een niets kostend be mestingsadvies mee naar huis te krijgen. Dat gebeurt in het kader van de derde „Nationale grondtestdag". Belangstel lenden wordt aangereden al enige da gen tevoren van diverse plaatsen in de tuin monsters te nemen van de bo venste zes tot tien centimeter grond. De grond zal door midel van een „Sudburytest" worden onderzocht op zuurgraad en voedingstoestand. Het is noodzakelijk tevoren steentjes, wortels en grasresten te verwijderen, daar die de uitkomst van de test kunnen beïnvloeden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1985 | | pagina 13