RSG-leraar Wiedijk: proefschrift Vorrink af
,Eens zou m'n leven
als boek het daglich
„Eens zou m'n levenswerk
als boek het daglicht zien
7//////
ILRIJDAG 18 APRIL 1986
TEXELSE COURANT
PAGINA 11
edijk in zijn Alkmaarse zolderkamertje: „Met minder gegevens had dit nooit gekund..."
Doctorandus C.H. (Hein) Wiedijk krijgt volgende maand de univer
sitaire titel „doctor" toegemeten. Althans, als de 50-jarige geschie
denisleraar aan de Rijksscholengemeenschap te Den Burg er in
slaagt het proefschrift waarop hij denkt te promoveren met verve
te verdedigen. Het onderwerp? Voor vele tientallen Texelse (ex-)
Havo- en Atheneumscholieren geen vraag maar een weet: het le
ven van Koos Vorrink, oud-voorman van de Sociaal Democratische
Arbeiders Partij SDAPvoorloper van de huidige PvdA.
il van zijn lessen verluchtigde
liedijk met gedetailleerde anekdo-
is over zijn gedegen speurwerk
aar Vorrink's motieven. Eens, zo
eld hij zijn gehoor voor, zou zijn
i/enswerk worden vervat in een
oek. Inderdaad heeft dat boek nu
et daglicht aanschouwd: „Koos
nrrink. Gezindheid, veralgeme-
ing, integratie"is de kroon op der
en jaar uitspitten van historisch
lateriaal. Het is de fraaie uitgave
in zijn proefschrift, dat in de
oekhandel is te bestellen.
Is neerslag van zijn graafwerk toont
i leraar het zolderkamertje in de wo-
ng van de Wiedijks, een eenvoudig
ich ruim huis in een rustige straat,
e zich nochtans pal in Alkmaar's
intrum bevindt. Het bureautje, voor
it dakraam, is het enige meubelstuk
!t nog ruimte biedt. Langs de wan-
in rijen boeken: dik, dun, splinter-
euw en vergeeld. Vrijwel alle hande
nd over één onderwerp: de sociaal-
:mocratie. Een legkast laat planken
il cassettebandjes zien: opnamen van
ïntallen vraaggesprekken met men-
in die Vorrink op de een of andere
ijze hebben gekend. Cahiers, getiteld
jos I tot en met Koos Lil, waarin de
oordelijke weergave van de opgeno-
ien gesprekken, alsmede de inter-
ews die niet op band zijn gere-
istreerdEn tenslotte: Wiedijk's „su-
erwap'en", zoals hij zelf zegt: Een uit-
lerig kaartenbaksysteem naar per
ion en naar datum.
De waarheid
lat voerde Koos Vorrink uit op 28 mei
I34? Het antwoord volgt binnen een
inuut. Triomfantelijk wordt de desbe-
effende kaart uit één der bakken ge-
:ht. „Ooit heb ik ergens gelezen dat
een systeem waarmee je eenpiaal
int begonnen niet meer moet veran-
iren", zegt Wiedijk, overtuigd van
in gelijk. Wellicht is er een minder
iwerkelijke methode te bedenken,
laar voor Wiedijk's doel sluit de ge-
algde weg perfect aan. Op deze ma-
ier behoudt de leraar niet alleen het
verzicht, tevens wordt de vereiste
etenschappelijke aanpak gevolgd.
Het uiteindelijke doel is bij de waar-
eid te komen. Maar zuivere, objectie-
i geschiedschrijving is een vrijwel on
mogelijke opgave. Ik heb geprobeerd
3 werkelijkheid aan de hand varïtallo-
i bronnen zo dicht mogelijk te
3naderen.
heerst een continue spanning tus-
m het exacte karakter van de gebeur-
nissen en het bijna altijd inexact zijn-
J geschiedenisversiag", zo dicteert de
raar. „Het is de kunst om dat in
tacte zo klein mogelijk te houden",
oegt hij voor alle duidelijkheid toe.
Privéleven
Sn van de meest opmerkelijke onder-
Jeksmethodes is het afnemen van
fier dan honderd interviews, de
fieste uitgebreid en op band. Een
lethode die inclusief voorbereiding en
itwerking enorm veel tijd en energie
eeft gevergd, maar de moeite waard
fis. Verrassende feiten kwamen bo-
sn water, gebeurtenissen konden
'Orden gereconstrueerd, en Wiedijk
Schafte zich een indringender kijk
ïde ontwikkeling van de sociaal-
^oiocratie en de binnenlandse politiek
van de jaren voor de Tweede Wereld
oorlog. Ook gegevens die voor de dis
sertatie (proefschrift) niet ter zake de
den, zoals intieme ontboezemingen
over Vorrink's privéleven. Wiedijk ge
bruikte ze niet als wetenschappelijk
feitenmateriaal, maar het had nut voor
het met beter begrip produceren van
zijn teksten.
Interviewen was feitelijk een gedwon
gen methode. Hoewel Vorrink een
zwaarwichtige rol speelde bij het den
ken binnen en buiten de partij, is voor
dien nimmer een manuscript over hem
gepubliceerd. Het enige gedrukte werk
waarop kon worden teruggegrepen
was een fotoboek van H. van Hulst uit
1956, getiteld „Zijn leven in beeld".
dus Wiedijk. Tijdens dat onderzoek
stuitte hij al op Vorrink. „Niet zo'n
aparte figuur, maar wel bijzonder. Hij
stond midden in de partij, maar bezat
niet de doorsnee-eigenschappen. Vor-
kwam onder meer in aanraking met
het dossier van Arnold Meijer, de lei
der van het toenmalige Nationaal
Front („Nederlands georiënteerde fas
cisten"). Ruim een maand na de Duit
se inval, op 15 juni 1940, had die een
ontmoeting met Vorrink, toen SDAP-
voorzitter. Kennelijk zocht Vorrink nog
naar wegen om de SDAP ook in bezet
Nederland te kunnen laten functione
ren. Is er onderhandeld of niet? Heeft
Vorrink naar een vorm van samenwer
king gezocht, zodat hij zijn democrati
sche principes over boord zou zetten?
Wiedijk heeft uit de zes weken duren
de contacten geen op schrift gestelde
overeenkomst kunnen destilleren. In
elk geval voerde Vorrink later tijdens
de zomer een „dapper" gesprek met
NSB-voorman Rost van Tonningen, die
was aangeWezen om de SDAP te lei
den. Deze haalde zijn schouders op
toen Vorrink hem zei slechts te willen
samenwerken als de klassieke vrijheids
rechten zouden worden gegarandeerd.
Het verslag van dit gesprek was de
eerste aanzet tot verzet, de SDAP liep
leeg en beëindige tijdelijk het bestaan.
Van dit alles kon Wiedijk in de pape
rassen van Meijer niets terugvinden.
„Ik heb een zak vol nooit onderzochte
papieren op de grond uitgestort en
wekenlang bestudeerd. Maar-geen ver
slag van het gesprek met Vorrink. Bij
het Rijksinstituut voor Oorlogsdocu
mentatie spreken ze er nu nog over."
Bij de Stichting Film en Wetenschap
te Utrecht kreeg Wiedijk toegang tot
de afdeling „geluidsdocumenten".
Daar beluisterde hij op band overgeno
men redevoeringen van Vorrink, die hij
vervolgens uitschreef. Als tegenpresta
tie maakte Wiedijk hiervan samenvat
tingen, die door de stichting werden
uitgebracht in een boekwerkje, een
summiere voorloper van het zojuist
verschenen boek dus. Het karwei kost
te de leraar een hele zomervakantie.
„Toen ik begon wist ik: het duurt
zeker tien jaar als ik het op mijn
manier doe. Bovendien begreep ik
dat ik nooit volledig zou kunnen
zijn. Getuigen die inmiddels waren
overleden, moeilijk te duidelijk do
cumenten, de waarde van bepaalde
getuigenissen. Het zou zeer moei
lijk worden om de objectieve feiten
vast te stellen".
„Oorspronkelijk stond me voor ogen
om Vorrink's hele leven te beschrijven,
maar dat was niet haalbaar. Het ver
haal eindigt nu in augustus 1940, een
punt waarop Vorrink een nieuwe fase
in zijn leven startte. Hij belandde in
het verzet, overleefde het concentratie
kamp Sachsenhausen (waarnaar hij in
1944 werd gedeporteerd) en speelde
na de oorlog een belangrijke rol bij de
oprichting van de PvdA. In 1953 wordt
hij ernstig ziek en overlijdt twee jaar
later. Om dit, zeker interessante, stadi
um te onderzoeken zou me weer
minstens tien jaar hebben gekost. Op
„bevel" van een van mijn promotoren,
M.C. Brands, heb ik me beperkt tot de
versie die nu op tafel ligt. Het is toe
gespitst op het veranderingsproces in
de SDAP in de jaren dertig, de rol van
Vorrink daarin en waarom juist hij die
rol speelde. De ondertitel „gezindheid,
veralgemening, integratie" verwijst
daarnaar."
Geschiedenisles
Als ware het een geschiedenisles (en
dat is het eigenlijk ook!) licht Wiedijk
deze begrippen nader toe. „Vorrink
noemde zichzélf een „gezindheidssoci
alist", betrekking hebbend op het bezit
van een bepaalde „goede" mentaliteit,
de basis van al het handelen. Pas
wanneer genoeg mensen een socia
listische geestesinstelling hebben, kan
de maatschappij zodanig worden ver
anderd." Vorrink had deze theorie ont
wikkeld op de kweekschool in Haar
lem. „Moeten die de opvolgers van
het volk worden, vroeg Vorrink zich
van sommige medeleerlingen af. Al
leen hij die over de goede gezindheid
beschikt kan een goede onderwijzer
worden, hield hij zich voor," aldus
Wiedijk. Op die plaats nam ook zijn
politieke loopbaan feitelijk een aan
vang, toen hij in 1909 de Kwekelingen
Geheel Onthouders Bond (KGOB)
nieuw leven inblies.
Bijna tien jaar later, in 1918, verbond
Vorrink de gezindheidsprincipes aan de
marxistische leer. In die tijd maakte hij
zich actief in de Arbeiders Jeugd Cen
trale (AJC) waarin hij spoedig een lei
dinggevende positie innam.
In 1925 komt Vorrink tot de ontdek
king dat de gezindheid niet alleen aan
socialistische beginselen kan worden
gebonden, maar algemeen toepasbaar
is, in het proefschrift „veralgemening"
genoemd. Het gezindheidssocialisme
krijgt daardoor een „kaleidoscopisch"
karakter Vorrink is zelf in staat te be
palen wat gezindheid moet zijn en
doet dat ook, dankzij zijn groot rede
naarstalent. „Vorrink beschikte over
een weergaloze welsprekendheid,
waardoor hij zijn woorden in de hoof
den van de toehoorders schroefde",
omschrijft Wiedijk.
Moeilijke stelling
De aanduiding „integratie" slaat op-de
doorbraak van de SDAP naar volkspar
tij. In 1931 namen (tegen alle ideologie
in) de linkse kopstukken plaats in het
Nationaal Crisis Comité, samen met
politieke tegenstanders om de crisis
door liefdadigheid (steun in natura) te
lijf te gaan. Volgens Wiedijk, en dat
noemt hij de moeilijkst te verdedigen
stelling in zijn proefschrift, is dit gege
ven bepalend voor herziening van het
SDAP-programma, in 1933. Vorrink
speelt een hoofdrol als lid van de her
zieningscommissie. ledereen met de
goede mentaliteit zou zich voortaan
socialist kunnen noemen. Het beteken
de dat bijvoorbeeld christenen en
werkgevers tot de partij konden toetre
den, en dat idee was volkomen nieuw.
Volle kerstboom
„Kijk, vele proefschriften worden be
gonnen, maar verzanden op een gege
ven moment. Er is niet alleen intelli
gentie vereist, maar ook doorzettings
vermogen. Je moet vreselijk veel ma
teriaal verzamelen en bestuderen. Je
moet de moed hebben om dingen weg
te laten, maar dat is natuurlijk pas mo
gelijk als je alle gegevens in bezit
hebt. De kerstboom is al gauw te vol.
Je kunt ook niet eeuwig blijven verza
melen. De PvdA-voorman Wim Tho
massen, die trouwens familie heeft ge
had op Texel (Korvers Kooi), preste
me: „Schrijven Wiedijk!" In 1981 pu
bliceerde ik een stuk van het toenmali
ge eerste hoofdstuk in een bundel.
Dat is nu terug te vinden als een frag
ment van hoofdstuk twee."
Hoe is Wiedijk zijn karwei begonnen?
„Allereerst ben ik naar Vlaardingen ge
gaan, de geboorteplaats van Vorrink.
Eerst die oudjes spreken, straks zijn ze
er misschien niet meer, bedacht ik me.
Zo ben ik in chronologische volgorde
gaan werken en op een gegeven mo
ment kwam de informatie uit alle hoe
ken op me af."
Hilversum
Wiedijk onderzocht vele gedrukte
bronnen. Zo heeft hij alle verslagen
van de handelingen van de Eerste Ka
mer van 1935 tot 1940 „integraal door
worsteld". De leraar kreeg inzage in
vele privécollecties en voerde een uit
gebreide correspondentie. Hij deed
oproepen via de radio en verscheen in
een speciale 1 mei-uitzending van het
programma „Hallo hier Hilversum" van
de Vara. Zeer veel reacties stroomden
binnen. Zonneklaar bleek dat het on
derwerp onder veel ouderen leefde.
Ook in kranten verschenen oproepen.
In dagbladen in en rond Vlaardingen
en ook in deze krant. Dat laatste leid
de ertoe dat Wiedijk de beschikking
kreeg over Keesings Historisch Archief,
dat hij te leen kreeg va kapitein Den
Boer uit De Dennen. Meerdere Texe
laars droegen hun steentje bij. Zo
kreeg Wiedijk veertien interviews met
Vorrink uit de collectie van professor
Hans Daalder, een zoon van Dirk L.
Daalder (schrijver van „Fijn en grof"
en „Schimmenspel") en kleinzoon van
Jacob Daalder. Eén inwoner van Texel
kwam in aanmerking voor een inter
view: mevrouw Jannie Wassenaar-
Wilmink. Zij was vroeger lid van de
AJC en gaf Wiedijk een indruk over
de hechtheid van de rode beweging
voor de oorlog. Verder staat ook de
naam van mevrouw A. Zoete-Blom
(Starkenburg) vermeld in de index. Zij
had een anekdote over een toespraak
van Vorrink.
Vertaling
Wie zeker niet onvermeld mogen blij
ven zijn twee collega's van de RSG:
het echtpaar Martin en Elisabeth de
Weijer, respectievelijk leraar En
gels/conrector en lerares Duits. Zij dro
gen zorg voor een Engelse en Duitse
vertaling van een zes pagina's tellende
samenvatting achterin het boek. „Die
vertalingen zijn werkelijk subliem. Als
er iets niet klopt ligt dat aan mijn in
het Nederlands opgestelde samenvat
ting", aldus Wiedijk.
Is Wiedijk blij dat hij nu niet langer elk
vrij uurtje aan zijn levenswerk hoeft te
besteden?'
„Ach, het is niet zo dat ik dag en
nacht heb zitten zweten. Ik heb altijd
tijd voor mijn gezin gepland. In de vri
je uurtjes, die dan nog resteerden, dus
als er geen proefwerken waren na te
kijken, heb ik zoveel mogelijk besteed
aan het boek. Aan stoppen heb ik
nooit gedacht, dit moest gewoon af.
Met minder gegevens had dit nooit
gekund. Maar het is wel een voldaan
gevoel dat het nu zover is."
3800 exemplaren
Gevoelens van tevredenheid mag Wie
dijk zeker koesteren. Het resultaat is
indrukwekkend. De gerenommeerde
uitgeverij Wolters-Noordhoff was van
mening dat zijn werk meer belang had
dan alleen als wetenschappelijk proef
schrift en heeft 3800 exemplaren laten
drukken. „En dat is heel hoog voor
iets dergelijks", aldus Wiedijk. Sommi
ge oud-leerlingen zullen nu verbaasd
de wenkbrauwen fronsen. Wiedijk
heeft toch immer verkondigd zijn
proefschrift in boekvorm te laten ver
schijnen bij een kleine op ideële basis
geschoeide uitgeverij?
Van die gedachte is hij afgestapt. Na
dat eerst de Arbeiderspers was gepolst
en te duur bevonden, kwam hij terecht
in de armen van Wolters-Noordhoff,
die kans zag het boek voor een redelij
ke prijs, 744 te drukken. Na de pro
motie op 13 mei ligt de prijs hoger.
Een stap met commerciële achter
grond, maar Wiedijk kan zich ook prin
cipieel goed in de uitgeverij vinden.
„Bekend van de goede schoolboeken
hé", luidt de verklaring. Het boek is
bestemd voor de „geïnteresseerde le
zer" en kan als studiemateriaal dienen
voor universiteiten, hoger beroepson
derwijs, lerarenopleidingen. In socia
listische kring bestaat veel belangstel
ling voor de uitgave.
Hele pil
Het boek telt ongeveer 550 pagina's.
Wiedijk: „Het is behoorlijk volgestopt.
Weliswaar is een klein deel foto's en
beslaan de noten zoals gebruikelijk bij
wetenschappelijke proefschriften veel
ruimte, maar het lettertype is niet be
paald groot'. Dat kan uw verslaggever
beamen en hij kan ook zeggen dat het
een bijzonder leesbaar geschreven
werk betreft. „Het is een hele pil,
maar het leest als de Texelse Courant",
grijnst een trotse drs. Wiedijk.
Binnenkort kan de ,,s" dus uit de titel.
Volgens plan vindt de promotieplech
tigheid plaats op dinsdag 13 mei om
16.00 uur in het wiskundegebouw van
de Universiteit van Amsterdam. In het
bijzijn van zijn promotoren M.C.
Brands en J.C.H. Blom zal Wiedijk zijn
proefschrift verdedigen. Het is een
openbare bijeenkomst en Wiedijk no
digt iedere belangstellende van harte
uit.
Koos Vorrink in de positie als SDAP-voorzitter in april 1939. „Vorrink beschikte over een
weergaloze welsprekendheid, waardoor hij zijn woorden in de hoofden van de toehoorders
schroefde", aldus Wiedijk. De ideeën van Vorrink stonden aan de basis van de latere door
braak van de SDAP naar volkspartij.
Verder wijdde dr. L. de Jong een korte
schets aan de figuur Vorrink in het
vierde deel van het Koninkrijk der Ne
derlanden in de Tweede Wereldoorlog.
Wiedijk daarover: „Het is merkwaar
dig: de persoon Vorrink komt wel uit
de schets naar voren, maar op alle de
tails zijn er onjuistheden! Daaruit blijkt
dus dat De Jong geen materiaal had
om op terug te grijpen."
Kweekschool
Wiedijk dus net zo min. In 1973 aan
vaardde hij de uitdaging om het nog
niet ontgonnen terrein in kaart te bren
gen. In die jaren was hij als leraar ver
bonden aan het Lorentzlyceum te
Haarlem (tegenwoordig Schoterly
ceum). „Tóen leek de waardering voor
wetenschappelijke kwaliteiten hoger
dan nu. Het onderwijs is nu hartelijker,
maar we moeten wel de inhoud in de
gaten houden", berijdt de leraar een
van zijn stokpaardjes. Wiedijk is nu
aan zijn 32ste lesjaar bezig. Op zijn
achttiende stond hij voor de klas in
een lagere school in Amsterdam, na
de kweekschool te hebben doorlopen.
Tezelfdertijd volgde de ambitieuze jon
geman een studie geschiedenis, onder
meer aan de Universiteit van Amster
dam. Na zes jaar hard werken en an
derhalf jaar militaire dienst (hetgeen hij
nu diep betreurt) raakte Wiedijk in
1960 in Haarlem aan de slag.
De eindscriptie van zijn doctoraalstudie
besteedde hij aan Sam de Wolff. „Een
buitenbeentje, een echte marxist", al-
rink had wel het karakter van een bui
tenbeentje", aldus Wiedijk over de
eerste kennismaking met zijn toe
komstige obsessie. In 1975 verhuisde
de familie Wiedijk naar Texel, waar de
broodwinning van vader op de RSG
zou plaatsvinden, als opvolger van de
heer Van Oei.
Studieverlof
Heeft de overstap naar Texel vertra
gend gewerkt op de voltooiing van zijn
levenswerk?'
„Integendeel, het raakte daardoor juist
in een stroomversnelling. Dankzij de
vriendelijkheid van rector Van der Eijk
was het rooster zo opgezet dat ik één
dag per week vrij had. Die dag ging ik
dan naar de overkant om interviews af
te nemen of om in archieven te dui
ken. Destijds gaf ik per week 26 uur
les. Nu is dat door die verdraaide
Deetman 29 uur, je wordt als leraar
gedegradeerd tot lesboer. Als je het
peil wilt hooghouden, moet je als er-
aar tijd hebben om aan zelfstudie te
doen. Maar ik dwaal af. Mede door
bemiddeling van rector Heetveld geef
in nu negentien uur les en heb negen
uur „studieverlof", op eigen kosten.
Dat is heel belangrijk geweest om het
boek te kunnen afronden."
Dossier
Het is al even aangestipt: Wiedijk
speurde ook archieven in den lande af.
Hij raakte in de ban van de daar op
geslagen (unieke) documenten. Hij
Koos Vorrink vierde van rechts) in januari 1929 als voorzitter van de Arbeiders Jeugd Centra.