:erry Zwanenburg was ]9 jaar meneer Bakker' Burgemeester van Den Hoorn" nu in VUT 11DAG 25 APRIL 1986 TEXELSE COURANT PAGINA 5 ims kwamen klanten op Bob Bakker af en vroegen naar de :hte" meneer Bakker. Dan wendde Bob zich met een stalen ge it tot mij en vroeg of de echte meneer Bakker even wilde ko- Eén mevrouw heeft zelfs dertig jaar lang gedacht dat ik de s was...." Voor velen leek dat ook zo. Voor vele anderen was bekend als alleen Ferry". Bijna veertig jaar lang was Ferry wenburg 1631 hét gezicht van Bakkers Ijzerhandel te Den Burg. laatste tien jaar als verkoper in de huishoudelijke afdeling en irvoor 25 jaar op pad als vertegenwoordiger. Sinds kort moeten klanten zich zonder hem behelpen: Ferry is in de VUT. Op 3 viert hij met een onderlinge feestavond zijn afscheid van de k. Zwanenburg: Hoornder monument. ikkers Ijzerhandel was m'n le- ik was daar een begrip. Men- noemden me niet alleen me- Bakker, maar kenden ook k mijn achternaam niet. Ik was d „Ferry". Als ik de telefoon am en ik zei „Met Zwanen- dan dachten ze dat ze ver- rd verbonden waren. Terwijl ze best goed kenden, als Ferry hè. Misschien kwam dat ook omdat ik altijd druk was in de kei. Bob en daarvoor Gerard ;ker waren meestal achter de ermen bezig." ituurlijk had ik graag de veertig emaakt, maar het kon helaas niet r. Ik was geopereerd aan mijn De meniscus was verwijderd en kreeg een langdurige en pijnlijke eep. Ik liep al drie maanden te ;ken met dat poot, toen ik weer controle moest langskomen bij ter Konings in Den Helder. Kappen nenburg, zei hij. -Als jij nog lang naai wilt blijven lopen, moet je ipen met je werk. Het slijtagepro- is nu begonnen. Intussen was op idministratie ontdekt dat ik per 1 irt van dit jaar vervroegd zou kun- uittreden, dus dat kwam mooi uit. irja, ik dacht zo, ik kan niet van ien op de andere dag wegblijven, als in de sport wilde ik langzaam tuwen. Gewoon zo nu en dan op aak aanwezig zijn, dacht ik. Maar lerste dag liep het al falikant uit de I. Als ik me in de winkelruimte oonde kwamen de mensen meteen nij afgelopen. En Ferry was niet zo of hij draafde overal voor op. Het van het liedje was dat ik aan het van de dag kapot was. Nu kom ik een paar maal per week een kijkje ten." Stress den er wel persoonlijke problemen gespuid, of werd hem gevraagd om in actie te komen voor een van de vere nigingen waarin hij bestuursfuncties vervulde. Vertoefde hij niet in een voortdurende stress-situatie? „Die zaak was zo'n stuk van mijn le ven. Ik heb nooit problemen van pro blemen gemaakt, van ruzie maken hield ik totaal niet. Ach stress... Weet je, ik had het van mezelf gewoon niet in de gaten en mijn vrouw was er aan gewend en liet het zo maar. Toen we 12/4 jaar waren getrouwd heb ik haar een televisie gegeven.... Ik was er 's avonds toch nooit. Op een gegeven moment kwam mijn broer, die aan de overkant woont, een aantal dagen op bezoek. Hij had dia's meegebracht en zou die op een avond tonen in De Cocksdorp zo was afgesproken. Een uur voordat de voorstelling zou begin nen rinkelt de telefoon: iemand van het ZDH-bestuur. Er waren problemen en er moest onmiddellijk een vergade ring worden belegd, zo zei hij. Goed, zei ik, roep jij iedereen bij elkaar, dan komen we om kwart over acht bij el kaar. Tegen mijn broer zei ik dat hij maar alleen met de vrouwen naar De Cocksdorp moest gaan. Mijn broer werd toen heel kwaad: als jij vanavond niet meegaat, dan is het de laatste keer dat ik hier geweest ben! Nou daar schrok ik van en ben die avond niet bij ZDH geweest. En ook alle volgende keren dat mijn broer op het eiland was, zorgde ik ervoor dat ik niet weg hoefde. Dat was een goeie stok achter de deur." Thuis blijven is er verder in al die jaren nauwelijks bij geweest. Ferry kon doodgewoon geen nee zeggen en vloog overal op af. Voor veel van zijn klanten was hij een sociaal werker, een halve psycholoog. Hij is een gemakke lijke prater en niet zelden raakte hij in een gesprek verwikkeld, waarin hem de meest persoonlijke problemen ter ore kwamen. Hele verhalen „Met zeer veel mensen heb ik een zeer goede band", verklaart Ferry Zwa nenburg. „Langs de deur was ik lang niet altijd zakelijk. En in de zaak werd ik dan gebeld. Dan hadden ze me voor een kleinigheidje nodig, maar kwam er een heel verhaal achteraan. Soms hield ik de hoorn dan een heel eind van me af, de woorden kwamen dan als mitrailleurgeratel op me af. Maar dat ging natuurlijk lang niet altijd zo". Hij vertelt van een keer dat hij bij een vrouwtje thuiskwam om daar iets aan de wasmachine te verhelpen. Uit haar woorden bespeurde Ferry een ongewo ne onzekerheid en vroeg of er wat aan scheelde. Het vrouwtje barstte in tranen uit. Ze was inmiddels veertig en toch weer in verwachting geraakt. „Toen zei ik te gen haar dat ze er niet over in moest zitten. Straks zul je enorm blij zijn dat het kindje er is en vind je het een van de mooiste dingen die je had kunnen overkomen. Dat deze woorden later dubbel en dwars zouden uitkomen, kon ik niet vermoeden. Een maand voordat de baby werd geboren over leed de vader namelijk en was het kind voor de vrouw een onvervangbare steun om haar verdriet te doen verge ten. Vele jaren later was ik bij haar op bezoek. Haar zoon, inmiddels 18 jaar, stapte binnen. De vrouw en keken el kaar aan, we dachten aan precies het zelfde. Ferry, je had gelijk, zei ze." Minder fraai is het verhaal van de vrouw die haar rekening bij Bakkers Ij zerhandel in natura wilde vereffenen. Maar daaraan werkte Ferry zeer beslist niet mee. Dan maar niet betalen. ,,Maar dit is een uitzondering. Op de zaak lachten ze mij wel eens uit. Ferry met zijn oude vriendinnen was het dan. Het was altijd gemoedelijk en ge zellig, dat is niet te beschrijven." Kachelsmid Talloos zijn de avonturen die hij als vertegenwoordiger langs de weg be leefde. Op 3 februari 1947 (Ferry diept de datum probleemloos uit zijn geheu gen op) was hij als machinebankwer ker en monteur (oftewel kachelsmid) bij Bakkers Ijzerhandel komen werken. De zaak was toen nog gevestigd in de noodwinkel, die direct na de oorlog dienst deed in plaats van het tijdens de Russenoorlog verwoeste oude pand. De noodwinkel was gevestigd in het oude koetshuis. „Alles was maar mondjesmaat verkrijgbaar. We deden meest reparaties zoals bodems onder fluitketels felsen." Op 7 februari 1948 werd een nieuwe winkel geopend, op de plaats waar nu First Lady is. De toenmalige baas Gerard Bakker zocht nog een geschikte verkoper voor de winkel en benaderde Ferry. Hij vroeg of die bij de opening in de winkel wil de helpen en dat bleek een schot in de roos. Ferry voelde zich in zijn ele ment en leerde snel. „Man, ik had he lemaal geen verstand van huishoudelij ke waren. Maar ik redde me er altijd wel uit. Op een keer stond een vrouw wat te smoezen met een verkoopster, een leuke griet trouwens, die mij ook een leuke bink vond, maar dat moet je niet opschrijven hoor, ze is nou ge trouwd. Even later komt die vrouw op me aflopen en vraagt naar een artikel waar ik nog nooit van mijn leven van had gehoord. Ze vroeg naar Recida, een pannenmerk. Wist ik veel, ik dacht dat ze me in de maling namen. Dus ik zei, het spijt me maar daar hebben we net de laatste van ver kocht. De dames lachten zich rot!" Langs de weg Langzamerhand belandde Ferry langs de weg. Wegbrengen, verkopen, nieu we spullen demonstreren, alles wat voor de voeten kwam en waaraan kon worden verdiend werd aangepakt. „Van voerbakken voor kippen tot wa sautomaten". Ferry zat alle dagen over het hele eiland en maakte lange da gen. Het zal duidelijk zijn dat dit voor hem allerminst een bezwaar vormde. Ferry was in die dagen zo'n beetje een kleine zelfstandige. Naast zijn normale salaris ontving hij provisie voor de aan de man gebrachte spullen, dus ook in dat opzicht was het besteden van veel tijd geen enkel punt. „De eerste jaren reed ik rond in een Fiat stationcar, iedereen kende dat wa gentje. Later werd dat een Opel bestel wagen. Ook heb ik op de gaswagen gereden en met gasbussen gesjouwd. Er is bijna niets waarmee ik niet langs de deur ben geweest. Ik heb bijvoor beeld bij de eendenfokkerijen alle voer bakken geleverd en ook de horeca was een belangrijke afnemer. We hebben daarvoor complete grootkeukens inge richt. En van de ene order kwam weer de andere. Bovendien wisten veel mensen dat ik op provisiebasis werkte, zodat veel spullen bij mij werden besteld. Jeee, zo ontstellend veel spul len als we naar Texel hebben Stopcontacten Een van de aardigste dingen was het demonstreren van electrische appara ten, toen delen van Texel maar net op stroom waren aangesloten. „Nee, het is me nooit overkomen dat ik iemand een stofzuiger probeerde aan te sme ren en dan tot de ontdekking kwam dat in het hele huis geen stopcontac ten te bekennen waren. Ik hield bij voorbeeld demonstraties met de Hoover-wasmachine in de dorpen. Dat waren handige kleine snelwassers. Toen de Prins Hendrik-polder net stroom kreeg reed ik met een bus door de polder. Daarmee werd aangekon digd dat er 's avonds in Bakkers Ijzer handel een demonstratie was van elec trische apparaten. We moesten de mensen toen echt voorlichten hoe je met electriciteit moest omgaan. Ook hielden we beurzen in Casino en de Oranjeboom, die waren altijd een enorm succes." Toen Gerard Bakker zich terugtrok en Juli 1953: Ferry (derde van links) met familie Bakker en personeel voor „zijn" winkel in Den Burg. zoon Bob, de huidige chef, de leiding nam, keerde Ferry Zwanenburg na 25 jaar „on the road" terug in de winkel. Het vrije leven werd aldus de rug toe gekeerd en het leven onder de tl- buizen kwam er voor in de plaats. Fer ry was spoedig gewend. Hij verklaart dat vooral uit de goede verstandhou ding met collega's en bazen. Velsen Van oorsprong is Ferry geen Texelaar. Aan zijn komst bij „Piet Izer" gaat een uitputtende levensgeschiedenis vooraf. Op 13 november 1922 werd hij geboren te Velsen, in een groot gezin. Ferry bracht zijn jeugd door in de Schildersbuurt. Hij volgde een opleiding voor bank werker: eerst drie jaar nijverheidson derwijs, daarna overdag praktijk in een machinefabriek te Beverwijk en 's avonds naar de avondschool. Ferry was zeer populair, zeker bij de meisjes. Volgens zijn zeggen viel hij van de ene in de andere verkering. De mooiste ja ren moesten nog komen, maar die werden hem op ruwe wijze onthou den. De oorlog brak uit. In 1942 werd hij opgeroepen voor de Arbeitsinsatz. Hieraan gaf hij geen gehoor en dook onder. In eerste instantie gaf dat geen problemen, maar later werd hij toch in zijn kraag gegrepen. Begin 1943 wer den op een station papieren gecontro leerd. Ferry werd direct op de trein ge zet (dertig man in een wagon) en ging Tweemaal Ferry in zijn vertegenwoordigersjaren. In de auto Bob en Ruud Bakker. 5 juni1981: KNVB-afgevaardigde Teun de Boer reikt Ferry de gouden bondsspeld uit. zonder afscheid te kunnen nemen de grens over. Hij kwam terecht op een betonfabriek in Mainz, aan de Rijn. Wat Ferry daar heeft meegemaakt zal hij nooit van zijn leven vergeten. Toch wil hij er niet al te dramatisch over doen: „Er zijn er zovelen die dit heb ben meegemaakt. Het was er slecht, maar het kon nog veel erger." Geloof Ferry kon zich in ieder geval vrij bewe gen, zelfs de stad in. De vele Russen in de fabriek mochten dat bijvoorbeeld niet. Ferry wil eigenlijk niet te veel van de hartverscheurende toestanden ver tellen, maar keert er toch telkens emo tioneel op terug. Aangrijpend is het verhaal over een Hollandse lotgenoot die het leven niet meer zag zitten. „Plotseling werd ik in mijn slaap ge roepen. Een stem zei me wakker te worden en te gaan kijken waar de be wuste medegevangene was. Ik stond direct op en zag dat diens bed leeg was. Ik riep de andere jongens en zei, kom op we gaan naar de Rijn. En daar zat hij aan de waterkant. Twijfelend of hij aan zijn leven een einde moest ma ken. We trokken hem over streep. Hij leeft nu nog, getrouwd en vader van twee kinderen. Gepraat dat we toen hebben... vooral over geloof. Ik ben er ook van overtuigd dat het God was die mij heeft geroepen. Wellicht heeft een hogere macht er ook voor gezorgd dat ik door de oorlog ben heengerold. Telkens kon ik het noodlot ontlopen, hoewel het soms weinig heeft gescheeld." Difterie „Op een gegeven moment raakte ik in gesprek met een jongen die ik niet kende, maar Hollands hoorde spreken. We praatten heel intensief. Het bleek dat hij de volgende dag naar huis mocht. Hij was heel erg ziek geweest: difterie. Dagenlang had hij op het randje van de dood gezweefd, zodat zelfs zijn ouders langs waren gekomen. Een dag later nam ik nog afscheid op het station en vervolgens kreeg ik het zelf te pakken. De Duitsers hadden dat niet direct door. Ik werd uitgescholden dat ik op bed bleef liggen, maar mijn keel deed teveel pijn om te kunnen antwoorden. Toen er eindelijk een dok ter werd bijgehaald, schrokken ze zich rot. Zes weken ziekenhuis volgden. Ik had geluk en kwam er doorheen. Even later had ik weer mazzel: ik werd deels afgekeurd en kon terugkeren naar Ne derland. Vele jaren later hoorde ik dat een week later de fabriek volkomen is platgebombardeerd en dat enkele van mijn kennissen daar zijn omgekomen. Ik dook weer onder en sprak met een Zaandammer af in Den Helder. Dat was op 31 januari 1944. Op de veer boot zei hij: ik loop door, jij wordt meegenomen, maar je papieren zijn prima. Zo gebeurde het inderdaad. Ik zou te werk worden gesteld bij de barakken bij paal 9. In het donker met harde wind en regen liepen we naar Den Hoorn. Steeds zei mijn begeleider dat het nog een klein stukje was. Het was een vreselijk eind, niet beseffend dat ik die afstand veer tig jaar heen en weer zou rijden...." Lager Ferry belandde eerst in het lager in De Dennen. „Ik voelde mij daar niet thuis. Ik sliep niet en piekerde de hele nacht. Weer heb ik het gevoel dat er een hogere macht toen heeft ingegre pen, want de volgende morgen werd me meegedeeld, dat ik in het lager aan de Witteweg kon wonen. Het was daar een stuk plezieriger." Ferry ontmoette er zijn huidige echtge note, Annie Troost uit Den Hoorn. Zij was gedwongen om met een paar meisjes van haar leeftijd daar aardap pels te schillen. Toen het bericht kwam dat de arbeiders van het lager allemaal van Texel weg moesten, kon Ferry geen kant meer op. Een nacht zat hij ondergedoken in een schuur van Lap aan de Mokweg, maar daar werd hij gek van de nachtelijke gelui den. De vader van Annie, Jan Dirk Troost de fietsenmaker, besloot toen hem in huis te nemen, met alle geva ren van dien. Zo kwam Ferry de oor log door. Na de oorlog werd hij bij de Binnelandse Strijdkrachten gelegerd op Loodsmansduin en de Mok. Later zou hij als oorlogsvrijwilliger moeten die nen, maar van die plicht werd hij vrij gesteld. Ferry werd eervol bij de B.S. ontslagen wegens de functies die hij Lees verder pagina 7

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1986 | | pagina 5