Vuilnisman Boet van der S/ikke in de VUT
'Het kontakt met de
mensen zal ik missen'
Boet liep anderhalf
keer rond de aarde
Cursisten gezocht
DINSDAG 12 JANUARI 1988
TEXELSE COURANT
PAGINA 5
H
Conditie
Boet van der S/ikke (links) met collega Siem de Porto. Samen hebben zij vele jaren deel uitgemaakt van de vaste bemanning van de reini
gingswagen. De Porto gaat binnenkort ook in de VUT Hij stopt op 16 februari en neemt de 12e afscheid
Bijna dertig jaar lang werkte hij bij de gemeente, waarvan
23 jaar lang als lid van de bemanning van de vuilnisauto:
Wouter Jan („Boet") van der Slikke uit Den Burg. Vrij
dag heeft hij op feestelijke wijze een punt gezet achter
zijn carrière, want toen ging Boet onverbiddellijk in de
VUT.
l,,Het was overwegend een mooie
tijd", zegt de vuilnisman in ruste,
genoegelijk achter de koffie in zijn
pas opgeknapte woning aan de
Ada van Hollandstraat. „Maar niet
alles was mooi. Ups én downs. Er
waren zelfs tijden van vreselijke
spanningen. Ik vind het daarom
niet erg om eruit te stappen, maar
het kontakt met het publiek zal ik
wel erg missen".
Ongetwijfeld zal het publiek hem ook
missen. Boet van der Slikke was door
zijn functie een van de meest in het
openbaar optredende ambtenaren, sa
men met mensen als de helaas overle
den „Lange" Gerrit Molenhof en
chauffeur Siem de Porto. Samen
vormden ze jarenlang een vaste ploeg,
die ervoor zorgde dat in de dorpen de
zakken, vroeger emmers, vuilnis op tijd
werden opgehaald. Geen „hoog" ge
kwalificeerd werk maar zeer noodzake
lijk en zonder twijfel zeer gewaardeerd.
Wie zo langdurig bij weer en wind
langs Texels dreven gaat, kan veel ver
halen. Al lang geleden wilde de redak-
teur van de Texelse Courant eens wat
van die verhalen van hem vernemen,
maar Boet voelde niets voor een inter
view. Hij zat toen net in een down
periode met nogal wat spanningen op
1 het werk. Als hij ging vertellen, wilde
i hij ook élles vertellen. En dat kon niet,
want dat zou alleen nog maar meer el
lende geven. Vandaar dat de boot
werd afgehouden. Nu de VUT eindelijk
daar is, was Boet met enige moeite
wél op zijn praatstoel te krijgen.
Hele verandering
„Het was wel een hele verandering
(toen ik in 1959 bij de gemeente kwam.
Ik was namelijk gewend héél hard te
werken", zo schetst de 60-jarige Van
der Slikke het begin van zijn loopbaan.
De geboren en getogen
Oosterender wilde aanvankelijk metse
laar worden en begon als 13-jarige op
perman bij Roel Breman voor 79,— per
week. Als boerenknecht op „De
Viersprong" kon hij echter 713,— ver
dienen zodat zijn vader besloot dat hij
daarheen moest.
Die extra verdiensten kreeg hij niet ca
deau, want het was zes of zeven da
gen per week hard werken. Slechts
één keer per 14 dagen had hij op zon
dag vrij. Toch bleef Boet voorlopig
agrariër: elf jaar lang, waarvan het
grootste deel van de tijd op „Noord-
wijk" van Cornelis Aris Eelman. In de
oorlog dook hij onder. In de tijd van
de ruilverkaveling zat hij in de ploeg
die zich bezig hield met het zetten van
nieuwe tuinwallen. („Volgens de echte
ruitzoden-methode"). Als gevolg van
de mechanisatie hield het beroep boe
renknecht op te bestaan en van
schoonvader Piet Bugel kreeg Van der
Slikke de tip dat er bij de gemeente
een vacature was. Als werkman/vak
man werd hij daar per 1 mei 1959 aan
genomen voor alle voorkomende werk
zaamheden. Een jaar of drie was hij
betrokken bij wegonderhoud, maar als
er iemand ziek was liep hij ook wel
een achter de vuilniswagen.
1973 op de Bosrandweg bij De Koog
met zo'n containerauto bezig was,
brak een slang van het hydraulisch
systeem en kreeg hij een volle contai
ner op zijn nek. In een toestand die
zich aanvankelijk zeer ernstig liet aan
zien werd hij naar het ziekenhuis ge
bracht. Het viel gelukkig mee. Na ne
gen dagen kon Boet weer naar huis
maar het duurde toch een half jaar
voordat hij weer aan het werk kon en
anderhalf jaar lang kon hij niet
voetballen.
Taai
„Als ik het gewild had, had ik nooit
meer hoeven werken. Maar ik wou
weer graag achter de vuilniswagen,
hoewel ik nog erg lang last heb gehad
van mijn heup". Afgezien van het risi
co van zulke bijzondere ongelukken is
het werk van de vuilnisman niet onge
vaarlijk. De mannen komen telkens te
voorschijn vanachter de herhaaldelijk
stoppende auto, steken honderden ke
ren de straat over en moeten dus
voordurend opletten dat ze niet door
een auto worden geschept. Boet:
„Een keer ben ik bovenop een passe
rende scooter gesprongen en ik ben
eens door een auto een eind mee
gesleurd over de stoep, maar voor de
rest is het eigenlijk steeds goedge-
gaan. Je leert goed uit te kijken, want
de andere weggebruikers houden maar
weinig rekening met je". Het ophalen
van de vuilnis op Texel neemt tegen
woordig vier volle dagen per week in
beslag. Maandag gaat de ploeg naar
De Cocksdorp om van daaruit een
strook Texel tot en met Den Hoorn en
De Mok mee te nemen. De dinsdag is
nodig voor De Koog en omgeving.
Woensdag staat Den Burg op het pro
gramma en 's morgens wordt daar
steeds een auto extra ingezet. Donder
dag zijn Oosterend en Oudeschild aan
de beurt en wordt met de tweede auto
Den Burg noordwest bediend, 's Zo
mers is er als gevolg van het toerisme
veel meer huisvuilaanbod zodat het
tussen juni en oktober nodig is om vijf
dagen per week te rijden.
Steeds meer
De hoeveelheden huisvuil zijn in de
loop der jaren sterk gestegen, een
welvaarts verschijnsel. In Den Burg
worden tegenwoordig per keer wel drie
vrachten opgehaald; dat is dertig ton.
Of er veel of weinig vuilniszakken zijn,
maakt voor het werk van de vuil
nismannen minder uit dan het lijkt.
Ook bij weinig vuil moeten de kilome
ters worden gereden. Als de vuilnis
zakken niet te zwaar zijn, pakt men er
in elke hand één. Twintig kilo per zak
is het maximum, maar eigenlijk is dat
al te zwaar en hebben rug en armen
het zwaar te verduren. Boet: „De
mensen zouden daar wat meer reke
ning mee moeten houden. Veel liever
twee lichte zakken dan één zware. En
die zakken moeten natuurlijk worden
dicht gebonden. Veel mensen verzui
men dat, altijd dezelfde. Dat geeft een
enorme smeerboel. De rotzooi valt of
waait er dan uit. Zakken worden ook
vaak veel te vroeg aan de weg gezet
de meeuwen of katten krabben ze
open. De rotzooi ligt dan over de
straat en ik voelde er dan altijd heel
weinig voor om die troep bij elkaar te
gaan graaien. Om te voorkomen dat
beesten aan de zakken zitten, gooien
sommige mensen er een scheut bleek-
water overheen. Dat helpt, maar ze
denken er niet aan dat wij bij het op
pakken van die zakken dat bleekwater
op onze handen en kleren krijgen.
Vooral in Oudeschild was dat een tijd
lang erg. Menigmaal ben ik met een
overal thuisgekomen die vol uitge-
bleekte strepen zat en waar de gaten
waren ingevallen. We zijn toen naar al
Vrijdagmiddag werd in de kantine
van Gemeentewerken officieel af
scheid genomen van W.J. van der
Slikke. Meerdere sprekers
schetsten de verdiensten van
„Boet", overhandigden geschen
ken, maar draaiden er niet omheen
dat er ook wel eens problemen
waren geweest.
Directeur Ton Doppenberg bracht in
herinnering dat Van der Slikke 1 mei
1959 werd aangenomen op een salaris
van 776,80 per week. Dat was niet
veel, maar een boerenknecht verdiende
in die tijd f55,—.... In eerste instantie
werd slechts 10% van de tijd aan de
gemeentereiniging besteed; later werd
dat anders en vooral als gemeenterei-
nigingsman is Boet bekend geworden.
Vroeger werd neergekeken op het be
roep vuilnisman. Tegenwoordig staat
het vak in veel hoger aanzien, wat te
maken heeft met het toenemend mi
lieubesef. Te denken geeft dat „in het
meest kapitalistische land ter wereld"
(de Verenigde Staten) vuilnismannen
tot de hoogst betaalde gemeentelijke
medewerkers behoren. Doppenberg
sprak waarderend over de taaiheid
waarmee Van der Slikke zijn zware
werk deed, ook nadat hem een ernstig
ongeluk was overkomen. De sfeer bin
nen de werkploeg was voor hem van
grote betekenis. Dat Boet van der Slik
ke zijn mond niet hield als hem iets
dwars zat, had Doppenberg persoonlijk
ervaren en hij moest zeggen dat Boet
niet altijd ongelijk had gehad. Illustra
tief voor het werk dat in de loop der
jaren is verzet was een rekensommetje,
waaruit bleek dat Van der Slikke in die
tijd lopend achter de vuilniswagen
60.000 km had afgelegd (anderhalf
keer de omtrek van de aarde) en daar
bij 50.000 ton huisvuil had getild. Dop
penberg overhandigde een geschenk
namens het gemeentebestuur. We-
Dat werd zijn vaste stek toen Willem
Doorn met pensioen ging. „Het leek
me wel prettig werk. Ik was nogal een
sportman en deed veel aan voetballen.
Door het lopen achter die vuilniswa
gen kon ik mijn conditie op peil hou
den". In die eerste jaren was het met
één auto makkelijk mogelijk om alle
huisvuil op Texel op te halen en dan
hoefde er nog niet eens elke dag te
worden gereden. De eerste auto was
niet voorzien van een vijzel om de
vuilnis die achterin werd gegooid naar
de andere kant te drukken. De hele
laadbak moest daarom af en toe om
hoog worden gedraaid. De tweede au
to had een vijzel en elke nieuwe wa
gen die de gemeente aanschafte had
weer een verbeterd systeem. „Ik heb
totaal zeven verschillende auto's mee
gemaakt", vertelt Boet. Hij heeft de
overgang van emmers naar zakken als
een belangrijke verbetering van het
systeem ervaren. Het ophalen van vuil
nis werd er veel lichter door, niet zo
zeer wegens het gewicht van de em
mers maar omdat elke geleegde em
mer ook weer moest worden terugge
zet. Op een gegeven moment deed
naast het zakkensysteem het contai
nersysteem zijn intrede op Texel, ten
behoeve van de „grootleveranciers"
van huisvuil. Toen Boet in februari
Collega Frits Halsema overhandigt het geschenk.
die huisvrouwen gegaan om te vragen
daarmee op te houden.
Dat hielp. De mensen hadden het na
tuurlijk niet met opzet gedaan. Een
keer kregen we een fles jenever als
vergoeding. Er hing een kaartje aan
met het opschrift: dit is beter dan
bleekwater.
Broer
ledereen kent Boet van der Slikke,
maar weinigen weten hoe hij aan die
merkwaardige voornaam komt. Hij legt
uit: ,,lk heet officieel Wouter Jan.
Maar thuis noemden ze me broer".
Toen ik nog heel klein was kon ik de r
niet zeggen en maakte er ,,Boet" van.
Die naam werd tenslotte door iedereen
overgenomen". De scheidende vuilnis
man wil graag van de gelegenheid ge
bruik maken om nog wat verzoeken
door te geven aan het publiek Niet
dat het hem persoonlijk nog wat kan
schelen, maar ten gerieve van zijn jon
ge opvolgers. Hij toont een fors lit
teken op een van zijn armen. „Veroor
zaakt door glasscherven die mensen in
een vuilniszak hadden gedaan. Die
punten staken door het dunne plastic
thouder Klaas Barendregt was ook ge
komen om Boet uit te luiden. Hij over
handigde de gebruikelijke gratificatie
en nodigde Van der Slikke en zijn
vrouw uit om dinsdag a.s. in de B en
W vergadering te komen om ter gele
genheid van het afscheid nog even na
te praten. Ceremoniemeester Piet Bo-
lier, directe chef van Van der Slikke,
had in dichtvorm wat anecdotes sa
mengebracht. Ze gaven een goed
beeld van de toch wel avontuurlijke
functie die Van der Slikke had vervuld.
Het feit dat de scheidende vuilnisman
een blanke pit in een ruwe bolster is,
kreeg de nadruk, evenals het feit dat
hij in het aangeboden huisvuil nogal
eens iets had aangetroffen dat hij best
zelf kon gebruiken of verkopen. Ter
ondersteuning van de tekst werden
door collega Frits Halsema telkens arti
kelen in de zaal gebracht, die in het
afscheidswoord aan de orde kwamen,
zoals een ouderwetse vuilnisemmer,
een stuk eikenhout en een wc-bril. Het
afscheidsgeschek was er ook bij: een
bandschuurmachine. Boet van der
Slikke is lid van de christelijke ambte
narenbond en namens die organisatie
werd hij tenslotte toegesproken door
Jan Pijlman, die ook een geschenk
had meegebracht.
en ik haalde mijn arm eraan open. Ik
moest naar dokter om het te laten
hechten. Dat is me twee keer overko
men. Glasscherven moet je in een
dubbele krant verpakken voordat je ze
in de vuilnis gooit. Nog beter is het
om helemaal geen glas weg te gooien
maar het naar een glasbak te brengen,
ledereen heeft er wel een in de buurt
staan". Boet van der Slikke staat er
om bekend dat hij driftig kan uitvaren
als hem iets niet aanstaat. Toen de
schrijver van dit artikel eens een serie
zakken aan de weg zette die lood
zwaar waren van betonstof en puin-
resten, liet Boet ze demonstratief
staan en ging de afzender op zijn fout
wijzen.
Service
Dat gebeurde niet zo heel fijntjes,
maar het hielp wel. Met Boet en zijn
collega's viel wel te praten. Weinigen
beseffen dat de Texelse reinigings
dienst veel service geeft. Door ook
heel grote stukken afval te willen mee
nemen zoals bedspiralen, grote takken
bossen, afgedankte gasfornuizen, sta
len kasten, diepvrieskisten - kortom
grof vuil. Het moet natuurlijk niet te
gek worden. De spullen moeten te
hanteren zijn en door de opening van
de laadbak kunnen. Vooraf overleg
wordt zeer op prijs gesteld. Daarbij zal
dan bijvoorbeeld blijken dat het niet
nodig en soms zelfs ongewenst is om
grote stukken afval klein te maken al
vorens het aan de weg te zetten.
Boet: ,,Een bedspiraal nemen we het
liefst in zijn geheel mee. Het is name
lijk levensgevaarlijk om zo'n ding door
te zagen. Als je dat doet springt de
metalen omlijsting door de spanning
van het spiraal in elkaar en je kunt dan
de stangen voor je kop krijgen Verf,
olie carbolineum en giftige vloeistoffen
willen de Texelse vuilnismannen ook
niet meenemen, maar je kunt moeilijk
elke vuilniszak controleren. Boet: „Ie
mand bood eens blikken verf en vet
aan. Die namen we niet mee en de
baas is naar die mensen geweest om
dat uit te leggen. Later stonden die
zelfde spullen toch weer aan de weg,
nu diep weggestopt in een juten zak.
Ze hoopten dat we niets zouden
merken...".
Zwarte Pieten
Soms barst een plastic vuilniszak open
als deze in de wagen wordt gegooid.
Meestal geeft het geen probleem om
dat het in de wagen zelf gebeurt,
maar er zijn ook wel eens zakken ge
ploft die vol zaten met fijn roet, af
komstig van schoorsteenvegen. De
vuilnismannen zagen eruit als zwarte
Pieten.
Heel vermakelijk voor het publiek,
maar lastig voor de vuilnismannen wa
ren schudbedden met veren of kapok.
Als zo'n ding openscheurde ontstond
een langdurige bui van veertjes en
pluisjes die op de werkkleding terecht
kwam zodat Boet en zijn collega's in
een soort struisvogels veranderden.
Zo ongeveer het ergste dat een vuilnis
man kan overkomen is dat hij per on
geluk iets in de wagen gooit dat hele
maal geen vuilnis is. Boet „Het ge
beurde in de Wagemakerstraat. Daar
had iemand even een zak wasgoed
neergezet. Wij dachten dat het afval
was en gooiden de zak in de auto. De
eigenaresse natuurlijk niet zo blij. Zij
en haar vriendin zijn toen met ons
naar de belt gereden, waar de wagen
werd gelost en na lang zoeken hebben
we toen dat wasgoed gevonden. Het
moest wel opnieuw worden gewas
sen...". Iets dergelijks gebeurde enkele
jaren geleden in Den Hoorn, waar
vrachtrijder Piet Zijm een doos met ra
dioapparatuur bij iemand moest afleve
ren en het pak zolang even op een
paal voor het huis zette. De mannen
van de reinigingsdienst dachten dat
het een zak afval was en even later
was het kostbare pakket in de vuilnis
wagen door de vijzel vermorzeld. Dat
laatste is ook bijna gebeurd met een
Duitse badgast die was gaan slapen in
een vuilcontainer voor Het Pruttelhuus
in De Koog. Boet: „We hadden de
container al in de takels om deze in de
wagen te lossen toen opeens de klep
openging en die vent tevoorschijn
kwam, overdekt met mayonaise en
etensresten. Frits Halsema is er vrese
lijk van geschrokken. Als die jongen in
de wagen was gekiept zou hij zijn om
gekomen en was er misschien nooit
iets van hem teruggevonden". Onver
wachte levende wezens komen de rei
nigingsmensen ook wel eens tegen als
ze vuilnis ophalen op bepaalde bunga
lowterreinen, waar de zakken een ge
waardeerde voedselbron vormen voor
ratten. Boet: „Als we die zakken op
pakken, springen de ratten er soms
uit. Er sprong er eens een midden in
mijn snoet. Smerig hoor. Gelukkig ben
ik niet bang van ratten". Zo weet Boet
van der Slikke nog tal van andere ver
halen te vertellen. Zijn beroepsleven is
ongetwijfeld spannender geweest dan
dat van menige hooggeplaatste
bureau-ambtenaar.
Het was léven. Soms was het echter
ook géén leven, vooral de laatste ja
ren. Van der Slikke („Hij is moeilijk
voor anderen en voor zichzelf" zei di
recteur Doppenberg vrijdag bij het af
scheid) botste wel eens met zijn
superieuren.
Functiewaardering
Wat volgens hem de werksituatie on
aangenaam heeft gemaakt is de
„functiewaardering" waar de gemeen
te enkele jaren geleden toe overging.
De uiteenlopende „waarden" die aan
de respectievelijke functies van de rei-
nigingsploeg werden toegekend vergal
den de sfeer hoewel de „gedegradeer-
den" hetzelfde salaris bleven genieten.
„Door zulke dingen heb ik erg naar de
dag verlangd dat ik zou kunnen
opstappen. Maar toen ik op 28 de
cember voor het laatst werkte, had ik
het toch slecht. Het werk op zichzelf
kan ik best vaarwel zeggen maar het
kontakt met mensen niet. Ik heb wel
een grote smoel, maar een klein hart
je. Wat met het meest aangreep was
de surprise die mijn vrouw en ik kre
gen van de kinderen en kleinkinderen:
een cheque van f1500,— voor een
Rijnreis". Hoewel Van der Slikke zegt
geen echte hobby's te hebben denkt
hij zich de komende tijd wel te zullen
vermaken: „Tuinieren, houtsnijden,
fietsen. Ik zat dan wel de hele dag
langs de weg, maar ik ga nu toch wat
meer van Texel zien. Weet je dat ik
mijn hele leven nog niet in de Slufter
ben geweest?"
Verkeersbord omgetrokken
In de nacht van zaterdag op zondag is
een verkeersbord op de hoek Ele-
mert/Warmoesstraat omvergetrokken.
De politie verzoekt eventuele getuigen
zich te willen melden, telefoon
02220-2644.
Bij de cursus textielschilderen, die bin
nenkort weer van start gaat, kunnen
nog enkele cursisten worden geplaatst.
Onder textielschilderen wordt verstaan:
appliceren met oude en nieuwe lapjes;
zowel katoen, kant en fluweel als
doorschijnende stoffen (nylon, tule en
gaas). Het geeft een snel en artistiek
resultaat. De cursus wordt gegeven
door mevr. I. Nahuys en bestaat uit
ongeveer twaalf lessen. Kosten
77,50— per keer. Dag en tijd wordt in
overleg met de cursisten vastgesteld.
Tijdens de open dag van d' Ouwe
ULO op 16 januari zijn mevr. Nahuys
en enkele cursisten aanwezig; er kun
nen dan werkstukken worden bekeken
en inlichtingen worden gevraagd. Ver
der kan men voor inlichtingen en op
gave terecht bij het servicebureau van
Stichting Ondersteuning Welzijnswerk,
telefoon 5582.