fexels landschap van 1300 v. Chr. tot heden
Oosterend, Texei
JARi'RIJDAG 12 FEBRUARI 1988 TEXELSE COURANT PAGINA 9
lingc
:s. Et
luch
"werd een vol Texel
Piet de Wolf
Wat is landschap? Dat is de vraag die
eerst gesteld moet worden als men het
over het landschap wil hebben. De de
finities uit het woordenboek brengen
niemand verder, daarom liet De Wolf
zien wat hij bedoelde aan de hand van
een aantal dia's van woeste bergen
met sneeuwtoppen, de Slufter in
bloei, Waalenburg, een uitzicht over
zee (dat was geen landschap maar een
zeegezicht), een stuk bouwland met
gemaaid mais, een dorpsgezicht van
Oosterend op een oude ansichtkaart
en de nieuwe huizen van de Krim.
Over de laatste dia zei De Wolf dat
landschap dus niet altijd mooi hoeft te
zijn....
Kort gezegd: landschap is dat gedeelte
van het land dat een mens in één blik
kan overzien en of er natuurgebied of
bebouwing is maakt niets uit.
Ongeveer 1300 voor Christus was Texel
omgeven door veengebied met kwel
ders en een strandwal. Daar vormden
zich duintjes van niet meer dan vijf
meter. Ter hoogte van waar nu Ame
land ligt lag een klein zeegat en ter
hoogte van Bergen (NH) een groot.
De zeespiegel was drie meter lager
dan nu.
In de loop der eeuwen werd het zee
gat bij Ameland steeds groter en slib
de dat bij Bergen dicht. Het veen ruk
te op.
Opgravingen in de wijk Noordwester in
Den Burg in 1971 tot 1975 hebben
aangetoond dat op die plaats in de
bronstijd twee boerderijen of liever ge
zegd huisplaatsen hebben gelegen.
Ook werden sporen van een bijgebouw
aangetroffen en drie graven met een
diameter van 12 meter.
Reconstructie
In West-Friesland was een groot kwel-
dergebied met hier en daar plekken
met veen en veel bewoners. Uit
vondsten kon een reconstructie wor
den gemaakt van de boerderijen van
20 30 meter lengte met een breedte
van 6 meter. Ter hoogte van Boven-
<arspel werden zo'n 80 fyuizen gevon
den.
De vondsten betreffen voornamelijk
verkleuringen in de grond. De boerde-
ijen werden gevormd met twee aan
twee staande, evenwijdige palen, Dat
iet hout niet zo best was bleek uit het
feit dat de
Doerderijen vaak werden herbouwd, in
£én geval zelfs elf keer. De huizen
stonden niet langer dan een jaar of
twintig. Het was kennelijk moeilijk om
jan goed hout te komen. In het veen
gebied groeiden alleen wat elzen en
/vilgen.
Beren
Uit de resten van bewoning van 1500
tot 800 voor Christus bleek dat men
hoofdzakelijk leefde van vlees. 65%
van de dieren die men hield waren
runderen, 35% schapen, geiten en
varkens en uit botresten bleek dat men
af en toe elanden, reeën, wilde zwij
nen en zelfs bruine beren verschalkte.
De koe in die tijd was klein, een
schofthoogte van 1.05 meter gemid
deld en een gewicht van 150 tot 200
kilo. Ossen werden gebruikt als trek
kracht. Men had wel paarden, maar
die waren voor de primitieve mensen
niet zo eenvoudig in te spannen. Een
paard trekt met de borst, wat een spe
ciaal tuig vereist, maar ossen trekken
met de horens waaraan eenvoudig lij
nen konden worden gebonden.
Tot de tijd van de Romeinen werden
de dieren steeds kleiner. Dit wijst op
een slechte selectie bij het fokken.
De ontwikkeling van Texel van de twaalfde
tot de zeventiende eeuw.
Er werden een paar sporen van land
bouw gevonden, zoals sporen van pri
mitieve ploegen, eigenlijk meer een
soort krassen. Primitieve gerst- en tar-
wesoorten werden verbouwd. Van
jacht- of visvangst is niets bekend,
hoewel het water toch niet ver weg
was.
Terpen
In die tijd was er voldoende voedsel
voor ongeveer 11 mensen per vierkante
kilometer.
De opgravingen in Den Burg zijn uit
gevoerd door archeoloog Woltering.
Bij een voordracht in 1973 verkondigde
deze dat de boerderijen op Texel van
voor 1000 voor Chr. rondom in het
veengebied lagen. De Wolf bestreed
dit tijdens zijn lezing in Ecomare don
derdagavond. Hij was er zeker van dat
er kweldergebied bij de boerderijen
voor de deur lag.
In de lezingenserie die deze winter in Ecomare wordt gehou
den was het donderdagavond de beurt aan Piet de Wolf. Hij
zou vertellen over het landschap van Texel van het jaar 0 tot
heden. Hij deed meer, hij ging zelfs terug tot 1300 voor
Christus. Aan de hand van dia's en kaartjes getoond met een
overheadprojector, schetste De Wolf de ontwikkelingen van
het Texelse landschap door de eeuwen heen.
De belangstelling voor de lezingen in Ecomare is zeer groot.
Ook nu was de zaal uitverkocht. De Wolf toonde zich een
vaardig verteller, maar werd gehandicapt door een falende ge
luidsinstallatie. Wie het allemaal niet heeft kunnen verstaan
kan de stof later nog eens doornemen, want het is de bedoe
ling dat alle lezingen van de cyclus op papier worden gezet en
als boekje worden uitgegeven.
Rond 900 voor Chr. steeg de zeespie
gel en ook het grondwater kwam op
een hoger niveau. In West-Friesland
ging men terpen bouwen, maar dat
bleek niet afdoende. Oudheidkundigen
vermoeden dat zeker 500 mensen naar
„familie" op het nog droge Texel zijn
uitgeweken. Dat zou verklaren waarom
na 800 v. Chr. opeens veel meer be
bouwing op een klein gebied op Texel
werd aangetroffen. Achter de Pontweg
zijn nog nooit gerichte opgravingen
gedaan, maar De Wolf vermoet ten
sterkste dat zich daar ook oude bewo-
ningsresten bevinden.
Hogeberg
Het landschap op Texel bestond niet
overal uit veen. De veehouders uit W-
Friesland konden simpel naar Texel
trekken want de verbinding werd ge
vormd door een strandwal. Op de Ho
geberg groeide hei en er waren kwel
ders afgewisseld met veenplekken. In
veengebied kan geen vee worden ge
weid en daar er toch boerderijresten
werden gevonden is de conclusie dat
er wel kwelders moesten zijn en dat
Woltering ongelijk had. Maar het idee
bleef lang stand houden,, want ook
Van der Vlis had het over een uit
gestrekt veengebied in zijn boek ,,'t
land van Texel".
In de ijzertijd werden de wanden van
de huizen gevormd door vlechtwerk
van takken dat met leem werd bedekt.
Het dak was van riet. Er zijn resten
mossel- en kokkelschelpen gevonden,
wat ook een aanwijzing is dat er niet
alleen veengebied was.
Van 400 tot 100 voor Chr. ontstond
een nieuw zeegat tussen Den Burg en
De Koog. De zeespiegel was een halve
meter lager dan nu.
De bewoners van de plek waar nu de
wijk Den Burg Noord-West ligt hadden
kennelijk een kwelder voor de deur
waar mosselen leefden. Er zijn ijzeren
voorwerpen uit die tijd gevonden. Uit
de Romeinse tijd zijn maar een paar
vondsten, waarschijnlijk door handel in
deze omgeving terecht gekomen. Op
het strand westelijk van Den Hoorn is
een bronzen soldatenhelm aangetrof
fen wiens eigenaar roeier was in een
zesriems sloep.
Noormannen
In de eerste eeuw na Christus droogde
het veen ten zuiden van Texel in. Van
1000 tot 1200 na Chr. steeg de
zeespiegel. De strandwal werd weg
geslagen en het Marsdiep ontstond.
Het lag echter pal ten zuiden van Den
Hoorn, over de huidige zuidpunt van
Texel.
Nederland werd getroffen door een
grote ramp: de Noormannen kwamen.
De helft van de bevolking stierf, niet
alleen door moord, maar vooral ook
doordat voedsel werd geroofd. Uit de
ze tijd stammen de eerste geschreven
overleveringen.
Het zag er slecht uit voor de toekomst
van het waddengebied, vooral door de
grote duinafslag. Gelukkig vond rond
1100 duinvorming plaats. Niet meer
van die lage duintjes van maximaal vijf
meter, maar echte hoge, zoals we nu
ook kennen.
Veel bewoningsresten uit de late mid
deleeuwen werden gevonden in De
Waal, Den Burg, ten westen van en in
Oosterend, Oost, Den Hoorn en aan
de rand van de Hogeberg. Op de Ho
geberg wonen was overigens niet aan
trekkelijk omdat daar geen drinkwater
voorhanden was.
Natte voeten
Er vonden geen menselijke ingrepen in
het landschap plaats. Na de tijd van
de Noormannen was er een bevolkings
explosie. De Wolf ziet overeenkomsten
met het grote aantal geboorten na de
tweede wereldoorlog. De opbrengst
van de landbouw was te gering om al
deze monden te vullen en omdat de
zeespiegel bleef stijgen was er watero
verlast. Rond 1200 waren de mensen
zich gaan bemoeien met het land
schap. Hoogliggende kwelders werden
bedijkt. Ten oosten van Den Burg
vormden buurtschappen kleine poldert-
jes.
Tot 1300 werd heel ijverig bedijkt, toen
werd het ineens minder omdat de ver
stedelijking begon. In 1400 waren in
Nederland 113 steden, in 1500 120 en
het inwonertal was gestegen van
200.000 naar 400.000. In de 14e eeuw
vonden drie misoogsten achtereen
plaats, wat de verstedelijking in de
hand werkte, want daar vluchtte men
heen toen op het platteland niets meer
viel te halen. De builenpest deed zijn
intrede en roeide in drie jaar tijd een
kwart van de bevolking in Europa uit.
Reconstructie van het eiland omstreeks
1200. Kaartjes ontleend aan: Bodemkaart
van Nederland, blad Texel, schaal 1:50.000,
p.22,30 en 32, auteur J.C. P/oosterhuis, uit
gebracht door de Stichting voor Bodemkar-
tering Stiboka, Wageningen 1986.
Waarschijnlijk bleven er te weinig men
sen over om polders te maken en is
daarom de bedijking zo plotseling
gestopt.
Bomendiek
Uit een boek citeerde De Wolf over
die periode:,,Het was alsof de neutro
nenbom had toegeslagen. Alles was
er, boerderijen, vee, alles, alleen geen
mensen om er gebruik van te maken".
Op Texel had de pest echter minder
invloed, waarschijnlijk door de betrek
kelijk geïsoleerde ligging. In 1362 werd
de Waaldam gelegd als verbinding tus
sen De Waal en Den Burg. Later werd
dit een dijk voor de vorming van Waal
enburg. Tegenwoordig is de Waaldam
bekend als de Bomendiek bij De Waal.
Stormvloeden vernielden herhaaldelijk
de dijken, telkens weer met ingrijpende
gevolgen voor het landschap. In de ja
ren 1500 tot 1650 vond verdere uitbrei
ding van de landbouw plaats. De be
volking groeide, er werd veen ontgon
nen, dijken werden gebouwd. De
80-jarige oorlog dreef de prijs van
voedsel omhoog. Nederland had niet
zoveel te lijden van deze oorlog door
dat op grote schaal handel werd ge
dreven en geïmporteerd kon worden
wat men zelf had. werd geïmporteerd
wat men niet had. Het land werd voor
het eerst bemest met koemest,
stadsmest kalk of turfas. In 1612
werd Waalenburg drooggelegd en ver
rezen de eerste stolpboerderijen. Het
vee liep los, want prikkeldraad bestond
nog niet. Er kwamen burenruzies om
dat loslopend vee schade toebracht
aan de akkerbouw en het „overal
weiden" werd steeds meer aan bapden
gelegd. Ter afscherming van weide
grond werden sloten gegraven of tuin-
wallen geplaatst.
Paalworm
De nieuwe polders die werden ge
vormd hadden afwateringsmoeilijkhe
den en daarom werden vaak sluizen
gebouwd of windmolens. Maar in de
winter was het land toch dras of on
der water. Deze winter is het op Texel
niet veel anders!
In 1721 werd het waterschap van de
28 gemeenschappelijke polders opge
richt om de watersnoden te bestrijden.
De dijken van die tijd bestonden uit
een soort kaden van wier dat tussen
houten palen was aangebracht. Toen
de paalworm toesloeg was een kleine
storm voldoende om de hele dijk weg
te slaan.
Van 1650 tot 1800 was er een depres
sie in de landbouw door een bevol
kingsstilstand. Op Texel werd in 1742
ten behoeve van de belastingheffing
een volkstelling gehouden waaruit
bleek dat er 1202 beroepsbeoefenaars
woonden. De helft ervan was zeelui.
Er waren 212 boeren. Op Texel waren
1200 runderen en 25000 schapen. Door
de veepest in 1744 legden zo'n 300
runderen het loodje.
Galgen
Schapediefstal werd streng gestraft.
Op Texel waren twee galgen, op de
Vismarkt en op de Hogeberg. In 1721
werd een schapedief op de Vismarkt
gehangen en in 1781 eentje op de
Hogeberg.
Het Texels landschap vanaf 1800 was
kaal: geen bomen of dennen. Het
beeld werd beheerst door stuivende
duinen en boerderijen in dorpen of op
hoge plaatsen in het land. Eierland en
de Prins Hendrikpolder lagen nog on
der water. De dijken waren laag.
Na 1815 en de Franse periode brak eer
nieuwe tijd aan in Nederland.
De bevolking groeide negenenhalf mil
joen nu. De agrarische productie steeg
enorm hoewel het aantal personen
werkzaam in de landbouw daalde.
Toch bleef Nederland een agrarische
natie. De modernisering en mechanisa
tie van de landbouw ging langzaamaan
sneller. Na 1880 kwam de chemische
stikstofbinding, het landbouwgif, de
boerencoöperatie en de landbouwsta-
tistiek. In 1876 werd de landbouwho
geschool te Wageningen gesticht en
het Nioz, toen nog in Den Helder.
De Texelse bevolking groeide ook. In
1830 werd Eierland drooggelegd, in
1846 de Eendracht, in 1848 de Prins
Hendrikpolder en in 1876 polder 't
Noorden. Het wiermaaien deed zijn in
trede. Zeegras op het wad werd ge
maaid en het was een zwaar karwei
dit nat aan land te krijgen. Daar werd
het gedroogd nadat het zout eruit was
gespoeld in sloten. Het werd gebruikt
in matrassen en dergelijke.
Trekkers
Watersnoden vonden nog steeds
plaats. In 1825 stond heel Texel ineens
bijna weer onder water. De eerste we
reldoorlog liet zijn sporen na, evenals
de crisis in de jaren 20 en 30. De me
chanisatie bleef achter. In 1940 waren
in Nederland 5000 trekkers, nu een
kwart miljoen. Op foto's van voor 1950
was geen boom te zien.
Na de tweede wereldoorlog ging het
herstel maar langzaam, ook door twee
misoogsten in '46 en '47.
De ruilverkaveling van 1952 tot 1960
bracht grote veranderingen met zich
mee. Veel tuinwallen werden vervan
gen door gaas. Het aantal boerenbe
drijven nam af van 797 in 1 950 tot
331 in 1987. Veel land was nodig voor
de recreatie. De vele slootjes maakten
plaats voor een kleiner aantal grote.
Het land werd geeffend door bulldo
zers en er werden erg veel bomen ge
plant. Door drainage en bemaling werd
Texel droger. De oppervlakte grasland
verminderde maar de bloembollencul
tuur groeide enorm. Verbouw van vlas,
maiszaad, luzerne en klaver verdween
en heel nieuwe gewassen als snijmais,
pootaardappelen en graszaad kwamen
ervoor in de plaats. Er kwam meer vee
bij minder boeren.
Tot 1960/1970 breidden de duinen zich zee
waarts uit van De Koog tot de ingang van
de Sluyfter. Inmiddels vindt ook daar afslag
(en zandsuppletie) plaats.
Het karakteristieke open landschap van
Texel verdween. De productie per hec
tare steeg. Tegenstrijdige belangen lie
ten zich gelden: boeren tegenover na
tuurbeschermers. We kregen
landbouw
overschotten, mestoverschotten en zu
re regen.
Kemphanen
Veel weiland werd omgezet in gazons
voor de recratie. De Wolf vond het
geen wonder dat er haast geen kemp
hanen meer zijn. Na de tweede werel
doorlog nam het gebruik van bestrij
dingsmiddelen sterk toe.Uit het jaar
verslag van Weikoop in Den Burg blijkt
dat op Texel vorig jaar voor één mil
joen tweehonderdduizend gulden aan
landbouwgif is gekocht....
Onrust
Texel was in de laatste eeuwen ge
groeid aan de onderzijde. Voor de Hors
lag de plaat „Onrust" die in 1925 aan
het eiland vastgroeide. Nu nadert de
Razende bol, maar wanneer die aan
het eiland vastgroeit is niet te voor
spellen. Aan de westkust werden en
worden veel duinen afgeslagen. Door
dat water uit het duingebied werd ont
trokken voor de drinkwatervoorziening
werd dit gebied steeds droger. Vroeger
was het er zo nat dat het loonde er
een palingvisserij te beginnen!
Het toerisme begon langzaam in 1900.
Het maakte een explosieve groei door.
„De verbreding van het seizoen bete
kent ook de verbreding van de duinpa
den", aldus De Wolf. Boeren beginnen
ontsierende containers te gebruiken als
kraamkamer voor schapen.
Het landschap verandert. Een leeg
Texel werd een vol Texel. Wat is land
schap? Er is weinig van te zeggen,
men moet het gaan zien.
Zijde
De noordoostzijde van Oosterend. een oude ansicht uit de collectie van M.C.