Texel hoort bij
de „Vogeltoptien"
Maar achteruitgang
typische soorten
is onrustbarend
$5C
1-
v ST *>- -
V^-Z
x\
VERVOLG VAN PAG.l
Kamperen bij de boer
„WAT IK ZEGGEN WOU.:'
Drinkwater
PAGINA 2
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 11 MAART, VRIJ
r^~
•W -k* V
Rotganzen op hun overwinteringsplaats in polder De Eendracht op Texel. Het aantal rotganzen dat jaarlijks op de broedplaatsen in Siberië wordt geboren, wisselt zeer sterk.
Hoewel Texel nog steeds hoort tot de meest vogelrijke gebieden
van Nederland en dus met recht aanspraak mag maken op de titel
„Vogeleiland", zijn er toch diverse vogelsoorten die sterk achteruit
gaan. Het zijn vooral de voor Texel typische soorten, merendeels
weidevogels, die op de terugtocht zijn.
Dat was de essentie van de lezing die
donderdagavond in „Ecomare" werd
gehouden door de NlOZ-ornitholoog
Kees Swennen in het kader van de
succesvolle cyclus Natuur op Texel".
Swennen, sedert 1964 op Texel werk
zaam, wist zijn gehoor zeer te boeien
wat vooral te danken was aan zijn ver
telstijl. Hij heeft het vermogen om de
wetenschap op populaire wijze over te
dragen naar een „gewoon" publiek,
genoegelijk vertellend met een portie
humor en met weglating van weten
schappelijke termen. Hij weet ook te
relativeren en is daardoor een geloof
waardig pleitbezorger voor natuur en
milieu.
Tellingen
Tijdens het zogenaamde Atlas-project
zijn nog niet lang geleden in Neder
land alle vogelsoorten geïnventari
seerd. Nederland werd daartoe in 1600
blokken van 5 x 5 km verdeeld en vrij
willigers voerden in elk blok tellingen
uit. De resultaten zijn neergelegd in de
„Atlas van de Nederlandse vogels" en
daaruit blijkt dat op Texel 241 vogel
soorten voorkomen. Er zijn nog maar
enkele plaatsen waar nog meer soor
ten zijn waargenomen, zoals Schier
monnikoog (2641 en het Noordhollands
duinreservaat (262). In Nederland als
geheel komen zo'n 400 vogelsoorten
voor. In elk geval hoort Texel tot de
„toptien". Swennen legde aan de
hand van dia's uit dat het niet toevallig
is dat de meest vogelrijke gebieden
van Nederland in de kuststrook liggen.
Dat heeft te maken met het feit dat
trekkende vogels vaak de kustlijn vol
gen. Bovendien biedt de kuststrook
een zeer gevarieerd landschap met uit
eenlopende „biotopen": zout water,
strand, duin, duinmeren, achterliggend
polderland, vaak bos en heide. Aange
zien elk soort gebied zijn specifieke
vogelsoorten trekt, ligt het voor de
hand dat er een enorme soortenvaria
tie is op de plaatsen waar die verschil
lende biotopen dicht bij elkaar liggen,
zoals op Texel, dat bovendien op een
druk „kruispunt" ligt van trekroutes.
Die vogels zijn er dus niet het hele
jaar door. De grootste groep hoort tot
de trekvogels en is 's winters afwezig.
De opengevallen plaatsen worden ech
ter gedeeltelijk ingenomen door trekvo
gels uit noordelijker streken die hier de
winter doorbrengen en door doortrek
kers. Indrukwekkend zijn de prestaties
die de trekvogels leveren, zoals de
25.000 kilometer die de Noordse Stern
jaarlijks aflegt. Wonderlijk is ook het
trekgedrag van de drieteen-strandloper,
het bekende vogeltje dat je bij elk
strandbezoek met de golven mee over
het natte strand ziet rennen. Dit diertje
is te zien op alle stranden ter wereld,
maar broedt slechts in drie kleine ge
biedjes in het Noordpoolgebied. De
Waddenzee is voor de uit Nova Zem-
bla, Spitsbergen, Siberië, IJsland,
Noord-Groenland en andere noordelijke
gebieden afkomstige vogels een on
misbare rust- en voedselplaats halver
wege het zuidelijke einddoel.
Bietenkoppen
„Dat de kleine zwaan op Texel kan
overwinteren is te danken aan Napole
on", zei Kees Swennen. Waarna hij
uitlegde dat het maken van suiker uit
bieten begon ten tijde van het conti
nentaal stelsel. De op het land achter
gebleven bietenkoppen worden door
de zwanen gegeten, een voorbeeld
van een voedselbron die er is dank zij
de mens. Het was onvermijdelijk dat in
dit verband de rotganzen niet on
besproken bleven. Swennen legde uit
hoe deze dieren destijds noodgedwon
gen overschakelden van zeegras naar
gras op het boerenland waardoor zij
een probleem gingen vormen voor de
boeren. Hij vertelde over de opvallende
en voorspelbare verschillen in broedre-
sultaten van deze vogels en terloops
kon men ook leren hoe jonge, halfvol
wassen rotganzen van elkaar zijn te
onderscheiden laan de streepjes op de
vleugels en de halsband). Interessant
waren ook de gegevens die Swennen
verschafte over de aanpassing van de
vogels aan de wijze waarop zij op het
wad hun voedsel bemachtigen, zoals
de lengte van de snavel en voor meni
geen nieuw waren de resultaten van
het onderzoek dat Swennen instelde
naar de verschillende rangordes die vo
gels in stand houden. De beste plaat
sen op het wad worden bezet gehou
den door de oudere, sterke en domine
rende vogels; de minder aantrekkelijke
punten worden ingenomen door jonge
re vogels en zelfs gehandicapten (vo
gels met één poot of een teen tekort)
kennen hun eigen plaats. Deze groe
pen vogels vertonen elk een zeer ver
schillende leeftijdsopbouw.
Menselijk gebruik
Tot nadenken stemden de gegevens
waaruit blijkt hoe groot de invloed van
de mens is op de vogels. Al in de
vroege Middeleeuwen werd in soit
ge landen aan vogelbescherming g
daan uit puur eigenbelang. Menrii
eieren en dons blijven oogsten. Zo
konden de dieren zich handhaven
is niet toevallig dat de vogels die
lekkerst smaakten of de grootste tr,, I
meeste eieren hadden het meest 4'
toedoen van de mens zijn achterui-
gaan en zelfs met uitsterven werd?
bedreigd toen op een gegeven mo
ment door politieke veranderingen
bescherming geen sprake meer wj
Pas in het begin van deze eeuw rfe
vogelbescherming opnieuw zijn
intrede.
i
Stan
Swennen liet een groot aantal dia's
zien van bekende vogelsoorten en
telde hoe de stand zich ontwikkelt-
Met vroeger vrij zeldzame meeuwen
niets aan de hand („Als ze geen
duizendpoten eten op het wad nerfl
ze patat uit Den Burg^'). Met voget
als meerkoeten, scholeksters, kluteil
reigers en ransuilen gaat het redelM
tot goed. Merkwaardig is dat de
spreeuwen achteruitgaan en zelfs 6
mussen. Zorgwekkend is de situatie,
voor weidevogels, volgens de sprej
een gevolg van het feit dat tegenvJ
dig al in mei wordt gemaaid, terwij!
dat vroeger juni of juli was. Geschï
broedgebied is er daardoor in cultu
land nog maar weinig. Kieviten enl
reluurs worden steeds zeldzamer. D; i
ook de bekende leeuweriken aan h-
verdwijnen zijn, merkt iedereen. ,,T^
ik pas op Texel woonde hoorde ik
voortdurend leeuweriken als ik in dl
tijd van het jaar van 't Horntje na*
Den Burg fietste. Nu hoor ik haast
niets meer", aldus Swennen. Het
kemphaantje is praktisch verdwene
Het beschermde gebied van Waale
burg is voor deze soort te klein er,
staat te veel riet. De levensvooi
den zouden gunstiger worden als
omringende gewone agrarische lan
op een andere manier zou worden
heerd. Slecht voor de weidevogels
het algemeen is ook de toenemen;
bebouwing op Texel. Overal waar;
huis, bungalow of schuur verschijn
doet een stukje onrust zijn intrede,
leidt tot het komen en gaan van m
chines, mensen en huisdieren. Ook
steeds „efficiëntere" aard van hete
rein speelt een ongunstige rol. „De
slootjes zijn te recht, het land is te
vlak en er verdwijnen steeds meer
greppels". Swennen sprak de hoopjf
dat maatregelen worden genomen,
dat het unieke karakter van de Te»
vogelwereld kan worden gered,
komen de mensen naar kijken".
kan dan worden bekeken of tot verlen
ging moet worden overgegaan.
Gedeputeerde Staten
Grote vraag is wat Gedeputeerde Sta
ten van Noordholland vinden van de
proefregeling. Wethouder Schilling
deelde mee dat het college de Texelse
regeling bij GS gaat bepleiten, op
hoop van zegen. Hij gaf toe dat er
nog onzekerheden zijn; de regeling
heeft een „open eind". Hoeveel boe
ren ook werkelijk kampeerders op hun
erf zullen toelaten is niet te zeggen, al
heeft de enquête aangegeven dat het
niet zo'n vaart zal lopen. Die enquête
vond Schilling zo slecht nog niet. Wat
betreft het sanitair dat voor de kam
peerders beschikbaar moet zijn, reken
de Schilling voor dat zich op een erf
nooit meer dan 15 tot 20 personen zul
len bevinden Als er twee wc's en een
douche zijn, is dat royaler dan op een
gewone camping. Dat er onvoldoede
over voor en tegen van het boerderij
kamperen is gediscussieerd, ontkende
Schilling met stelligheid. „We praten
er al jaren over en weten heel goed
waar we het over hebben en wat de
gevolgen zouden kunnen zijn". Van
een echte proef is geen sprake. De re
geling wordt alleen maar proef ge
noemd, omdat deze nu nog niet in het
bestemmingsplan is opgenomen. Be
zwaren maken tegen de rgeling kan
straks in de bestemmingsplanprocedu
re. De procedure kan echter nog wel
een paar jaar in beslag nemen, zodat
het al heel mooi zou zijn als deze in
de huidige raadsperiode wordt afge
rond. Voor het vaststellen van een be
perkt „quotum" kampeerplaatsen voor
de boerenerven op Texel voelde Schil
ling niets, omdat de consequentie zou
kunnen zijn dat de ene boer kampeer
ders mag houden en de andere niet.
„Wat Pietje mag, moet Jantje ook
mogen". Het college heeft geen vrees
dat de 47.000 bedden worden over
schreden en vindt ook daarom quote
ring overbodig.
„Opschonen"
Wel zal aan „opschoning" worden ge
daan. Mensen die hun plannen voor
het stichten van verblijfsaccommodatie
toch niet uitvoeren, zullen hun „bed
den" moeten teruggeven, zodat een
ander er gebruik van kan maken. Het
verwijt van zijn fractiegenoot Poster in
zake het late tijdstip waarop B en W
met een regeling komen, wees de we
thouder van de hand.
Het had niet sneller gekund. Dat het
college spoed wil betrachten, blijkt
juist uit het feit dat er een proefrege
ling komt zodat de bestemmingsplan
procedure niet hoeft te worden afge
wacht. Schilling gaf geen duidelijk ant
woord op de vraag van Roeper of voor
15 mei een controle in het buitenge
bied kan worden georganiseerd. „We
hebben het apparaat, maar we moeten
de manschappen nog aanwijzen".
Hans Roeper vond dat veel te licht
werd getild aan de risico's en conse
quenties van de voorgestelde regeling.
Hij herinnerde eraan dat er een
raadsmotie uit 1983 ligt, waarin wordt
uitgesproken dat op Texel het kampe
ren bij de boer moet worden toegela
ten volgens de normen die de kam-
peerwet toelaat.
In de kampeerwet wordt nu over maxi
maal vijf eenheden gesproken, maar er
is al sprake van dat die norm tot 10 of
15 eenheden wordt vergroot. Als het
zover is zou Texel daar het „recht"
aan kunnen ontleden om ook naar tien
of vijftien eenheden per erf te gaan en
dat moet tot elke prijs worden voorko
men. „Anders is het hek van de dam.
Bij vijftien eenheden wordt het voor
veel boeren aantrekkelijk om kampeer
ders te houden".
Roeper wilde niet dat grotere cam
pings op boerenerven die de afgelopen
jaren illegaal tot stand zijn gekomen,
worden gelegaliseerd. Overal moet het
aantal tenten worden teruggebracht
tot vijf.
Motie
Hans Roeper stelde voor een motie
aan te nemen waarin wordt
gesteld dat vijf kampeereenheden
per A-blok de uiterste grens is
waartoe in het kader van de con
centratiegedachte en het totale re-
creatiebeleid kan worden gegaan
en dat die norm in de toekomst
niet zal worden verhoogd, ook niet
ais de kampeerwet die mogelijk
heid zou bieden.
Gerbrand Poster liet direct weten dat
hij tegen zo'n motie zou stemmen.
„Vijf eenheden vinden wij zeer pover
en die norm moet zeker niet worden
vastgesteld. Als in Nederland ruimere
mogelijkheden worden geboden, moe
ten wij daarbij niet achterop lopen".
Wethouder Schilling voelde er ook
weinig voor. Volgens hem was de mo
tie overbodig omdat de kampeerwet
de raad tot niets verplicht. Het blijft de
gemeenteraad die in het bestem
mingsplan bepaalt hoeveel tenten op
de erven mogen staan, ook als in de
kampeerwet andere maxima worden
genoemd.
Meerdere raadsleden bleken weinig
vertrouwen te hebben in de controle
op de kampeer- en andere regels die in
het buitengebied gelden. Terpstra her
innerde aan een speciale nota over het
controlebeleid die door B en W is toe
gezegd. Burgemeester Schipper
schreef het uitblijven van de nota toe
aan personeelsgebrek, maar beloofde
dat dit stuk wel zal komen.
Het idee van Ate Rienstra (CDA) om
het kamperen op erven te binden aan
een vrijstelling die elk jaar opnieuw
moet worden aangevraagd, werd door
Schilling als onpraktisch van de hand
gewezen.
In de discussie kwamen verder geen
nieuwe gezichtspunten naar voren. Na
schorsing van de vergadering liet
Schilling weten dat het collegevoorstel
zodanig was gewijzigd dat de vijf een
heden ook toercaravans (beslist geen
sta-caravans) mogen zijn en het was
dit voorstel dat tenslotte werd aange
nomen met de stemmen van de linkse
fracties tegen.
Het tegenstemmen van de PvdA werd
veroorzaakt door het niet willen accep
teren van de motie waarin de raad be
looft nooit meer dan vijf eenheden op
erven toe te laten.
Het voorstel van Texels Belang (ook
tenten op E-blokken) kreeg alleen de
steun van Gerbrand Poster en Tine
Krijnen (Jan van Asselt was niet in de
vergadering aanwezig). Het voorstel
van Bakker om in het landschappelijk
meest kwestbare deel van Texel geen
kampeermiddelen op erven toe te laten
en om een „quotum" van 1000 bed
den vast te stellen dat hoogstens voor
het kamperen op erven zou mogen
worden uitgegeven, kreeg geen steun
en werd derhalve niet in stemming ge
bracht. Steun was er wel voor Bakkers
voorstel om de voorgestelde kampeer-
regeling aan mogelijkheid tot bezwaar
maken te onderwerpen, maar dat werd
met negen tegen vijf stemmen
verworpen.
Daarop werd het collegevoorstel in
stemming gebracht, met het vermelde
resultaat.
Schilling legde er nog eens de nadruk
op dat het een principebesluit geldt
envEN <mh lezers-buten veaamtv<oo«0€lukwe® vsn de Rtouae
Ik wilde even een kanttekening plaat
sen bij het artikel van de PWN. „Op
passen bij aankoop van ontharding en
waterzuiveraars". Het is nauwelijks
meer mogelijk om water van enige
kwaliteit uit de kraan te laten stromen.
Waterleidingbedrijven doen hun best,
overheden proberen normen aan te
leggen, maar er kan worden gesteld
dat het kraanwater van nu ziekmakend
is. De Rijn zou als drinkwaterleveran
cier niet meer mogen worden gebruikt.
Dit is onderzocht door de „Katalyse
van Weltgruppe", een onafhankelijk in
stituut in Keulen dat in opdracht van
derden onderzoek doet en informeert
op het gebied van voeding en milieu.
Volgens professor Vincent (hycholoog)
heegt gechloreerd kraanwater civilisa-
tieziekten. Overal wordt drinkwater
gechloreerd. Dit is wettelijk vastge
legd, maar het blijft de vraag of dit
water goed is voor onze gezondheid.
De autoriteiten willen ons dat wel
doen geloven, maar bewezen is dat dit
water een hoge mortaliteit geeft. On
derzoek en ervaringen van meer dan
veertig jaar, laten zien dat water dat
echt goed is voor de gezondheid, arm
moet zijn aan mineralen, dus een hoge
electrische weerstand moet hebben,
de bendengrens is 6000 Ohm, alleen
dan kan het water zijn belangrijkste
functie uitoefenen, namelijk afvalstof
fen oplossen en uit het lichaam verwij
deren. Mineralen moeten ook als af
valstoffen worden gezien, maar wan
neer water reeds vele mineralen bevat,
waarover nog moet worden overlegd
met provincie en rijk. Boeren die meer
dan een tent op hun erf willen toela
ten, hebben dus nog geen groen licht.
kan het deze functie niet meer uitofi
nen. Kraanwater kan dan misschier
schoon zijn, dus ontdaan van back
rieën, maar het is niet zuiver, het n
vat mineraalzouten en (als gevolg i
de chlorering) dode bacterieën. Da;
om is er maar één alternatief voor
kraanwater, namelijk zuiver water b
weinig mineralen en een hoge
weerstand. Wat we nodig hebben;
een eenvoudige, betrouwbare en
kope methode die in elk huis gebn®
kan worden, die geen extra belast»
vormt voor de huisvrouw, die niet
veel plaats inneemt en die zonder
micaliën en een te groot energieve1
bruik zijn werk kan doen. Deze mi
de bestaat en wordt omgekeerde
osmose (reverse osmosis) genoemi
Deze methode voldoet volledig aar
bovengenoemde eisen. Het is met;
apparaat mogelijk goed drinkwater:
maken uit willekeurig kraanwater. Njj'
de omgekeerde osmose is het dus
gelijk ons te beschermen tegen alk ten
schadelijke invloeden van buitenaf. °P d
Maar men is wel gedwongen om M rand'
zelf te doen. Want de autoriteiten.' uur-
niet in staat om het probleem „wat
op te lossen. Wat zou er gebeuren
wanneer er in ieder huishouding
dergelijk apparaat aanwezig zou zijr
wanneer een ieder hiervan in ruimt
mate zou drinken? De gezond
heidstoestand van de gehele bevok
zou verbeteren en dit zou een enof
kostenbesparing opleveren voor de
overheid. En dat huishoudelijke onip
ders geen beperking hebben om dtj u>e 1,1
hardheid 8.4 DH na te leven is ortjflro,e
want dat doen ze wél. Maar u had 9e ei
wel begrepen dat ik zelf in het be!'lontro
ben van een waterzuiveraar. Dat t'Jt.
prima. De zinker van de overkantej"'* a'
gewoon een prestigekwestie van l*fi
PWN. Voor 23 miljoen gulden van**?!
zuivere water dat we hadden naar^
grootste rotzooi die we nu hebber
F. J. KiL
Denf»
Een ii
delev
opa
Den
I
k
Zeevogelspecialist Kees Swennen.
De kluut is een van de weinige typische Texelse'' vogels die zich redelijk weet te handha
ven. De vogel broedt namelijk op eilandjes en oevers van binnendijkse watertjes en is dus
niet afhankelijk van grasland, waar al vroeg in de zomer wordt gemaaid.