Ik ben als
die op een
een racecoureur
randje sjee
k
Sliek Welboren tien jaar schilder in de polder
).V,T. jongens vierde en zesde
Bouwmaterialen
gestolen
OV-KAART OOK GELDIG
VOOR DE BOOT?
NSDAG 20 DECEMBER 1988
TEXELSE COURANT
rAUiNA 7
Schilder, Texel, polder. Dat zijn de trefwoorden waarmee
Niek Welboren zichzelf het liefst omschrijft. In 1946 zag hij
in Den Helder het levenslicht. Toen hij acht jaar was verhuis
de hij met zijn ouders naar Texel. In de vierendertig jaar dat
hij hier nu woont heeft hij zich ontwikkeld tot een begaafd
schilder. In het begin vooral bekend om zijn „Texelse" land
schappen, later ook door abstracter werk met een karakte
ristieke eigen stijl.
Tien jaar zit hij nu in de voormalige buurtschool van Zuid-
Eierland, beter bekend als „De Scholerie". Zaterdag werd er
een overzichtstentoonstelling van zijn werk uit die periode
geopend, met als ondertitel: de constante -en de- verande
ring. De expositie kan nog tot 8 januari worden bezocht,
iedere dag van 14.00 tot 22.00 uur, uitgezonderd eerste
kerstdag.
Nas je als kind al bezig met tekenen
n schilderen?
Ja. Bij de expositie ligt een plak-
>oek met oude tekeningen die ik van
amilie heb teruggekregen. Als ventje
ran tien maakte ik al Texelse land-
chappen met kronkelwegen, boomp-
es, hekjes en tuinwallen. Op de
agere school zeiden ze al: Niek
wordt boswachter, want die tekent
nets anders dan bomenl Vandaar
waarschijnlijk ook mijn voorliefde
/oor de groen. Ik heb als veertienjari-
je eens een derde prijs in een inter
nationale wedstrijd gewonnen, dat
was een hele luxe doos met water-
ze rf.
zat als jochie voor de boekwinkel
/an mijn vader op de stoep, net als
egenwoordig die kinderen met ouwe
roep. Ik verkocht zelfgemaakte kleine
iquarelletjes. Een man ,ging eens op
oge poten naar mijn vader in de
inkel omdat hij die schilderijtjes te
duur vond. Ik vroeg een tientje of vijf
ulden, dat weet ik niet meer pre-
jcies. Mijn vader vroeg of de man het
jgnooi vond en of hij het dat geld
"waard vond. Dat was wel het geval
Dan niet zeuren, zei mijn vader. Maar
ik had door dat ik iets anders moest
verzinnen. Ik heb ze bij Frits van der
ooi gezet, de toenmalige gale-
ie/kunsthandel en toen waren ze bin-
en een week vertrokken voor f 20,-'
Bk haalde ook wel van die grote witte
chelpen uit het water bij Ceres. Die
leekte ik uit en ik maakte er een
fexels landschapje in. Gouden handel
■as dat.
ben ik een jaar of twintig was heb
Ik tijdens m'n eerste expositie ver
jaard dat ik van schilderen nooit
nijn beroep wilde maken, maar dat
was meer door dwang van m'n om-
jeving. Een vak leren was toch veel
verstandiger, werd gezegd Tekenen
was een leuke hobby".
Nat voor beroepsopleiding heb je
jevolgd
Ik ben al heel jong gaan werken.
Achteraf heb ik er spijt van dat ik
nijn schooltijd „verdroomd" heb. Ik
at altijd maar te tekenen. Mijn eer-
;te baan was bij bakker Schulte, die
at waar nu het filiaal van Timmer is
n Den Burg. Hij maakte altijd dezelf-
le grap: als jij het gebak afstrijkt met
lagroom, dan zal ik het bevruch-
en.... Het nog hete brood uit de oven
werd me door hem toegeworpen, ik
noest het op de planken leggen. Hij
lad van die geharde handen, maar ik
liet, dus je kunt je wel voorstellen
loe dat ging. Maar het was een leu-
;e tijd. Ik kon er mijn creativiteit best
uitleven, vooral tegen sinterklaastijd,
k maakte figuren van marsepein, dat
was toen nog heel apart. Het was al-
een zo jammer dat het werd opge
vreten.
k vind de geur van bakken en van
brood nog steeds het einde. Ik wil
traks het liefst een oven in mijn
luis".
Heb je nog meer banen gehad?
„Ik heb een tijd bij Bakker's Ijzerhan
del gewerkt. Daar heb ik later bij ver
trompet, dus zo ben ik mijn diensttijd
doorgekomen. We luisterden hier en
daar een lustrum op, heel leuk. De
resterende tijd bracht ik op de teken
kamer door".
Je was eigenlijk met je hobby's
bezig?
„Inderdaad en daarom heb ik de
dienst ook met als zwaar ervaren. Ik
droeg een uniform, maar verder was
het helemaal niet erg militaristisch.
Op die tekenkamer werkte een bur
ger, een gesjeesde kunstenaar kan je
wel zeggen. Hij was een voorbeeld
voor mij zo van: zo wil ik met afzak
ken. Ik maakte daar mooie menukaar
ten voor de officiersmess en
oorkondes. Daar heb ik leren zeef
drukken"
smal steegje met een dak en twee
deuren aan de voorkant, waar ik te
keningen en door mijzelf gehakte vis
sen van mergelsteen verkocht. Ik
verkocht ook opgezette krabben voor
iemand, je stonk er de tent uit.
Eigenlijk was het de eerste souvenir
winkel op de haven. Heel primitief,
maar leuk. Beter dan thuis werken.
Dat kleine huis drukte. De buurt
drukte ook, zonder dat ik nou speci
fiek mensen bedoel. Het is daar ook
allemaal sompig, onder de waterspie
gel. Water onder je huis, vreselijk ge
woon. Sommige mensen vinden
Eierland maar niks, maar het is hier
droger en daar voel ik me beter bij".
Kon je het financieel bolwerken?
„Het ging allemaal wat wringen, dus
ik heb weer wat baantjes aangeno
men. Ik wist wel dat ik wilde schilde
ren, maar ik kon er niet van leven. Ik
maakte wel prenten en verkocht die
op de markt. Daar ging ik met een
bakfiets die ik van Rab had gekocht
naartoe. Eén keer ben ik met mijn
dochtertje en een aantal buurtkindert-
jes in die bakfiets van de Hoge Berg
afgegaan. Zij vonden het préchtig,
maar ik heb nog nooit zulke panische
momenten meegemaakt. Met een
gang van 45 kilometer met zo'n bak
bouwingen zoals die van de Scholerie
veel plezier van gehad. Nog steeds
heb ik lol van de toen opgedane er
varing door het praten en meedenken
met aannemers en het omgaan met
machines. Ik kreeg er de gelegenheid
om te leren voor etaleur. Het ontwer
pen van reclamebordjes en opstellin
gen van artikelen. Maar toen was ik
al te precies en te serieus. Ik deed er
hardstikke lang over, maar men vond
het eindresultaat leuk. Er ontstond
wel wat wrijving, want de vraag rees
steeds vaker of ik nou klanten moest
helpen als het erg druk was, terwijl
ik midden in het maken van een
creatief bord zat.
Mijn stijl was goed herkenbaar, nog
steeds. Blokletter en mooie cijfers".
Waarom ben je uiteindelijk met dat
werk gestopt?
„Ik wilde niet achter de toonbank
blijven hangen, hoewel ik het werk
met plezier deed. Diep in mijn hart
voelde ik dat ik iets anders wilde. Ik
wéét dat ik een talent heb meegekre
gen en daar móest ik iets mee doen.
Het klinkt misschien wel erg beladen,
maar ik had dat al van kinds af aan".
Schilderde je ook toen je die banen
had?
„Van de zomer kwam de dochter van
bakker Schulte langs de Scholerie.
Die vertelde dat ik in de tijd dat ik bij
haar vader werkte al ieder vrij mo
ment zat te tekenen. Tussen de mid
dag nog even gauw naar de Hoge
Berg om een krabbeltje te maken.
Het zat er in en het móest er ge
woon uit.
Ik heb vóór ik in dienst ging nog een
tijdje voor mezelf gewerkt. Voor drie
kwart van de winkels in Den Burg
verzorgde ik etalages met reclame.
Ook bij Doortje Schrama met van die
grote roze corsetten. Daar had ik vre
selijk veel moeite mee, ik was geen
stoffenetaleur zoals Slijderink senior".
Vond je het vervelend om in dienst te
gaan?
„Ik heb een hele makkelijke diensttijd
in Bussum gehad. Eerst had ik willen
weigeren. Dat klinkt wat slap. Op re
ligieuze gronden ging niet, want die
had ik niet en op politieke gronden
bestond in die tijd nog niet. Weigeren
betekende voor twee jaar de gevan
genis in. Ik had toch een soort
egoïsme van: ik wil snel een eigen
bedrijfje als ik uit dienst kom en
twee jaar de bak in zag ik niet zitten.
Maar ik trof het. Door mijn muzikale
aanleg werd ik ingedeeld als tromme
laar bij het tamboerkorps der inten
dance. We moesten met een aantal
man op één rij lopen en toen bleek
dat ik andersom sloeg. Het klonk wel
hetzelfde, maar als zij hun rechterarm
ophieven ging bij mij m'n linkerarm.
Ik had natuurlijk weer eigenwijs me
zelf iets aangeleerd. Het stond niet.
Ze vroegen of ik ook kon tetteren en
gelukkig redde ik me aardig op een
Niek Welboren: ..In Eierland heb ik een soort rust gevonden
Wat deed je nadat je uit dienst
kwam?
„Het was pasen en ik had een soort
poppetje dat uit een ei kwam gete
kend, met het idee van: daar ben ik
weer. Ik ben weer in die reclame-
etalagebussiness gedoken. In Oude-
schild kocht ik nadat ik was ge
trouwd een heel klein huisje.
Zeefdrukken in de keuken, een ramp
voor de rest van het gezin. Er was zo
weinig ruimte. Daar zijn ook die be
kende miniatuurschilderijtjes ont
staan. Zelfs in mijn geest ging ik
woekeren met ruimte. Je ging daar
kleiner denken.
Gekke opdrachten kreeg ik in die tijd.
Ik moest een sinterklaas-etalage ma
ken voor Smederij Dros, hier in de
polder. Dros haalde mij dan altijd op,
want ik had toen geen auto. Dan
maakte ik daar een etalage met oude
wasmachines en een sinterklaaspop
terwijl je vanuit die winkel uitkeek op
een weiland met koeien!"
Wanneer ben je begonnen met ver
koop van eigen schilderijen?
„Ik had in 1969 bij dat huisje in Ou-
deschild een prentenwinkeltje. Maar
toen dacht ik al: ik moet naar die ha
ven, daar is handel. Tussen Van Bo
ven en een melkrijder had ik een
vol kinderen naar beneden racen en
niet kunnen remmen....doodsangsten
stond ik uit.
Ik heb advertentie-aquisitie voor de
Helderse Courant gedaan. Wat een
ramp. Milimeters verkopen en geen
tijd hebben voor ontwerpen. Maar er
moest brood op de plank.
Later ben ik bij het Maartenshuis in
De Koog terecht gekomen".
Wat deed je daar?
„Ik ging erheen met de gedachte dat
ik misschien wat kon tekenen met
die mensen. Men vroeg mij een
werkplaats op te zetten met de jon
gens, die te groot werden voor het
fröbelen. Ik heb eigenhandig die
werkplaats gemaakt. Het werk daar
sprak me wel aan, maar ik was ook
ontzettend angstig, alles was vreemd
en anders. In die tijd liep mijn huwe
lijk ook stuk. Ik kon zo'n anderhalf
jaar niet meer tekenen. M'n creativi
teit zakte af".
Kwam die creativiteit weer terug?
„In 1975 kwam ik weer op mezelf te
staan en toen besloot ik dat ik vanaf
dat moment ook schilder wilde zijn.
Mensen zeggen nu wel eens dat het
toch maar mooi makkelijk is dat ik al
leen ben en met niemand rekening
hoef te houden. Maar dan is er ook
geen hulp, geen samenspraak, geen
steun. Wat ik wil doen, moet ik ook
zélf doen. Ik zet vraagtekens bij dat
zogenaamde „geluk" van het alleen
zijn. En ik bén niet zo ongebonden,
want ik heb nu mijn bedrijf in de pol
der en daardoor kan ik ook niet weg
wanneer ik wil".
Mis je die steun?
„Ja, zonder meer Maar die kun je
niet opzoeken. Ik heb dat wel eens
getracht, maar dat loopt meestal uit
op een teleurstelling. De laatste jaren
laat ik het maar op me af komen.
Anders stoot ik toch m'n neus. Ik
ben er ook te hevig in, net als in mijn
werk. En des te heftiger is de te
leurstelling als het fout gaat. Ik leef
beslist niet vlak. Up's en downs heb
ik. Net een racewagencoureur die op
een randje sjeest".
Je hebt lange tijd bekend gestaan
om je „Texelse" landschappen. Wan
neer stapte je daar van af?
„In 1975 heb ik voor het eerst een
recensie van een expositie gehad
waarin stond dat ik ook nog wat an
ders kon dan landschapjes maken. Ik
had fantasiebeelden gemaakt van
Schots lijkende landstreken. Ik was
daar toen nog nooit geweest. Het
waren vreemde landschappen met
kastelen, een soort verlangen naar op
reis gaan. Ik had ook nog nooit
plaatsjes gezien van zulke gebieden.
Ik werk niet aan de hand van foto's,
ik maak iets naar een beeld in mijn
hoofd.
Met een toenmalige vriendin ben ik
drie weken naar Schotland gegaan
en daar zat ik te janken bij iedere
bocht, zo mooi vond ik het Er waren
geen woorden voor. Ik dacht, dit kan
ik niet maken. Het overtrof mijn
stoutste verwachtingen. Ik had eigen
lijk nooit wat anders gezien dat het
vlakke Texel".
Kreeg je toen niet het verlangen om
je daar definitief te vestigen?
„Natuurlijk. Toen ik terug kwam met
een map vol schetsen heb ik een
maand later een expositie gehouden.
Een explosie van werkdrift. M'n kop
zat helemaal vol en ik heb doedelzak-
muziek gedraaid tot de plaat er grijs
van was. Texelaars begrepen de kleu
ren die ik in m'n werk had gebruikt
helemaal niet. Maar dat was de
herfst in Schotland. Hele rare paarse
heide. Dat land is anders, die kleuren
zijn hier inderdaad niet.
Het jaar erop ging ik er met m'n
vriendin voor een half jaar heen.
Maar als je niet bent voorbereid op
een Schotse winter, vergeet het dan
maar. M'n handen zwollen op van de
kou en het vocht. Het enige wat je
kon doen was in een bad gaan zitten
met heet water iedere avond. Na drie
vier maanden zijn we, via het zuid
en van Engeland naar Spanje gegaan
en we kwamen uiteindelijk in Zwit
serland terecht".
Had je eigen vervoer?
„Een oude mini met werkelijk alles
wat eventueel van pas zou kunnen
komen erin. We werden in Spanje he
lemaal doorzocht door de douane en
je had ze moeten zien kijken toen ze
mijn stalen noren vonden' Wat ik
daar nou toch mee moest...."
Hoe was de „thuiskomst" op Texel?
„Dat was in 1977. Ik wilde niet blij
ven, zeker niet in Oudeschild. Daar
was teveel gebeurd. Maar om nou
helemaal je schepen te verbranden
en naar het buitenland te gaan, nee.
Ik wilde niet vluchten uit een nare si
tuatie die niet af was gemaakt. Dan
neem je alle sores mee.
Er verscheen een stukje in de krant
dat de school in Eierland nog steeds
leeg stond. Ik dacht, éls ik wat wil,
moet ik meteen bellen. Er zijn in het
verleden nog diverse andere mensen
mee bezig geweest, maar om één of
andere reden is het steeds terug ge
draaid. Toen ik het gebouw indertijd
eenmaal had gezien was ik helemaal
verkocht. Dat licht en zoveel ruimte.
Ik had er geen problemen mee dat
het in Eierland stond. Ik ben niet zo
als de ouwe Texelaars die vaak vin
den dat dat niet echt bij het eiland
hoort. Wat een onzin. Pas na een
half jaar wist ik dat ik het kreeg, een
enorm spannende tijd, waarin ik bijna
niet kon werken".
Wat waren je plannen met de
school?
„Ik wilde in zo'n drie jaar tijd iets
goeds opbouwen. Het blijkt dus tien
jaar te zijn geworden. Ik kreeg de
school in april en in mei heb ik al
m'n spullen erheen verhuisd. Ik had
wat geld door de verkoop van mijn
huis in Oudeschild. De school huurde
ik van de gemeente.
Ik ben als een gek gaan verbouwen.
In december 1978 heb ik de zaak
geopend".
Heb je in die tien jaar dat je in De
Scholerie zit een enorme groei door
gemaakt?
„Dat kun je wel stellen. Ik kijk terug
op een zinvolle periode. Ik heb vanal-
les uitgeprobeerd. Je zoekt naar een
vorm. Er stond hier eerst een toon-
bankje en ik had ook keramiek. Nu
niet meer. Uit een groeiende collectie
oude schoolspullen groeide een mu
seumpje. Het was hier natuurlijk
eerst een atelier, een galerie en te
vens een woonplek, want het huis
ernaast, waar ik nu sinds een jaar
woon, was nog niet vrij Ik had een
woonruimte geimproviseerd in één
van de lokalen. Maar dat was echt
bedoeld als tijdelijk. Het was te groot
en te koud, bovendien kun je je niet
afzonderen als je in je bedrijf woont.
Ik laat al zoveel van mezelf zien in
mijn werk, ik wilde niet ook nog mijn
privéleven voor klanten tonen, zo
van: waar slaapt u en met wie? Ja,
dat wérd soms gevraagd."
Wat vond jij van de Beeldende
Kunstenaars Regeling?
„Heb ik nooit in gezeten en wilde ik
ook niet. Je moest voor één stijl kie
zen en de plaatselijke ambtenaar gaf
me een lijst waar ik aan moest vol
doen, ik dacht, heb ik een vrij beroep
of niet? De groeten met je regeling.
Ik heb tot op de dag van vandaag
nooit overheidssubsidie gekregen. Ik
wilde dat volhouden. Nu probeer ik
het wel voor mijn schoolmuseum te
krijgen, maar vind ik een algemeen
belang. Maar voor het schilderen wil
de ik mijn hand niet ophouden. Soms
is het wel eens moeilijk en kan ik
even iets niet betalen, maar ik heb
altijd geleefd van de verkoop van
mijn schilderijen. Kilometers werk heb
ik gemaakt. En ik kan me redden".
Zie jij die tien jaar in de polder als
een afgerond geheel?
„Nee, het is een momentopname. Ik
denk zelf meer in periodes van zeven
jaar. Ik leef heel sterk met ups en
downs en de slechtste zeven jaar
waren de afgelopen jaren, er zit nu
weer een opwaartse lijn in. Zeven
jaar zegt de meeste mensen niks,
maar het zegt voor mij meer dan tien
jaar.
Ik heb nog een kop vol ideeën, zelfs
nog van tien jaar geleden. Als ik m'n
ogen dicht doe zie ik nog beelden uit
die tijd die ik toen al wilde schilde
ren, maar toen kon ik dat technisch
nog niet. Dat is die groei die ik heb
doorgemaakt. Door het schilderen
van de Slufter op alle mogelijke ma
nieren, door al het gepruts. Als je te
rug kijkt is tien jaar niets, want zit
een duidelijk herkenbare lijn in mijn
werk. Een bepaalde stijl die je in al
mijn werken steeds weer tegenkomt.
De verbouw van de Scholerie was
een kleine onderbreking van dat
groeiproces, want door al dat klussen
„verruw" je als het ware en in die
tijd schilder je niet. Maar daarna ging
het toch weer verder".
Hebben schilders een zesde zintuig?
„Lange voelhoorns moet je hebben.
Een soort intuïtief voelen wat goed
is.
Ik denk trouwens wel altijd dat iets
„effetjes" kan. Een familietrek kenne
lijk, want de opa waar ik naar ben
vernoemd, noemden ze Sergeant ef
fetjes. Die zei dan. doe effetjes dit in
een uurtje en dat was dan een week
werk. Ik dacht met de Scholerie ook
dat ik er in drie jaar wel een beetje
zou wezen en het werden er tien.
Deze tien jaar zijn afgerond en De
Scholerie is voor mij een basis van
bestaan. Ik heb meer erkenning ge
kregen. Ik heb hier in Eierland een
soort rust gevonden.
ijdens de afgelopen zaterdag ge-
ouden N.K. turnen voor vereni-
ingsteams te Waddinxveen wisten
e twee ingeschreven Texelse ploe-
en weer een prima prestatie neer
zetten. In niveau 6B werd de
G VT.-pioeg vierde en in niveau 3B
sde. Al vroeg in de morgen von-
len in sporthal de Sniep de eerste
wedstrijden plaats voor de nationale
|lubkampioenschappen op de ni-
aus 3B, jongens tot en met 12
ar. Naast G.V.T. namen hieraan nog
(egen gerenormeerde teams deel,
'aaronder P.S.V. uit Eindhoven,
G W. de Wijk Olympia Roermond
In V.N.K.H. uit Joure.
'e verplichte oefeningen op de zes
leren toestellen werden vooral beoor
deeld op de technische uitvoering en
samenstelling van de verbindingen.
Bij het eerste toestel (rek^ deelde de
jongensploeg van G.V.T. direct een
flinke klap uit. Rutger Zoetelief be
haalde 8.70 en Emile Keyser zelfs
9.15, de hoogste score van de G.V.T.-
turners. Ook Martijn Visser ging goed
en kreeg 7 90 voor zijn oefening. Mi-
chiel Spitzer ging iets minder dan de
andere jongens maar behaalde toch
een 7.70. Daar per toestel slechts de
beste drie resultaten tellen viel zijn
cijfer hier dus af. Ook op langemat
draaide de ploeg lekker en stond
zelfs na deze twee onderdelen op
een geriefelijke tweede plaats achter
W.G.W de Wijk. Ook na prima
voltige-werk was G.V.T. nog in de ra
ce, maar na een stevige onderwaar
dering bij de ringen kelderde de ploeg
een flink eind in het klassement. Een
toch wat aangeslagen ploeg presteer
de verder niet optimaal meer op de
laatste twee toestellen, sprong en
brug. Toch bleek bij de prijsuitreiking
dat G.V.T. deze dag in totaal weer pri
ma tevoorschijn was gekomen. Een
vierde plaats met 133,05 punten.
Hiermee bleef G.V.T RS.V. Eindhoven
dat als vijfde eindigde ruim twee vol
le punten voor. De derde plaats was
voor V.G.V. Varseveld met een ruime
voorsprong op de Texelaars van meer
dan zes punten. Tweede was Olym
pia Roermond met 140.20 en eerste
W.G.W. de Wijk met de enorme score
van 151.35 punten. Iets later op de
dag bonden de jongens tot en met
16 jaar in niveau 3B de turnstrijd met
elkaar aan. Op de uitstekende
toestellen werden hier door meerdere
jeugdige talenten zeer bijzondere
turnonderdelen geturnd. De Texelse
ploeg bestaande uit Mark Jan Mul
der, Joost Brugemann, Karei Dijker
en Arjan Hemelrijk kon zich flink uit
leven. Ook hier weer concurrentie ge
noeg en van een behoorlijk kaliber.
Ook hier tien teams waaronder Hera
Winschoten, Toos Waddinxveen (or
ganiserende vereniging) en O.K.K. uit
Oudekerk aan de IJssel. In verband
met het hoge niveau van de wed
strijd beloofde het een leuk toernooi
te worden om naar te kijken Vooral
de jongens van Hera en Toos voerden
de boventoon en eindigden respectie
velijk als eerste en tweede met ruim
verschil op de rest van de ploegen.
G.V.T. moest er behoorlijk aan scheu
ren om zich in het deelnemersveld te
handhaven. Dat dit op een zeer be
hoorlijke wijze lukte is dan ook te
danken aan de uitstekende concen
tratie die de jongens aan de dag
wisten te leggen. De uiteindelijk be
haalde zesde plaats werd dan ook
door turners en trainer als een zeer
goede prestatie beschouwd. Het was
voor het eerst in de geschiedenis van
G.V.T dat er tegelijk twee ploegen
aan het N.K. deelnamen. Dat beide
ploegen ook nog vrij hoog eindigden
geeft aan dat de kwaliteit hoog is,
zowel bij oude ploeg als de debutan
ten van de 6B ploeg.
Vorig weekend zijn op de Krim acht
deurkozijnen en vijf raamkozijnen
gestolen. De benadeelde is een
bouwbedrijf uit Callantsoog.
De Openbaar Vervoer kaart waarmee
onder andere studenten gratis ge
bruik kunnen maken van het open
baar vervoer in Nederland, kan niet
worden gebruikt voor Teso en ande
re veerdiensten. In de vergadering
van de raadscommissie voor Wel
zijnsbeleid pleitte Erna Eelman voor
een regeling waardoor men met de
OV-kaart ook met de boot meekan.
Wethouder Zegers deelde mee dat
hieraan al wordt gewerkt en het is de
bedoeling dat de Waddeneilanden via
hun Overlegorgaan gezamenlijk de
respectievelijke bootdiensten zullen
benaderen.