heo Zijm, directeur arbeidsbureau:
Werkloosheid is geen goede
aak voor een mens...."
Oplossing nabij voor
problemen logopedie?
„Zilver" en „goud"
voor Texelse slager
Van der Beek breidt
uit met aanhangers
NHN toont begrip voor „Texelse situatie"
1 19 OAG 1 DECEMBER 1989
TEXELSE COURANT
PAGINA S
ed
zegd dat hij blij was dat ik er zat om
hem meer wegwijs te maken in de
Texelse situatie.
Tja, sommige zaken liggen hier nou
eenmaal gevoelig. Het is nu minder
hoor, maar vroeger had je bepaalde
families die niet met elkaar overweg
konden Tegenwoordig is er toch wat
meer doorstroming van de vaste wal
ook.
Streng
Er zijn veel verschillen in de arbeids
bemiddeling van toen en nu. In mijn
beginperiode was het streng: we wa
ren een instituut waar tegenop werd
gekeken. Men nam alles meer aan.
Nu zoekt men zelf wel uit of iets zo
is. ledereen is mondiger en men
neemt niet klakkeloos iets aan. Als
men het er niet mee eens is, wordt
verzet geboden. Het is moeili jker
werken.
De aanpak was vroeger veel harder.
Als iemand weigerde werk aan te ne
men, dan werd keurig netjes een be
zwaarschrift gemaakt voor de
uitkerende instantie. Over het alge
meen betekende het dat de uitkering
werd ingetrokken. Dat was niet lek
ker om te doen, maar het werd drif
tig gehanteerd. Ik heb er heel wat
gemaakt".
Zijn jullie soepeler geworden?
„Ja. Er is een periode geweest dat
we iemand in alle gemoedsrust lieten
kiezen, want iemand die niet is ge
motiveerd, daar heb je niets aan. Dat
was in de jaren dat er genoeg aan
bod en weinig werk was.
Kiezen
De directie heeft ook altijd gezegd:
omdét er meer zijn, mag men kiezen
of men het wel of niet doet. Maar op
het moment dat er gebrek is aan
aanbod heeft men de keus niet meer.
Dat is de achterkant van het verhaal.
Als iemand meent dat hij ergens niet
moet werken, dan moet hij dat maar
vertellen en zeggen waarom niet. Wij
oordelen wel of het wel of niet pas
send is. Als wij vinden van wel, dan
wordt de uitkerende instantie in
gelicht.
De strenge periode komt echter
terug. Van hogerhand.vindt men dat
er weer moet worden gerapporteerd.
Ik denk dat de tijd niet ver meer is
dat als een gemeente geen sancties
toepast op onze kennisgevingen het
rijk zegt: wij korten op jullie uitke
ringen".
Vind jij het een goede zaak dat er
strenger wordt opgetreden?
„Als het vrijblijvend is, dan heb je
mensen die afhaken. Als er druk op
de ketel komt denken ze: laat ik het
toch maar eens doen en achteraf zijn
ze vaak blij dat ze het hebben ge
daan. Mensen die wat langer werke
loos zijn, komen voor een steeds
hogere drempel. Die gaan niet vrijwil
lig meer aan de slag. Ze moeten ge
woon een duw in de rug hebben om
ze erover heen te helpen.
Gezien de vooruitgang van de econo
mie komen we steeds dichter bij die
groep langdurig werkelozen.
Scholing
In ons logo staat „scholing". Ik denk
dat dat de komende jaren steeds be
langrijker gaat worden. Er zijn ook
plannen om te werken met zg. „ar
beidspools". Daarbij zullen langdurig
werkelozen worden ingezet in de col
lectieve sector, in de hoop dat enke
len weer in het werkritme komen en
van daaruit gaan solliciteren".
Is er werk voor iemand die echt wil?
„Daar ben ik heilig van overtuigd.
Misschien niet op Texel, maar elders
wel. Op het eiland komen we nog
een hoeveelheid werk te kort. Maar
dit stuk structurele werkloosheid
wordt steeds smaller. Ik hoop dat we
nog eens een zomer meemaken dat
we geen werklozen hebben. Maar je
zit hier altijd met de seizoenen.
Dankbaar
Bemiddeling is heus dankbaar werk.
Ik heb in al die jaren veel leuke zaken
meegemaakt, waarbij mensen hun
waardering voor ons werk uitspraken.
Het omgekeerde komt natuurlijk ook
voor. Dat we mensen opbellen dat
we werk voor ze hebben en ze daar
heleméél niet blij mee zijn. Vooral als
je het hebt over de bloembollen. Ik
kan me best voorstellen dat het niet
het meest verheven werk is, maar
ten eerste is het altijd tijdelijk en ten
tweede kan je altijd weg als je iets
beters kan krijgen".
Wat is het toekomstperspectief voor
de Texelse werklozen?
„De werkloosheid daalt. Het seizoen
wordt steeds breder. En erna is er
werk in de bollen. In de kerstweken
is er in de horeca wel weer wat te
doen. De maanden januari en februari
zijn moeilijk, dat is een rottijd.
Als het zo doorgaat kunnen we, op
één of twee maanden na, het jaar
rondbreien.
Werkeloosheid is geen goede zaak
voor een mens. Dus moet je er wat
aan doen. En daar zitten wij voor".
Slagerij Blauw uit Oudeschild heeft
met succes deelgenomen aan de
droge worst-wedstrijd" die werd
gehouden ter gelegenheid van de in
ternationale Anuga voedingsmidde-
lenbeurs in Keulen. De door dit
bedrijf ingezonden Texelse snijworst
werd bekroond met zilver. Texelse
droge worst eveneens met zilver en
een inzending osseworst zelfs met
goud.
De jury beoordeelde in het kader van
deze wedstrijd totaal 490 inzendin
gen, waarvan er achttien afkomstig
waren van (acht) Nederlandse
slagers.
Autoschadebedrijf Herm van der
Beek uit De Cocksdorp heeft er een
nieuwe activiteit bij: handel in aan
hangers (tot 6 ton). Van der Beek
heeft er in zijn bedrijfspand aan de
Langeveldstraat een showroom voor
ingericht, waarin tien modellen zijn
opgesteld.
De showroom neemt de plaats in van
de winkel in ijzerwaren, gereedschap
pen en dergelijke, die niet Is gewor
den wat Van der Beek ervan
verwachtte. Omdat hij in zijn garage
bedrijf vrij veel reparatie-opdrachten
kreeg voor aanhangers, trok deze
handel zijn aandacht. Probleem was
dat klanten voor deze reparatieklus
sen meestal lang moesten wachten,
omdat onderdelen en materialen niet
voorradig waren. Daarin is nu veran
dering gebracht: het bedrijf beschikt
nu over een magazijn vol assen, wie
len, verlichting en koppelingen.
Daarnaast bleek dat menig Texelaar
naar de overkant gaat om een aan
hangwagen te kopen. Weliswaar is
dat op Texel ook mogelijk, maar de
keuze is beperkt. Van der Beek pro
beert dit kennelijke „gat in de markt"
nu enigszins op te vullen met zijn as
sortiment. Hij handelt niet in aanhan
gers voor vrachtwagens, maar
uitsluitend in kleine aanhangers,
waartoe ook boottrailers en wagent
jes voor speciaal vervoer kunnen
worden gerekend. Ook is inruil moge
lijk. Een deel van de geshowde aan
hangers, namelijk die met een
draagvermogen van minder dan 750
kg, is door Van der Beek zelf ge
construeerd en gemaakt.
Wethouder Piet Zagers heeft woens
dagmorgen een positief gesprek ge
had met de directie van
ziektekostenverzekeraar Noord-
Holland-Noord (NHN) over de proble
matiek rond de schoollogopedie op
Texel. Er wordt nu zelfs gestreefd
near een oplossing vóór het eind van
het jaar. „We hebben een goed ge
sprek gehad, waarin we de diverse
feiten op een rijtje gezet hebben. De
deur is niet meer zo dicht als hij
was," aldus wethouder Zegers.
De schoollogopedie zit op het mo
ment in het slop. De schoollogope-
diste mag spraak-, taal- en
stemstoornissen bij de basisschool
leerlingen wel opsporen, maar niet
naar zichzelf verwijzen om de stoor
nissen zo mogelijk te verhelpen. NHN
wil van ziekenfondspatiënten de be
handeling alleen vergoeden als die
door een andere logopedist(e) uitge
voerd wordt. De overige logopedisten
hebben echter geen ruimte om de
basisschoolleerlingen erbij te nemen.
Bovendien kan de schoollogopediste
alléén van de opsporing niet leven. In
de huidige situatie komen alleen de
particulier verzekerde kinderen voor
behandeling in aanmerking.
Omdat brieven van huisartsen, tan
dartsen en de logopedistes niets aan
het standpunt van de ziektekosten
verzekeraar hebben veranderd, ging
de wethouder de zaak in Alkmaar
mondeling toelichten.
Zegers: „Er wordt nu naar oplossin
gen gezocht, maar hoe die er con
creet uit komen te zien, is nog niet
duidelijk. Of wij alles kunnen declare
ren is nog niet vastgelegd, maar het
gesprek is heel verhelderend ge
weest. Er is begrip voor de Texelse
situatie getoond en we streven er
naar nog voor het nieuwe jaar met
een oplossing te komen."
Afgesproken is dat er voor er beslui
ten vallen, aan welke kant dan ook,
eerst mondeling overleg zal plaats
hebben.
of je moest in de nacht weg. Giganti
sche terreinen vol tenten en wagens
en zoek dan die van jou maar eens".
Wat vond je niet leuk aan die tijd?
„De stoottroepen was een behoorlijk
paraat onderdeel. We hebben erg
veel oefeningen gedraaid door het
hele land. Ik deed dat met plezier
hoor. In de kazerne blijven vond ik
maar niks. Die discipline lag me niet
zo. Daarvoor kom je van Texel af,
denk ik. Toch een beetje vrijgevoch
ten. Exercitie en zo, dat kinderachtige
afblaffen, bah.
Onderdaniger
Tegenwoordig is het anders. Je kunt
nu van alles en nog wat terugzeggen.
Dat was toen niet. Je was wat on
derdaniger en niet gewend aan het
geven van commentaar. Je moest
eerst gehoorzamen, dan mocht je
pas protesteren".
Heb je voor je latere leven en werk
wat gehad aan die periode?
„Ja, ik denk het wel. Je raakt van
het eiland af, je komt eens ergens en
in contact met leeftijdsgenoten. Er
werd een hoop gein getrapt, maar er
moesten ook serieuze zaken gebeu
ren. Er werd ook fors aan de conditie
gesleuteld.
Je karakter wordt erdoor gevormd.
Je leert dingen doen die je eigenlijk
liever niet wilt. Het is gewoon: niet
leuteren, maar dóen. Dat is be
langrijk.
Ik denk dat het nog steeds niet ver
keerd is om in dienst te gaan. In mijn
tijd ging het allemaal veel strakker,
maar ik weet niet of dat beter is. De
jeugd van tegenwoordig is een stuk
mondiger, dat merk je hier ook. Ze
zeggen precies waar het op staat.
Wij zijn nog gewend dat een beetje
in te pakken of te slikken. Maar op
komen voor jezelf wordt nu op
school geleerd. En een leraar geef je
net zo makkelijk een grote bek als je
vriend, bij wijze van spreken. Iemand
doet zijn werk en doet hij het niet
goed, dan worden er aanmerkingen
op gemaakt. Er is weinig sprake meer
van ontzag".
Hoe ben je bij het arbeidsbureau ver
zeild geraakt?
„Ik naderde de afzwaaidatum. Je kon
je in dienst laten testen en dat heb ik
gedaan. Daar moest ik voor naar
Wassenaar. Het was zwaar, ik kwam
geradbraakt terug. Ik was van plan
iets in de techniek te doen, iets met
tekenen, want dat kon ik aardig. Ik
had de exacte richting gedaan, dus
technisch tekenaar lag wel op die
lijn. Maar na die test dacht men dat
ik nog wel wat meer kon. Er zat ook
iets artistieks in mij en daarbij past
het beroep van architect wel. Die be
roepsadviseur noemde zelf de Techni
sche Hogeschool, maar dat zag ik
helemaal niet zitten. Ik had er geen
zin in om weer een aantal jaren naar
school te gaan. Ik wilde na mijn
diensttijd gewoon werken en even
tueel daarnaast nog wel wat leren.
Solliciteren
Ik ben gewoon op Texel gaan sollici
teren. Iemand maakte me erop attent
dat bij het arbeidsbureau een vakatu-
re voor een bemiddelaar was. Daar
stond ook iets in over contacten met
bedrijven en daar zou ik natuurlijk
ook wel wat in aanraking komen met
techniek.
Het was iets waar ik nog nooit aan
had gedacht, maar ik wilde er wel op
reageren. Karei Stoepker was toen
nog directeur. Daar ben ik 's avonds
aan de deur geweest. Hij vroeg na
tuurlijk „van wie ben je der ien?" Hij
kon er zelf niet over beslissen, maar
nam contact op met de directeur van
Den Helder. Daar heb ik een gesprek
mee gehad. Er volgde een anteceden
tenonderzoek, een keuring, veel pa
pierwinkel invullen en nog meer
gesprekken, maar na drie maanden
was het rond".
Kon je meteen aan de slag?
„Nee, ik moest eerst een speciale
cursus in Amsterdam volgen. Ik heb
daar drie maanden kennis gemaakt
met alle facetten van het werk. En ik
heb me toen meteen bedacht dat ik
nooit op een groot gewestelijk ar
beidsbureau terecht moet komen.
Het was zó onpersoonlijk.
Gelukkig was ik aangesteld voor het
kantoor op Texel, dus er was geen
enkel probleem. Maar als je carrière
wil maken, dan moet je eigenlijk een
keer naar een groot kantoor toe.
Geen vereiste
Na die cursus moest ik nog MBO
doen. Dat was geen vereiste, maar er
werd wel sterk op aangedrongen.
odorus Bernardus Zijm (45 jaar), geboren en getogen Texe-
volgde enige tijd geleden J. Maasdam op als directeur van
Texelse arbeidsbureau. Zijn officiële benoeming liet lang op
wachten. Onlangs vierde hij zijn vijfentwintig jarige ambts-
leum.
o Zijm begon als bemiddelaar en heeft in die functie menig
Haar aan werk geholpen. „Werkloosheid is niet goed voor
mens en wij zijn er om daar iets aan te doen".
Maandagavonds ging ik daarvoor
naar Alkmaar en zaterdags naar
Utrecht. Dat duurde drie jaar, met
tussentijds examens. Het kostte veel
reistijd en er moest veel worden ge
leerd, terwijl je de rest van de week
gewoon moest werken".
Vond je eerste „klussen" als bemid
delaar griezelig?
„Als je solliciteert en je leest de wer-
komschrijving, dan denk je: hé, best
leuk. Maar dan kom je met de prak
tijk in aanraking en dan ontdek je dat
er een heleboel punten zijn waarop je
onderuit kan gaan. Je moet toch
mensen adviseren en doe je het ver
keerd....ik moet er niet aan denken.
Je bent als ambtenaar wel niet aan
sprakelijk, maar moreel natuurlijk wel,
vooral op Texel, waar iedereen je
kent.
Kijk, die inschrijvingen was je door
middel van rollenspellen wel in ge
traind. Daarmee ben ik begonnen. En
later krijg je pas die vraag/aanbod
vergelijkingen.
Vrouwen
Toen ik begon was de bemiddeling
voor vrouwen nog apart, daar kwam
iemand voor uit Den Helder. Juf
frouw Slikker was dat, een prachtig
mens. Er was ook bijzondere bemid
deling voor gehandicapten en jeugd-
bemiddeling. In grotere plaatsen had
je bemiddeling per bedrijfstak, maar
daarvoor was Texel te klein. Hier
deed je bijna alles".
Waar was het kantoor toen jij begon?
„Aan het Schilderend. Het gebouw
rooide nergens op. De werkgevers
gingen door de voordeur naar binnen,
maar de werknemers moesten hele
maal achterom, door de bijkeuken en
de keuken. Via de wachtruimte kwa
men ze bij mij voor inschrijving. In de
twee kamers stonden oliekachels die,
als het even waaide, geweldig begon
nen te ploffen en te stinken. Het wa
ren gewoon géén omstandigheden.
Borrel
Het had echter ook wel weer wat
gezelligs. Boven woonde mevrouw
Goênga en die zorgde zo'n beetje
voor ons. Als zij weg was gaven wij
haar plantjes water. En als ze jarig
was kwam ze om vijf voor half één
een borreltje brengen.
voor een vergadering over een be
leidsnota.... Pas toen ze zeiden dat
het voor mij was kreeg ik het door.
Mijn vrouw was me achterna geko
men met het pak en Theo kon zich
omkleden".
Wat voor opleiding heb je gehad?
„Ik ben na de lagere school naar de
HBS gegaan. Ik zat in de eerste lich
ting die op Texel kon blijven. Voor de
tweede klas werd een groep uit Den
Helder teruggehaald. Ik heb de B-
richting gedaan en kreeg daarna een
oproep voor militaire dienst. Dat vond
ik helemaal niet erg.
Bloembollen
Zomers werkte ik in de bloembollen
op Westergeest. We hadden een vast
groepje dat ieder jaar kwam. Dat was
altijd oergezellig, al moest er wel
hard worden gewerkt. Ik was na
school wel aan het solliciteren, maar
omdat ik nog in dienst moest lukte
dat niet erg. Dat maak ik nu in mijn
werk ook wel mee. Tegenwoordig
kun je echter om economische rede
nen makkelijker uitstel van dienst
plicht krijgen. Vroeger ging je
gewoon, je móest, klaar.
In april 1964 werd ik opgeroepen. Ze
konden het niet verder weg verzin
nen: Maastricht. Ik had voor mezelf
al uitgemaakt dat ik niet tot het ka
der wilde behoren. Ik had dat eerder
al eens bekeken. Dat staat maar te
gen zo'n groep jongens te schreeu
wen. Niets voor mij".
Waar ben je uiteindelijk geplaatst?
„Na de basistraining mocht ik een
verzoek indienen wat voor vervolgo
pleiding ik wilde doen. Ik was inge
deeld bij de infanterie en wilde wel
naar de ondersteuningstroepen. Ik
werd gespecialiseerd in TLV, dat is
Terugstootloze Vuurmond, eigenlijk
een grote kachelpijp op een jeep,
waar ze raketten mee afschieten. Een
soort anti-tankwapen. De opleiding
was in Roermond, dus al ietsje dich
ter bij Texell
Oefening
Na twee maanden werd mijn leger-
plaatsing de stoottroepen in Ermelo.
Ik mocht meteen mee op oefening
naar Frankrijk. Je had geen keus,
maar ik had er geen problemen mee.
Het was ook een leuke tijd. We gin
gen er heen met een enorme colon
ne. Het duurde alleen al drie dagen
voor we er waren. Sommige stop
plaatsen kwam je in het donker aan
Theo Zijm, directeur van het Texelse arbeids
bureau.
Ik kon het goed vinden met directeur
Stoepker. Hij was natuurlijk Texelaar
en kende iedereen. Men had het toen
niet over het arbeidsbureau, maar
over Stoepker. Dat wés het arbeids
bureau. Later is datzelfde gebeurd
met Maasdam. Ze kijken door het in
stituut heen naar de persoon".
Welk facet van het werk sprak je het
meest aan?
,,'s Winters heerste er erg veel wer
keloosheid. Wij bemiddelden naar
aanvullend werk. Dat waren werken
die werden uitgevoerd door de
Grondmij, vaak voor Staatsbosbeheer,
in de duinen, in het bos. Er zijn veel
mensen die daar met plezier aan heb
ben meegedaan. Er wés hier 's win
ters niks te doen en dat aanvullende
werk ging eigenlijk altijd wel door,
tenzij het erg hard ging vriezen. Dit
draaide juist in die slappe periode.
Loondienst
Er waren toen veel mensen die een
kleine bollenkraam hadden en daar
naast wat in loondienst deden. Ze
deden echter tekort om recht op WW
te hebben, dus die waren na het sei
zoen inkomensloos. Die gingen met
veel enthousiasme en animo naar dat
aanvullende werk".
Hoe lang heb je met Stoepker sa
mengewerkt?
„Vier jaar. Hij werd opgevolgd door
Maasdam. Die kwam natuurlijk van
de overkant. Hij heeft wel vaak ge-
om liet jou benoeming zo lang
ch wachten?
3d een mondelinge toezegging
I juli en daar zou nog een offi-
benoeming op volgen. Het zou
duren, dat wist ik. Dat komt
de complete herinrichting van
iganisatie, die volop aan de gang
i moeten veel mensen worden
jeplaatst en dat brengt de nodi-
-erkdruk met zich mee.
duurde en het duurde maar. Op
•ren moment wilde ik toch wel
wat zwart op wit hebben. Ik
de provinciale personeelsman be-
'd. Hij vertelde dat er wat pro-
en waren. De functie „directeur
üsbureau" bestaat eigenlijk al-
nog maar voor directeuren van
gewestelijk bureau. Ik zou een
coördinator of teamleider wor-
Tussenoplossing
«bben een tussenoplossing be-
t Ik heb een bevestiging gekre-
dat ik ben aangesteld als leider
dit bureau".
Ihng ben je al in dienst bij het
fee arbeidsbureau?
22 september werkte ik er 25
Ja, daar hadden ze me mooi
te pakken. Ik ben bij arbeids-
Piemngen in dienst gegaan op 21
11966. Je zou denken dat je ju
ni precies 25 jaar later valt,
'to werkt dat niet. Je militaire
stplichttijd hoort er ook bij. Dat
stig rekenen.
Kht na de zomer, laat ik slim
k bel afdeling personeelszaken
tei beloofde dat men een seint-
>J geven als het zover was.
'dus keurig te wachten en
de maar steeds niks. Mijn mede-
te' Jan Kuyper vertelde me dat ik
en vrijdag naar de overkant
et voor een vergadering en dat ik
•roeger dan normaal werd ver-
"t. Er ging bij mij nog steeds
lichtje branden.
Complot
wouw zat ook in het complot.
®d helemaal mijn pak klaarge-
i. maar ik dacht: ik trek lekker
spijkerbroek aan. Eenmaal in Den
vroeg ik verontwaardigd waar
geen vergaderstukken had ont-
n. Daar werd wat omheen
did. Ik werd meegevoerd naar
"smer waar een compleet koud
stond. Ik vond het wel wat
even hoor, zo'n hele eettafel
voor eon mens...."
kiosheid