Eendenkooiker Van der Spek vertelt:
„How to catch a duckin de Korverskooi
Wetenschap gebruikt
vondst voor onderzoek
Schade voetbalvelden
nog niet hersteld
06-11
'i'&ViV.;
v
3v
Gat in straat
Hond doodgereden
Amateurtje neemt
blijspel in studie
Aanrijding
Grote bruinvis stierf aan Texelse dijk
Aanrijding
DINSDAG 8 JANUARI 1991
TEXELSE COURANT
PAGINA 5
In het wegdek van de Loodssingel,
ter hoogte van woning nummer 6,
bleek zaterdagavond een gevaarlijk
gat te zitten. Een geschrokken brom
fietser meldde de politie dat er gat
zat van 50 bij 50 centimeter en te
vens een halve meter diep. De politie
waarschuwde gemeentewerken, die
een schrikhek en verlichting plaatste,
zodat weggebruikers op de onveilige
situatie werden geattendeerd. Het
gat is niet veroorzaakt door baldadig
heid, maar een verzakking, vermoe
delijk als gevolg van
rioleringswerkzaamheden.
Een Duitse staander van een
27-jarige bewoner van de Postweg
werd zaterdag tegen zes uur 's
avonds aangereden door een
43-jarige automobiliste uit Oosterend.
Het zwaargewonde dier werd naar de
dierenarts gebracht, maar overleed
onderweg. De hond was plotseling
de weg opgerend; de Oosterendse
remde nog wel, maar kon een aanrij
ding niet voorkomen. De vrouw
kwam met de schrik vrij. De rechter
voorwielophanging van haar auto
was dusdanig beschadigd, dat verder
rijden onmogelijk was. De auto
moest worden weggetakeld.
„Scheve sprongen in de Ze
vensprong" is de titel van het door
W.M. Hekkert geschreven blijspel, dat
toneelvereniging 't Amateurtje in stu
die heeft genomen. De repetities
staan onder leiding van regisseuze
Tjitske Luiken. De uitvoering is gepro
grammeerd op zaterdag 2 maart in
de zaal van dorpshuis De Wielewaal
in De Waal, aanvang 20.00 uur.
Bij een kop-staart botsing op de
Waalderstraat werden zaterdagmid
dag twee Texelse personenauto's
flink beschadigd. Er waren geen ge
wonden. De bestuurder van de voor
op rijdende auto, een 26-jarige
inwoner van Den Burg, moest rem
men voor een onverwacht overste
kend kind ter hoogte van de afslag
Maricoweg. De achteropkomende au
tomobilist, een 30-jarige man uit Den
Hoorn, kon een botsing met meer
vermijden. Het kind maakte zich ge
schrokken uit de voeten en is tot op
heden onbekend bij de politie.
Bruinvis aangespoeld. Enkele keren
per jaar krijgt EcoMare deze melding
binnen. Het vaak reeds overleden of
doodzieke dier wordt dan opgehaald
van strand of dijk. Nadat het dier is
opgemeten en gewogen, wordt het
Nationaal Natuurhistorisch Museum
in Leiden gewaarschuwd die de
bruinvis nog dezelfde dag komt op
halen. Over wat er gebeurt met der
gelijke vondsten, vertellen Marjan
Addink en Chris Smeenk, respectie
velijk onderzoekster en conservator
bij de Leidse instelling.
Vorige week was het tweetal op
Texel, omdat aan de dijk bij Oude-
schild een dood exemplaar was aan
getroffen. De heer F. Veldwisch trof
de bruinvis aan langs de dijk ter
hoogte van de RK kerk. Het dier lag
tegen de glooiing en was reeds over
leden. Uit de verwondingen kon wor
den afgeleid dat de bruinvis aan de
dijk zijn doodstrijd heeft gevoerd. Het
betrof een bijzonder groot exemplaar,
volgens EcoMare-medewerker Johan
Reijdon wellicht de grootste die tot
dusver op Texel is aangespoeld. De
lengte was 1.69 meter, terwijl 1.30
tot 1.50 gebruikelijk is. Het dier was
sterk vermagerd en woog nog
slechts 51 kg (normaal gewicht 70
kg).
„Doel van het onderzoek", vertelt on
derzoekster Marjan Addink, „is een
uitgebreid beeld krijgen van de bruin
vis in de Nederlandse wateren. Tot
1960 kwam de soort veelvuldig in
ons kustwater voor, maar verdween
plotsklaps, vermoedelijk als gevolg
van vervuiling en overbevissing van
de haring. De ministeries van verkeer
en waterstaat (Rijkswaterstaat) en
landbouw en visserij stellen geld voor
het onderzoek beschikbaar. Zij vinden
het belangrijk te weten waarom de
stand zo is achteruit gegaan en on
der welke omstandigheden de bruin
vis weer kan terugkeren in deze
streken. De bruinvis is daarom onder
de natuurbeschermingswet geplaatst
en wordt beschouwd als een zogehe
ten aandachtssoort, een indicator
voor het zeemilieu."
Is er dan zo weinig bekend over de
bruinvis? „Ja. Dat komt omdat ze
hier nauwelijks voorkomen en omdat
ze niet in gevangenschap kunnen
worden gehouden, zoals zeehonden.
In Denemarken is men wel bezig met
gericht onderzoek, maar dat gaat ge-
Eric van der Spek met een pas gevangen eend.
makkelijker omdat de bruinvis daar in
groteren getale voorkomt. Dit onder
zoek is daarop hopelijk een aanvul
ling."
Eén van de problemen waarop het
onderzoek zich richt is de vrucht
baarheid van de bruinvis. Bij zeehon
den is inmiddels de relatie
aangetoond tussen de terugloop van
het aantal geboortes en vervuiling
door PCB's. Bij walvis- en dolfijnach-
tigen zijn hiervoor aanwijzingen, maar
het verband is tot dusver niet weten
schappelijk aangetoond. Zodra sectie
is verricht, worden derhalve eerst de
voortplantingsorganen uit de dode
bruinvis verwijderd, vertelt Marjan
Addink. Daarnaast wordt gekeken
naar maaginhoud (wat heeft het dier
voor het laatst gegeten), eventueel
ziektebeeld, voorkomen van parasie
ten, leeftijd (af te leiden uit het gebit)
en aantal jongen dat een wijfje heeft
geworpen.
Op de kruising Bakkenweg/Rozendijk
vond woensdag een aanrijding plaats.
Een 19-jarige automobiliste uit Dus-
seldorf reed achteruit de kruising op,
waar net een 53-jarige man uit Bar-
chen reed met een Citroen. De scha
de was slechts licht.
De Texelse voetbalvelden hebben
zich nog steeds niet volledig hersteld
van schade die afgelopen zomer is
ontstaan door de droogte. De vitali
teit van de grasmat is, nu de helft
van het seizoen erop zit, zelfs sterk
teruggelopen, terwijl doorzaai niet
het beoogde resultaat heeft gehad.
Deze zorgelijke situatie is aanleiding
voor b en w een aantal maatregelen
te nemen om de schade weg te
werken.
Het 'plan behelst ondermeer opnieuw
doorzaaien van de grasmat. Boven
dien vergt het oprukkende onkruid
extra bestrijding, omdat het gras
geen kans meer krijgt zich te ontwik
kelen. De plekken die er het ergst
aan toe zijn vragen extra zorg.
De kosten van dit pakket maatrege
len bedraagt 713.900,-. De doorge
zaaide grasmat zal indien nodig extra
beregend worden. Met één
beregenings-installatie kan dit in on
voldoende mate, zoals is gebleken af
gelopen zomer. Daarom is uitbreiding
van de bestaande sproeicapaciteit ge
wenst. Het investeringsbedrag wat
met deze aanschaf gepaard gaat is
nog onbekend en niet bij het eerder
genoemde bedrag (713.900,-) inbegre
pen. De kosten zullen gedekt worden
door het onderhoudsfonds
buitensport-accommodaties, dat mo
menteel een saldo heeft van
f23.245,67. Een raming van de toe
komstige onderhoudskosten van
sportvelden wordt opgenomen in het
plan rationeel groenbeheer. In dit plan
begroot de afdeling culturele zaken
van de gemeente de totale kosten
van aanleg en onderhoud van alle
groenvoorzieningen op het eiland.
ALARM rjft
ALS ELKE SECONDE TELT
derlands produkt. De eenden worden
door de kooiker en zijn kooikershond
opgedreven en via netten belanden
ze in een fuik. Uiteindelijk laten ze
zich gemakkelijk met de hand
pakken.
In de fuik
In 1990 zijn er bijvoorbeeld 404 win
tertalingen geringd en 34 pijlstaarten.
Dit laatste aantal is het hoogste
sinds 1981. Naast de eenden worden
ook andere vogels gevangen om ze
vervolgens te ringen. Dit gebeurt met
behulp van de zogenaamde „Helgo-
landval". Dit is een trechtervormige
val, 40 meter diep met een invlieg-
opening van 25,5 bij 6,5 meter. Aan
het eind van de val is het vanghokje.
Dit is zodanig geconstrueerd dat de
vogels zich niet kunnen verwonden.
Sinds 1963 is de Helgolandval in ge
bruik. De eerste twaalf jaar werd met
lokkers gewerkt: vink, goudhaan, sijs.
De laatste twee jaar is Van der Spek
met geluid aan het experimenteren.
Daarnaast wordt gelokt met fruit uit
de boomgaard.
De vangst behelst een groot aantal
soorten vogels. In 1990 werden 1837
vogels geringd en het ging daarbij
om 58 soorten. Van torenvalk tot
kruisbek en van koolmees tot de
zwarte kraai. Een op 20 maart ge
vangen merel werd de volgende dag
op Helgoland opnieuw gevangen:
237 kilometer vliegen'
Excursies
Eén van de belangrijkste kenmerken
van de eendenkooi is de rust. Daar
naast is veiligheid een belangrijke
voorwaarde om de eenden in de kooi
te krijgen en te houden. Vandaar ook
dat er een uiterst voorzichtig beleid
wordt gevoerd ten aanzien van excur
sies. In principe is het voor Texelaars
mogelijk om een kijkje te nemen in
de kooi of om informatie te verkrijgen
over de doelstelling en het werk in
de Korverskooi. Eric van der Spek:
„Het is bepaald niet de bedoeling dat
hier op het terrein dagelijks grote
groepen mensen rondlopen. We heb
ben dit jaar trouwens een aantal ern
stige verstoringen gehad. Tijdens een
fly-past van de marine vlogen Orions
en F16's over de kooi. Hierdoor is
een groot aantal eenden verdwenen.
De havendienst van het vliegveld
Texel deelt tegenwoordig een kaart
uit met de te mijden vlieggebieden.
Dit lijkt, samen met de controle die
zij uitoefenen, het aantal verstoringen
behoorlijk te beperken."
Het beheren van een eendenkooi be
tekent dat je eigenlijk continu be
schikbaar moet zijn. „Maar het werk
houdt ook een grote vrijheid in", ver
klaart Van der Spek. Als we even la
ter, gewapend met brandende turf,
buiten lopen, begrijp ik wat hij be
doelt. Een uniek beroep. Kooiker Eric
van der Spek loopt door zijn unieke
territorium. Vanuit het midden van de
plas in een straal van 1130 meter:
water, riet, bos, vangpijpen, fuiken en
eenden, heel veel eenden. Als we af
scheid hebben genomen, merk ik dat
ik onwillekeurig loop te zingen:.
„Spetter, pieter pater, lekker in het
water, ik kom een druppel later".
Ruud Nooy
Het interieur van de kooi
De eenden van dichtbij bespied vanuit de schuilhut
,,Hier heb je een stuk brandende turf. De geur van dat spul
zorgt er voor dat wij door de eenden niet zullen worden opge
merkt". Even later gaan we fluisterstil op weg naar de eenden
kooi. Wetenschappers beweren dat eenden niet kunnen ruiken,
maar voor mij is die turf een uitstekende camouflage", aldus Eric
van der Spek, sinds januari 1989 full-time eendenkooiker. Het
heeft iets geheimzinnigs als we over het graspaadje door het
schitterende terrein aan de Ruigendijk lopen. ,,De paden hier
worden perfect onderhouden. Je moet er immers overheen kun
nen lopen zonder lawaai te maken", zegt Van der Spek. Het ons
omringende kooibos bestaat voornamelijk uit hakhout, leder jaar
wordt een deel hiervan gekapt. Het onderhoud aan de kooi vergt
een groot deel van de tijd van de eendenkooiker.
De rietschermen die de kooiplas om
ringen moeten regelmatig worden
vernieuwd. „In de periode maart tot
en met mei vindt het meeste onder
houd plaats. En verder is het nacht
werk. In genoemde periode zitten de
eenden in de duinen, 's Nachts ver
blijven ze op het wad om tegen de
ochtend weer terug te keren".
Fluisterend geeft Van der Spek deze
informatie. We naderen de plek waar
het allemaal om draait: de kooiplas.
Kijkend door een van de kleine ope
ningen in de rietschermen overkomt
me het gevoel dat ik vroeger had als
je in een kijkdoos keek: je weet dat
je iets bijzonders gaat zien, maar
toch ben je verrast. Allemaal Alfred
Kwaks. In allerlei soorten en maten.
„Het zijn er nu zo'n 1500", vertelt
Van der Spek. „In augustus zijn het
er wel 5- a 6000". De eenden gedra
gen zich als toeristen in een vakan
tieparadijs. Luieren, zwemmen en
uitrusten aan het water. Het voer dat
de kooiker verspreid maakt hen wat
actiever.
Vogelkooi
Voorafgaand aan de rondgang door
de kooi heeft Eric van der Spek in
zijn kantoor verteld over het beroep
van eendenkooiker en over de Kor
verskooi in het bijzonder. Hij blijkt
een boeiend verteller. „De Korvers
kooi is in 1842 als vogelkooi
gesticht. In 1961 is de kooi aange
kocht door het toenmalige ministerie
van onderwijs, cultuur en weten
schappen en daarna beheerd door
Staatsbosbeheer. Thans valt de kooi
onder het ministerie van Landbouw.
De jacht is het oorspronkelijke doel.
In het begin van de jaren '50 was er
een hoop weerstand tegen het van
gen van de eenden.
D. Korver (hij kocht de kooi in 1930
van de familie Thomassen) was de
eerste kooiker in full-time dienst. Hij
begon met het ringen van de eenden.
Dit onderzoek deed gaandeweg de
kritiek op de eendenkooien ver
stommen.
Het vangen van wilde eenden ten
einde ze te verkopen aan de poelier
is tegenwoordig geen doelstelling op
zich meer. Het zijn meer neven
inkomsten. Als je niets doet aan de
stand van de wilde eenden, zou de
kooi verstopt komen te zitten met de
beesten. Het gaat in de kooi met na
me om het vangen en ringen van het
zogenaamde „blauwgoed". Daaron
der wordt verstaan alle niet-wilde
eenden, zoals pijlstaarten en winter
talingen. De gegevens die bij het rin
gen worden verzameld, soort,
geslacht, leeftijd, lengte van de vleu
gels, worden opgestuurd naar de
Ringcentrale te Arnhem. Vdn de een
den komt veel informatie terug.
De eendenkooi is trouwens een Ne-