WEEKEND
Natuurexcursies
in Slufter en Geul
im\
29 FEBRUARI
SCHRIKKELDAG
Tijdens de crocusvakantie:
De Disselband schittert
in Eierlandse Huis.
IN DIT NUMMER
HORSZEL
Orkest gevormd door groep geestelijk gehandicapten
Vrij
Texels Vrouwenkoor
op talentenjacht
BERICHT UIT DE RUIMTE
HAARD
VRIJDAG 28 FEBRUARI 1992
PAGINA 7
F
■O* Nachtburgemeester
draait door
Schoenenbranche
verstevigt voetstuk
■0- Voorjaar ingeluid
met grimlach
"v" Filmnieuws
Door Ruud Nooy
„Waar zullen we mee beginnen", vraagt
bandleider Joop van der Mark aan een
aantal leden van het orkest. Met een
professioneel gezicht antwoordt mond
harmonicaspeler Kees Schipper: „Met
de feestpotpourri, Marta is immers bin
nenkort jarig." Het maakt het niet uit
wat de volgorde van het repertoire is.
Hij speelt alles uit z'n hoofd. Improvise
ren is waar het op aan komt. En de ko
mende verjaardag van tamboerijn-
bespeelster Marta is een mooie gelegen
heid om met feestmuziek te beginnen.
Zaterdagmiddag half drie. De zaal in het
Eierlandse Huis is afgeladen vol. De Al
gemene Nederlandse Ouderenbond
(ANBO) verzorgt een feestmiddag voor
alle afdelingen van Texel. Zo'n 250 men
sen zijn aanwezig. Mevrouw Huizinga
van de ANBO-Texel heeft voor deze mid
dag De Disselband gecontracteerd. Me
vrouw Huizinga: „Vorig jaar heb ik de
band zien spelen in Den Burg tijdens
een bijeenkomst van het Rode Kruis. Ik
raakte zo enthousiast, dat ik hen heb ge
vraagd terug te komen".
De Disselband bestaat uit acht verstan
delijk gehandicapten en hun (begelei
der Joop van der Mark. De groep komt
uit Hoorn. „De mensen wonen in een
gezinsvervangend tehuis in Zwaag (nabij
Hoorn). In 1985 is de band ontstaan.
Kees Schipper (mondharmonica) en An
neke Postel (drums) speelden af en toe
met elkaar en wilden op een gegeven
moment wel eens optreden. Zo gebeur
de het en langzamerhand kwamen er
meer muzikanten bij. De eerste tijd tra
den ze op in het tehuis. In 1987 was het
eerste officiële optreden, voor De Zonne
bloem", aldus Joop van der Mark, die ja
ren werkzaam is geweest in het
gezinsvervangend tehuis. Tegenwoordig
is hij beleidsmedewerker voor de gehan
dicaptenzorg in de regio Noord-Holland.
Inmiddels treedt de band tientallen ke
ren per jaar op. De decembermaand van
1992 en 1993 is al helemaal volgeboekt.
Joop van der Mark: „Het gevolg van
mond op mond reclame. De mensen
zien ons spelen en denken, hé dat is
leuk. Dat hadden we nooit verwacht".
De Disselband bestaat naast Kees Schip
per en Anneke Postel uit: Ger Besseling,
bongo's; Peter Tensen, timpana's; Marta
Huisman en Lia Luitjes, tamboerijn; Jean-
nette Weel en Dries Welvaart, sambabal
len en last but not least Joop van der
Mark op orgel.
REPETEREN
Joop van der Mark: „We repeteren één
keer in de week. Het repertoire varieert
van liedjes uit grootmoeders tijd tot num
mers van BZN en The Beatles. Het spelen
in deze band verhoogt het zelfrespect
van de verstandelijk gehandicapten in
niet geringe mate. Verder bevordert het
de integratie en is het natuurlijk een fijne
vrijetijdsbesteding. De leden van de
band hebben ontzettend veel plezier in
het maken van muziek".
Het optreden van De Disselband be
vestigt deze bewering. Al tijdens het
tweede nummer zingt de zaal uit volle
borst mee: ,,ln 't groene dal en Op
de grote stille heide". Met name Ger Bes
seling, bongo's, weet de zaal te bespelen
met gebaren en mimiek. Kees Schipper
fungeert als een soort concertmeester.
Steeds is er intensief contact tussen diri
gent en organist Joop van der Mark en
hem. De solo's van Kees brengen een
golf van enthousiasme in de zaal teweeg.
De stevige ritmesectie ondersteunt voort
durend de melodie. Aan het eind van de
show ontvangen de leden van de band
een attentie van het bestuur van de AN
BO. Publiek en musici kunnen terugkij
ken op een geslaagd en vooral
hartverwarmend optreden.
Door Adriaan Dijksen
Een duinwandeling in deze tijd is voor een natuurliefhebber een wande
ling vol verrassingen. Wie dat aan den lijve wil ondervinden, kan vanaf
morgen deelnemen aan excursies in de reservaten De Geul en De
Slufter.
Meestal zit het voorjaar in de lucht. Vaak
kun je het als het ware grijpen. Toch
moeten we niet vergeten dat het nog
winter is. Soms zelfs nog volop winter.
Zelfs onder de sneeuw beginnen sommi
ge plantjes al te groeien, zoals korstmos
sen. Zodra sneeuw en vorst over zijn,
kleuren mossen en korstmossen het
doorgaans nog geel-bruine duin met tal
rijke tinten grijs en groen. Vooral met
een lage zon geeft dat prachtige beelden.
Opvallend zijn bij sommige korstmossen
de voortplantingsorganen, of liever de or
ganen waarin de sporen worden ge
vormd. Als knalrode blaasjes staan ze op
de grillig gevormde en vertakte grijze
plantjes. Met je neus op de grond waan
je je in een sprookjeswereld.
POSTELEIN
Ook een flink aantal zogenaamde hoge
re planten, d.w.z. plantjes zodra de vorst
voorbij is. Het zijn vooral de kleine voor-
jaarsbloeiers zoals vroegeling, kleine
veldkers en klein tasjeskruid. Langs het
pad naar de Horsmeertjes en hier en
daar op camping Kogerstrand ziet het bij
voorbeeld ook groen van de winterposte-
lein. De enigszins ruitvormige,
helgroene blaadjes bedekken de bodem
soms helemaal. Onder de kleine witte
bloempjes die wat later verschijnen,
staan twee blaadjes die met elkaar ver
groeid zijn. Zo vormen ze een schoteltje.
In delen van Duitsland wordt het plantje
daarom „Tellerkraut" (=schotelkruid)
genoemd.
AMERIKAAN
Graspieper (Tekening lohan Reijdon)
hun kolonie en maken een kabaal alsof
elk moment met het nestelen kan wor
den begonnen. Toch duurt dat nog wel
twee maanden. Enkele zangvogeltjes
kunnen al terug zijn, en soms even zin
gen, zoals een graspiepertje. Af en toe
zien we ook een' rietgors of een rood-
borsttapuit. Daarbij weten we nooit hele
maal zeker of dit nu vroege trekvogels
betreft of dat die dieren toch stiekem
hebben overwinterd.
WANDELROUTES GESLOTEN
De waterrijke plaatsen en duinmeertjes
herbergen al meer vogels. We denken
daarbij aan allerlei soorten eenden en
wat De Muy en De Geul betreft natuur
lijk ook aan lepelaars. In de periode dat
veel trekvogels uit hun winterkwartieren
terugkomen en hun broedgebieden op
zoeken, is het van belang dat ze daar vol
doende rust vinden. Dat is ook de reden
dat Staatsbosbeheer per 1 maart de groe
ne wandelroutes, die door de rustgebie
den lopen, weer afsluit.
EXCURSIES
Anders dan in andere jaren, kunnen be
langstellenden en natuurliefhebbers van
af nu al weer excursies meelopen in
enkele rerservaten van Staatsbosbeheer.
De eerste rondleidingen worden gehou
den in de crocusvakantie, vanaf 29 fe
bruari dus. Dan kunnen onder leiding
van een deskundige gids van de Stichting
Natuurexcursies De Geul en De Slufter
worden bezocht. In maart wordt bij. vol
doende deelname afwisselend een ex
cursie gehouden in De Geul en De
Slufter. Daarna neemt Staatsbosbeheer
tot eind augustus de rondleidingen weer
zelf ter hand. Meer informatie over de
wandelingen is verkrijgbaar bij EcoMare,
Ruyslaan 92, De Kog (02220-17741). Men
kan zich daar ook voor excursies laten in
schrijven.
Eilandbewoners zijn anders. Dus
ook de Tesselaars! Eeuwenlang gol
den (en gelden) naast de officiële
landelijke wetten en regels de eigen,
ongeschreven wetten, die we zelf
controleerden en aanpasten. Soms
steil in de leer, maar meestal heel to
lerant, vooral als het 't eigen gewin
betreft. Op oude zeekaarten staat
een vetgedrukte waarschuwing bij
o.a. Duinkerken, Huisduinen èn
Texel: ,,Pas op bevolking niet te ver
trouwen", piraterij vanaf de kust.
Men stookte misleidende vuren om
strandingen uit te lokken. De vrije
jongens van de kust die vooral el
kaar in de gaten hielden. Regelmatig
werden de eigenzinnige Tesselaars
tot de orde geroepen, maar toch, die
vrije geest leeft nog steeds heel
sterk, alleen in een andere tijd, met
heel andere middelen. Piraterij in
de ether, hoe onschuldig ook be
doeld, ademt die zelfde gedachte.
„Misschien ook best wel een stukje
machtsbeleving" om het in zielknij
persjargon te zeggen. Piraterij langs
Texels wegen, lekker harder scheu
ren dan 80 km per uur (Mea Culpa!).
Méér politie, méér controle of in de
eerste plaats het bestrijden van het
Tesselse vrijbuitersgedrag? Kom
nou! Je vrijheid houdt op als je die
van een ander bedreigt of aantast. In
het verkeer kun je je beter naar de
letter van de wet gedragen, maar die
vrije jongens in de Texelse ether
Laat ze toch.
Horzel
Winterpostelein is geen inheemse plant.
Oorspronkelijk komt hij uit het westelijk
deel van Noord-Amerika. Als groente is
hij over een groot deel van de wereld in
gevoerd. Vanuit tuinen is hij ontsnapt en
verwilderd, ook in Nederland. Onze ge
kweekte groente postelein is dus een
rechtstreekse afstammeling, eigenlijk een
veredelde vorm van het Amerikaanse
plantje.
VOGELS
Wat de vogels betreft is het moeilijk te
voorspellen wat er in deze tijd te zien is
of te horen. Op mooie rustige dagen
kunnen wulpen alweer even hun broed
plaatsen met een bezoekje vereren. Zil
vermeeuwen bezetten in de vroege
morgenuren ook vaak voor enige tijd
Het Texels Vrouwenkoor is op zoek naar
verborgen zangtalenten op Texel. Het
koor voert een zeer gevarieerd repertoire,
van licht klassiek tot modern en staat on
der de vakkundige en enthousiaste lei
ding van dirigent Arie Groen uit Sint
Pancras. Het koor zoekt versterking van
stemmenmateriaal. Informatie: Nel Cupi
do (tel. 13560) of Anneke Dijt (tel.
13461). Belangstellenden zijn welkom op
zaterdag 29 februari tijdens de open dag
in d'Ouwe Ulo waar het koor van 14.30
tot 15.15 uur te beluisteren is bij een
openbare repetitie in de voorspeelruim
te. Een goede gelegenheid om de sfeer te
proeven.
Door Cees Ribbens
Morgen is het niet 1 maart, zoals gebrui
kelijk na 28 februari, maar voor de ver
andering 29 februari. 1992 is namelijk
een schrikkeljaar. De regel is dat bij elk
jaartal dat deelbaar is door vier een ex
tra dag aan het jaar wordt toegevoegd:
29 februari. Dat is een oude gewoonte
die werd ingevoerd door Julius Caesar
op 1 januari van het jaar 45 voor
Christus
In de tijd van Julius Caesar waren in het
grote Romeinse Rijk verschillende kalen
ders in omloop. De meeste waren Maan
kalenders, gebaseerd op de schijn
gestalten van de Maan.
Een „Maanmaand", de tijd tussen Nieu
we Maan en Nieuwe Maan, omvat iets
meer dan 29,5 dagen. 12 Maanmaanden
tellen tesamen dus een kleine 355 dagen
en dus komen we meer dan tien dagen te
kort om het jaar vol te krijgen. Dat is een
probleem, want behalve met maanstan
den heeft men ook te maken met de sei
zoenen, lente, zomer, herfst en winter,
die met elkaar het jaar bepalen. Het is
natuurlijk erg handig als bijvoorbeeld
een lentefeest of een oogstfeest elk jaar
op dezelfde datum vallen, en ook nog bij
het begin van de lente of vlak na de
oogst.
SCHRIKKELMAAND
Meestal werd dit probleem bij benade
ring opgelost door nu en dan een extra
maand in te lassen. Op die manier viel
de langste dag van het jaar weliswaar niet
altijd precies op dezelfde datum, maar
de afwijking kon men beperkt houden.
Elk volk hanteerde voor die correctie
eigen regels en dus liepen de meeste van
die kalenders niet parallel. De Romeinen
hadden er een potje van gemaakt. Ook
zij kenden een basisjaar van 355 dagen
(dus 12 Maanmaanden), maar de extra
maand die om de twee jaar werd ingelast
- die Mercedonius werd genoemd - had
maar 22 of 23 dagen. Op die manier ver
dween het verband met de Maanstanden
volledig.
De Romeinse kalender
Martius 31 dagen
Aprilis 29 dagen
Maius 31 dagen
lunius 29 dagen
Quintilis 5e) 31 dagen
Sextilis 6e) 29 dagen
September 7e) 29 dagen
October 8e) 31 dagen
November 9e) 29 dagen
December löe) 29 dagen
lanuarius 29 dagen
Februarius 28 dagen
samen 355 dagen
Idie eerder de elfde was (zie hét ka
derstukje).
Voor de moeite beloonde hij zichzelf
door aan één van de maanden zijn eigen
naam te verbinden: Quintilis werd Julius.
Zijn opvolger, keizer Augustus vond dat
wel een aardig idee en deed hetzelfde:
Sextilis werd Augustus.
Deze zogenaamde Juliaanse kalender is
tot op de dag van vandaag geldig geble
ven, zowel naar de namen van de maan
den als naar de lengte daarvan. En
daarom ook hebben onze maanden niets
meer uitstaande met de Maan.
GREGORIAANS
Julius Caesar werd al die verschillende
kalenders in zijn Rijk beu en voerde een
nieuwe in.
JULIAANS
Hij had berekenend dat een jaar 365 da
gen en zes uur duurde. Om dat jaar vol
te krijgen verlengde hij een aantal maan
den van de bestaande Romeinse kalen
der met één of twee dagen zodat ze
gezamenlijk 365 dagen telden. De nog
resterende zes uren werden in vier jaar
opgespaard tot een extra dag: de schrik
keldag.
Verder verschoof hij het hele zaakje zo
dat het begin van de lente (het tijdstip
waarop de dag en de nacht even lang
zijn) weer op 21 Maart viel. Tenslotte be
paalde hij dat het jaar begint op 1 janua
ri. Januari werd de eerste maand, terwijl
Enkele eeuwen later bleek het wel nodig
te zijn een correctie aan te brengen. Juli
us Caesar was uitgegaan van 365,25 da
gen in een jaar, maar dat was niet
helemaal juist. Het jaar heeft namelijk
een lengte van 365,24219 dagen, of - wat
hetzelfde is: 365 dagen, 5 uur - 48 minu
ten en 45 seconden. Dat is ietsje korter.
Hoewel het verschil heel klein lijkt loopt
dat in een paar honderd jaar toch lekker
op en in de Middeleeuwen werd al dui
delijk dat het begin van de lente niet
meer op 21 maart viel.
In 1582 besloot paus Gregorius XIII de
ontstane fout te herstellen. Hij poetste
tien dagen uit de bestaande kalender
weg. Na zondag 14 oktober volgde
maandag 25 oktober. Om te voorkomen
dat dezelfde fout in de toekomst weer
zou ontstaan, kwam er een nieuwe regel
bij. Wél elke vier jaar een schrikkeldag...
maar niet in de eeuwjaren, tenminste als
het eeuwgetal niet deelbaar is door vier.
Dus was 1600 wel een schrikkeljaar,
1700 niet, 1800 en 1900 ook niet, maar
2000 weer wel. Op die manier wordt het
jaar gemiddeld 365,2425 dagen. Ook dat
is nog wel iets te lang maar dat merken
we pas over een paar duizend jaar en wie
dan leeft wie dan zorgt.
Overigens ging niet de hele wereld direct
accoord met die kalenderhervorming. In
Engeland werd de Gregoriaanse kalen
der pas ingevoerd in 1752, in Rusland in
1918 en in China in 1929.
Als we in de avondschemering door het bos lopen zien we een autootje onop
vallend geparkeerd staan tussen de stapels gevelde dennestammen. De baas is
zeker even een eindje lopen met de hond. Mis. De baas staat zich schichtig
in het zweet te werken bij het aanhangertje achter de auto. Taktisch draait hij
ons enigszins gebukt de rug toe als we passeren. We grijnzen vol herkenning:
hout jatten. Thuis hebben we nog steeds een wekelijkse woordenwisseling over
een open haard. Vroeger hadden we er een. De een herinnert zich romantische
avonden met een mooi flesje wijn, de andere het fanatieke kap-sleep-, zaag-
en kliefwerk. Van een open haard wordt je wel vier keer warm en dan reken
ik het verbranden niet eens mee. Het was de tijd van de iepziekte. Dat kwam
mooi uit. Als je ze schilde, mocht je de stammen voor een zacht prijsje meene
men. Van schillen kreeg je blaren in de handen. Als de controle was geweest
ging je als een gek aan de gang om de aanhanger vol te krijgen. Thuis snel de
ongeschilde bomen zagen en verstoppen. Jan Kikkert verkocht hout en schatte
je vervoerscapaciteit. Dan rekende je vijf stammen af, maar door ze lepeltjesge-
wijs te leggen of alleen rechte uit te zoeken kon je er soms wel zeven meene
men. Bij een aannemer wat aanmaakhoutjes halen en dan razendsnel
mandenvol hardhout onder het zaagsel van de afkortbank plukken. Een open
haard wil ik niet meer, maar dat jatten mis ik wel.
D. WITTE ROEPER