De ramp: sommigen denken er nog elke dag aan TEXELSE couRANT VRIJDAG 29 JANUARI 199J De februariramp van 1953 eiste ook op Texel een zware tol. Het is een half mensenleven geleden maar de herinnering eraan is voor sommigen nog zeer scherp. Dat geldt met name voor de na bestaanden van de zes slachtoffers, maar ook voor de mensen die aan de dood ontsnapten, toen zij in de snel vollopende Een- drachtpolder in het kolkende water nog net op tijd de veilige dijk wisten te bereiken. Achteraf werd duidelijk dat het voor Texel nog veel slechter had kunnen aflopen. Dank zij de inzet van hon derden vrijwilligers lukte het om het onheil bij de Schanssluis te bezwe ren. Dat gold ook voor de nog ge vaarlijker situatie bij Oosterend waar een dijkbreuk op het nippertje werd voorkomen en daarmee een overstro ming die zich tot Den Burg zou heb ben uitgestrekt. Recordpei! Net als in Zeeland en Zuidholland werd ook in het waddengebied het water tot ongekende hoogte op gestuwd door een fatale combinatie van springvloed en een langdurige en zeer zware Noordwester storm. Za terdagavond om half elf werd bij De Cocksdorp 3.32 meter boven NAP gemeten. Bij het daarop volgende „laag" water zakte het niveau niet verder dan 2.25 plus NAP en zonda gochtend 1 februari om 7.00 uur gaf de NAP-meter bij de sluis van De Cocksdorp 3.30 meter aan. Dat bete kende dat het water bijna overal steeg tot boven de stenen glooiing van de dijken, die toen de helft lager waren dan tegenwoordig. De golven sloegen er overheen en vraten op tientallen plaatsen het zand en de klei van de kruin weg. De mannen van het dijkleger en vrijwilligers kwa men handen tekort om de gaten met zeilen en zakken zand te dichten. Bij Oost lukte dat op het nippertje, bij de Eendracht dus niet. Zwak punt Die dijk bezweek nabij Irene-hoeve van Th. Rutten, dus in het zuidelijke deel, vlak bij de aansluiting met de polder Het Noorden. Merkwaardig ge noeg is het tijdstip niet precies be kend. Sommigen beweren met stelligheid dat de dijk om acht uur brak; anderen die het evengoed kun nen weten houden het op half tien. Dat de waarheid in het midden moet liggen blijkt uit herinneringen van de familie Bekker, die in de polder recht tegenover het gat woonde. Ze zagen het gebeuren en het moet dus licht geweest zijn. Het breken van een dijk is niet een kwestie van één moment. Eerst wordt het dijklichaam aangevre ten en komt al vrij veel water naar binnen. Het gat verdiept zich betrek kelijk langzaam tot beneden de wa terlijn, maar daarna is er geen houden meer aan. Door het snel naar binnen stromende water wordt het dijklichaam razendsnel weggespoeld. Enorm gat In vergelijking met de tientallen dijk breuken die die nacht en ochtend in Zeeland en Zuid-Holland ontstonden, was het gat in de Eendrachtdijk uit zonderlijk groot: 120 meter. Door de getijdenwerking nadien werd het uit eindelijk 170 meter. Daarmee is verklaard waarom de 240 hectare grote polder met twee onge veer even grote agrarische bedrijven, zo snel vol liep en de vluchtende hulpverleners aan het andere eind van de polder door het water werden ingehaald. Waarom de dijk juist brak bij Irene-hoeve weet Jaap Boon (toen 29) uit Het Noorden te vertellen: de De Schanssluis, gezien vanaf de landzijde, toen het nog niet was gelukt de weige rende deur met zandzakken en zeil af te sluiten. Een woeste stroom water komt naar binnen. Duitsers hadden daar in de oorlog een mitrailleurpost. De fundering was in het dijklichaam ingegraven. Toen de post werd gesloopt werd de dijk niet goed afge werkt, waardoor deze plek zwak bleef. Slachtoffers De zes slachtoffers waren Redmer IJska (56), Willem Dijker (57), Dirk Kuip (36), Wieger Bernardus (34), Siebren Walsweer (23) en J. Koop man (48). Ze hoorden tot een groep mannen uit De Waal, De Koog en an dere plaatsen die gehoor hadden ge geven aan de oproep om de dijk te helpen redden. Toen ze bij Zeeburg bezig waren met het volscheppen en aanbrengen van zandzakken, brak aan het andere eind van de polder buiten hun gezichtsveld de dijk. Toen het water eraan kwam, vluchtten ze in de richting van de Eierlandse dijk. Een aantal maakte gebruik van de door J. Bruin bestuurde bus waarmee de groep voor een deel was aange voerd. Anderen gingen te voet of met andere voertuigen. De vluchten den werden al gauw door het woest stromende water ingehaald, waardoor de sloten aan het gezicht werden onttrokken en de weg naar de noor delijke uitgang van de polder alleen nog was te herkennen aan de tele foonpalen die er langs stonden. Paniek Hoewel het water met veel hoger was dan een halve meter, stroomde het zo hevig dat de autobus van de weg werd gedrukt en in de sloot kantelde. De inzittenden sprongen er in paniek uit, via deuren en het da kluik. Ze kwamen in de sloot terecht of werden een eind meegesleurd, in zes gevallen met fataal gevolg. Ook meerdere voetgangers konden zich niet staande houden en werden door het water meegevoerd. Sommigen klampten zich vast aan afrasteringen en palen en schreeuwden om hulp. Anderen hielden zich op de weg staande door elkaar vast te houden en de ongeveer honderd meter die hen scheidde van de Eierlandse dijk moeizaam te overbruggen. Op die dijk waren helpende handen genoeg, maar niemand durfde de drenkelingen in het water tegemoet te lopen. Met draden en touwen die hen werden toegegooid, werden sommigen op het droge getrokken. De toen 16-jarige en in De Waal wo nende Adrie de Wolf vertelt dat hij bij de vlucht op de weg bleef door zich vast te houden aan Aad Kooger. Hij zag wel diverse anderen wegspoelen. Daar was Arie Kager bij, die uiteinde lijk met een stuk puntdraad aan land werd getrokken. Wie eenmaal op het droge stond, durfde niet opnieuw het water in op de anderen te helpen, uit angst om dan zelf alsnog te ver drinken. Lang in touw Niek Schoo, toen 30, hoorde tot de groep Kogers die in de Dorpsstraat in de bus stapte om in de Eendracht te gaan helpen. Hij was daar en op an dere bedreigde plaatsen bijna 24 uur in touw. Ook melkhandelaar Dirk Kuip die in de Eendracht zou omko men, boswachter Jan Schol, Jan Zwan en Kees Groenhof waren daar bij. Schoo: „Toen we bij Zeeburg be zig waren zandzakken te vullen beseften de mensen best dat de pol der zou kunnen instromen. Schol zei dat we niet bang hoefden te zijn, want dat kon volgens hem niet zo snel. Eerst zouden de sloten vollopen en dan zou er nog tijd genoeg zijn om weg te komen. Maar die tijd was er dus helemaal niet, want toen we opweg waren naar de dijk kwam er De woning van de familie Bekker kort na de doorbraak. Het huis bleef in tact. maar de woning van de familie Schaatsenberg in de andere hoek van de polder werd vernield. van links een muur van water aanzet ten met een massa drijvende rommel en kon je geen wegen en sloten meer onderscheiden. Ik zag mensen zwemmen. Iemand die in de sloot was geraakt zodat alleen zijn hoofd nog boven water was, hoorde ik om hulp schreeuwen. Maar ik durfde niet naar hem toe omdat ik bang was dat ik dan zelf ook weg zou spoelen. Ik liep dus door, maar dat beeld van die man is me altijd bijgebleven". Soort gelijke ervaringen had de toen 16-jarige Arie Eelman die met zijn va der in de bus naar de Eendracht was gestapt. Hij herinnert zich schilder Boogaard uit De Koog, die min of meer drijvend op de lucht in zijn gas- jack, trachtte te zwemmen en uitein delijk met veel moeite aan de kant werd getrokken. Eieren Onder zulke omstandigheden reage ren mensen soms merkwaardig. Jan Zwan, die met eigen auto naar de Eendracht was gekomen, vond vlak voor de vlucht op Zeeburg een schaal eieren. Hij vond het zonde dat die misschien door het water ver zwolgen zouden worden en nam ze mee op de vlucht naar de dijk. Toen even later het water met geweld rond zijn benen spoelde moest hij ze losla ten. Na het vallen van het water wer den de eieren gaaf teruggevonden... Zwan probeerde ook een Morris per sonenauto die halverwege de vlucht- Foto's afkomstig uit eigen archief en de collecties van J. van Drongelen (Edam), A. Koopman J. Boon (Oosterend), H. Spigt (Den Hoorn) en C.P. Laan (Den Burg). weg was gestrand, te starten, maar dat mislukte. Schoo en Zwan kwa men elkaar later tegen toen ze hiel pen bij het houden van de dijk bij de Kaap en Krassekeet. Met tientallen anderen waren ze uren bezig met het volspitten en doorgeven van zakken zand. Schoo en Willem Burger lieten zich nadien ook nog inschakelen voor bewaking bij de Schans, waar het ook kantje boord was geweest. Intus sen circuleerden de verhalen over de Texelaars die vermist of verdronken waren. Toen Schoo eindelijk thuis kwam stond zijn vrouw te huilen om dat ze dacht dat ook hij was omgekomen. Chaotisch Net als in andere rampgebieden werd al gauw duidelijk dat mensen en in stanties niet waren voorbereid op een dergelijke catastrofe Over het alge meen was de coördinatie bij de hulp verlening niet best en ontbrak het aan leiding. Mensen renden achter el kaar aan en deden met de beste be doelingen wat hen goed leek. De mannen die in de Eendracht in actie kwamen moesten achteraf inzien dat het vlucht vanaf Zeeburg naar de verre Eierlandse dijk het slechtste was dat zij hadden kunnen doen. Zeeburg ligt in het hoogste deel van de polder, waar het water niet hoger dan een meter kon komen. Op de zolder van de vrij degelijke ge bouwen had men veiligheid kunnen vinden en ook de zeedijk zelf zou in zuidelijke richting een uitweg hebben geboden, maar er was niemand die zich dat tijdig realiseerde. Mede naar aanleiding van soortgelijke ervaringen in Zuid-Holland en Zeeland kreeg dat aspect aandacht in de evacuatieplan nen die nadien werden ontworpen. Bij acuut gevaar voor dijkdoorbraak kan men het beste met mondvoor raad en andere noodzakelijke dingen naar de bovenverdieping van de eiger woning gaan. Evacuatieplan Op Texel was zo'n evacuatieplan er na 1 februari als vrij snel, waarbij werd uitgegaan van het onder water raken van Het Noorden en het gebiec tussen Oost en Den Burg. Algemeen was er angst voor een volgende stormvloed, die veel desastreuzer ge volgen zou hebben dan de eerste omdat de geteisterde dijken niets meer konden hebben. Niet alleen wai de kruin over grote stukken gedeelte lijk weggeslagen, maar ook het dijkli chaam zelf was doorweekt en lekkend. Schart! De gevaarlijke situatie bij de Schans sluis ten zuiden van Oudeschild ma nifesteerde zich al op zaterdagavond. De sluisdeur die met rondsel en ket tingen werd bediend, werd door het water opgelicht en wilde niet meer zakken. Daardoor stroomde het zee water onbelemmerd naar binnen en ontstond een gat in het boezemdijkje tussen dijk en gemaal. Personeel van de polder, geholpen door met de sire ne opgeroepen vrijwilligers uit vooral Den Hoorn en Den Burg, kwamen even na middernacht in actie. Eerst was geprobeerd de waterstroom af te dammen door zakken zand voor de open deur te gooien, maar die spoelden even snel weer weg. Tech nisch hoofdambtenaar J. van der Pijl van de Dertig Polders raakte bij de werkzaamheden gewond en moest de leiding over laten aan zijn zoon Jan. Die vertelt: „We konden de wa terstroom stoppen door voor de half open deur eerst stukken spoorrails aan te brengen, die door Kees Drijver werden aangevoerd. Zo ontstond eer soort vlechtwerk dat we konden af dichten met zeil en zakken zand". Voor die langdurige operatie waren duizenden zakken zand nodig, die de vrijwilligers vol schepten bij het toen malige depot (restant van de oude waddendijk) tegenover de R.K. kerk van Oudeschild. Coupur: Bij de haven van Oudeschild moest ook worden ingegrepen met zandzak ken. Hier lieten de schotbalken waar mee de coupure in de havendijk naast „Havenzicht" was afgesloten veel te veel water door omdat het voorraadje droge paardemest waarmee de ruimte tussen de balken en de sponningen behoort te worden afgedicht, was verdwenen. Door ge noeg zandzakken tegen de balken te plaatsen werd ook hier het water bij de huizer weg gehouden. Het is normaal dat het haventerrein van Oudeschild bij stormvloed blank staat, maar zo hoog als op 1 februar 1953 was het nooit geweest. Bij de hoogste stand golfde het hier en daar over het muurtje dat toen op df havendijk stond. Volgens Piet Bekker die met zijn va der en zijn broer werkte op het be drijf van Th. Rutten, moet de Lees verder pagina Een van de vele bressen die in de Oosterdijk waren geslagen. Met zeilen en zakken zand werd een doorbraak die zeer ernstige gevolgen zou hebben gehad, voorkomen. Koningin Juliana, geflankeerd door Jaap Boon. bij het gat in de Eendracht dijk. Geheel rechts burgemeester C. de Koning. Hier voltrok zich het drama. De in de sloot gekantelde Teso-bus, die in paniek door de inzittenden werd verlaten. Op de achtergrond hoeve Zeeburg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1993 | | pagina 8