Mariniersoefening in Noorwegen
,,De bootcompagnie heeft
een Texelse m
„Op zo'n boot ben
je eigen baasje"
Korporaal Martin van Daalen:
ill ^fömermg ill
TEXELSE COURANT
rr-v"ï.
VRIJDAG 19 FEBRUARI 199;
De L9537 manoeuvreert door een fjord.
Sinds 1972 oefent het Korps Mari
niers jaarlijks in Noorwegen. De amfi
bische gevechtsgroep, bestaande uit
ruim 800 mannen, traint onder extre
me omstandigheden in de ruige
Noorse natuur. In 1977 is de boot
compagnie voor het eerst betrokken
bij deze „winterdeployment". De eer
ste keer gebeurde dat met twee
LCA's van het type Mark 1. Deze wa
ren echter niet voorzien van overkap
ping of een kachel, wat de oefening
tot een bar avontuur maakte. De lan-
dingsboten werden daarna aangepast
voor het werk onder koude omstan
digheden.
De Mark 1 werd vervangen door de
Mark 2. In 1991 werd de LCVP Mark
3 in gebruik genomen.
Thuisbasis Texel
De Texelse Joost Dourleinkazerne is
de thuisbasis voor de bootcompag
nie, die bestaat uit twee bootpelo
tons met zes Mark 3 en zes Mark 2
vaartuigen. Omdat veel mariniers
(800) naar Cambodja zijn voor het
uitvoeren van VN-taken is dit jaar
slechts een kleine ploeg (23 perso
nen) naar Noorwegen uitgezonden.
Het merendeel van hen vertrekt aan
het begin van de zomer ook naar
Cambodja.
De leiding van de eenheid in Noorwe
gen is in handen van kapitein Jack
van Baarsel. Het is zijn vijfde „Noor
se term". Omdat ook hij zich moet
voorbereiden op uitzending naar het
Verre Oosten, wordt hij halverwege
afgelost door luitenant Maarten Post.
Oostblok
Hoewel de verhoudingen tussen het
oosten en het westen de laatste tijd
versoepelen, heeft de militaire trai-
ning voor verdediging van het Noorse
gebied met zijn open zeehavens en
vele vliegvelden volgens kapitein Van
Baarsel nog steeds nut. „Het oost-
blok heeft nog een grote hoeveelheid
oorlogsmateriaal. Dat is weliswaar
niet operationeel, maar kan dat wel
snel zijn. Bovendien staat dit oor
logsmateriaal niet meer verspreid door
Korporaal Martin van Daalen (30) uit
Den Hoorn is sinds 1979 in dienst
bij het Korps Mariniers. Hij is eerste
bestuurder op een LCVP. „Varen is
mijn leven. Als het zou kunnen, zou
ik dit graag blijven doen. Maar je
mag nooit vergeten dat je bent op
geleid als marinier, dus als allround
soldaat."
Het is de achtste of negende keer
dat hij in Noorwegen is. ,,lk weet het
niet eens meer precies. Ik vind het
een geweldig land. Het is zo groot en
zo ruig. Hier kunnen we doen waar
voor we getraind zijn. Afzien? Ach,
wat is afzien. Wij vormen een on
dersteuningseenheid. Het gaat om
die vent met die zware bepakking op
die ski's, die is belangrijk. Dèt is af
zien. Wij staan lekker warm op de
brug van ons vaartuig."
Van Daalen, die zelf vóór zijn periode
als stuurman zoals alle mariniers ook
het koude infanteriewerk in Noorwe
gen heeft gedaan, legt uit dat het
„buddy-systeem" vooral in zware si
tuaties belangrijk is. „Wij werken al
tijd twee aan twee. Je kent elkaar
goed en je signaleert veranderingen
in iemands gedrag onmiddellijk. Het
tempo van de langzaamste bepaalt
het tempo van de groep. Verder
steun je elkaar zoveel mogelijk. Zo
kijk je regelmatig eikaars gezicht na,
op zoek naar witte plekken. Dat zijn
tekenen van bevriezing."
Wereldnieuws
Het lange tijd van huis zijn hoort bij
het werk van marinier. Van Daalen
heeft het er niet moeilijk mee. „Het
is zo betrekkelijk. Een zeeman is lan
ger van huis. Als je het moeilijk hebt
kun je met de communicatiemiddelen
van tegenwoordig zó contact met
thuis opnemen. Maar meestal heb je
geen tijd om ergens over na te den
ken. Het enige dat ik jammer vind is
dat we vaak lange tijd verstoken zijn
van wereldnieuws. Zo kwam ik eens
thuis en toen bleek de Berlijnse muur
verdwenen. Wist ik niet. En ik zat
naar een jaaroverzicht op televisie te
Korporaal Van Daalen controleert de koers op het radarscherm
kijken en zag dat een spaceshuttle
was ontploft. Oud nieuws, maar voor
mij niet." Door de oefeningen in so
bere omstandigheden ga je eenvoudi
ge zaken als stoelen, bedden en
warme douches zeer waarderen, al
dus de Texelaar.
Fanatiek baasje
In zijn werk maakt Van Daalen een
fanatieke indruk. „Op het irritante af,
ja. Ik wil dit zo goed mogelijk doen,
want varen bén ik. Je bent zelfstan
dig baasje op zo'n boot, met verant
woordelijkheid voor een bemanning,
passagiers en een duur vaartuig. Het
is een eigen bedrijfje."
Hoewel de oefeningen in Noorwegen
met de nodige veiligheidsmaatregelen
zijn omgeven, is het werk niet van
gevaar ontbloot. „Tja, het is nou een
maal anders dan bij de groenteboer
werken, op gevaar af dat ik nu alle
groentemannen achter me aan krijg.
Er is wel eens een ongeval gebeurd
met iemand die in een sneeuwvoer-
tuig zat en door koolmonoxyde-
vergiftiging stikte, maar dat kan el
ders ook gebeuren. We zijn goed ge
traind en bij de novices-courses
worden overlevingstechnieken erin
gestampt, zodat je reflexmatig het
juiste doet,"
Cambodja
De eindoefening vindt Van Daalen
het leukste van de Noorwegen-
exercise. „Er liggen dan allerlei sche
pen in fjorden met lui aan boord, die
wij naar land moeten transporteren.
En dan krijg je onverwachte berichten
over de radio over aanvallen. Je moet
onder tijdsdruk zaken voor elkaar ma
ken en in het donker manoeuvreren
en navigeren." Eenmaal thuis moet
Van Daalen zich voorbereiden op uit
zending naar Cambodja. Hij staat
daar nuchter tegenover. „Niemand
staat er op te wachten om naar ge
vaarlijk gebied te worden gestuurd.
Maar je collega's gaan, dus jij ook.
Hier zijn we voor opgeleid, hoewel
het niet iets is waarover ik sta te jui
chen." Hoewel hij nog niet zo bezig
is met Cambodja, probeert hij wel al
le informatie die hij erover kan krijgen
te lezen. „En wat er daarna komt?
Ach, dat is allemaal afhankelijk van
wat de politiek beslist. Wel onzeker
soms om daar van afhankelijk te zijn.
Maar het hoort bij het werk."
met financiële problemen. „Zo'n win-
tertraining is erg duur. Denk maar
eens aan de extra hoge personeels
kosten wegens de oefentoelage", al
dus de kapitein. Daarnaast loopt in
1995 het „memorandum of un
derstanding" af, waarin het gebruik
van de Noorse trainingsfaciliteiten is
geregeld. „Wat in de toekomst gaat
gebeuren is nog niet helemaal duide
lijk. Er wordt een speciaal „arctic
warfare centre" gebouwd in de buurt
van Narvik. Dat gaat plaats bieden
aan 2000 man. Misschien dat we
daar dan heen gaan."
De bootgroep
De Texelse bootcompagnie is een
kleine eenheid die zeer flexibel inzet
baar is. De onderlinge collegialiteit en
het teamwork staan hoog in het
vaandel, want de mannen zitten re
gelmatig voor langere tijd met elkaar
opgescheept in een beperkte ruimte.
„Een Texelse mentaliteit", noemt ka
pitein Van Baarsel het. „De Joost
Dourleinkazerne is maar klein en
iedereen kent elkaar. Dat is totaal an
ders in grote kazernes in Doorn of
Rotterdam. En de bootcompagnie
vormt dan nog weer een apart onder
deeltje binnen de Texelse kazerne."
Iedere boot heeft een bemanning van
drie personen, een eerste, een twee
de stuurman en een machinist. De
polyester LCVP Mark 3 is bijna 17
meter lang, ruim vierenhalve meter
breed en haalt een snelheid van 16,5
knopen. Er kunnen 34 soldaten of
een voertuig, alles tot een maximum
het hele gebied, maar is geconcen
treerd opgeslagen in deze buurt."
De Nederlandse mariniers zijn in
Noorwegen in de eerste plaats om
een Navotaak uit te voeren. „Maar
daarnaast zijn we er ook op uitnodi
ging van de Noren zelf. Zij voelen de
dreiging nog wel. Wie het ook is, als
er een vijand komt, moet hij hier
langs."
Laatste keer?
Maar omdat het gevaar duidelijk is
afgenomen, worden ook de militaire
oefeningen in het gebied enigszins
afgebouwd. Van Baarsel: „Het zal
echter niet gauw helemaal verdwij
nen. Er vindt een accentverschuiving
plaats. Koudweertraining kan ook
worden gedaan in Schotland en
Duitsland."
Waarschijnlijk zal volgend jaar niet
worden geoefend in Noorwegen. Dan
vinden in Lillehammer de Olympische
Winterspelen plaats, waarbij het
Noorse leger wordt ingezet voor be-
veiligingswerk. De Engelsen zitten
Noorwegen, ruig, wit en koud. Fjorden vormen het decor
voor de drie landingsboten van de Texelse bootcompagnie.
Van januari tot half maart wordt geoefend onder arctische
omstandigheden in samenwerking met het 539 assault squa
dron van de Royal Marines, waarbij de bootcompagnie is in
gedeeld. Ook wordt getraind met Noorse eenheden.
Beelden van ontberingen doemen op. Afzien in het ijs. Maar
is dat nou eigenlijk wel zo? En heeft het allemaal nog wel zin
nu de oost-westverhoudingen versoepelen? Uw verslag
geefster waagde zich tien dagen tussen de mariniers in
Noorwegen. Een verhaal over butsen en cloggies, landingsbo
ten en arctic training.
Kapitein Jack van Baarsel....een Texelse
mentaliteit..
van 7 ton, mee worden vervoerd. De
bewapening bestaat uit twee 50
browning mitrailleurs. Navigatie ge
schiedt met een girokompas gekop
peld aan een radar. Daarnaast heeft
de Mark 3 de nodige communicatie
middelen aan boord.
Inzetbaarheid
De bootcompagnie kan op verschil
lende wijzen worden ingezet. Er kan
ondersteuningsvuur worden verleend,
er kunnen landingen mee worden uit
gevoerd voor snelle amfibische aan
vallen of stille verkenningen en
troepen en materiaal mee worden
verplaatst op grote schaal. Daarnaast
kan de bootgroep gewonden vervoe
ren of onderdak bieden met warmte,
licht en verbindingsmogelijkheden.
„We zijn veel meer dan alleen een
bootbemanning. Dat wordt wel eens
onderschat", aldus de kapitein. „We
zijn een gespecialiseerde eenheid,
maar toch zeer breed inzetbaar. Een
zelfstandig onderdeel met nautische
kennis en veel vaardigheid op gebied
van navigatie, gebruik van boordwa-
pens en het maken van radioverbin
dingen."
Novices
Op 4 januari heeft de zogenaamde
„advance party" koers gezet naar de
basis Krakenes Fordt bij het Noord-
Noorse Harstad, Deze kleine groep
zorgde voor het gereedmaken van de
accommodatie, in afwachting van de
rest van de mariniers. Ook gingen
twee nieuwelingen, die „novices"
worden genoemd, mee met de ad
vance party. Zij werden onderwor
pen aan een „novice ski and survival
course", die alle nieuwelingen in arc
tisch gebieden moeten ondergaan.
Deze training brengt vaardigheden bij
die nodig zijn om te overleven in ex
treem koude omstandigheden. Behal
ve skieën en het aanleren van
overlevingstechnieken aanleren wordt
aandacht besteed aan het bouwen
van „snowholes" en schuilhutten van
takken waarin een aantal nachten
moet worden doorgebracht.
Veel pech
De Noorwegen-expeditie 1993 is met
pech omgeven. Kapitein Van Baarsel:
„Het materiaal waarmee we hier
werken bestaat uit vier LCVP's, vier
LCRM's, een grote truck, een landro
ver en uiteraard pallets met munitie
en andere arctic warfare-zaken. De
mannen werden op 16 januari per
vliegtuig overgebracht en het mate
riaal zou om dezelfde tijd in een
schip worden geladen voor vervoer
over zee. Dat liep echter aan alle kan
ten mis."
Het schip waarmee het materiaal
werd vervoerd is een zogenaamd
„submergebel ship", vergelijkbaar
met een dok. De boten die als lading
mee moeten, kunnen naar binnen
worden gevaren, waarna het laadruim
wordt leeggepompt. Door de storm
die ook de Texelse kust teisterde, ar
riveerde het schip niet op tijd in Den
Helder. Vertrek vond pas een week
na de geplande datum plaats. Ser
geant Jack Smeenk en korporaal
Martin van Daalen voeren mee om
toezicht te houden op het materiaal
van de bootcompagnie.
Het schip kwam opnieuw in hevige
storm terecht. Daarbij werd één van
de bolders van de gloednieuwe LCVP
L9541 losgerukt, waardoor de boot
door het laadruim werd geslingerd en
zwaar beschadigd raakte. Ook werd
de achterklep van de truck geraakt.
Met veel moeite werd de lading vast
gezet, waarna pas op 27 januari
Harstad werd bereikt.
Lastige reis
Ook de vliegreis van de overige mari
niers verliep niet zonder incidenten.
Omdat het „de-icing-system" (dat
het vliegtuig ijsvrij houdt omdat het
anders te zwaar wordt) van de Fok
ker 27 uitviel, moest na enkele uren
vliegen worden teruggekeerd naar
Eindhoven Airport. Overstappen in
een ander toestel nam veel tijd in
beslag. Van Baarsel: „We hadden
erg veel spullen zelf meegenomen,
omdat we wisten dat het schip nog
niet weg was. Onze ski's bijvoor
beeld. Dan konden we in Noorwegen
alvast wat oefenen, in afwachting
van ons overige materiaal. Maar daar
door duurde het even voor we alles
hadden overgeladen."
's Middags werd voor de tweede
keer koers gezet naar het vliegveld
van Evenes, vlakbij Harstad. Maar op
nieuw ging het mis. „We zaten al in
de landing, toen het toestel weer
werd opgetrokken. De omstandighe
den bleken te slecht en er werd uit
geweken naar Bodo. Noodgedwongen
hebben we daar een hotel opgezocht
en zijn we de volgende dag pas door
gevlogen naar Evenes."
Ski-training
Terwijl werd gewacht op het dok
schip onderwierpen de mariniers zich
aan .continuation training", oftewel
het opfrissen van de kennis die tij
dens de novice-courses wordt opge
daan. Van Baarsel: „We konden niet
zoveel doen, want de tenten en ra
dio's zaten allemaal op het schip.
Langdurig het veld in was daardoor
niet mogelijk. We hebben ons vooral
bezig gehouden met ski-training, zo
wel cross country als downhill. Ook
hebben we een dag geoefend in het
rijden met Noorse sneeuwvoertuigen,
de bandweagon 206."
In de oefeningen in Noorwegen zit
een bepaalde opbouw. Na de eerste
gewenning wordt op kleinschalige ba
sis de specialismen van eenheden
getraind (STA: special to arms trai
ning). Voor de Texelse groep betekent
dat oefeningen met de eigen boten.
Daarna volgt de tweede special to
arms training, maar nu in samenwer
king met andere eenheden. De vol-
gende „unit exercise" is nog iets
grootser van opzet. Afsluiting is de
eindoefening die dit jaar als code
naam „Battle Griffin" heeft meege
kregen. Hieraan doet een hele
brigade van wel 3000 man mee, va»
Amerikaanse, Britse, Noorse en Ne
derlandse nationaliteit.
Teleurstellinj
De schade aan de L9541 was een
enorme klap voor de Nederlandse
eenheid, vooral voor de vier beman
ningsleden, korporaals Erik de Boer
Lees verder pagina 7
Mariniers maken veel ge
bruik van afkortingen en
bijnamen. Hier volgt een
verklarende lijst:
LCA Landing Craft Assault)
een landingsvaartuig, verschenen
in de types Mark 1
LCVP Handing Craft Vehicle and
Personei) een groter landings
vaartuig voor troepen en voertui
gen, type Mark 2 en 3
LCU ILanding Craft Utilities)
een erg groot landingsvaartuig
van de Royal Marines
LCRM ILanding Craft Rubber Mo
torized een van een buiten
boordmotor voorziene rubberboot
RRC IRigged Raiding Craft)
een zeer snel, nagenoeg onzink-
baar polyester boot
Butsen bijnaam voor Britse
mariniers
Dutchies of Cioggies bijnaam
van de Britten voor Nederlandse
mariniers. Cloggies betekent
klompen.
Naar de Texelse bootcompagnie van het Korps Mariniers in Noorwegen.
„Zou je dat nou wel doen kind", zei m'n moeder nog voorzichtig. Maar
ze bedoelde eigenlijk meer de kou, begreep ik later.
Als vrouw tussen allemaal mannen, hoe is datDat is bijzonder. Natuur
lijk kende ik de meesten al wat langer, we komen elkaar regelmatig tegen
als onze werkzaamheden elkaar kruizen. Maar samen leven in een kleine
gemeenschap is toch iets anders. Ik voelde me er zeer thuis. Na een eer
ste dag van enige terughoudendheid werd ik in de groep opgenomen.
Mariniers staan van oudsher bekend als een keurkorps. Of dat nog zo is,
daarover zijn de meningen verdeeld. Maar tijdens de tien dagen die ik heb
doorgebracht temidden van de mannen ben ik onder de indruk geraakt
van hun vakbekwaamheid, het verantwoordelijkheidsgevoel, maar vooral
ook de onderlinge kameraadschap. Problemen worden samen opgelost,
tegenslagen met elkaar verwerkt.
En dan was ik daar, met mijn ongetwijfeld stomme vragen. Ik kreeg alle
medewerking. Het weer zat tegen, wat het fotowerk niet ten goede
kwam. Maar ook ik kreeg de steun die bij kameraadschap hoort.
Soldaat zijn is iets dat kan worden aangeleerd. Marinier zijn niet, dat
komt van binnen uit. Mam, je kan gerust zijn hoor. Ze hebben goed op
me gepast.
Mannen, bedankt.
Tessi