Repor tag
Steeds minder weidevogels
in het Texelse boerenland
Geknipg></
KORTTexels
TEXELSEi? COURANT
SPEURTOCHT NAAR NESTEN OP EEN KOUDE APRILZONDAG
nkele cijfers over
welse weidevogels
Landbouw positief
over bescherming
Straling zendm
geen gevaat
de sezond
hei
Drijver en Dijker
zoeken naar nesten
rond Den Hoorn
Brand in appartement
door kortsluiting tv
Gelegenheidspenning:
De Wadden Ecu
VRIJDAG 29 APRIL 1994
iog boven ons horen we het lied van een veldleeuwerik,
doet me denken aan jaren geleden, toen Ik mijn vader
0 in de bollen en het gezang van het kleine vogeltje niet
de lucht was. „Ja, ze zijn er nog wel, maar het zijn er
[I veel meer", zeggen Dirk en Giet. „Vroeger zaten er hier
il meer, nu één of twee. En vorig jaar op circa 30 hectare
polder Eierland hoorde je er zelfs maar één."
ruim tien jaar spannen Giel
en Dirk Maas zich elke lente
de nesten van weidevogels
beschermen. Toch hebben zij
andere vrijwilligers niet kun-
voorkomen dat kenmerkende
orten als kieviten, scho-
iters, tureluurs en grutto's in
ids mindere mate voorkomen
het agrarische land van Texel,
mmige vogels zoeken een vei-
heenkomen in reservaatsge
len, zoals Waalenburg,
ren komen door allerlei oor-
n niet meer terug. Vorig jaar
3 het aantal broedparen naar
dieptepunt, maar de eerste
iltaten van dit voorjaar geven
wat hoop. Dat blijkt tijdens
tocht die we samen maakten
het Texelse boerenland.
nsonze afspraak op een vroe-
zondagochtend half april is het
Ier koud. Het motregent en ge-
de zwaarbewolkte lucht
rdt het er de eerste uren niet
Ier op. Als Giel en ik Den Burg
bben verlaten en bij een stuk
d aan de Laagwaalderweg uit
auto stappen, blijkt er boven-
een striemende westenwind
itaan. Dirk stqat al bij het hek te
ihten, verrekijker in de aanslag,
r ons ligt een zompig bouw-
nd, dus wijselijk volg ik het voor
lid van mijn gidsen en verruil
mijn sportschoenen voor een soli
ste! laarzen.
Telescoop
lor we het land betreden turen
ken Giel aandachtig door hun
cers naar de aanwezigheid van
idevogels. Met de „telescoop"
Giel valt met enige oefening
broedende kievit op honder-
n meters te ontdekken. Omdat
kijker de afstand vertekent,
leien we toch met het blote oog
chatten waar het nest zich be-
We oriënteren ons aan de
nd van paaltjes en hekken.
Idra we over het hek stappen,
igen alle vogels op. „Het heeft
mzin om te onthouden waar de
viten de lucht ingingen. Zij pro-
en altijd de aandacht af te lei-
i door eerst een meter of vijftig
hot nest vandaan te lopen",
vertellen Dirk en Giel. Van laag
overscherende scholeksters heb
ben we geen last. „Een teken dat
ze nog niet aan het broeden zijn.
Want als er een nestje met eieren
ligt, gedraagt de lieuw zich agres
sief. Hij vliegt je bijna aan."
Krabbeltjes
Het land blijkt ideaal voor kieviten.
Aan de vier al bekende nesten
voegen we er drie toe, allemaal
echt nestelt. Steevast als we krab
beltjes tegenkomen, ontdekken
we een nest in de directe na
bijheid.
Markering
Dirk en Giel markeren elke vind
plaats met een stok, die ongeveer
twee meter vanaf het nest in de
grond wordt gestoken. In de rij
richting, zodat als dadelijk met de
trekker het land wordt geploegd of
ingezaaid, de betreffende agrariër
de stok op zijn weg tegenkomt en
tijdig kan remmen. Volgens af
spraak verlegt de boer dan het
nest op het gedeelte van het land
dat al is bewerkt. De meeste stok
ken zijn van afstand te herkennen
door een geel of rood stukje
plakband.
Maar ook in de natuur ligt het ge
vaar voor weidevogels op de loer,
zo vertellen de twee kenners.
„Meeuwen zijn slim. Sommigen
reageren op de aanwezigheid van
een stokje en weten dat in de
Met zijn telescoopspeurt Giel Witte eerst het land af.
met vier groen-zwart gespikkelde
eieren. Ook stuiten we nog op een
kuiltje met groene grutto-eieren.
De omstandigheden om een nest
te maken zijn gunstig, omdat zich
nog veel stoppels van graan of
mais op het land bevinden. Stroot
jes genoeg dus om een eenvoudig
nestje van te maken, terwijl de
zanderige bodem zich uitstekend
leent voor het maken van een
kuiltje. „Als het aan de kievit ligt,
broedt hij het liefst op deze onder
grond. Liever dan in de weilan
den."
Via de kijker wisten we waar de
vogels ongeveer zaten, maar de
precieze plek laat zich niet zomaar
raden. Door de schutkleuren van
de eieren is niet eenvoudig om een
nest te vinden, zelfs al sta je er bij
na bovenop. De zogenaamde krab
beltjes vormen een handig
hulpmiddel. Dat zijn kleine kuiltjes
die de kievit maakt voordat hij zich
eendeëieren bovenin een moierblis.
Isschien moeten we ons afvra-
°f het nog zinvol is om door
aan met nestbescherming, of
w®ons moeten neerleggen bij
,fdwijning van de weidevogel
'®t Texelse cultuurlandschap."
sombere opmerking maak-
|el Witte en Dirk Maas on-
s in ledenblad ,,De Skor" van
*°9elwerkgroep Texel (VWT).
ar wie weet. als het in april
1 weer is, denken we weer po-
ver dan op een koude dag in
srnber", 2o houden ze de
d er nog in.
'^'9 voor hen wijzen de eer-
esu'taten van dit voorjaar niet
••n verdere achteruitgang. Hun
J^gen van 1993 waren de
^00r hun sombere stem-
P het bouwland ging het
e (minder nesten, maar e$n
Goedresultaat), maar op
and bleven de aantallen
'®n Peil. „Het warme lente-
horderde een snelle gras-
groei en dus een vroege
maaidatum. Dit positieve voor de
boeren staat lijnrecht tegenover
het broedresultaat van de weide
vogels. De kievit liet het gewoon
afweten en de grutto en tureluur
waren in het lange gras zo moeilijk
te vinden dat er nogal wat gemist
werden."
In het gebied Waalenburg (circa
135 ha) werden in 1993 slechts
vijf kievitlegsels aangetroffen,
waarvan er één op het grasland
lag. Half april 1994 (zie groot arti
kel) was de tussenstand rooskleu
riger: nu een stuk of tien tot
twaalf. Op een akker aan de Laag
waalderweg werd dit aantal even
eens gehaald. In 1993 deed ook
de scholekster het met 21 paar
matig (in '92 nog 29 stuks). De
gele kwikstaart ging met vijf
paartjes snel achteruit. In Tienho
ven (ca. 20 ha bouwland) werd
eveneens een achteruitgang ge
constateerd: vier paar kieviten en
zeven paar scholeksters. Maar
door het gunstige weer en het ver
leggen van de nesten kwam alles
wel goed uit.
buurt eieren te halen zijn. Daarom
moeten de stokjes enkele meters
van het nest geplaatst worden."
Onze speurtocht op dit land loopt
ten einde en dat is maar goed ook.
Het is harder gaan regenen en de
druppels voelen ijskoud aan. Dirk
ziet bijna niks meer door zijn bril,
die bevroren aanvoelt op de rood
aangelopen neus, Giel heeft zijn
wanten aangetrokken en ik
wenste dat ik mijn oranje
schaatsmuts bij me had gestoken.
Niettemin zijn de mannen tevre
den, want door de vondsten van
vanochtend is het aantal broeden
de vogels op dit stuk land hoger
dan vorig jaar.
Bakkies
We spoeden ons naar een volgend
stuk land, gelegen aan het Burger-
dijkje, tegenover de Meijertebos-
weg. Hier van hetzelfde laken een
pak. Weer vinden we enkele leg-
sels van een kievit. Scholeksters
zijn er ook, maar pok hier broeden
ze nog niet. Wel ontdekken we en
kele krabbeltjes, die in het geval
van de lieuw „bakkies" worden
genoemd. Ze zijn wat groter dan
de pogingen van de kievit. Dirk
vertelt dat hij in de praktijk nog
een methode heeft opgedaan om
de broedplaatsen van een kievit te
lokaliseren. „Je vindt ze vaak aan
de rand van vochtige plekken in
het land. Niet op de hoogste pun
ten, maar een stukje eronder."
Leeuwerik
Ook de bewegingen van andere
vogels worden in de gaten gehou
den. Op het eerste land hadden
we al een graspieper gezien met
zijn kenmerkende duikvlucht. „Die
moet je zien opvliegen, anders
vind je het nest nooit", weet het
tweetal.
Enkele vroeg gearriveerde gele
kwikstaarten en een zingende
veldleeuwerik trekken eveneens
de aandacht. Ook de eitjes van
leeuweriken zijn moeilijk te vin
den, maar door het gezang valt
wel in te schatten hoeveel territo
ria zich in een gebied bevinden.
Het aantal veldleeuweriken is op
Texel drastisch teruggelopen. Vol
gens Giel en Dirk is dat het gevolg
van een gebrek aan goede nestel
gelegenheid. „Uit het meeste
grasland zijn de greppels verdwe
nen. Die vormden ideale broed
plaatsen. En als ze in bouwland
broeden is de kans groot, dat het
nest wordt omgeploegd, want die
broedplaatsen vind je nooit." Ze
verwijzen naar vorig jaar, toen in
de Hemmer liefst elf leeuwerik
paren broedden. „Als je door het
land liep, waren er altijd wel drie of
vier aan het zingen. Maar na het
maaien was het griezelig stil..."
Moderne landbouw
Beide leden van de Vogelwerk
groep willen echter niet met de
beschuldigende vinger richting
Weidevogelbescherming
wordt positief bekeken door
de agrariërs. Dat zegt land-
bouwvoorlichter Jan Koolhof
desgevraagd. „De werkwijze
is prima, zolang die wordt uit
gevoerd door mensen die
goed kunnen zoeken en niet
teveel kneteren. Met zowel de
Vogelwerkgroep als de Wild
beheereenheid hebben we
goede ervaringen." Koolhof is
het met Giel Witte en Dirk
Maas eens als die zeggen dat
de boeren wel van goede wil
zijn, maar dat sommige ont
wikkelingen in de landbouw
ongunstig zijn voor de weide
vogelstand. „Zo wil de over
heid nu mechanische
onkruidbestrijding in plaats
van met chemische middelen.
Dat is goed voor het milieu,
maar slecht voor de vo
gelstand. Het wordt ons van
bovenaf opgelegd, maar ik
ben er geen voorstander van.
Bestrijding met een lage dose
ring milieu\/riendelijke midde
len zou beter zijn."
In tegenstelling tot Witte en
Maas ziet hij meeuwen wèl
als boosdoeners, zo is hem
gebleken uit de verhalen van
enkele agrariërs. Zo maaide
iemand keurig rond de legsels,
zodat daar bosjes gras ont
stonden. Korte tijd later ble
ken de nesten leeggeroofd.
Dit frustreert sommige boeren
dusdanig, dat zij bij het land
bewerken niet meer op de
nesten letten.
Dirk Maas II) en Giel Witte bij het nest van een grutto in Waalenburg.
boer wijzen. „De meesten zijn van
goede wil en vinden zelf ook dat
de weidevogels op hun land thuis
horen. Een land zonder vogels is
doods, zeggen ze." Toch moeten
ze vaststellen dat de moderne
landbouw het de vogels erg lastig
maakt. „Dat is nou eenmaal de
ontwikkeling der techniek. Vroe
ger ging een boer met de hand-
ploeg over het land, zodat hij de
vogelnesten makkelijker kon zien.
Soms legde hij dan een pet over
de eitjes om ze tegen meeuwen te
beschermen. Tegenwoordig wordt
het land mechanisch bewerkt en
ligt de snelheid hoger, zodat je
sneller een nest mist." Bescher
ming tegen meeuwen die achter
de rug van de boeren de eieren uit
verlegde nesten roven, kan nu ook
goed door een zak over het nest te
leggen. Een broedse kievit kan een
halve dag van het nest af.
Praktische probleem is ook het
(vroege) maaien. Bij een warm
voorjaar wordt het land vroeg be
werkt en groeit het gras sneller,
zodat vroeger wordt gemaaid. In
het lange gras zijn de vogelnesten
niet meer op te sporen. Menig ak
kerbouwer geeft een seintje als hij
aan maaien toe is. Giel en Dirk
gaan er dan op af om te kijken of
er nog broedende vogels in het
land zitten. Ze plaatsen tevens ge
le plastic vlaggen om de jonge vo
gels uit het hoge gras te verjagen.
Overleg
Door het koude voorjaar is er van
ploegen en zaaien nog weinig te
rechtgekomen en dat lijkt positief
voor de legsels. „Maar de boeren
zullen straks een inhaalrace begin
nen. Hopelijk vergeten ze niet re
kening te houden met de vogels."
Over medewerking van de boeren
hebben ze niet te klagen. „Maar
als het straks mooi weer wordt en
het land wordt bewerkt, moet je
toch maar afwachten hoeveel leg
sels gespaard blijven."
Wat dat betreft zijn de ervaringen
met de landbouw goed. „Het is
wel eens gebeurd dat een boer er
echt de pest in had, toen hij er het
hele voorjaar op lette en tóch het
nest had ondergeploegd. Het
vergt natuurlijk best veel moeite
om keer op keer de nesten te ver
leggen en die stokjes in de gaten
te houden." Af en toe is er overleg
met de boeren-standsorganisaties
om de problematiek van de weide
vogels te bespreken.
Meeuwen
Over de rol van vraatzuchtige
meeuwen, eksters, kiekedieven en
andere rovers van eieren en jon
gen, denkt het tweetal genuan
ceerd. „Dat de kievitstand op
Waalenburg wèl toeneemt, terwijl
dat ook een rustplaats is voor
meeuwen, is voor mij een aanwij
zing dat meeuwen met zo van in
vloed zijn op de achteruitgang",
stelt Giel. „Van de vele meeuwen
zijn er slechts enkele echte rovers,
die doelbewust op eierenjacht
gaan. De anderen pikken alleen
eitjes mee in de vlucht, dus als ze
die onderweg toevallig tegenko-
Giel Witte en Dirk Maas zijn geen
eenzijdig georiënteerde feugeltjes-
kiekers, maar voelen zich als
Texelse boerenzoons betrokken bij
het wel en wee van het landschap,
waarin de weidevogels een onmis
kenbare plaats hebben. Giels
ouderlijke woning was „Welbe
dacht" terwijl Dirk zijn jeugd door
bracht op hoeve „De
Worsteltent". Vogels waren van
zelfsprekend in die dagen. Hun
hobby was niet ernaar kijken,
maar eieren rapen. „Voor en na
schooltijd zochten we dan naar
kievitseieren. Die brachten een
kwartje per stuk op, een heel be
drag toendertijd. Net als veel an
dere jongens in die tijd hadden we
ook een eierverzameling."
Meierblis
Vanochtend komen we ook een-
deëieren tegen. Eén nest langs
een sloot aan de Westerboersweg,
de ander op een speciale plaats
even verderop. In de kruin van een
meierblis treft Dirk een nest met
acht glanzende eieren. „We moe
ten de boer maar even waarschu
wen voordat hij de fik er in
steekt."
Op het aangrenzende akkerland in
Waalenburg is het mijn beurt om
een kievitsnest te vinden. Al voor
de tweede keer lopen we gedrieën
intensief te speuren, maar pas op
een meter afstand zie ik het kuiltje
met de vier eitjes. Jippie, ik krijg
de smaak te pakken en even later
vind ik legsel nummer twee. Terug
bij de kijker denkt Giel dat er nóg
een kievit broedt, maar onze derde
gang over het land levert geen
nieuw nest op. Dan maar onthou
den voor de volgende keer.
In kaart
Hoewel, onthouden: Giel en Dirk
brengen alle broedlokaties in
kaart. Ze hebben enkele honder
den hectaren in en rond Waalen
burg, Tienhoven en de Hemmer
onderling verdeeld. Tien jaar gele
den, toen na de oprichting van de
Vogelwerkgroep met de nestbe
scherming werd begonnen, was
nog sprake van een grotere vrijwil-
ligersgroep, die een groter gedeel
te van Texel bestreek. Inmiddels
zijn alleen zij nog over. „We doen
liever één gebied goed, dan een
groot stuk half." De periode van
nestbescherming neemt een
maand tot zes weken in beslag.
iste
OOI
Radiofrequente straling, zoals ver
oorzaakt door de zendmast die
PTT-telecom op het dak van Hotel
Prinses Juliana wil plaatsen, ver
oorzaakt geen nadelige effecten
op de mens. Dat blijkt uit een pu
blicatie van radiobioloog dr. Eric
van Rongen in het Algemeen Dag
blad. Van Rongen is wetenschap
pelijk secretaris bij de
Gezondheidsraad in Den Haag,
waar men voor meer informatie te
recht kan.
Op pad met Ed Drijver en Arie Dijker stuitten we in de buurt van Den Hoorn op een
nestjê met twee pas uit het ei gekropen kievitjes.
Deze weken zien we bijvoorbeeld
dat de nesten zijn verlegd op land
dat pas is ingezaaid met bieten en
tarwe, of dat meerdere keren is
geëgd. Dit is de tijd dat de kieviten
uitkomen. De eerste jongen heb
ben we al gezien." Of er sprake is
van een licht herstel, durven de
twee buren (Klif) niet te zeggen.
„Het is heel plaatselijk. In de buurt
van Donatus zitten nu verschrik
kelijk veel kieviten en grutto's. Ook
hebben we al enkele nesten van
scholeksters gevonden. Maar het
is moeilijk te zeggen of het er in
totaal méér zijn."
Ook in de omgeving van Den
Hoorn krijgen de broedende wei
devogels een helpende hand toe
gestoken. In samenwerking met
de Wildbeheereenheid Texel en de
plaatselijke agrariërs speuren Ed
Drijver en Arie Dijker de landerijen
af. Zij laten zich positief uit over de
medewerking die ze van de boeren
ondervinden. „Dat gaat heel goed.
(Foto's Frans HopmanI
Wel kunnen ze rekenen op de
steun van een paar vaste helpers,
zoals Sam Wondgr. „Het probleem
is dat de mensen wel eens een
keer meewillen, maar niet altijd."
Méér vrijwilligers is dan ook een
vrome wens.
Frans Hopman
Opslagterrein. Voor een bedrag
van f65.000,- wordt het gemeen
telijke opslagterrein aan de Reyer
Keyserstraat heringericht. Vorig
jaar werd het depot van klein che
misch afval al aangepast.
Vuurtoren. Het schaalmodel dat
OSG leerlingen maakten van de Ei-
erlandse vuurtoren, is donderdag
morgen met waarnemingsschip
de Phoca alsnog verscheept naar
Terschelling. De vuurtoren krijgt
een plekje langs een fietsroute op
het eiland die op 16 mei door mi
nister May wordt geopend.
Kortsluiting in een televisietoestel
veroorzaakte woensdagmiddag
brand in een onbewoond apparte
ment in hotel Prinses Juliana. De
brandweer was dankzij de auto
matische brandmelder snel ter
plaatse om het vuur te blussen. Er
ontstond vooral rook en roet-
schade.
Op het moment van de brand
stond het televisietoestel in de
stand „stand by", en dus onder
spanning. Onder brandweerlieden
bestaat de indruk dat dit een ver
hoogd risico op kortsluiting geeft.
Brandweermannen met perslucht
maskers hadden het vuur snel on
der controle. Behalve schade in
het appartement, stonden de gan
gen vol rook en moesten worden
schoongemaakt. In de omliggende
vertrekken deed zich geen schade
voor.
Ter gelegenheid van het begin van
het nieuwe vakantieseizoen geeft
het Maritiem en Jutters Museum
in Oudeschild een speciale gele
genheidspenning uit: de Texelse
Wadden Ecu. Deze munt is ont
worpen in samenwerking met Fle-
vo Coins Production in Dronten.
De penning is gebaseerd op de
toekomstige Europese Munt: de
Ecu. De Wadden Ecu heeft op de
voorzijde het gemeentewapen van
Texel en een 17e eeuwse koop
vaarder, als verwijzing naar het rij
ke maritieme verleden van Texel.
Op de keerzijde van de munt staan
naast de aanduiding 'Ecu 1994'
twee 19e eeuwse graanpakhuizen
en de windmolen, 'De Traanroeier',
daterend uit de 18e eeuw. Deze
karakteristieke monumenten ver
wijzen naar de behuizing van het
Maritiem en Jutters Museum. Van
deze speciale historische pennin
gen zal een zeer beperkt aantal
worden uitgegeven. De Wadden
Ecu is verkrijgbaar in brons, zilver
en goud. De oplage is beperkt tot
500 exemplaren in brons, 200 in
zilver en 20 in goud. De penning is
ongeveer zo groot als een rijks
daalder en varieert in prijs van
f12,50 per stuk voor de bronzen,
tot f1095,- per stuk voor de 18 ka
raats gouden munt.
Het Maritiem en Jutters Museum
heeft het alleenrecht van de ver
koop op Texel. De bronzen munten
kunnen daar worden gekocht, de
zilveren en gouden moeten wor
den besteld. De reserveringsbon
hiervoor is ook in het Juttersmu-
seum te verkrijgen.