«Historische speurtocht laar Texelse boerderijen oekwerk verschijnt eind voigend jaar groter na verruiming 2 nimo voor erfkamperen ^tappen TEXELSE f COURANT landige appartementen volgende maand Popje van sprookjeswol Stemming winkelstatus postkantoor onbeslist Geslaagd Bankpas gestolen L,angs de weg VRIJDAG 17 FEBRUARI 1995 Stietlf boer worden? Nee, dan moet je een enorme dierenlief- exeLber zijn. Ik genoot altijd veel meer van de mensen er om- n, vooral als ze vol trots over hun vee vertelden." Cor loopt druk gebarend door zijn kantoor. Overal liggen sta- ordners en vellen papier met oude veetellingen en ka- trale gegevens. Samen met Cees Hoogerheide en Karei Empel werkt hij aan een boek over Texelse boerderijen, wordt een werk van historische waarde, dat eind vol- id jaar moet verschijnen. Heveel boerderijen Texel mo- iteel telt? Ik weet het niet pre- Zo'n 120. Tja, wat is een rderij? Sommige bestaan nog maar niet meer als bedrijf." maakt met de twee anderen uit van de Stichting Historie Boerderijen op Texel. Het is zijtak van de Historische Vere- .tg. Tijdens onderzoek naar al- ree-fi oude Texelse aangelegen- *"«<en kwam het drietal tot ont- imB<ing dat wel veel is geschreven j 9boerderijen, maar dat daarbij onjuistheden zaten. „On nauwkeurigheden op gebied van stichtingsdatum, naamgeving, noem maar op. Het leek ons inte ressant dat eens goed uit te zoe ken." Het was een begin van een enorme klus die is „ontaard" in drie ordners vol wetenswaardighe den over Texelse boerderijen. Valkuilen Het drietal heeft 1830 als begin jaartal genomen. Reij: „Van dat jaar is het eerste goede bevol kingsregister. Een momentopna me van wie er op het eiland 9 dijken waren doorgebroken was de jaarlijkse Noordijk-uitkering naar het rampen- 'get, gegaan. Nu dat niet het geval was kreeg de Stichting Historie van Boerderijen op erg.gisteravond uit handen van Eelman de f1000.- voor het boek dat zij maken. De king vond plaats tijdens een vergadering van de Rundveeverbeterings Organisatie "iholland in Bosch en Zee. iFoto Tessa de Graefti woonde. Dat bood een uit gangspositie. Het kadaster begon in 1832 met de omschrijving van al het onroerend goed. Het ging natuurlijk om geld, dus werd nauwkedrig bijgehouden wie eige naar werd en wanneer. Dat geeft ons houvast." Toch zijn de onderzoekers tal van „valkuilen" op hun weg door de archieven tegengekomen. In het kadaster werden boerderijen die waren verbrand bijvoorbeeld ge noteerd als „gesloopt". „Die brand interesseerde die vent van het ka daster helemaal niks. Ons natuur lijk wel. Maar als we de aantekening „gesloopt" tegen kwamen, wilden wij weten waar om", aldus Reij. „Ook zoiets is de huisnummering die compleet is veranderd." Toevalstreffer Vanaf 1887 heeft het drietal er een dankbaar hulpmiddel bij in de vorm van de Texelse Courant. „Maar van daarvóór is er weinig bekend. Dan moet je hét van toe valstreffers hebben. Zo wist iemand me eens iets van een brand in 1860 te vertellen. Dat had in een Helders blaadje uit die tijd gestaan. Kijk, dat zijn leuke dingen." Reij en zijn twee collega's hebben ongeveer 800 boerderijen onder de loep genomen. Voor zover mo gelijk willen ze er een leesbaar ver haaltje aan koppelen, met een apart genealogisch overzicht van wie er hebben gewoond. Ook boerderijen die nu niet meer in be drijf zijn worden meegenomen. „We gebruiken zelfs de namen die erop zijn gezet nadat de agrarische bestemming verloren is gegaan. Neem de Gouden Reaal in Den Hoorn. Dat was een boerderij, maar die heette niet zo. Die naam kwam er pas op toen Jan Zwan 'm Spitten in de geschiedenis en valkuilen vermijden, v.l.n.r. Cees Hoogerheide. Cor Reij en Karei van Empel. kocht." Sommige boerderijen heb ben meerdere namen gehad. De onderzoekers werken aan de hand van een kaart. Heel Texel is daarop ingedeeld in wijken. Vroe ger waren de meeste boerenbe drijven te vinden in en om Den Burg. Reij: „Neem de Molenstraat. Dat was één grote rij boerderijen. Weet je waar Joop Veltkamp woont? Daar was er ook eentje. Daarnaast stond er nog één en daarnaast die van de Keesommen, die later bij de ruilverkaveling bijna als laatsten uit Den Burg vandaan zijn geraakt." Veetellingen Oude lijsten van veetéllingen wor den, voor zover essentieel voor het verhaal, in het boek meegeno men. „Belangrijker is om aan de hand van die lijsten te ontdekken waar wèt was. Hier heb ik bijvoor beeld een Rab in de Weverstraat 55, het pand is inmiddels verdwe nen. Die staat hier voor twee koei en. Maar had hij die daar in de Weverstraat of ergens anders? Die registratie ging om belasting, dus belangrijk was waar die vent woonde. Hij kon best ergens an ders boeren. Nou staan er ook nog nummers op die corresponderen met bepaalde boerderijen. Daar zit een systeem in. Dus dat is puzze len geblazen." Reij: „Tien koeien betekende een rijk man. Tegenwoordig tel je niet mee als je er niet minstens zestig hebt...." Door de toename van de rundvee houderij, veranderde ook het uiter lijk van de bedrijven. Uit de veetellingen blijkt dat Texel vroe ger echt een schapeneiland was. In 1823 werden zo'n 30.000 scha pen geregistreerd, 300 paarden, 82 jonge paarden, 875 koeien en 688 dieren beneden de twee jaar. Reij: „Die schapen kwamen nooit binnen, dus daar hoefden geen schuren voor te worden gebouwd. Wel schapenboeten, trouwens. Pas na 1920 veranderde dat. Trentgeest is een mooi voorbeeld. Daar werd eerst een schuur bij ge bouwd en later werd er nog een rundveestal naast gezet, die er overigens landschappelijk gezien nooit neergezet had mogen wor den, maar .dat is een ander ver haal." De akkerbouw kwam op het oude Texel pas relatief laat op. Reij: „In 1840, toen Eierland was ingepol- iToto Tessa de Graatll derd, had je de eerste zuivere ak kerbouwbedrijven. Maar dat breidde zich pas uit rond 1914, toen moesten de boeren verplicht grasland scheuren, want er was grote behoefte aan voedsel. De derde ontwikkeling was rond de jaren dertig toen de lammeren slechts twee gulden vijftig per stuk opbrachten. De boeren kon den het niet banken en zochten andere bronnen van inkomsten." Doorzetten Cor Reij wordt nooit moedeloos als een speurtocht op niets lijkt uit te lopen. „Er is zóveel, dan begin ik gewoon aan iets anders. Ik ben op zoek naar een man die woont op 258. Ik ben er nog steeds niet achter waar dat was, terwijl hij waarschijnlijk zijn boerderij op Ca- tharinahoeve had. En er zat een bakker op het hoekie waar nu Kees de Waal zit. Die man heette ook Bakker. En hij had negen koei en, maar die stonden natuurlijk niet in die bakkerij. Nu blijkt dat hij ook eigenaar was van de Water plaats, maar die staat niet in die lijsten." Er zijn wel puzzeltjes waar het drietal moeite mee heeft. „Eén van de grootste is Eierland", aldus Reij. „Daar had je huurboerderijen. Maar alleen degene die belasting betaalde over het bezit van de die ren is geregistreerd via die veetel lingen. Je had bijvoorbeeld drie Barhorsten: Anton, Clement en Willem. Die eerste leefde van 1819 tot 1900. Tussen 1860 en 1880 is hij echter vier keer verhuisd. Als iemand me kan vertellen waar hij in 1857 woonde, zou ik zeer dank baar zijn...." Ook verwarrend is dat soms boer derijen dezelfde naam droegen. „Neem nou de Kerkeplaats. Daar waren er vier van", vertelt Reij. „Eén aan de Laagwaalderweg 21. Eén ernaast op nummer 19, die is later gesloopt. Er was er nóg één die eigenlijk Diaconieplaats heette, de plaats van Swaerts in de volksmond. Die man had een he kel aan die naam, dus noemde hij 'm ook Kerkeplaats. Daar zit nu een Tjepkema op. Maar er was nóg een wat minder bekende Ker keplaats aan de Veenselangweg, die van Florté Visser. Kijk, daar heb je het. ledereen kende die boeren in die tijd, dus het was al gauw de Kerkeplaats van Visser of de Ker keplaats van Zuidewind. Alleen is dat nergens vastgelegd, dus als je dat niet op één of andere manier ontdekt, kom je er niet uit." Lastig is ook dat er legio boerderij en zijn zonder namen. Die werden in de volksmond vaak genoemd naar de bewoner, „ledereen wist wie waar woonde." Reij heeft er geen problemen mee dat er boerderijen op het eiland zijn veranderd of verdwenen. „Je moet toch je brood kunnen verdie nen? Je kan wel een ideaalbeeld van Texel hebben, maar dat heeft niets met economie te maken. In 1900 moesten 6000 mensen op het eiland hun brood verdienen. Nu zijn dat het 13.000 Hoeven die niet te eten? In het poldertje Het Horntje stonden drie boerderijtjes, nu kunnen er 300 mensen bij het Nioz werken. Maar de rest zal toch op een andere manier aan geld moeten komen! In 1930 kwam het toerisme op en werden kippen hokken veranderd in zomerhuisjes. Dat mag je jammer vinden, maar het moest wel, want die mensen hadden niets te eten." 'o<y Je s 5remimo voor het kamperen bij te'Oer is aanmerkelijk gegroeid, andbouwers voortaan acht in ts van vijf tenten op hun erf Hen plaatsen. Dinsdagavond H een raadsmeerderheid ak- §§d met het omstreden college- llfstel. Over het toestaan van ==B inpandige appartementen d nog niet gestemd, maar houder Schilling (ruimtelijke ts:ining) zegde individuele gaga- s 'en op voorhand al medewer- 9^ toe. te iss\jiming van het kamperen bij oeioer en het toestaan van twee ndige appartementen in boer- ,n en werden steeds in één adem 3 oemd. Verbazing alom dus iV) de raad alleen over het erf- 1 Speren mocht stemmen. „Bei- 3eJzaken kunnen niet in één on^edure worden gevoerd", gaf 'Hing opheldering. Hoewel de verruiming gezien het positieve advies in raadscommis- sieverband een gelopen race leek, namen PvdA en D66 de gelegen heid te baat om hun gal nog maar eens te spuwen. Dirk Terpstra: „De discussie had de diepgang van een theeschoteltje. De kaarten zijn allang geschud. Het collegpro- gramma is geen compromis, maar gewoon handjeklap. De concen tratiegedachte voor toeristische accommodatie is aan de kant ge zet om de eigen aanhang tevreden te stellen." Deze salami-taktiek, zoals Pieter de Groot van D'66 omschreef waseen reden waarom hij tegen stemde. Hij deed dat on danks dat D'66 zich in het verkie zingsprogramma positief uitliet over de verruiming en ook on danks het feit dat er op Texel 2054 minder kampeerplaatsen zijn dan de afgesproken ondergrens. „Het lijkt inderdaad strijdig, maar het toeristische en economische be leid vergt een bredere aanpak." Niet geboeid Groen Links manifesteerde zich als voorstander van de uitbreiding. „Het boeit ons niet echt", zuchtte Jaap Vlaming. Hij stelde wél enke le voorwaarden. „Het moet na drukkelijk kamperen bij de boer zijn en géén minicamping." Verder eiste hij een goede controle. Vlaming verwacht dat boeren er niet veel beter van worden. „Hen wordt een worst voorgehouden, die meer uit lucht zal bestaan." Schilling had echter vernomen dat het erfkamperen een boer vorig jaar ƒ8000,- had opgeleverd. „Hoeveel bunder gerst moet je daarvoor wel niet telen?" CDA'er Jan Koolhof stelde triest vast dat een overkantse boer die zijn bedrijf op Texel wilde vestigen dinsdag had afgehaakt, wegens milieube perkingen op het eiland. Hij vond dat als boeren een graantje willen meepikken van het toerisme, de gemeente dat niet in de weg moet staan. Erna Eelman (VVD) is bang dat door de groeiende animo voor erfkamperen het beddenquotum wordt overschreden. „Nu bevoor deel je één sector. Dat geeft sche ve gezichten. Als je de boeren werkelijk wilt helpen, sta dan in pandige appartementen toe." Appartementen Aan boeren die in plaats van ten ten een inpandig appartement wil len, zegde Schilling medewerking toe. Hij beloofde dat de apparte menten volgende maand op de raadsagenda staan. „Vooruitlo pend op dit besluit, kunnen we voor elke boer een artikel 19-procedure voeren. Ik ga ervan Op veler verzoek komt op donder dagavond 23 februari Saskia Gaasbeek uit Haarlem voor de tweede keer de cursus zonne kindpopje van sprookjeswol" ge ven. De cursus wordt gegeven bij Atelier de Witte Engel. Er wordt een toverachtig popje van sprook jeswol gemaakt met een hoofdje als van de zonnekindpoppen. Er is wat voorwerk gedaan, dus ieder een kan meedoen. Bij het atelier is een voorbeeld te zien. Voor inl. en of opgave: tel. 13644 of aan het atelier. uit dat de meerderheid daarmee instemt." Peter Bakker (Groen Links) distan tieerde zich daarvan en wees op de toenemende druk op de recrea- tiemarkt. „Je loopt het risico dat er een concurrentieslag ontstaat op het platteland." Hij vroeg zich af of appartementen dan nog wel bijdragen aan de leefbaarheid. Ook de Texelse Vereniging voor Logiesverstrekkers, de Recron en de Kleine Logiesverstrekkers zijn tegen uitbreiding van toeristische voorzieningen bij de boer. Overi gens zijn in het collegeprogramma behalve de 600 extra slaapplaat sen voor de boeren, 1400 extra bedden voor (kleine) logies verstrekkers gereserveerd. Duitse dissertatie. De Duitse dissertatie uit 1910, waarover wij vrijdag berichtten, is op Texel min der onbekend dan verondersteld. Kees Hoogerheide, lid van de Historische Vereniging, is sinds enkele jaren in het bezit van ko pieën van het boekwerk. In het Maritiem en Juttersmuseum ligt zelfs een origineel van het exem plaar. Geïnteresseerden kunnen het daar inzien. Postkantoren BV moet nog even wachten op de bestemmingswij ziging voor de vestiging in Den Burg die verkoop van kantoorarti kelen legaliseert. Bij het raads besluit dinsdagavond staakten de stemmen bij 7:7. De helft van de politici ziet het als een onge wenste uitbreiding van het win kelbestand in Den Burg. Als de PTT bij verdere privatisering helemaal uit Den Burg zou ver dwijnen, zou het postkantoor wel eens helemaal tot winkel kunnen worden, vreesde CDA'er Jan Kool hof. „Nou, volgens mij heeft de post nog een aardige klant aan de Texelaars", achtte wethouder Schilling (ruimtelijke ordening) het vertrek met waarschijnlijk. „Door exact aan te geven wat wel en niet mag, kunnen de winkelactiviteiten niet uit de hand lopen", wierp hij tegen. College Poster was niette min tegen zijn voorstel, een ver deeldheid die heel Texels Belang in deze kwestie typeerde. Terwijl Ge rard Weijers tegen was, stemde Dick Drijver er onder voorbehoud mee in. Bij gegronde bezwaren is hij net als Erna Eelman (VVD) als nog tegen. Dick Terpstra (PvdA), die een bepaalde vrijheid van ope reren voorstaat, stelde zelfs nog vraagtekens bij de beperkende voorwaarden aan de bestem mingswijziging. In Schagen zijn voor het praktij kexamen machineschrijven geslaagd: Ben Kop, Wim Snoek, Christine Veeger (met lof) en Cyn thia Hegeman (met lof). Allen wer den opgeleid bij het Instituut Typotex volgens de normen van de VSLM. Uit een woning aan de Duykerdam is begin deze week een bankpas gestolen. De deur was los. Bena deelde is een 52-jarige vrouw. Fietsen weg. Bij een woning aan het Schilderend is een damesfiets gestolen die niet op slot stond. In de Warmoesstraat verdween een grijze mountainbike. jtfi S>, jullie weten het dus nu: ik $3 wel eens stappen. Een hele pjluchting dat het eruit is. lerkwaardig woord overigens, !nt.appen. Want er wordt alleen aar gestapt naar een kroeg of m de ene kroeg naar de ande- j\ Eenmaal binnen is het veel eer hangen, zitten of staan. tappend hijsen is niet te doen ginder morsen. Het woord is verzachtende omschrijving ■^tewel pleonasme van het 1();oeger gebruikte kroeglopen. in:at woord had een ongunstige 'jjjclank omdat het duidelijk naakte waarom het ging: zui- rJïn. Om vergelijkbare redenen '"set een hoerenloper tegen- oord ig prostituant of zelfs Jënt en de hoer zelf is gepro moveerd tot sexueel maat schappelijk werkster. Het Werkwoord hoerenlopen is al "ligszins vaag. Het gaat na- lurlijk niet om lopen maar om lusten des vleses na aan- rtPmst op de bestemming. Net jjs bij stappen. Ook copuleren lopend niet te doen, maar ik ■(jees dat ik nu afdwaal. 1 et moeilijkste moment tijdens het stappen is het betreden van het café. De gezelligheid hangt namelijk in hoge mate af van het soort mensen dat zich al reeds in de lokaliteit ophoudt. In een kleinschalige gemeen schap als de Texelse is de kans niet gering dat je oog in oog staat met persoonlijke vijanden, je ex-vriendin met haar nieuwe veel jongere vriend, bepaalde raadsleden, tegenstanders van Teso, ambtenaren van Bouw en Woningtoezicht of andere mensen die je liever ontwijkt. Ben je eenmaal binnen, dan is het vaak al te laat. Het komt slecht over als je na het zien van een groep doopsgezinden walgend rechtsomkeert maakt. Waarom maken ze buiten niet een kijkglas zodat je eerst even kunt gluren? Voorzien van het zelfde confrontatieglas dat in het politiebureau wordt ge bruikt om ongezien verdachten te observeren en herkennen? Technisch is dat een fluitje van een cent. Deze fantastische service voor kroeglopers die willen bezinnen alvorens te be ginnen, zou een unicum bete kenen dat ongetwijfeld in het land navolging vindt omdat een nieuwe stroom van klanten wordt aangeboord. Wat mij be treft mag zo'n kijkglas in elke cafédeur in de Texelse drank en horecaverordemng verplicht worden gesteld. Goed, je hebt je drempelvrees overwonnen, staat dus binnen en het point of no return is ge passeerd. Je wordt herkend, hetgeen blijkt uit gejoel, soms zelfs het scanderen van je naam. Ik voel mij dan bejegend als een dorpsidioot, maar ik zal het er wel naar gemaakt heb ben. De meesten klanten ken nen mij wel, maar ik ken de klanten merendeels niet, al thans niet van naam, meestal wel van gezicht. Dat wordt na tuurlijk beter als ik daar vaak genoeg blijf komen, het is een aanloopprobleem. Dus ik kijk vriendelijk in het rond en wuif maar wat, zoals sinterklaas en de koningin dat ook doen. Meestal bedaren ze dan en gaan over tot de orde van de nacht. De eerste keer werkte dat niet, want zowel pu bliek als de uitbaters van het betreffende etablissement za gen mij niet als gewone cafébe zoeker maar als de pers. Ze dachten dat er iets ergs was gebeurd. Uitleggen dat er echt niets aan de hand was, viel niet mee om dat ik me bij de luide muziek moeilijk verstaanbaar kon ma ken. Want in de meeste café's staat de muziek hard tot knal hard. Waarom eigenlijk? Het is toch merkwaardig dat die be drijven zichzelf aanprijzen als sociale ontmoetingsplaats en vervolgens het sociale contact belemmeren door een hoop la waai te maken. Het meeste geluid valt te re gistreren in de echte disco's. Tegen de pijngrens aan. Als op een schip of in een werkplaats evenveel lawaai zou zijn, zou de Arbo onmiddellijk in actie ko men en de directie op de bon slingeren wegens opzettelijke gehoorbeschadiging. Toch zien de jongens en meisjes die zich in die lawaaibel vermaken, er al lerminst beschadigd uit. In te gendeel. De zaligheid straalt uit hun ogen. „Vooral die harde la ge tonen zijn lekker", hoorde ik later van een meisje. „Ik ga al tijd dicht bij de luidspreker staan, dan voel ik de trillingen in mijn buik". Zo'n disco is dus eigenlijk een reusachtige vibra tor waarvan collectief gebruik wordt gemaakt. Een knap sa mengaan van doel en middel, maar voor mij niet te verdragen. Ook de sigarettenrook in de meeste lokaliteiten staat me te gen. Na een avondje stappen lijkt het of ik naar de meierblis ben geweest: stinkend van de rook en schor van het schreeu wen. Heren uitbaters, zet die afzuigventilator wat harder en de muziek wat zachter. Dan kunt u op mijn klandizie blijven rekenen, al moet u zich dat laatste niet al te profijtelijk voorstellen want ik houd van afzien, zoals u onderhand moet weten. Mijn zoon vond dat ik eens naar een volgens hem écht gezellige tent moest gaan: de jel. Hij be doelde de Jelleboog, een suc cesvolle bar-disco die zowel vernoemd is naar zijn grondleg ger Joop Jellema als naar de Kromme Elleboogsteeg, de offi cieuze naam van het achter- afstraatje waar deze tempel al sedert de vroege jaren zestig wordt geëxploiteerd. In tegen stelling tot de Balcken, de Slock en de Zwaan, waar iemand van middelbare leeftijd zich geen paria voelt, slaat daar het ouderdomsbesef onverbid delijk toe. Je wordt daar in gesloten door dichte drommen uitbundige jongelui, kinderen nog, al durf ik dat niet te zeg gen. Wel een prima sfeer. Toen ik er de eerste keer kwam, was net het zomerseizoen achter de rug en de Texelse jongens en meiden voelden zich voor het eerst na maanden weer onder mekaar. Mijn aanwezigheid moet licht storend zijn ge weest. Je zag ze denken: een vader die zijn dochter komt op halen. Ook het management van het bedrijf had mij opge merkt. Binnen een minuut na binnenkomst klampte exploi tant Siep me aan. Of ik ver dwaald was? Nee Siep, ik kom alleen maar even kijken. Want mijn zoon zegt dat het hier al tijd zo bere-gezellig is, en dat wilde ik wel eens bekijken. Siep grijnsde opgelucht. Ik hoop dat de woordspeling hem niet is ontgaan. Na een trap opgeworsteld te zijn kwam ik bij een bar, waar ene Jelte het ene glas na het andere hield onder een onafge broken stromende bierkraan. Het was er staande vol. Horen en zien verging. Alom gezang en andere vrolijkheid. Mijn zak- geluidsmeter gaf bijna 100 dba aan. Veel bekende gezichten. Sander, Frank, Marcel, Kees, Maarten, Daniël, André. Kort om, de voltallige vriendenkring van mijn zoon, met respectieve lijke vriendinnen die meren deels lief aan een colaatje zaten. Die kring bestaat tot mijn tevredenheid uit wat mijn oude moeder toch wel een goed slag volk zou noemen. Hardwerkend, avontuurlijk, niet afkerig van spraakmakende stunts en uiterst weerbaar. En dat alles drugsvrij, voor zover ik weet. Hoewel, zonder alcohol schijnt het niet te kunnen. Maar ze la ten zich tegenwoordig na hun uitspattingen altijd met de taxi naar huis brengen, dus daar moet ik maar niet wakker van liggen. In het verleden was dat bij een deel van het groepje een enkele keer anders, met als ge volg een ongeluk met veel schade en schande, waar ze veel van geleerd hebben. Hoop ik. De zoon zelf was er ook. „Dit is nou mijn vader!!" brulde hij te gen de menigte, alsof hij een bijzonder beest liet zien. Had eigenlijk uitgestorven moeten zijn, maar bijt niet en gaat zo weer naar huis. Op hetzelfde moment kreeg ik een glas bier in de hand geduwd. Vijf minu ten later nóg een. Wie was er zo gul? Ik maakte de vraag in gebarentaal duidelijk. Mijn zoon wees een van zijn trawanten aan. Dus de aandacht van deze vriendelijke blaag getrokken en het glas in zijn richting gehe ven. Van wie het andere pilsje kwam bleef onduidelijk. Dus maar wat terugdoen voor alle maal, want ik wilde bij die jon gens niet als klaploper door de mand vallen. Het werd een blad vol schuimende glazen die spoedig waren uitgevent, zon der dat ze voortijdig op de grond kletterden, een gods wonder in die dringende menig te. Ik moest gelijk bij de naburige Rabo gaan pinnen om die sloot bier te financieren. Maar er stond wat tegenover: dankbaar grijnzende hoofden, daverende klappen op de schouder, opgestoken duimen en andere tekenen van verbroe dering. Zelfs dagen later werkte het nog bij toevallige ontmoe tingen langs de weg. Twee glazen. Ik mocht dus nog met mijn eigen gele bolide naar huis en gaf de verveeld wach tende taxichauffeurs op de Groeneplaats het nakijken. Heerlijk helder en zéér tevre den. Soms is het leven hele maal niet moeilijk. Harry.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1995 | | pagina 7