«Historische speurtocht
laar Texelse boerderijen
oekwerk verschijnt eind voigend jaar
groter na verruiming
2 nimo voor erfkamperen
^tappen
TEXELSE f COURANT
landige appartementen volgende maand
Popje van sprookjeswol
Stemming winkelstatus
postkantoor onbeslist
Geslaagd
Bankpas gestolen
L,angs de weg
VRIJDAG 17 FEBRUARI 1995
Stietlf boer worden? Nee, dan moet je een enorme dierenlief-
exeLber zijn. Ik genoot altijd veel meer van de mensen er om-
n, vooral als ze vol trots over hun vee vertelden." Cor
loopt druk gebarend door zijn kantoor. Overal liggen sta-
ordners en vellen papier met oude veetellingen en ka-
trale gegevens. Samen met Cees Hoogerheide en Karei
Empel werkt hij aan een boek over Texelse boerderijen,
wordt een werk van historische waarde, dat eind vol-
id jaar moet verschijnen.
Heveel boerderijen Texel mo-
iteel telt? Ik weet het niet pre-
Zo'n 120. Tja, wat is een
rderij? Sommige bestaan nog
maar niet meer als bedrijf."
maakt met de twee anderen
uit van de Stichting Historie
Boerderijen op Texel. Het is
zijtak van de Historische Vere-
.tg. Tijdens onderzoek naar al-
ree-fi oude Texelse aangelegen-
*"«<en kwam het drietal tot ont-
imB<ing dat wel veel is geschreven
j 9boerderijen, maar dat daarbij
onjuistheden zaten. „On
nauwkeurigheden op gebied van
stichtingsdatum, naamgeving,
noem maar op. Het leek ons inte
ressant dat eens goed uit te zoe
ken." Het was een begin van een
enorme klus die is „ontaard" in
drie ordners vol wetenswaardighe
den over Texelse boerderijen.
Valkuilen
Het drietal heeft 1830 als begin
jaartal genomen. Reij: „Van dat
jaar is het eerste goede bevol
kingsregister. Een momentopna
me van wie er op het eiland
9 dijken waren doorgebroken was de jaarlijkse Noordijk-uitkering naar het rampen-
'get, gegaan. Nu dat niet het geval was kreeg de Stichting Historie van Boerderijen op
erg.gisteravond uit handen van Eelman de f1000.- voor het boek dat zij maken. De
king vond plaats tijdens een vergadering van de Rundveeverbeterings Organisatie
"iholland in Bosch en Zee. iFoto Tessa de Graefti
woonde. Dat bood een uit
gangspositie. Het kadaster begon
in 1832 met de omschrijving van
al het onroerend goed. Het ging
natuurlijk om geld, dus werd
nauwkedrig bijgehouden wie eige
naar werd en wanneer. Dat geeft
ons houvast."
Toch zijn de onderzoekers tal van
„valkuilen" op hun weg door de
archieven tegengekomen. In het
kadaster werden boerderijen die
waren verbrand bijvoorbeeld ge
noteerd als „gesloopt". „Die brand
interesseerde die vent van het ka
daster helemaal niks. Ons natuur
lijk wel. Maar als we de
aantekening „gesloopt" tegen
kwamen, wilden wij weten waar
om", aldus Reij. „Ook zoiets is de
huisnummering die compleet is
veranderd."
Toevalstreffer
Vanaf 1887 heeft het drietal er
een dankbaar hulpmiddel bij in de
vorm van de Texelse Courant.
„Maar van daarvóór is er weinig
bekend. Dan moet je hét van toe
valstreffers hebben. Zo wist
iemand me eens iets van een
brand in 1860 te vertellen. Dat had
in een Helders blaadje uit
die tijd gestaan. Kijk, dat zijn leuke
dingen."
Reij en zijn twee collega's hebben
ongeveer 800 boerderijen onder
de loep genomen. Voor zover mo
gelijk willen ze er een leesbaar ver
haaltje aan koppelen, met een
apart genealogisch overzicht van
wie er hebben gewoond. Ook
boerderijen die nu niet meer in be
drijf zijn worden meegenomen.
„We gebruiken zelfs de namen die
erop zijn gezet nadat de agrarische
bestemming verloren is gegaan.
Neem de Gouden Reaal in Den
Hoorn. Dat was een boerderij,
maar die heette niet zo. Die naam
kwam er pas op toen Jan Zwan 'm
Spitten in de geschiedenis en valkuilen vermijden, v.l.n.r. Cees Hoogerheide. Cor Reij en Karei van Empel.
kocht." Sommige boerderijen heb
ben meerdere namen gehad.
De onderzoekers werken aan de
hand van een kaart. Heel Texel is
daarop ingedeeld in wijken. Vroe
ger waren de meeste boerenbe
drijven te vinden in en om Den
Burg. Reij: „Neem de Molenstraat.
Dat was één grote rij boerderijen.
Weet je waar Joop Veltkamp
woont? Daar was er ook eentje.
Daarnaast stond er nog één en
daarnaast die van de Keesommen,
die later bij de ruilverkaveling bijna
als laatsten uit Den Burg vandaan
zijn geraakt."
Veetellingen
Oude lijsten van veetéllingen wor
den, voor zover essentieel voor
het verhaal, in het boek meegeno
men. „Belangrijker is om aan de
hand van die lijsten te ontdekken
waar wèt was. Hier heb ik bijvoor
beeld een Rab in de Weverstraat
55, het pand is inmiddels verdwe
nen. Die staat hier voor twee koei
en. Maar had hij die daar in de
Weverstraat of ergens anders? Die
registratie ging om belasting, dus
belangrijk was waar die vent
woonde. Hij kon best ergens an
ders boeren. Nou staan er ook nog
nummers op die corresponderen
met bepaalde boerderijen. Daar zit
een systeem in. Dus dat is puzze
len geblazen."
Reij: „Tien koeien betekende een
rijk man. Tegenwoordig tel je niet
mee als je er niet minstens zestig
hebt...."
Door de toename van de rundvee
houderij, veranderde ook het uiter
lijk van de bedrijven. Uit de
veetellingen blijkt dat Texel vroe
ger echt een schapeneiland was.
In 1823 werden zo'n 30.000 scha
pen geregistreerd, 300 paarden,
82 jonge paarden, 875 koeien en
688 dieren beneden de twee jaar.
Reij: „Die schapen kwamen nooit
binnen, dus daar hoefden geen
schuren voor te worden gebouwd.
Wel schapenboeten, trouwens.
Pas na 1920 veranderde dat.
Trentgeest is een mooi voorbeeld.
Daar werd eerst een schuur bij ge
bouwd en later werd er nog een
rundveestal naast gezet, die er
overigens landschappelijk gezien
nooit neergezet had mogen wor
den, maar .dat is een ander ver
haal."
De akkerbouw kwam op het oude
Texel pas relatief laat op. Reij: „In
1840, toen Eierland was ingepol-
iToto Tessa de Graatll
derd, had je de eerste zuivere ak
kerbouwbedrijven. Maar dat
breidde zich pas uit rond 1914,
toen moesten de boeren verplicht
grasland scheuren, want er was
grote behoefte aan voedsel. De
derde ontwikkeling was rond de
jaren dertig toen de lammeren
slechts twee gulden vijftig per
stuk opbrachten. De boeren kon
den het niet banken en zochten
andere bronnen van inkomsten."
Doorzetten
Cor Reij wordt nooit moedeloos
als een speurtocht op niets lijkt uit
te lopen. „Er is zóveel, dan begin
ik gewoon aan iets anders. Ik ben
op zoek naar een man die woont
op 258. Ik ben er nog steeds niet
achter waar dat was, terwijl hij
waarschijnlijk zijn boerderij op Ca-
tharinahoeve had. En er zat een
bakker op het hoekie waar nu
Kees de Waal zit. Die man heette
ook Bakker. En hij had negen koei
en, maar die stonden natuurlijk
niet in die bakkerij. Nu blijkt dat hij
ook eigenaar was van de Water
plaats, maar die staat niet in die
lijsten."
Er zijn wel puzzeltjes waar het
drietal moeite mee heeft. „Eén van
de grootste is Eierland", aldus
Reij. „Daar had je huurboerderijen.
Maar alleen degene die belasting
betaalde over het bezit van de die
ren is geregistreerd via die veetel
lingen. Je had bijvoorbeeld drie
Barhorsten: Anton, Clement en
Willem. Die eerste leefde van 1819
tot 1900. Tussen 1860 en 1880 is
hij echter vier keer verhuisd. Als
iemand me kan vertellen waar hij
in 1857 woonde, zou ik zeer dank
baar zijn...."
Ook verwarrend is dat soms boer
derijen dezelfde naam droegen.
„Neem nou de Kerkeplaats. Daar
waren er vier van", vertelt Reij.
„Eén aan de Laagwaalderweg 21.
Eén ernaast op nummer 19, die is
later gesloopt. Er was er nóg één
die eigenlijk Diaconieplaats heette,
de plaats van Swaerts in de
volksmond. Die man had een he
kel aan die naam, dus noemde hij
'm ook Kerkeplaats. Daar zit nu
een Tjepkema op. Maar er was
nóg een wat minder bekende Ker
keplaats aan de Veenselangweg,
die van Florté Visser. Kijk, daar heb
je het. ledereen kende die boeren
in die tijd, dus het was al gauw de
Kerkeplaats van Visser of de Ker
keplaats van Zuidewind. Alleen is
dat nergens vastgelegd, dus als je
dat niet op één of andere manier
ontdekt, kom je er niet uit."
Lastig is ook dat er legio boerderij
en zijn zonder namen. Die werden
in de volksmond vaak genoemd
naar de bewoner, „ledereen wist
wie waar woonde."
Reij heeft er geen problemen mee
dat er boerderijen op het eiland
zijn veranderd of verdwenen. „Je
moet toch je brood kunnen verdie
nen? Je kan wel een ideaalbeeld
van Texel hebben, maar dat heeft
niets met economie te maken. In
1900 moesten 6000 mensen op
het eiland hun brood verdienen.
Nu zijn dat het 13.000 Hoeven die
niet te eten? In het poldertje Het
Horntje stonden drie boerderijtjes,
nu kunnen er 300 mensen bij het
Nioz werken. Maar de rest zal toch
op een andere manier aan geld
moeten komen! In 1930 kwam het
toerisme op en werden kippen
hokken veranderd in zomerhuisjes.
Dat mag je jammer vinden, maar
het moest wel, want die mensen
hadden niets te eten."
'o<y
Je s
5remimo voor het kamperen bij
te'Oer is aanmerkelijk gegroeid,
andbouwers voortaan acht in
ts van vijf tenten op hun erf
Hen plaatsen. Dinsdagavond
H een raadsmeerderheid ak-
§§d met het omstreden college-
llfstel. Over het toestaan van
==B inpandige appartementen
d nog niet gestemd, maar
houder Schilling (ruimtelijke
ts:ining) zegde individuele gaga-
s 'en op voorhand al medewer-
9^ toe.
te
iss\jiming van het kamperen bij
oeioer en het toestaan van twee
ndige appartementen in boer-
,n en werden steeds in één adem
3 oemd. Verbazing alom dus
iV) de raad alleen over het erf-
1 Speren mocht stemmen. „Bei-
3eJzaken kunnen niet in één
on^edure worden gevoerd", gaf
'Hing opheldering.
Hoewel de verruiming gezien het
positieve advies in raadscommis-
sieverband een gelopen race leek,
namen PvdA en D66 de gelegen
heid te baat om hun gal nog maar
eens te spuwen. Dirk Terpstra:
„De discussie had de diepgang
van een theeschoteltje. De kaarten
zijn allang geschud. Het collegpro-
gramma is geen compromis, maar
gewoon handjeklap. De concen
tratiegedachte voor toeristische
accommodatie is aan de kant ge
zet om de eigen aanhang tevreden
te stellen." Deze salami-taktiek,
zoals Pieter de Groot van D'66
omschreef waseen reden waarom
hij tegen stemde. Hij deed dat on
danks dat D'66 zich in het verkie
zingsprogramma positief uitliet
over de verruiming en ook on
danks het feit dat er op Texel 2054
minder kampeerplaatsen zijn dan
de afgesproken ondergrens. „Het
lijkt inderdaad strijdig, maar het
toeristische en economische be
leid vergt een bredere aanpak."
Niet geboeid
Groen Links manifesteerde zich
als voorstander van de uitbreiding.
„Het boeit ons niet echt", zuchtte
Jaap Vlaming. Hij stelde wél enke
le voorwaarden. „Het moet na
drukkelijk kamperen bij de boer
zijn en géén minicamping." Verder
eiste hij een goede controle.
Vlaming verwacht dat boeren er
niet veel beter van worden. „Hen
wordt een worst voorgehouden,
die meer uit lucht zal bestaan."
Schilling had echter vernomen dat
het erfkamperen een boer vorig
jaar ƒ8000,- had opgeleverd.
„Hoeveel bunder gerst moet je
daarvoor wel niet telen?" CDA'er
Jan Koolhof stelde triest vast dat
een overkantse boer die zijn bedrijf
op Texel wilde vestigen dinsdag
had afgehaakt, wegens milieube
perkingen op het eiland. Hij vond
dat als boeren een graantje willen
meepikken van het toerisme, de
gemeente dat niet in de weg moet
staan. Erna Eelman (VVD) is bang
dat door de groeiende animo voor
erfkamperen het beddenquotum
wordt overschreden. „Nu bevoor
deel je één sector. Dat geeft sche
ve gezichten. Als je de boeren
werkelijk wilt helpen, sta dan in
pandige appartementen toe."
Appartementen
Aan boeren die in plaats van ten
ten een inpandig appartement wil
len, zegde Schilling medewerking
toe. Hij beloofde dat de apparte
menten volgende maand op de
raadsagenda staan. „Vooruitlo
pend op dit besluit, kunnen we
voor elke boer een artikel
19-procedure voeren. Ik ga ervan
Op veler verzoek komt op donder
dagavond 23 februari Saskia
Gaasbeek uit Haarlem voor de
tweede keer de cursus zonne
kindpopje van sprookjeswol" ge
ven. De cursus wordt gegeven bij
Atelier de Witte Engel. Er wordt
een toverachtig popje van sprook
jeswol gemaakt met een hoofdje
als van de zonnekindpoppen. Er is
wat voorwerk gedaan, dus ieder
een kan meedoen. Bij het atelier is
een voorbeeld te zien. Voor inl. en
of opgave: tel. 13644 of aan het
atelier.
uit dat de meerderheid daarmee
instemt."
Peter Bakker (Groen Links) distan
tieerde zich daarvan en wees op
de toenemende druk op de recrea-
tiemarkt. „Je loopt het risico dat
er een concurrentieslag ontstaat
op het platteland." Hij vroeg zich
af of appartementen dan nog wel
bijdragen aan de leefbaarheid.
Ook de Texelse Vereniging voor
Logiesverstrekkers, de Recron en
de Kleine Logiesverstrekkers zijn
tegen uitbreiding van toeristische
voorzieningen bij de boer. Overi
gens zijn in het collegeprogramma
behalve de 600 extra slaapplaat
sen voor de boeren, 1400 extra
bedden voor (kleine) logies
verstrekkers gereserveerd.
Duitse dissertatie. De Duitse
dissertatie uit 1910, waarover wij
vrijdag berichtten, is op Texel min
der onbekend dan verondersteld.
Kees Hoogerheide, lid van de
Historische Vereniging, is sinds
enkele jaren in het bezit van ko
pieën van het boekwerk. In het
Maritiem en Juttersmuseum ligt
zelfs een origineel van het exem
plaar. Geïnteresseerden kunnen
het daar inzien.
Postkantoren BV moet nog even
wachten op de bestemmingswij
ziging voor de vestiging in Den
Burg die verkoop van kantoorarti
kelen legaliseert. Bij het raads
besluit dinsdagavond staakten de
stemmen bij 7:7. De helft van de
politici ziet het als een onge
wenste uitbreiding van het win
kelbestand in Den Burg.
Als de PTT bij verdere privatisering
helemaal uit Den Burg zou ver
dwijnen, zou het postkantoor wel
eens helemaal tot winkel kunnen
worden, vreesde CDA'er Jan Kool
hof. „Nou, volgens mij heeft de
post nog een aardige klant aan de
Texelaars", achtte wethouder
Schilling (ruimtelijke ordening) het
vertrek met waarschijnlijk. „Door
exact aan te geven wat wel en niet
mag, kunnen de winkelactiviteiten
niet uit de hand lopen", wierp hij
tegen. College Poster was niette
min tegen zijn voorstel, een ver
deeldheid die heel Texels Belang in
deze kwestie typeerde. Terwijl Ge
rard Weijers tegen was, stemde
Dick Drijver er onder voorbehoud
mee in. Bij gegronde bezwaren is
hij net als Erna Eelman (VVD) als
nog tegen. Dick Terpstra (PvdA),
die een bepaalde vrijheid van ope
reren voorstaat, stelde zelfs nog
vraagtekens bij de beperkende
voorwaarden aan de bestem
mingswijziging.
In Schagen zijn voor het praktij
kexamen machineschrijven
geslaagd: Ben Kop, Wim Snoek,
Christine Veeger (met lof) en Cyn
thia Hegeman (met lof). Allen wer
den opgeleid bij het Instituut
Typotex volgens de normen van de
VSLM.
Uit een woning aan de Duykerdam
is begin deze week een bankpas
gestolen. De deur was los. Bena
deelde is een 52-jarige vrouw.
Fietsen weg. Bij een woning aan
het Schilderend is een damesfiets
gestolen die niet op slot stond. In
de Warmoesstraat verdween een
grijze mountainbike.
jtfi
S>, jullie weten het dus nu: ik
$3 wel eens stappen. Een hele
pjluchting dat het eruit is.
lerkwaardig woord overigens,
!nt.appen. Want er wordt alleen
aar gestapt naar een kroeg of
m de ene kroeg naar de ande-
j\ Eenmaal binnen is het veel
eer hangen, zitten of staan.
tappend hijsen is niet te doen
ginder morsen. Het woord is
verzachtende omschrijving
■^tewel pleonasme van het
1();oeger gebruikte kroeglopen.
in:at woord had een ongunstige
'jjjclank omdat het duidelijk
naakte waarom het ging: zui-
rJïn. Om vergelijkbare redenen
'"set een hoerenloper tegen-
oord ig prostituant of zelfs
Jënt en de hoer zelf is gepro
moveerd tot sexueel maat
schappelijk werkster. Het
Werkwoord hoerenlopen is al
"ligszins vaag. Het gaat na-
lurlijk niet om lopen maar om
lusten des vleses na aan-
rtPmst op de bestemming. Net
jjs bij stappen. Ook copuleren
lopend niet te doen, maar ik
■(jees dat ik nu afdwaal.
1 et moeilijkste moment tijdens
het stappen is het betreden van
het café. De gezelligheid hangt
namelijk in hoge mate af van
het soort mensen dat zich al
reeds in de lokaliteit ophoudt.
In een kleinschalige gemeen
schap als de Texelse is de kans
niet gering dat je oog in oog
staat met persoonlijke vijanden,
je ex-vriendin met haar nieuwe
veel jongere vriend, bepaalde
raadsleden, tegenstanders van
Teso, ambtenaren van Bouw
en Woningtoezicht of andere
mensen die je liever ontwijkt.
Ben je eenmaal binnen, dan is
het vaak al te laat. Het komt
slecht over als je na het zien
van een groep doopsgezinden
walgend rechtsomkeert maakt.
Waarom maken ze buiten niet
een kijkglas zodat je eerst even
kunt gluren? Voorzien van het
zelfde confrontatieglas dat in
het politiebureau wordt ge
bruikt om ongezien verdachten
te observeren en herkennen?
Technisch is dat een fluitje van
een cent. Deze fantastische
service voor kroeglopers die
willen bezinnen alvorens te be
ginnen, zou een unicum bete
kenen dat ongetwijfeld in het
land navolging vindt omdat een
nieuwe stroom van klanten
wordt aangeboord. Wat mij be
treft mag zo'n kijkglas in elke
cafédeur in de Texelse drank
en horecaverordemng verplicht
worden gesteld.
Goed, je hebt je drempelvrees
overwonnen, staat dus binnen
en het point of no return is ge
passeerd. Je wordt herkend,
hetgeen blijkt uit gejoel, soms
zelfs het scanderen van je
naam. Ik voel mij dan bejegend
als een dorpsidioot, maar ik zal
het er wel naar gemaakt heb
ben. De meesten klanten ken
nen mij wel, maar ik ken de
klanten merendeels niet, al
thans niet van naam, meestal
wel van gezicht. Dat wordt na
tuurlijk beter als ik daar vaak
genoeg blijf komen, het is een
aanloopprobleem.
Dus ik kijk vriendelijk in het
rond en wuif maar wat, zoals
sinterklaas en de koningin dat
ook doen. Meestal bedaren ze
dan en gaan over tot de orde
van de nacht. De eerste keer
werkte dat niet, want zowel pu
bliek als de uitbaters van het
betreffende etablissement za
gen mij niet als gewone cafébe
zoeker maar als de pers. Ze
dachten dat er iets ergs was
gebeurd.
Uitleggen dat er echt niets aan
de hand was, viel niet mee om
dat ik me bij de luide muziek
moeilijk verstaanbaar kon ma
ken. Want in de meeste café's
staat de muziek hard tot knal
hard. Waarom eigenlijk? Het is
toch merkwaardig dat die be
drijven zichzelf aanprijzen als
sociale ontmoetingsplaats en
vervolgens het sociale contact
belemmeren door een hoop la
waai te maken.
Het meeste geluid valt te re
gistreren in de echte disco's.
Tegen de pijngrens aan. Als op
een schip of in een werkplaats
evenveel lawaai zou zijn, zou de
Arbo onmiddellijk in actie ko
men en de directie op de bon
slingeren wegens opzettelijke
gehoorbeschadiging. Toch zien
de jongens en meisjes die zich
in die lawaaibel vermaken, er al
lerminst beschadigd uit. In te
gendeel. De zaligheid straalt uit
hun ogen. „Vooral die harde la
ge tonen zijn lekker", hoorde ik
later van een meisje. „Ik ga al
tijd dicht bij de luidspreker
staan, dan voel ik de trillingen
in mijn buik". Zo'n disco is dus
eigenlijk een reusachtige vibra
tor waarvan collectief gebruik
wordt gemaakt. Een knap sa
mengaan van doel en middel,
maar voor mij niet te verdragen.
Ook de sigarettenrook in de
meeste lokaliteiten staat me te
gen. Na een avondje stappen
lijkt het of ik naar de meierblis
ben geweest: stinkend van de
rook en schor van het schreeu
wen. Heren uitbaters, zet die
afzuigventilator wat harder en
de muziek wat zachter. Dan
kunt u op mijn klandizie blijven
rekenen, al moet u zich dat
laatste niet al te profijtelijk
voorstellen want ik houd van
afzien, zoals u onderhand moet
weten.
Mijn zoon vond dat ik eens naar
een volgens hem écht gezellige
tent moest gaan: de jel. Hij be
doelde de Jelleboog, een suc
cesvolle bar-disco die zowel
vernoemd is naar zijn grondleg
ger Joop Jellema als naar de
Kromme Elleboogsteeg, de offi
cieuze naam van het achter-
afstraatje waar deze tempel al
sedert de vroege jaren zestig
wordt geëxploiteerd. In tegen
stelling tot de Balcken, de
Slock en de Zwaan, waar
iemand van middelbare leeftijd
zich geen paria voelt, slaat daar
het ouderdomsbesef onverbid
delijk toe. Je wordt daar in
gesloten door dichte drommen
uitbundige jongelui, kinderen
nog, al durf ik dat niet te zeg
gen. Wel een prima sfeer. Toen
ik er de eerste keer kwam, was
net het zomerseizoen achter de
rug en de Texelse jongens en
meiden voelden zich voor het
eerst na maanden weer onder
mekaar. Mijn aanwezigheid
moet licht storend zijn ge
weest. Je zag ze denken: een
vader die zijn dochter komt op
halen. Ook het management
van het bedrijf had mij opge
merkt. Binnen een minuut na
binnenkomst klampte exploi
tant Siep me aan. Of ik ver
dwaald was? Nee Siep, ik kom
alleen maar even kijken. Want
mijn zoon zegt dat het hier al
tijd zo bere-gezellig is, en dat
wilde ik wel eens bekijken. Siep
grijnsde opgelucht. Ik hoop dat
de woordspeling hem niet is
ontgaan.
Na een trap opgeworsteld te
zijn kwam ik bij een bar, waar
ene Jelte het ene glas na het
andere hield onder een onafge
broken stromende bierkraan.
Het was er staande vol. Horen
en zien verging. Alom gezang
en andere vrolijkheid. Mijn zak-
geluidsmeter gaf bijna 100 dba
aan. Veel bekende gezichten.
Sander, Frank, Marcel, Kees,
Maarten, Daniël, André. Kort
om, de voltallige vriendenkring
van mijn zoon, met respectieve
lijke vriendinnen die meren
deels lief aan een colaatje
zaten. Die kring bestaat tot
mijn tevredenheid uit wat mijn
oude moeder toch wel een
goed slag volk zou noemen.
Hardwerkend, avontuurlijk, niet
afkerig van spraakmakende
stunts en uiterst weerbaar. En
dat alles drugsvrij, voor zover ik
weet.
Hoewel, zonder alcohol schijnt
het niet te kunnen. Maar ze la
ten zich tegenwoordig na hun
uitspattingen altijd met de taxi
naar huis brengen, dus daar
moet ik maar niet wakker van
liggen. In het verleden was dat
bij een deel van het groepje een
enkele keer anders, met als ge
volg een ongeluk met veel
schade en schande, waar ze
veel van geleerd hebben. Hoop
ik.
De zoon zelf was er ook. „Dit is
nou mijn vader!!" brulde hij te
gen de menigte, alsof hij een
bijzonder beest liet zien. Had
eigenlijk uitgestorven moeten
zijn, maar bijt niet en gaat zo
weer naar huis. Op hetzelfde
moment kreeg ik een glas bier
in de hand geduwd. Vijf minu
ten later nóg een. Wie was er
zo gul? Ik maakte de vraag in
gebarentaal duidelijk. Mijn zoon
wees een van zijn trawanten
aan. Dus de aandacht van deze
vriendelijke blaag getrokken en
het glas in zijn richting gehe
ven. Van wie het andere pilsje
kwam bleef onduidelijk. Dus
maar wat terugdoen voor alle
maal, want ik wilde bij die jon
gens niet als klaploper door de
mand vallen. Het werd een blad
vol schuimende glazen die
spoedig waren uitgevent, zon
der dat ze voortijdig op de
grond kletterden, een gods
wonder in die dringende menig
te. Ik moest gelijk bij de
naburige Rabo gaan pinnen om
die sloot bier te financieren.
Maar er stond wat tegenover:
dankbaar grijnzende hoofden,
daverende klappen op de
schouder, opgestoken duimen
en andere tekenen van verbroe
dering. Zelfs dagen later werkte
het nog bij toevallige ontmoe
tingen langs de weg.
Twee glazen. Ik mocht dus nog
met mijn eigen gele bolide naar
huis en gaf de verveeld wach
tende taxichauffeurs op de
Groeneplaats het nakijken.
Heerlijk helder en zéér tevre
den. Soms is het leven hele
maal niet moeilijk.
Harry.