Onder schot heel De Waal door TEXELSE JJ couRANT Familiedrama Kleuren Op de vlucht Repressailles Fles babypap lil na dato Gesneden ham Antiplof Rus uit hooi rgeten gevecht VRIJDAG 7 APRIL 1995 steren was het precies vijftig jaar geleden dat de Rus- noorlog uitbrak. Een drama dat diepe sporen heeft na laten in de Texelse samenleving. In de derde aflevering n „50 jaar na dato" staan herinneringen aan de Rus- noorlog centraal. Met dank aan de inzenders. Ie avond van de vijfde april uit enkele voorbijkomende ms met Russen gezang, dat jgaf van een zekere opwin- Dit kwam echter wel meer en dan gaven we de schuld iet feit dat er weer drank be- baar was, die in te korte tijd lebruikt. |ag acht april was ik na het •n naar de kerk van half acht m. Bij de kerk begon het ge- vanaf de noordbatterij. En- igenblikken later stond hoeve fin brand. We zijn gaan schui- de kelder bij de barak naast rk tot het schieten ophield, lalf elf begon het schieten op- Toen waren de kerktorens loei. Maar het eerste schot laag en trof de schoorsteen iet huisje naast Bouwlust van iroer Wim. Ze zaten rond de Eén scherf trof Wim. Hij is op een deur naar Bouwlust icht en door een dokter die irste dagen van de Russen zijn in mijn herinnering nog licht. Ik was twaalf jaar en altijd in de kleuren geel en Waarschijnlijk door het geel 'narcissen die bloeiden in de >nder een stralend blauwe a werkte met ome Piet eKees samen op de boerde- wlust, maar had graag zelf eren om huis. In mijn blau- erall die moeder had ge voelde ik me een echt metje. Jag vroeg ik waar papa was. vertelde dat hij bij een king was om te onderzoe- men de Georgiërs kon hei- het verzet. Ik werd een bang. Ik was er niet gerust liep naar het land waar de sen werden gekopt. Papa terug en bleef bij ons. Alles 'eer stralend en ik hoorde de rik zingen. april werd al vroeg ge in. Ze riepen dat we vluch- moesten. Het gebeurde al heel snel. Ome Piet Als het je treffen moet, dan iet je toch." We zouden sa- koffie drinken. Moe stond ij het fornuis, toen er geruis !en klap heb ik niet gehoord, gaf een schreeuw, ik lag op Md en alles was donker om ien. Ik voelde iets heets en op m'n rechter bovenarm. jormalige weeshuis aan de Parkstraat na het bombardement op Den Burg. waar t postkantoor is gevestigd. we „Surrogaatje" noemde behan deld. Maar er was geen hoop meer. 's Middags omstreeks drie uur is hij gestorven. Zijn vrouw Annie had ook een verwonding, maar die liet zich aanvankelijk niet zo ernstig aanzien. Ook Bep had een schram, maar ook niet méér dan dat. Inmiddels was de uittocht uit het dorp in volle gang. Alles vluchtte weg. We gingen naar hoeve Hol land, vader en moeder naar ome Kees de Wit op Riobuurt. Op Hol land zaten we met zeventig men sen. We lagen op het hooi en zagen de lichtflitsen van springen de granaten. Het was alsof er ster retjes in de schuur neerkwamen. We kropen dan maar onder de de kens. Maandag hebben we in het bos een zig zag schuilkelder ge graven. Als er dan geschoten werd lagen we daarin. Gelukkig was het mooi weer in die dagen. Fragmenten uit dagboek van Piet de Graaf, geschreven op 2 januari 1985. Toen zag ik papa, hij lag voor zijn stoel. Moe had een scherf door haar schouder. Met een wanhopi ge stem zei ze: „Oh Bep, papa gaat dood." Ik werd helemaal stijf en in mijn borst voelde ik iets dat koud was en zwaar. Het drukte tegen mijn keel. Ik wou huilen, maar het ging niet. De eerste week toen moe bij tante Guurtje aan de Hollandseweg was, leek het of ze nog beter zou worden. Ze moet het die periode heel moeilijk gehad hebben. Ze was altijd vrolijk, maar ik heb haar na papa's dood nooit meer zien la chen. De scherf in haar schouder begon de omgeving te infecteren. Maar er was nog geen penicilline. Moe is toen nog op een platte wa gen naar het noodziekenhuis in Den Burg gebracht om de scherf te verwijderen. Maar dat is niet gelukt. Ik zie nog het zielige hoop je dat daar in de stoel op de wagen lag; ze was verslagen. Toen ze verder achteruit ging, moest ze weer naar het zieken huis. Ik weet nog dat moe, toen ik haar een zoen gaf, mij ook kuste. Meer weet ik niet, alles was zwart. Er komt pas weer meer kleur in de beelden na het af scheid. Toen drong het tot mij door dat moesi er niet meer was. Fragmenten uit dagboek van Bep Smid-de Graaf uit Gasselte, uit 1985. Op 6 april 1945 schrokken wij 's nachts wakker door hevig schie ten. In de Hogerstraat, waar wij toen woonden, waren Russen en Duitsers met elkaar in gevecht. De ramen sprongen ervan. Wij gingen naar de familie Mantje, onze bu ren. Maar toen wij daar boven in de kamer zaten, schoot iemand naar boven door het raam. Er was een man naar binnen gevlucht, die wilden ze treffen. Wij zijn toen met z'n allen in de kelder gaan schuilen. Toen het even rustig was, ben ik met onze twee kinderen achter langs door de Vogelenzang naar mijn schoonouders gegaan in de Waalderstraat, waar ze een krui denierswinkeltje hadden, 's Mid dags begon de beschieting vanuit Den Helder. Wij stonden in de win kel en mijn schoonvader, Hendrik Verstegen, werd door een granaat scherf getroffen in de hartstreek, hij viel dood naast ons neer. De ruiten waren aan diggelen, het was een ravage. Mijn zwager Bert de Jong kwam na de beschieting bij ons kijken en toen hebben wij samen schoonvader op de divan gelegd. Er kwam een platte wagen in de straat, waarop alle bewoners plaatsnamen om te vluchten uit angst voor de volgende beschie ting. We gingen richting Ooster end en mijn kinderen en ik vonden onderdak bij de familie Slik in Spang. Maar daar hoorden wij 's nachts ook schieten. Dus ben ik 's morgens met de kinderen -mijn zoontje van drie in een geleende kinderwagen- lopend via een om weg naar Den Burg terug gegaan, onder het schieten door. In Den Burg was het rustig en zag ik mijn man weer, die gelukkig niets man keerde. S.H. Verstegen-Lok, Den Burg Toen ik op 30 maart 1945 terug keerde uit Assen, waarnaar ik op 5 december 1944 was afgevoerd Loladze Sjalwa, militair leider van het 822 Georgische infanteriebataljon. Loladze sneuvelde tijdens de opstand. Na de oor log werd het Russenkerkhof op de Hoge- berg naar hem vernoemd. IFoto Archief Theo TimmerI met enkele andere jongens die hadden geprobeerd om onder te duiken, was op Texel nog alles rustig. Het was weer lente, de lammerij was in volle gang. Een week later was het plotseling oorlog. Op 9 en 10 april werd ons huis in polder 't Noorden kapot gescho ten. 's Middags om één uur stond „Klein Zeeland" in lichterlaaie, bij ons brandde alleen het hooi en stro. 's Avonds om zes uur kregen we bevel van de Duitsers om de huizen te verlaten. Ik zag hoe ze bij het huis van de buren een hand granaat naar binnen gooiden. Dat was een repressaille voor het feit dat de Russen vanuit de Een dracht aan het schieten waren. We zagen hoe de Duitsers opruk ten langs de dijk. Om de 50 meter was er een gat met een soldaat er in. De Russen lieten ze gewoon komen en wachtten in de Een dracht. Dwars over het land liepen we met de hele buurt richting Oosterend, spullen hadden we met mee. Bij Grietjeshoeve kregen we een paard en kar van Haarsma. De moffen hielden ons onderweg aan, maar we mochten doorrijden. Jaap Boon, 't Noorden Er werd geschoten. De Georgiërs hadden in de barak tegenover de Robbenjager alle Duitsers ver moord. Vanaf de noordbatterij en van Vlieland werd op de vuurtoren geschoten. We zagen overal brok ken afvliegen. Toen draaide het geschut recht over ons huis aan de Vuurtorenweg. De telefoondra den knapten allemaal af. We schuilden in de tunnel in de voor tuin. Daar zaten we. Vader, moe der, drie meisjes en vier jongens. Ik was vijftien. Toen werd het stil. Zo hard we konden, vluchtten we.Vader droeg de baby Rosa de Wolf, die op 11 november was ge boren. We belandden op Maria- hoeve. De mannen hadden de ruimte tus sen graanklampen dichtgebouw, zodat we droog zaten. Na onge veer een week kwamen de Duit sers opzetten. De familie Quartel heeft ze gevraagd om de klampen te ontzien, omdat daar kinderen zaten. Ze voldeden aan het ver zoek. Daarna vluchtten we naar Buitenzorg. Achter elke boom stond een Duitse soldaat. Die zei den: „Hab keine angst, ich bin kein Russe." Terug in De Cocksdorp gingen we naar café De Aanleg en sliepen in het stro. De Duitsers drongen heel brutaal de keuken binnen. Eén pakte de fles pap die voor de baby Rosa was gekookt af en dronk die leeg. Toen haar moeder daarover een opmerking maakte, trok de soldaat zijn revolver en dreigde te schieten. Toen hebben we maar niets meer gezegd. Toen we op een dag op de Vuurto renweg gingen kijken, zagen veel drukte op het land bij Buitenzorg. De bezetters hadden daar allemaal Georgische soldaten en lieten die een massagraf graven. Eerst wer den de gewonden erin gedragen. Toen moesten ze zelf (op twee na) op een rij gaan staan. De twee overgebleven soldaten moesten het graf daarna dichten. De twee zijn daarna zó slordig begraven dat hun benen nog gedeeltelijk boven de grond uitstaken. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien. L.M. v/d Berg-v/d Werve In de Russenoorlog kwam er op een avond een Rus bij ons binnen op „Molenhoeve", tussen De Waal en Oosterend. Hij had dagen in de sloot gezeten, in de rooie modder, en z'n tong was als leer. Mijn moe der verzorgde hem en hij gaf haar een waxinelichtje. Jarenlang heeft daarvan nog een vlek in de dres soirloper gezeten. Toen de brandbommen vielen, za ten we onder de trap. Ik keek naar de deur en zag door het sleutelgat vuur. De boerderij van Arie Bakker in Spang was geraakt, evenals de Waalder kerk. Ook weet ik nog dat er, óp weg naar school, een Rus dood langs de weg lag. En na de beschieting van Den Burg kwam mej. C. de Waal bij mijn moeder, omdat haar huis kapot was. Tientallen burgers kwamen bij ons logeren. Maar op een dag moesten we allemaal weg. We probeerden aan Den Burg te ko men. Opa en oma konden we niet bereiken, zodoende belandden we op de Stenenplaats bij Kees van Corrie. Daar zagen we hoe een Rus aan de kastanjeboom werd opgehangen. In de oorlog verbleef ik als jo chie bij mijn oom en tante Au- ke Kooiman en Eitje Bakker op de boerderij die nu „Spang" heet. Toen ik van de oorlog hoorde voelde ik mij alsof ik verlamd was. Het bombarde ment op De Waal en Den Burg vonden we een verschrikking. We hadden vooral te doen met de Waalders. Tijdens de beschietingen op het dorp hadden we er het huis mee vol en sliepen we met z'n twintigen in het hooivak. De volgende dag gingen de Waal ders terug om te kijken wat er te redden viel. Mijn neef Klaas Kooiman ook. Hij nam mijn fiets op antiplofbanden en werd ergens bij de kruising Oosterender en Spangerweg neergeschoten, omdat hij niet vlug genoeg stopte toen hem halt werd toegeroepen. Hij stierf een paar dagen later. Marius Bakker, Canada We moesten weg omdat er veertig Duitse jongens (ca 18 jaar) in Mo lenhoeve werden ondergebracht. Gesneden ham stond in de kast. Maar... ze lieten het netjes staan en ook het huis was schoon. Deze jongens kregen van de Russen in het moeras van Waalenburg alle maal de kogel zodra ze hun hoofd boven de Zaandammerdijk uit staken. Paula Brouwer-Terpstra, Zuidhaffel Tijdens de Russenoorlog was Henk Bakker aan het werk bij de dorsmachine tussen een aantal graanschelven bij boer derij Groendendaal in De Wes ten. Plotseling kwam uit De Dennen een groep Duitse sol daten het land op, in de rich ting van de boerderij. Ze liepen in een brede rij, onder ling was de afstand van de mannen tien tot vijftien meter. Met de bajonet op het geweer waren ze op zoek naar Geor giërs. Bij de dorskas aangeko men vroegen ze of er Georgiërs in de buurt verstopt zaten. Er was een verordening dat iedereen die wist waar ze zaten, dit moest aangeven. Wie dit niet deed werd met zijn familie doodgeschoten en de boerderij werd verbrand. De mannen zeiden van niets te weten. Hierop schoten de Duitsers lukraak in de graan schelven en hooiklampen. Tot ieders verbazing sprong .er een Rus uit het hooi. In aan wezigheid van de Texelaars moest hij van de Duitsers zijn eigen graf spitten. Toen hij klaar was moest hij op de rand gaan staan en viel in de kuil nadat hij een salvo ge weerschoten op hem had ge kregen. De Tesselaars mochten nog blij zijn dat zij er goed vanaf kwamen. Een deel van de Georgiërs overleefde de oorlóg door onder te duiken Bijvoorbeeld op „Flora" en TubantiaHier poseren staand v.l.n.r. twee Georgiërs. Kees Koorn. Anne Koom. mevr. Koorn, Piet Uitgeest, Klazine Uitgeest en nog twee Georgiërs. Op de voor ste rij v.l.n.r. Rein. Ronnie. Tiny en Frits Koorn. IFoto Archief Klaas Uitgeest) de beschietingen op De Cocksdorp werd de Hervormde kerk in puin geschoten. müie Groenhof, die in mei vanuit De Koog was geëva- naar De Waal, woonde ten ar> de Russenoorlog met de Van der Vis (zo'n tien man ln de oude pastorie naast de kmde kerk. Nadat vrijdag de lnd uitbrak, beschoten de ers zaterdag De Waal. Een |deel van het dorp was al ge waar vader Groenhof en Van der Vis dachten „dat Pn vaart niet zou lopen" en n 9ebleven. Dat hebben ze 'ten. Kees Groenhof: „We zaten midden in de beschietingen die duurden van 's middags één uur tot 's avonds half zeven. De Georgiërs hadden zich verschanst aan de kant van De Waal, bij het Schilder weggetje. De Duitsers kwam door de tuinen aan de Bomendijk. We lagen midden in de vuurlinie. Er werd hevig geschoten, meerdere malen floten de kogels en scher ven door de ramen naar binnen. We hadden geluk dat in de gang de ramen hoog zaten. We kropen op ons buik door het huis als we naar achter gingen. Het was een slagveld. Het ene moment trokken de Duitsers terug, terwijl het ande re moment de Georgiërs achteruit gingen." Kennelijk waren de strijders be kend met het huishouden, want beurtelings kropen er dorstige sol daten naar binnen die dronken uit een emmer water. Aan de zuidbatterij was doorgege ven dat zich in de Hervormde kerk Georgiërs bevonden. Overigens was dat volgens Groenhof niet zo. Vanaf Loodsmansduin werden granaten gevuurd op de kerk, maar het kanon stond iets te kort afgesteld. De granaten kwamen terecht in een weilandje iets vóór de kerk, dat volledig werd omge ploegd. Eén scherf of iets anders belandde toch in de kerktoren. „Op een gegeven moment zag ik er een kringetje rook uit vandaan komen. Verder was er niets te zien. Daardoor moet de kerk zijn afgebrand." Op 25 februari 1944 gaven de Duitsers opdracht om vier boerde rijen in Ongeren te ontruimen. De familie Jaap Hm ging naar de Nes bij broer Jan, Jaap Keyser ging met gezin en boerderij naar De Waal, m'n ome Kees Hopman en m'n vader Frans Hopman brachten hun gezinnen onder in De Waal en verplaatsten het vee naar de boet van Kees Roeper achter „Waal- dam" aan het Burgerdijkje. De Duitsers maakten van Ongeren een bunkercomplex met zwaar ge schut. Er zaten eerst drie of vier soldaten, onder wie John Teuw- sen, een rijksduitser uit Limburg. Tussen Teuwsen en mijn vader ontstond al gauw een goede ver standhouding. Hierdoor mocht ons vee blijven grazen op de lan derijen in Ongeren, waar inmiddels een prikkeldraad-versperring om heen stond. We konden rustig in en uit de stellingen lopen, geen vuiltje aan de lucht. Tot de nacht van 5 op 6 april 1945. Kees Hopman had die nacht gewaakt bij de schapen in de boet en was 's morgens om zes uur naar huis gegaan. Toen mijn vader hem afloste, had ome Kees nog gezegd: „Ze zijn bijna de hele nacht aan het oefenen geweest. Het schieten was niet van de lucht." „Ze oefenen maar", dacht vader Frans, „ik ga melken." Na een tijd je werd er op de deur van de boet geklopt, en nog eens. Vader doet open en tot zijn stomme verbazing ziet hij een man in onderkleren he lemaal nat voor de deur liggen. De man kruipt naar binnen, duwt gauw de deur dicht en in het licht van de stallantaarn ziet vader dat het John Teuwsen is. „Man, wat is er met jou gebeurd?" John ant woordde: „De Russen zijn in opstand, ze schieten iedere Duit ser dood." Vader: „En jij dan?" John: „Ze gooiden een projectiel met brandende lont naar binnen, maar die kon ik doven. Toen ben ik snel naar buiten gerend, heb de geweren van twee Russen die bij de deur stonden, naar beneden gedrukt en ben zigzag zo hard ik kon weggelopen. Na een paar mi nuten viel ik uitgeput in een grep pel. Als een wonder kon ik door die greppel zo onder de versper ring door kruipen. Ik ben door de slootjes verder gegaan en zo hier bij de boet beland." Teuwsen had van twee tot zes uur 's nachts voor de deur gelegen en was in en in koud. Vader Frans trok gauw het bed van de waker open en stopte de koude soldaat goed weg. Na ongeveer een half uur kwam ik bij de boet. We beslo ten dat Teuwsen weg moest, an ders zou hij sterven. Er zaten echter vier Russen ingegraven op de dijk, geen vijftig meter van de boet. Vader ging eerst om kleren naar De Waal. De rijksduitser werd in overal, jas en hoed gestoken en toen ben ik met hem door het land gelopen, zoals gewoonlijk met een emmer melk tussen ons in naar Waaldam. Daar ging John naar rechts naar Sijp Kuiper op Waal- dam, ik ging linksaf naar De Waal. Teuwsen zou onderduiken op ver schillende adressen en overleefde de oorlog. De volgende ochtend, zaterdag 7 april, gingen vader en ik kijken naar de schapen en lammeren rond de stellingen in Ongeren, die alweer waren bezet door de Duit sers. We waren er nog maar nau welijks of we moesten bij de commandant, een nieuwe die ons niet kende, komen. Er werd ge vraagd of er Russen in De Waal waren. Wij: „Niet dat we weten." De commandant: „Dus nee. Dood schieten die twee als er wel Rus sen zijn." Er stonden al 100 150 soldaten klaar om dwars door het land De Waal te bezetten. Wij moesten voor de troep uit lo pen met het geweer in de rug. Vooral de jonge Duitsers hadden het geweer in de aanslag; die jon gens waren natuurlijk ook bang. Ik dacht, straks is het afgelopen. De Duitsers doorzochten alles en wa ren gespannen. Een jongen uit De Waal die tot driemaal toe om een hoekje gluurde, kreeg de waar schuwing dat ze z'n kop eraf zou den schieten. En van een bewoner met een donker uiterlijk dachten ze dat hij een Rus was, we schrok ken ons dood. M'n moeder wist van niks, die had het eten gekookt en vroeg waarom we niet binnen kwamen. Ik geloof dat we nog een kop koffie hebben gekregen. Nor maal is het maar een stukje van een kwartier lopen, maar het duur de eerdat we door De Waal waren, twee bange uren. Toen mochten we gaan. We hadden geluk, want later hoorden we dat kort ervoor nog drie Russen bij ome Kees langs waren geweest. En inmiddels wa ren ze opgerukt tot de Zaandam merdijk, met de bedoeling De Waal te veroveren. Na de middag was dat ook gelukt. Het dorp werd drie uur onder zwaar vuur gezet door de Zuidbatterij en Loods mansduin. Het hele gezin van ze ven personen zocht dekking in de kelder. Er was weinig bewegings ruimte; als er op korte afstand een granaat insloeg, leek het alsof de vloer omhoog kwam. Na een angstige middag in de kelder kon den we vluchten toen het bombar deren ophield. In het huis van de buren was een voltreffer geko men, verderop zat een krater mid denin de straat. Bijna het hele dorp vluchtte Spang in, we gingen als vanzelf mee Daar zijn we door de familie Hin, de oude buren uit Ongeren, opge vangen. Het was er zó vol, dat we in ploegen moesten eten en in het hooi slapen. Na een paar dagen konden we terug naar De Waal. De bezetters hadden in ons huis ge leefd. Duitsers? Russen? In elk ge val een grote troep. De boet van Roeper aan het Burgerdijkje, waar we koeien, lamschapen en een paard hadden staan, was ver brand. Jan Hopman, Den Burg Duits afweergeschut in Ongeren. Links op de foto de rijksduitser John Teuwsen I i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1995 | | pagina 11