y
De geschiedenis van een begraafplaats
Slachtoffers
TEXELSE 22 COURANT
Ui
De strijd
IrDAG 20 APRIL 1995
ras»;
ia de komst van de Cana-
ivrijders werd besloten een
iplaats aan te leggen op
iiland in Zuid-Haffel, eigen-
in een als vijandelijk onder-
aangemerkte Haarlemmer,
wachting was dat het 23
te terrein zou vervallen aan
jerlandse staat. In 1948,
|e criteria wat waren bij-
heeft het Rijk alsnog
fvoor de grond betaald,
ihulp van Texelaars die zelf
ërs hadden moeten begra-
gedwongen waren geweest
zien bij executies,werden
op het eiland lichamen op
en. Dit nare werk werd
Imelijk verricht door gevan-
pomen NSB-ers. De overle-
Georgiërs, die op dat
pt het eiland nog niet had-
laten, waren hierbij aanwe-
in hun strijdmakkers te
ceren.
chtoffers werden in twaalf
fijen in massagraven ter aar-
[eld. Aan het hoofd van de
ligt, als enige in een een
houten kist, commandant
Loladze. Tijdens een in-
ikkende plechtigheid met
ichoten en toespraken werd
loor zijn manschappen de
eer bewezen. Luitenant Lo-
was commandant van de
impagnie van het 822ste in-
ibataljon en één van de
idinggevende Georgiers. Hij
samen met enige andere
en het kader dat de
id leidde. Tijdens de grote
ingsactie die volgde op de
iring van Texel en waarbij
soldaten heel Eierland uit
kwam Loladze om. Hij
loodgeschoten in een grep-
'ij boerderij Plassendaal, na-
:e schuilplaats in brand was
'ten. Een curieuze bijzon
is dat de Duitsers ook na-
rwoed jacht op hem bleven
Kennelijk was hen niet dui-
lat zij Loladze al geslachtof-
|adden. Nu rust hij op het
te punt van de licht hellende
lakker in Zuid-Haffel.
jassagraven bij hoeve Buiten-
|n op de Mok waren voorals-
ongemoeid gelaten. De
l'sche officieren hadden be-
dat de begraafplaats op de
>erg een erebegraafplaats
t zijn, waar alleen plaats was
|de in de werkelijke strijd ge
leiden. De slachtoffers van
Buitenzorg en De Mok waren als
krijgsgevangenen geëxecuteerd
en hadden zich niet gehouden aan
de order zich dood te vechten. La
ter, in september 1947, zijn zij na
overleg met de Russische ambas
sade alsnog herbegraven op de
Hogeberg, uit praktische overwe
gingen aan de zijkanten van het
terrein. De gedenkstenen die in
middels bij Buitenzorg en op de
Mok waren geplaatst, verdwenen
en doken in 1984 weer op. Vervol
gens werden zij ter linker- en rech
terzijde van het grote monument
geplaatst. De op de herdenkingen
aanwezige veteranen wilden ook
later niets weten van deze gesneu
velden. Zij bleven de graven aan de
zijkanten hardnekkig negeren.
Nog in juni 1945 richtten de Geor-
giërs een eenvoudig, roodgeschil-
derd houten monument op aan
het hoofdeinde van het graf van
Loladze. Bovenop de hamer en sik
kel van de Sovjet-Unie en aan de
voorkant achter glas een foto van
Loladze en een kort grafschrift in
het Nederlands en het Georgisch.
Al vrij snel na plaatsing werd het
monument gedeeltelijk vernield.
„Op het Russische kerkhof aan de
zuidzijde van de Hogeberg, heeft
men enige malen achtereen de ruit
stukgeslagen van het monument
je, dat daar ter herinnering aan de
Georgiërs, die op Texel gevallen
zijn, is opgericht. Men moet wel
een verwrongen ziel hebben om
tot een dergelijke baldadigheid te
komen." (Texelse Courant, 22
augustus 1945)
Het heeft tot 1953 geduurd voor
dit eenvoudige monument werd
vervangen door een blijvender ge
denkteken. Op de dodenherden
king van dat jaar onthulde G-T.
Zaitzeu, gezant van de Sovjet-
Unie,een granieten muur waarop
het wapen van Texel en het em
bleem van de Sovjet-Unie waren
aangebracht. Tijdens de plechtig
heid werd ondermeer het woord
gevoerd door W.N. Kelder, oud-
Op de zuidflank van de Hogeberg, naast de begraafplaats van Oudeschild, liggen broe
derlijk naast elkaar de Georgiërs die - liever dan af te wachten wat Stalin over hen zou
beslissen - zich doodvochten in een bloedige strijd tegen hun Duitse superieuren. De
begraafplaats, gelegen op één van de fraaiste delen van het eiland, wordt jaarlijks door
honderden belangstellenden bezocht. Tijdens de dodenherdenking op 4 mei leggen
vertegenwoordigers van de Georgische ambassade, de gemeente Texel en andere be
langstellenden kransen. Georgiërs die Europa bezoeken laten zelden na van hun route
af te wijken om aarde uit hun vaderland over de graven uit te strooien en te drinken
op de gevallenen.
Hoeveel Georgiërs er precies begraven liggen, is niet geheel duidelijk. Volgens de Ge
orgische historicus Kotsjiasjwili zijn in totaal 492 militairen op Texel gesneuveld. De
Oorlogsgravenstichting beschikt over een opgave uit september 1947, waaruit blijkt
dat 476 Georgiërs op de Hogeberg begraven zijn. Dezelfde stichting heeft echter ook
een lijst uit maart 1947 waarin gesproken wordt over 499 op Texel begraven Russen,
een verschil van 23. Zeker is dat in beide gevallen de vier gesneuvelden zijn meegere
kend van het 803de Noord-Kaukasische infanteriebataljon, die al eerder op het eiland
waren begraven. De onduidelijkheid wordt nog vergroot door het feit dat in juli 1981
in de boomgaard van hoeve Wamberg aan de Hoofdweg in Eierland de stoffelijke
resten van een Georgiër werden opgegraven. Uit overlevering blijkt dat het hier moge
lijk zelfs om twee Georgiërs gaat. Deze vondst doet eens te meer vermoeden dat bij
de inrichting van de begraafplaats op de Hogeberg niet alle Georgiërs zijn herbegraven.
commandant der NBS en lid van
het Comité Russenmonument op
Texel: „Göthe noemde eens de
oude kathedralen bevroren muziek
der Middeleeuwen. Indien het mo
gelijk is dat de mens zijn stem in
steen kan uitdrukken, moge dan
dit monument een heldenzang zijn
ter ere van hen die hier rusten."
Dit monument kende een lange
voorgeschiedenis. Al op 22 juni
1946 verscheen in de Texelse
Courant de afbeelding van een
ontwerp. De autoriteiten in lyios-
kou, die in de plannen waren ge
kend, hulden zich echter lange tijd
in stilzwijgen. Pas in november
1952, na herhaaldelijk aandringen
van Texelse zijde, ging de Russi
sche ambassade accoord. Het
traineren door de Sovjets hield
vermoedelijk verband met het pro
ces tot eerherstel van het Georgi
sche bataljon. Opmerkelijk is dat
dit pas officieel werd kort na het
overlijden van Stalin. Op het mo
ment dat het monument werd ont
huld, had de begraafplaats al een
ander aanzien gekregen. Al vrij
snel na de ingebruikname was het
tot dan toe kale terrein ommuurd
en van een windsingel voorzien.
Op de graven werden rozenstrui
ken geplant.
Maar nog had de begraafplaats
niet haar huidige uiterlijk gekre
gen. In 1966 werd het graf van Lo
ladze met een bronzen
gedenkplaat gedekt en voor de
herdenking van 1970 bracht de
Georgische regisseur Reza Tabu-
De schattingen over het aan
tal mensen dat het leven liet
tijdens de Russenoorlog, lo
pen nogal uiteen. Vrij alge
meen werd altijd aangenomen
dat 117 burgers (niet alleen
Texelaars) de opstand niet
hebben overleefd. Bartels en
Kalkman tekenen in hun boek
Texel, Nederlands laatste slag
veld (1980) echter aan, dat
daarbij ook mensen zijn mee
gerekend die een natuurlijke
dood stierven. Vooral de difte
rie die op Texel was uitgebro
ken, zou een flinke tol hebben
geëist. Zij menen dat als
rechtstreeks gevolg van de
strijd 89 burgers zijn om
gekomen.
Het aantal Georgiërs dat aan
het bloedbad ontkwam en
huiswaarts keerde heeft nooit
werkelijk ter discussie
gestaan: 228. Maar omdat
niet zeker is of bij het begin
van de opstand inderdaad
800 manschappen op Texel
waren, hebben Bartels en
Kalkman uitvoerig onderzoek
verricht om het aantal ges
neuvelden te kunnen bereke
nen. Op basis van gegevens
van de Oorlogsgravenstich
ting en de Sovjet
geschiedschrijver Miron Kots
jiasjwili becijferen zij - met
enig voorbehoud - dat 492
Georgiërs hun einde vonden
op Texel. Overigens moet
worden opgemerkt dat in juli
1981 - dus na het verschijnen
van het boek van Bartels en
Kalkman - op een boerenerf in
Eierland de stoffelijke resten
van één en mogelijk zelfs
twee Georgiërs werden opge
graven.
De dodencijfers van de Duitse
militairen lopen het sterkst
uiteen. Bartels en Kalkman
noemen het oorlogsdagboek
van de Princess Patricia's Ca
nadian Light Infantry, dat op
17 juni 1945 vermeldt dat
1800 Duitse manschappen
waren gesneuveld in de ge
vechten op Texel. Volgens ge
gevens van de Wehrmacht
werden op 6 april 180 militai
ren gedood, waarna het aan
tal gesneuvelden gedurende
de opstand opliep tot 420. Op
de militaire begraafplaats IJs-
selstein rusten echter de li
chamen van 406 Duitsers.
Bartels en Kalkman schrijven
het verschil van 14 toe aan
het feit dat sommige na
bestaanden gebruik hebben
gemaakt van de mogelijkheid
hun dierbare(n) op te graven
en een nieuwe rustplaats te
geven in Duitsland. Op basis
van de Duitse gegevens con
cluderen Bartels en Kalkman
dat aan Duitse kant ongeveer
1000 doden en gewonden
vielen. Een aantal gewonden
is later alsnog bezweken in
ziekenhuizen aan de overkant.
De meest recente publicatie is
Sondermeldung Texel van
Dick van Reeuwijk uit 1981.
De journalist en programma
maker zegt dat het aantal
Duitse verliezen niet precies is
te berekenen, gezien de chao
tische tijd die volgde op de ca
pitulatie. Bovendien meldt hij
dat wordt getwijfeld over het
lot van honderden zwaarge
wonden die naar ziekenhuizen
elders zijn vervoerd. Volgens
cijfers van het Eerste Canade
se Legerkorps lieten 2347
Duitse manschappen het le
ven. In hetzelfde boek schat
de nog op Texel woonachtige
kwartiermeester Heinz Hla-
watschek de verliezen op zo'n
2000.
Geconcludeerd mag worden
dat de schattingen van het to
taal aantal doden uiteenlopen
van zo'n 1000 tot zo'n 3000.
En dat op basis van bronnen
die toch allemaal als min of
meer betrouwbaar gelden...
Misschien is het, in navolging
van Van der Vlis, daarom
raadzamer vooral stil te staan
bij de mensen die de bloedige
strijd wél hebben overleefd. In
1978 schreef hij in het voor
woord van Tragedie op Texel
„Nog zijn er Texelaars die fu
sillades hebben meegemaakt,
uit in puin geschoten huizen
zijn gevlucht en daarbij hun
liefsten verloren. Nog komen
Duitsers en Russen naar het
eiland om plaatsen te bezoe
ken waar kameraden de dood
zijn ingegaan. Naar lichaam
en geest zullen zij voortaan
een merkteken dragen."
Op de Mok staat nog
steeds een kruis dat
herinnert aan het
drama dat zich hier
heeft afgespeeld. In
verband met de aan
leg van een sportveld
werd het in juli 1967
van de oorspronkelijk
plek gehaald en ver
plaatst naar elders op
het terrein
kasjwili een geslagen koperen
naambord mee, bestemd voor het
hek van de begraafplaats. Deze
plaat droeg in drie talen de tekst
„Gemeenschappelijk graf van de
Sovjetsoldaten uit Georgië" en
was de voorloper van een in Geor
gië te vervaardigen smeedijzeren
hek. Dit werd op 4 mei 1973 ont
huld door burgemeester W.H,
Sprenger. Het van bronzen reliëfs
voorziene hek - een geschenk van
de Georgische bevolking en ver
vaardigd door de kunstenaar No-
daz Mgaloblisjwili - geeft nog
steeds toegang tot de begraaf
plaats, die in 1977 naar Loladze
werd vernoemd. Tijdens de grote
herdenking van 1985 werden de
Texelaars geëerd in de persoon
van Cornelia Boon-Verberg. Zij
was een van de velen die de Geor
giërs in hun moeilijkste uren terzij
de hebben gestaan. De
gedenkplaat, een postuum eerbe
toon aan de „moeder der Geor
giërs", werd onder begeleiding
van speciaal voor de gelegenheid
gecomponeerde zang en muziek
onthuld door oud-strijder Chrisja
Baindurasjwili.
Dinsdag 1 mei 1990 was een
historische dag in de geschiedenis
van de begraafplaats: voor het
eerst wapperde er de toen nog
verboden vlag van het vroeger
zelfstandig Georgië. Het hijsen
van het bordeauxrode dundoek
leek voor de aanwezige veteraan
Gaxaria Prokowi een vreedzaam
symbool van een onafhankelijk va
derland, maar bleek achteraf een
voorbode van opnieuw een bloedi
ge strijd, ditmaal in Georgië zelf.
12 april: Ondersteund door
de Zuid-Batterij beginnen de
Duitsers om 06.00 uur zware
en systematische artilleriebe
schietingen vanaf de Ruigen-
dijk. Doelwit zijn alle boerde
rijen langs de Postweg tot
Zuid-Eierland en de bunkers
van vliegveld Vlijt. Vanuit pol
der Het Noorden worden de
boerderijen langs de Hoofd
weg onder vuur genomen.
Binnen korte tijd staan grote
delen van Eierland in brand en
vluchten de bewoners alle
kanten op. Duitse infante
risten slagen er ondanks hun
enorme numerieke overwicht
vooralsnog niet in Vlijt te her
overen. 's Avonds worden ze
gedwongen zich tot aan de
Ruigendijk terug te trekken.
13 april: De aanvallers zet
ten alles op alles bij hun po
ging het vliegveld weer in
handen te krijgen. Ook vanaf
de Noord-Batterij en Vlieland
wordt geschoten. Om 15.00
uur wordt Vlijt storm rijp ge
acht en gaat de infanterie tot
de aanval over. Opnieuw hou
den de Georgiërs echter
stand, met een minimum aan
manschappen. Het vrijwel
schadevrije Oosterend
stroomt vol met bewoners
van de polders Eierland en Het
Noorden.
14 april: Het wordt de Geor
giërs steeds duidelijker dat
hun nederlaag aanstaande is.
's Nachts en in de vroege och
tend trekken de meeste man
schappen weg van Vlijt. Een
paar achterblijvers weten des
ondanks de Duitsers op af
stand te houden.
15 april: Vlak na midder
nacht geven de Georgiërs De
Cocksdorp op. Zij trekken zich
terug in de duinen rond de
vuurtoren.
16 april: Ook de laatste ver
dedigers van Vlijt trekken zich
terug en voegen zich bij hun
landgenoten in de duinen en
rond de vuurtoren.
17. 18 en 19 april: De Duit
sers maken zich op voor de
beslissende slag. Een cordon
van geschutsstukken sluit
zich rond het met prikkel
draadstellingen en mijnenvel
den versterkte complex rond
de vuurtoren. Naar schatting
110 Georgiërs bevinden zich
binnen de cirkel. Zij vuren vrij
wel onophoudelijk op de
Vuurtorenweg, de enige rede
lijk toegankelijke weg naar het
complex.
20 april: De slag om de
vuurtoren begint definitief. Tij
dens de finale spelen ook de
Noord-Batterij en de batterij
op Vlieland een belangrijke
rol. In de erop volgende nacht
weten 36 Georgiërs het cor
don te doorbreken. Zij trekken
zich terug in de Eierlandse
duinen en splitsen zich op in
kleine partizanengroepjes.