'Kamelen zijn achterlijk in Egypte ze hebben er tegenwoordig tractors' Klaas Hayma voelt zich thuis op molshoop in zee Onderzoek Wendrich: gevoeligheden mijden an- gespoeld TEXELSE y CouRANT VRIJDAG 26 NOVEMBER 1999 Zo'n vijf jaar later dan eigenlijk de bedoeling was, stond Willeke Wendrich (38) gisteren in het Leidse Academiegebouw oog in oog met een forgm van geleerde en hooggeleerde criticasters om haar proefschrift 'The world according to basketry' te ver dedigen. Ze deed dat succesvol, zodat de oud-Texelse zich nu doctor in de archeologie mag noemen. Een verhaal over op gravingen, palmbomen, theezakjes, kamelen en tractors. Willeke Wendrich logeert momenteel bil haar ouders aan de Ruyslaan in De Koog. Daar werkt ze aan haar proef schrift, dat op 14 december voltooid moet zijn.' Dat stond te lezen in de Texelse Courant van vrijdag 2 de cember 1994, toen het promotie onderzoek van de in Egypte woon achtige archeologe op een oor na leek gevild. Geconfronteerd met de datum van de krant, moet Wendrich een beetje lachen. 'Vijf jaar geleden alweer Dat had ik niet gedacht. Maar sindsdien heb ik bijna geen dag vrij gehad om eraan te werken. Zo'n proefschrift schrijf je met even tus sendoor. Je moet er rustig voor kun nen gaan zitten.' Oe tijd om dat te kunnen doen, had :e duidelijk niet. Ongeveer een halve paan op jaarbasis vervulde ze voor de Leidse Universiteit, die haar in Cairo Had gedetacheerd om er archeologie ie doceren aan studenten uit onder meer Nederland, de Verenigde Sta- en. Noorwegen, Belgié en Engeland. Ik ging vaak met ze op stap naar niet- oeristische plekken. Maar dat bete- ;ende dus ook dat ze moeilijk bereik- oaar waren, Dat kostte nogal wat tijd.' Daarnaast was ze eén van de twee directeuren die leiding gaven aan een opgraving in de Egyptische woestijh, ifakbij de Rode Zee. 'Ik was er ver- intwoordelijk voor eigenlijk alles, foor de contacten met de oudheid- (undige dienst, maar ook voor het op oorraad houden van de theezakjes ?n de Nescafé. Vooral daarvoor, ei genlijk', lacht ze. eder jaar werd (en wordt) er drie maanden lang intensief gegraven, werkzaamheden waarbij Wendrich :elf ook actief betrokken was. 'We wonen dan in tenten. Die zijn best üxe hoor, je kunt er rechtop in staan. Ve hebben een heel strak dagelijks schema. Om half zes staan we op. Om zes uur scherp beginnen we met de opgravingen. Dan is er om half elf ontbijt. Daarna werken we weer een paar uur. Om twee uur lunchen we. Dat is in Egypte de grote maaltijd, 's Middags wacht daarna het papier werk: plannen en resultaten uitwer ken. Om zeven uur is het avondeten en om negen uur wil je dan wel eens naar bed. Want de volgende ochtend moet je er weer om half zes uit.' De resultaten zijn interessant. 'We hebben naar verhouding veel tem pels gevonden. Dat komt waarschijn lijk doordat het een havenstad was. Voor ze gingen varen, wilden de zee lieden eerst offeren. Duidelijk is ook geworden dat het een ontzettend in ternationale stad was. Er zijn producten gevonden uit India. Die zijn waarschijnlijk geïmporteerd. Maar uit vazen met ingekraste teksten kunnen we concluderen dat er ook mensen wóónden die uit India afkomstig wa ren.' Ook buiten de opgravingen zelf kostte het project Wendrich veel tijd. 'Samen met het docentschap had ik er een volle baan aan. Alleen 's zo mers had ik de tijd om aan mijn proef schrift te werken. Dat deed ik op Texel. In mijn dankwoord heb ik mijn Bij de opgravingen zijn tweeënveertig archeologen betrokken. 'Daar zijn heel veel specialisten bij. Daardoor kunnen we met zo min mogelijk gra ven zoveel mogelijk gegevens ver werven Vroeger, bij het ouderwetse graven, werd vooral heel veel gegra ven en werd alleen onderzoek ge daan naar wat ze interessant vonden. Soms waren ze alleen geïnteresseerd in een laag uit een bepaalde tijd en vonden ze het eigenlijk maar verve lend dat ze eerst door die nieuwere lagen heen moesten. Later brak het besef door dat graven eigenlijk ver nielen is. Er wordt met lukraak meer gegraven, maar we gaan op van te voren vastgestelde plekken naar be neden. Het grootste gat is tien bij tien meter en zeven meter diep. Dan krijg je een mooie dwarsdoorsnede van de verschillende tijdvakken. Bovenin is het de zesde eeuw na Christus, toen Berenike - de stad waarnaar we on derzoek doen - werd verlaten. On derin ligt de oudste laag, uit de derde eeuw voor Christus.' ouders er speciaal voor bedankt, want in al die tijd zagen ze me eigen lijk nooit Ik zat alleen maar achter de computer.' Gevolg van alle vertraging was dat het onderzoek van aard veranderde. Aanvankelijk richtte ze zich vooral op de vraag hoe in het oude Egypte manden werden gemaakt, een am bacht dat nog altijd bestaat. Later betrok ze ook de makers in het on derzoek. Waren het mannen of vrou wen? En deden ze hun werk voor ei gen gebruik of voor de handel? Moeilijke vragen, die echter goed te beantwoorden zijn door te kijken naar het uiteindelijk resultaat, dat weer veel zegt over de manier van produ ceren. 'Als je dat behoedzaam doet, krijg je een goed beeld van hoe het er in zo'n dorpsgemeenschap aan toeging', meent Wendrich. 'Het gaat niet om de manden, maar om de so ciale context.' Het gebruik van de manden zou een onderzoeksonderwerp op zich zijn. Ze zijn eeuwenlang gebruikt (en wor den dat nog) om etenswaren en an dere spullen in te vervoeren en kun nen dus veel vertellen over onder meer de handel en de economie 'Ik heb me geconcentreerd op de productie. Het boek is nu al vijfhon derd bladzijden dik geworden.' Om het onderwerp beter te kunnen begrijpen, zocht Wendrich contact met moderne mandenmakers en leerde ze het ambacht ook zelf. 'Ik heb veel gepraat met die mensen. Dat was heel erg leuk. Ik moest er wel veel tijd voor uittrekken. Je kunt niet zomaar even aanwaaien, je moet eerst een vertrouwensband krijgen. Meestal ging ik eerst langs om te vra gen of ik geen les van ze kon krijgen Een belangrijke stap, omdat ik op die manier iemand werd die méér deed dan alleen apies kijken. Ook de po sitie van de mandenmaker werd er duidelijk door Hij was leraar, ik zijn leerling. Ik liet ook altijd foto's zien van oude manden, die waren gevon den bij opgravingen De meeste mandenmakers vonden dat heel in teressant, omdat ze daardoor hun eigen werk konden vergelijken met dat van vroeger. Maar je moest vooral heel precies zeggen wat je kwam doen. Soms ligt iets gevoelig, terwijl je dat niet zou verwachten. Zo film je bijvoorbeeld nooit kamelen in Egypte. Die zijn achterlijk. Ze hebben tegen woordig tractors en die gebruiken ze allemaal. Dat dóen ze weliswaar met, maar ze willen tenminste de schijn ophouden.' Ondanks alle omzichtigheid ontston den toch af en toe misverstanden. Zo meende één van haar leraren dat Wendrich het vak bij hem wilde leren om zelf een zaakje te kunnen begin nen. Toen ze hem duidelijk probeerde te maken dat ze alleen onderzoek deed en dat het maken van dergelijke manden in Nederland een probleem zou vormen omdat er geen palmbo men groeien, viel een diepe stilte. 'Hij raakte helemaal in paniek. Geen palmbomenMaar hoe moet dat dan? Wat eten jullie dan? En waar maken jullie je vuurtjes van? In Egypte blijft geen onderdeel van een palm- Willeke Wendrich: 'Ik doe onbewuèt allerlei dingen op Egyptische wijze. boom ongebruikt. Dat ze bij ons he lemaal niet groeien, kon hij zich maar moeilijk voorstellen.' Een van de grote praktische bezwa ren waarop Wendrich stuitte, was dat het produceren van een mand moei lijk valt te beschrijven 'Hoe vang je zoiets in woorden? Zo'n manden maker maakt het duidelijk door soms even je hand te pakken. Om dat vast te leggen, moest ik een instrument bedenken, een systeem om zoiets te kwantificeren. Om die reden heb ik er ook een video bijgevoegd Maar het bleef problematisch.' Dat gold ook voor het filmen zelf. 'Dat heb ik eerst helemaal moeten i leren. Want wat neem je op? Hoe is de uitsnede van je beeld?' De conclusie van haar onderzoek was nogal opmerkelijk, namelijk dat de verschillen per regio groot kunnen zijn, maar dat de productie op één bepaalde plek maar weinig afwijkt van hoe dat op dezelfde plek duizen den jaren geleden gebeurde. 'Het principe is altijd hetzelfde gebleven. Dat geldt ook voor de decoraties. Door de uitvinding van kunstmatige kleurstoffen zien de manden er nu alleen wat wilder uit.' Toch lijkt het oude ambacht nu op z'n retour: 'Je ziet steeds minder man den. Plastic bakken zijn erg populair. En manden die zijn gemaakt van au tobanden. Dat vinden ze zelf een vooruitgang. En ze gebruiken er nog steeds dezelfde naam voor.' De toekomst van Wendrich is met zo duidelijk en hangt samen met die van haar man. Hans Barnard, die op de Nederlandse ambassade in Egypte werkt. 'Hij is eigenlijk arts, maar mag als zodanig niet in Egypte werken. Het Egyptische artsenexamen wordt in Nederland niet erkend en van de weeromstuit geldt dat ook andersom. Hij probeert toch toestemming te krij gen, maar dat gaat heel traag. We willen in ieder geval bij elkaar blijven, maar dat mag overal ter wereld zijn. Ook in Egypte. Cairo is erg vervuild, dat is een nadeel, maar het wonen is me er prima bevallen. Ik doe onbe wust allerlei dingen al op Egyptische wijze, hoor ik van anderen. Autorijden bijvoorbeeld. Er wordt veel getoeterd. Ook naar fietsers, want het zou niet beleefd zijn om ze niet te waarschu wen dat je er aan komt. En je rijdt er zonder licht, want anders zou je de andere verkeersdeelnemers maar verblinden.' Wendrich is druk aan het solliciteren en heeft zich ook ingeschreven bij het arbeidsbureau op Texel 'Bij het ge sprek dat ik er had vroegen ?e of ik alleen geïnteresseerd was in een baan op Texel of dat het ook in de regio mocht zijn. Ik had net sollicitatiebrieven naar Liverpool. Toronto en New York de deur uitge daan. Van mij mag het ook de regio zijn. Ze moesten er zelf om lachen Bij de opgravingen in Egypte wil ze in ieder geval betrokken blijven, hoe wel ze er geen cent mee verdient. 'Werk is er genoeg, geld niet. De basiskosten worden door de stich ting Nederlands Wetenschappelijk Onderzoek vergoed, maar dat is maar een klein bedrag. Dat is verve lend, want als projectleider ben je constant bezig donateurs en spon sors te zoeken. Werken in de woes tijn kost veel geld. Er is bijvoorbeeld geen elektriciteit. Die wordt opge wekt door grote zonnepanelen. Nu zijn de accu's op en moeten er eigen lijk nieuwe komen. Maar die kosten wel zo'n tienduizend gulden. Stop pen met dit werk wil ik niet. Ik heb dit altijd willen doen. En het pleit alleen maar in je voordeel, als je een eigen project hebt. Mocht ik straks een baan krijgen, dan moet ik daarvoor wel drie maanden per jaar vrij kunnen krijgen. De rest kan ik op afstand besturen, per telefoon en e-mail.' Tekst en foto Joop Rommets in het voorjaar een vakantie bespreken op Texel, niet wetende 1at hij daar in hetzelfde jaar zou gaan werken. Dat overkwam Klaas Hayma, nu werkzaam op de afdeling Financiën van het gemeentehuis in Den Burg. Hij verruilde de Haarlemmermeer mor 'dat molshoopje in de zee'. Althans, dat was de mening tan de familie, die het gezin met lede ogen zag vertrekken. Voor Hayma zelf was het een enorm waagstuk. Een goede betrek king bij de gemeente waar je al twintig jaar zit, zeg je niet zo- mar op. Alles kwam echter op zijn pootjes terecht. Het gezin rnnd een prachtig stekje aan de rand van De Waal. En de flora in het gemeentehuis vaart er wel bij. Komt Hayma niet met een plantje aan, dan zijn het wel pompoenen. Het was een groot waagstuk toen ik 1982 mijn baan in Nieuw Vennep verruilde voor een baan op Texel.' Klaas Hayma, nu 58 jaar, beseft ter- lege dat die keuze ook wel eens ver eerd had kunnen uitpakken. 'Ik ben op het platteland geboren, in Sint* Anna Parochie in Friesland. Toen ik n 1962 in de Haarlemmermeer te- 'echtkwam, was het er nog landelijk. Maar alles werd volgebouwd. We be gonnen ons steeds onbehaaglijker te /oelen in die grote drukte. De vraag drong zich steeds meer op: willen wij hier ons verdere leven wel slijten?' De banen lagen echter niet voor het opscheppen. De arbeidsmarkt was grotendeels ingestort en met zijn 41 jaar lag Hayma met echt in de markt om zomaar eventjes van baan te ver wisselen. Dus toen de kans zich voor deed, moest die wel worden gegre pen. Dat de stap moeilijk te overzien was en de familie er maar weinig heil 'n zag, kon daar niets aan verande ren. Hayma belandde al op jeugdige leef tijd in de Haarlemmermeer. 'Mijn ouders zeiden altijd tegen ons Jon- lens, zorg dat je bij de overheid komt. zit je goed Dat was vroeger zo. Je was verzekerd van een vaste Paan.' Hierdoor gestimuleerd reageerde Hayma na zijn militaire diensttijd op een vacature van de gemeente Haarlemmermeer. 'Ik werd aangeno men en kon in de kost, bij een we duwe die een boerderij bezat. Beter ton ik het met treffen. In de week enden bleef ik vaak en hielp een handje mee. Dat vond ik prachtig, dat Puitenwerk. Ik heb er jaren gezeten. Ook later, na mijn huwelijk, hielden we contact met haar.' Op het gemeentehuis werkte Hayma nde boekhouding. De uitbetalingen 'an de salarissen gingen allemaal 'Oghandje contantje. 'Dat betekende dat je één keer in de maand onder Politiebegeleiding naar de bank moest om geld te halen En daar ■erde ik mijn vrouw, Rietje, kennen. :<zag haar zitten en dacht: wat een tuke griet.' Van het een kwam het ander. Zij trouwden, kregen drie kinderen en bleven hangen in de Haarlem mermeer. In Nieuw Vennep, waar een groot deel van de familie van Riet woonde. De kennismaking met Texel dateert uit de tijd dat de kinderen nog klein waren. 'We waren er op vakan tie, in een huisje op de Vogelmient. Dat was ons goed bevallen. Later gin gen we veel naar Zuid-Frankrijk toe. Maar het ging me steeds meer tegen staan. Het is zo'n gruwelijk eind rij den.' Over een alternatief hoefden ze met lang na te denken. Op Texel hadden ze goede ervaringen opgedaan En dus bespraken ze in januari 1982 een plaatsje op camping Om de Noord in de Koog. 'Voor de zomervakantie. Maar in het voorjaar stond er ineens een adver tentie van de gemeente Texel in de krant. Er was een vacature bij Finan ciën.' Omdat ze nog steeds uit de Haarlemmermeer weg wilden, be sloot Hayma een kans te wagen. Niet lang daarna lag er een uitnodiging voor een gesprek in de bus 'Het was ontzettend slecht weer die dag. Windkracht acht of negen. Als je dan boven Alkmaar komt, richting Den Helder, dan denk je echt dat de we reld ophoudt. Alles was kaal, geen blad aan de bomen. Een troosteloos stuk. Toen ook nog die harde wind en de boot. Ik dacht: waar kom ik te recht? Maar ja, toch maar eens kij ken.' Het eerste gesprek verliep goed, maar de toenmalige chef van Finan ciën, Piet Blankevoort, wilde geen kat in de zak kopen. En dus werd Hayma nogmaals ontboden. De tweede keer was het weer een stuk beter. Het voorjaar liet zich in al haar glorie zien. De zon scheen, de bomen kwamen in blad en de schapen liepen in de wei. 'Een wereld van verschil Wat is Texel dan mooi...' Hayma werd per 1 september aange nomen. De familie schrok toen zij van de plannen hoorde: Wat haal je je in je kop! Ga je naar die molshoop in zee toe? 'Ze namen het ons gewoon een beetje kwalijk. We woonden op een steenworp afstand van de familie en zagen elkaar geregeld. En daar zou nu zomaar verandering in komen.' Maar het besluit was genomen en ze zetten door. Per 1 oktober zouden de Hayma's tijdelijk de beschikking krijgen over een woning van de gemeente. In Den Hoorn, op Diek 25. Daa; zat op dat moment een collega in die een huis liet bouwen in Den Burg. 'Tot die tijd moesten we zelf voor onderdak zor gen. We dachten: ach we staan met een caravan op de camping. Dat red- den we wel. We konden er ook rus tig langer blijven. De vakanties waren dan toch al afgelopen. Half juli scha kelden we een makelaar in voor ons huis in Nieuw Vennep. Binnen drie dagen was het verkocht! We lieten onze meubels opslaan en vertrokken met de caravan naar Texel. Dat gaf best een raar gevoel. Geen huis meer, alleen die caravan.' De mensen op de camping snapten er mets van. De kinderen, vol van het nieuwe avontuur, vertelden overal dat ze geen huis meer hadden. Op de camping werd al snel gefluisterd: Dat zijn toch zulke rare mensen. Die ko men op vakantie en blijven zomaar hier wonen. Met drie kinderen... 'Wij lieten het maar zo. We hadden er lol om.' Echt vakantie is het uiteindelijk niet geworden 'We maakten ons behoor lijk zorgen. De woning die ons was toegezegd zou met op tijd vrij komen. De bouw was vertraagd. Daar kon die collega ook niets aan doen, maar onze meubels zouden op 1 oktober komen. Dat was zo afgesproken. Bovendien maakte Riet zich de hele vakantie druk over een pot zilver uitjes. Ze dacht dat die meegegaan was in de container waarin de meu bels zaten opgeslagen. Ze was bang dat die pot ging lekken.' Uiteindelijk werd besloten een zo merhuisje te huren, de 'Tarwestop- pel' in de Dennen. 'We hadden er geen brievenbus. Riet fietste iedere ochtend naar Den Hoorn om te kijken of er nog post was. De hond vond dat schitterend. Hij heeft nooit zoveel kunnen rennen als in die periode. En Riet vond het niet erg. Ze had toch niet zo veel te doen in dat huisje. De kinderen waren naar school en ik naar kantoor.' Ondertussen keken zij uit naar een geschikte woning. Maar er was bijna niets. Dan maar de makelaars af. Eerst naar Jan Duin. 'Het eerste dat hij zei was: oh, dan ben jij die nieuwe ambtenaar. Ik dacht: verrèk, hoe weet die man dat? Hij wist precies waar ik vandaan kwam en hoe ik heette. Ik was stomverbaasd. Maar ja Texelaars kennen elkaar natuurlijk allemaal. Dus de tam-tam was al lek ker rond gegaan.' Het werd een leuk gesprek maar het leverde mets op. Er was heel weinig te koop. Het begon er wat somber uit te zien voor de Hayma's. Tot het moment dat Hayma in ge sprek raakte met makelaar Paul Kuip. 'We zaten wat over woningbouw te praten. Ik wist er wel het één en an der van. Want ons huis in Nieuw Ven nep had ik samen met een neef van mijn vrouw zelf gebouwd. Dat kon Kuip nauwelijks geloven. Een ambte naartje dat zelf een huis bouwt, die combinatie kende hij met. Nadat hij van zijn verbazing was bekomen, zei hij: Misschien heb ik dan toch wel iets voor je. Wat dacht je van het huis aan de Sommeltjesweg? Dat hadden we al bekeken, maar ging ver boven onze begroting uit. We zaten er nog wat over te praten en Kuip vroeg wat ik eventueel zelf zou kunnen doen. Nou, het schilderwerk, tegelwerk en noem maar op Kuip ging toen naar de gebroeders Bruin toe om te over leggen. Er werd wat aan de prijs ge daan en we zouden de zaak zelf afbouwen.' Op 27 augustus zaten ze bij Kuip om het koopcontract te ondertekenen. 'Hij vroeg naar mijn geboortedatum. 1 april 1941. Dat is natuurlijk al een belachelijke datum, die vergeet je nooit meer. Toen die van Riet. 27 augustus... Het bleef even stil. Dan ben je vandaag jarig! riep Kuip. Dat heb ik nooit meegemaakt dat een vrouw op haar verjaardag een huis van haar man krijgt. Dat was lachen. Kregen we nog een fles wijn mee ook.' Ze hadden een huis, maar meer dan vier kale muren met een dak erop was het niet. De gebroeders Bruin hadden precies een maand de tijd om het af Klaas Hayma inspecteert de Chinese roos in de broeikas op z'n erf aan de Sommeltjesweg. te bouwen. Alles moest nog afge werkt worden. 'Soms liepen er wel vijftien mensen rond, want het moést 1 oktober klaar. Keihard hebben die jongens er aan gewerkt. Een keuken hadden we nog niet en het water droop nog van de muren af. Maar op de dag dat de meubels kwamen, konden we er in. Zelfs toen hielpen de Bruintjes mee om alles op zijn plek te krijgen. Geweldige kerels waren dat. Dat het de eerste tijd nog behelpen was, maakte niet uit. We hebben hier ontzettend mee geboft.' Nadat het huis een beetje op orde was, bedachten ze een manier om een beetje tussen de mensen te ko men. 'Een Texelaar zit echt met op je te wachten.' Door beiden op een koor te gaan, legden ze al snel wat sociale contacten Toch viel het eerste jaar niet mee. 'Dat had met mijn werk te maken. Ik moest natuurlijk ook eerst m'n draai vinden. Je hebt twintig jaar in een grote organisatie gewerkt en dan kom je hier als vreemde eend in de bijt.' Ook aan de Texelse mentaliteit moest Hayma in het begin flink wennen In de Haarlemmermeer zat ik in diverse besturen. Als we iets moesten voor bereiden. spraken we af wie wat deed. De lijn werd uitgezet. Ruim van tevoren was alles geregeld. Op Texel is dat een heel ander verhaal. Je spreekt wat af. Ja, dat is goed, is het dan. Maar ondertussen wordt er mets gedaan, tot op het laatste moment Het komt altijd goed. Maar ik zat wekenlang met het zweet in mijn han den. Gemakzucht is niet het goede woord. Het is meer van rustig maar... Ze maken zich met druk. Het duurde wel een tijdje voor ik dat door had. Ach, het mag hier dan misschien al lemaal met zo professioneel gaan, maar dat geeft er nu net de sjeu aan. Het hoeft met met zoveel poespas.' 'De rust en dat gemoedelijke, dat trok ons hier het meeste aan. Mijn schoonvader kwam hier graag op bezoek Dan gingen we vaak naar Leen Huisman, de appeltjesboer. Moest je zo'n doodlopend weggetje in tussen de bomen door. Stond er een trommeltje met wisselgeld. Als Huisman met te bekennen was. hielp je jezelf.' Zijn schoonvader kon daar met over uit. Als je dat in de Haarlemmermeer zou doen, was je met alleen je appels kwijt, maar ook je trommeltje. 'Dat vond hij toch zó gek. ledereen moest horen dat dit hier zomaar kon. Maar de tijden ver anderen ook hier. Jammer genoeg. Het enige waar Hayma wel eens op moppert, is de boot. 'Je bent altijd (FotoGeimd rminwnvuii aan tijden gebonden. Dat is wel eens Ze zijn niet op het eiland gebo ren en getogen, maar wonen hier al zó lang dat ze niet meer van een echte Texelaar zijn te onder scheiden. Waar komen ze van daan en wat bracht hen er toe zich blijvend op ons eiland te vestigen? In de rubriek Aange spoeld dit keen Klaas Hayma. vervelend Maar verder mis ik hier mets. Behalve onze kinderen dan. die alle drie aan de overkant zijn gaan wonen. We zijn met van die uitgaans- mensen. Ik ben een echte tuinierder. Mijn grootste hobby is mijn kas ach ter het huis. Daar kweek ik allemaal verschillende soorten cyclamen. Laatst kwam er een wildvreemde man aan de deur. Die had ergens in het midden van het land een tentoon stelling van tuinplanten bezocht Daar viel mijn naam. Hayma op Texel, cyclamen... Hé. dacht die man, ik ga toch naar Texel op vakantie. Hij had mijn adres opgezocht en kwam even langs om te kijken. Mooi toch?' Ook met andere gewassen experi menteert hij graag. 'Het maakt met uit wat. Als het maar groeit en bloeit. Zoals pompoenen.' Hayma moet er nog om lachen als hij er over vertelt. 'Het was maar een probeerseltje. Maar ik kreeg er zoveel. Nam ik een paar pompoenen mee naar kantoor. Achter op de fiets. De meiden waren er gek mee. Maakten ze pompoenen soep van. Ik kon ze aanslepen. Ze mochten ze allemaal hebben. Maar ze moesten ze wel zelf komen opha len. want ik tilde me een breuk aan die dingen!' Andere hobby's van Hayma zijn wan delen en fietsen. 'Texel ontdek je op de fiets. Heerlijk. Je hoort de vogels fluiten, de wind ruisen Je bent hier veel dichter bij de natuur. De kinde ren vroegen ons laatst wat wij van plan zijn als ik straks in de vut ga.'Ik denk dat als wij nu. op onze leeftijd, van Texel af zouden moeten, het ons hard zou vallen. We wonen hier nu al zo veel jaar en hebben vele vrienden gemaakt We hebben het gewoon ontzettend naar onze zin, ondanks dat we onze kinderen erg missen We waren het er met een kwartiertje over eens. Nee dus Ingrid de Raad

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1999 | | pagina 7