'leder weekend terug naar Texel,
ik dacht dat het altijd zo zou blijven'
PE
TWINTIGSTE-
EEUW
^rrjexelse
SèTiaduwraad
G eslacigd
EcoMare gaat voorlichting waterschappen verzorgen
TEXELSECOURANT
Carrièreplanning
houdt Roel Bruin
aan de overkant
=- de Herinnering
Schaduwraad stemt over vissershaven
VRIJDAG 10 DECEMBER 1999
In het legertje forenzen dat zich tweemaal daags door Teso laat
overzetten, is Roel Bruin een opmerkelijke figuur. Terwijl
generatiegenoten verknocht zijn aan hun geboortegrond en er
lange reizen naar de overkant voor over hebben om maar op
Texel te kunnen blijven wonen, maakt hij diezelfde tocht in te
genovergestelde richting. Afkomstig uit een oud Texels geslacht
is het financiële brein van de Texelse Wol Onderneming met
geen stok te bewegen weer op het eiland te gaan wonen.
Carrièreoverwegingen liggen aan die houding ten grondslag.
'Als ik op Texel zou gaan wonen, dan weet ik zeker dat ik nóg
een keer moet verhuizen. Ik heb het prima naar mijn zin bij TWO,
maar ik blijf er niet tot mijn vijfenzestigste.'
'Wanneer ga je weer op Texel wo
nen?' Het is de vraag die de 32-jarige
Roel Bruin zo'n beetje het meest
wordt gesteld. Vaker nog bijna dan
hoe het met vrouw en kind is. Oud
klasgenoten die net als hij hebben
'doorgeleerd' kunnen zelfs wel eens
jaloers reageren. Graag zouden ze
weer op Texel wonen, maar dat zou
automatisch betekenen dat ze een
baan voor lief moeten nemen die in
lager aanzien staat en financieel min
der oplevert. Anderen hebben net
zolang gezocht tot ze in de buurt van
Texel bevredigend werk konden krij
gen. Nog steeds moeten ze voor dag
en dauw de deur uit, om er pas 's
avonds weer binnen te gaan, maar je
moet er wat voor over hebben om
hier te kunnen wonen. En dan die
gekke Bruin! Die heeft een baan uit
duizenden gevonden op het eiland en
dan blijft-ie rustig in Amsterdam wo
nen, de stad waar hij alweer lang
geleden zijn studie afsloot. Weliswaar
is hij een paar weken geleden ver
huisd, om toch wat 'landelijker' te
wonen. Zijn nieuwe woonplaats?
Landsmeer, gelegen onder de rook
van... de hoofdstad.
Bruin werkt sinds vijf jaar bij de
dekbeddenfabriek in Oudeschild,
waar hij eerder voor zijn studie
Bedrijfseconomie een afstudeer
project deed op de administratie. In
1992 kreeg hij een baan in Hoorn bij
de LTB, een accountantskantoor dat
onder meer in de agrarische wereld
actief is. 'Ik was er net aangenomen
toen ik een advertentie van TWO in
De Telegraaf zag. Ik heb er wel even
over nagedacht, maar toch niet ge
reageerd, omdat ik het met netjes
vond tegenover mijn nieuwe werkge
ver.'
Twee jaar later kwam hij alsnog in
contact met Dick Graaf,-dieeen op
volger zocht voor zijn financieel direc
teur, die het bednjf aanvankelijk zou
kopen maar toen zelfmoord pleegde.
'Je hebt zeker geen zin om hier te
komen werken?, vroeg Dick. Zin wel.
maar ik zie wel wat haken en ogen,
antwoordde ik. Maar hij veegde alle
problemen van tafel, zoals hij dat ei
genlijk altijd doet Ik kreeg een auto
van de zaak en hoefde 's ochtends
pas om tien uur te beginnen. Ik be
gin wel gewoon om negen uur, maar
het gaf aan dat hij me graag wilde
hebben.'
Bruin schrok behoorlijk van de situa
tie die hij bij TWO aantrof. Zijn voor
ganger had met alleen fors
gefraudeerd, ook de boekhouding liet
veel te wensen over. 'Ik kwam bij een
braaf accountantskantoor vandaan,
waar al discussie ontstond wanneer
je iets verkeerd afrondde en waar
heel veel aandacht voor details was.
Nu kwam ik bij een organisatie waar
bijna niks klopte.'
Hij wil niet te diep op de situatie in
gaan, maar dat de problemen groot
waren en dat het eens zo populaire
bedrijf bij menigeen in aanzien was
gedaald, is geen geheim. 'Ik heb er
erg mijn best op gedaan om het fi
nancieel weer draaiend te maken en
het vertrouwen bij de bank terug te
winnen. Gelukkig kwamen er een
paar grote orders en zette het herstel
zich door.'
Bruin zwaait veel lof toe naar zijn col
lega's van de productieafdeling. 'Het
is een moeilijke tijd geweest en bij de
reorganisatie heeft bijna iedereen
uren moeten inleveren. Er werd een
hoop van ze gevraagd, maar ze de
den het wel. Die samenhorigheid te
kent dit bedrijf, geloof ik.'
Zijn moeder is Friezin, maar van va
ders kant stamt Roel Bruin (gedoopt
als Roelf Henk) uit een oud Texels
geslacht. 'We staan in het Texels
Geslachtenboek. Mijn opa was Jan
Bruin, beurtschipperen handelaar. Hij
was de concurrent van Rab. Precies
weet ik het met. maar hij is zelfstan
dig begonnen en werd later mede-
eigenaar van de VTB.'
Bruin werd geboren aan de Schoon
oordsingel in Den Burg, in het huis
waar zijn ouders nu al 36 jaar wonen.
Zijn vader, Dick, werkte op de
personeelsadministratie van het Nioz.
Zijn moeder is Akke. Bovendien heeft
hij een oudere en een jongere broer
- Bram en Adriaan - en een oudere
zus, Rianna. Over zijn jeugd praat hij
honderd uit. De meeste herinnerin
gen bewaart hij aan voetballen. 'We
voetbalden eigenlijk altijd. Vóór
schooltijd, in het speelkwartier, na
schooltijd. Op het veldje bij school,
maar ook thuis, op het pleintje bij Nan
Huisman. Buurman Huisman, zeiden
wij. Zijn kruidenierszaak had een
blinde muur, waarop ik een doel had
getekend. Tienduizenden keren heb
ik ertegenaan geschoten. Die men
sen moeten wat te verduren hebben
gehad, maar ze zijn nooit kwaad ge
worden. Ja, één keer. Er kwam een
rollertje, ik kreeg de bal op m'n rech
tervoet en schoot keihard op het zij
raampje, op de plaats waar nu Rob
Kooiman zijn schuur staat. Buur
vrouw stond net achter het raam. Het
raam was niet door midden, zij wel,
geloof ik.'
In clubverband voetbalde Bruin bij SV
Texel, waar hij op zijn vijfde lid werd
en vanaf zijn achtste tien jaar lang
met dezelfde jongens speelde. 'Trai
ning kregen we van Aad Vaars. Ik wil
niemand tekort doen, maar ik kan me
geen andere trainer herinneren.
Charles Ipenburg was jeugdleider.
Die mensen hebben er wat tijd in
gestoken.Als ik dat nu toch zelf zou
moeten doen. Ik heb het er laatst nog
eens met Charles over gehad. Hij is
nu een collega van me. Wat denk je
dat ik er voor lol van heb gehad? Ik
vond het net zo leuk als jullie, zei-ie.
Er was nooit gezeik.'
Thuis vonden ze het prima. 'Er werd
altijd rekening mee gehouden. We
hebben het nooit heel breed gehad,
maar dat vond ik rijkdom: dat je werd
gestimuleerd om de dingen te doen
die je leuk vond. Het was voor mijn
ouders ook een rustig idee, denk ik.
Ze wisten gewoon dat ik op het voet
balveld was. Ik speelde er soms drie
wedstrijden op een dag.'
Zijn lagere school was de CVO. 'Daar
In de serie 'De Herinnering' vra
gen we telkens een Texelaar van
een bepaalde generatie terug te
blikken op de eeuw die bijna ach
ter ons ligt. Na de 103-jarige
mevrouw A. Vonk, de 93-jarige
Jan de Ridder, de 87-jarige Kees
Witte, de 70-jarige Ben Hoogen-
bosch, de 63-jarige Jan Wieten,
de 55-jarige Ria Timmer en de
43-jarige Nico Dros in deze krant
nu de bespiegelingen van de 32-
jarige Roel Bruin.
herinner ik me van dat we nog met
een kroontjespen schreven. Die
doopte je in zo'n inktpotje. Als ik er
aan terugdenk, denk ik wel eens dat
het in de jaren twintig was.'
Toen hij in de derde klas zat, werd
Mare Wassenborg zijn klasgenootje.
'Hij kwam uit Huizen en woonde in
In 1979 ging de kleine Bruin naar de
RSG, waar hij in de klas belandde
met Oosterenders als Edwin Boog
aard, Marcel Witte, Jan Eelman en
Dennis Vonk. 'Speelkwartier' werd
plotseling 'pauze' en een heel korps
aan leraren en leraressen kwam in de
plaats van meester Veldhuis. Verder
veranderde er niet zo bar veel. Hij
bleef voetballen (uiteraard!), nog
steeds onder Aad Vaars Meerdere
van de anekdotes die hij aaneenrijgt
betreffen trainer Vaars, die zelf op
hoog niveau had gevoetbald en zijn
oefenstof graag demonstreerde. Op
gympies, wat nogal eens tot lach
wekkende glijpartijen leidde. Bij een
oefening op het C-veld speelde de
trainer zijn pupil Jaco van Trigt aan,
die de bal vanuit de middencirkel
richting de hoekvlag speelde. Idee
was dat Vaars die kant op sprintte, de
bal oppikte en met een vloeiende
beweging een voorzet zou loslaten
'Jaco gaf een briljante pass', herin
nert Bruin zich. 'Te hard. maar wel
zitten was losgeschroefd. Zonder er
bij na te denken, legde hij het recht
en dook in zijn boekentas. Eén en
ander was Boere niet ontgaan, maar
de precieze aanleiding was hem toch
niet duidelijk geworden, want plots
barstte hij los in verontwaardigde
bestraffingen: 'Dat had ik niet van je
venwacht! Oh, wat valt me dat van je
tegen! Ik had niet eens door dat hij
het tegen mij had. Plotseling zei-ie:
Wat heb je daar op te zeggen? Voor
ik wist, zei ik: Ja, rot op! Bij ons in de
klas zat Ferdinand Keijser en die riep
dat de hele dag. Boete was woe
dend! Het kostte me heel wat moeite
om uit te leggen dat het niet lullig
bedoeld was.'
Op zijn zestiende jaar ging Bruin voor
het eerst 'te stappen'. Eerst naar
Question, later naar de Jelleboog.
'Daar zag je de hele klas weer. De
RSG was natuurlijk een knusse
school. Bij sommigen zat je vijf of zes
jaar in de klas. We gingen ook bij el
kaar op de verjaardag en in de hogere
klassen hadden we bijna elke week
wel een feest.'
Om die uitspattingen te kunnen be
kostigen, had hij net als iedere leef
tijdgenoot 's zomers een vakantie
baantje. 'Eerst bij De Balcken, waar
ik hamburgers moest omdraaien en
boodschappen doen. Ik heb er nog
Roel Bruin, telg uit een oud Texels geslacht.
het bos. Met hem ging ik op fazanten-
jacht, met een zelfgemaakte pijl en
boog. Dat was feest. Onze ouders
boden van tevoren op de buit. Van
vader Bruin zouden we vijfentwintig
gulden krijgen. Hij had waarschijnlijk
in de gaten dat het toch wel met zou
lukken. Eén keer had ik bijna een fa
zant. Maar hij zat achter een prikkel
draad en daar bleef de pijl in hangen.'
Samen met vriendjes als Wim van
Veen, Dirk Jacob de Haas, Jacco
Kooger en genoemde Mare Wassen
borg maakte Bruin ook eens een on
dergrondse hut in de Dennen. 'Die
hadden we helemaal afgedekt. Als
we met dennenappels naar fietsers
gingen gooien, hadden we die hut als
schuilplek. We gebruikten van die
grote dennenappels, want die gooi
den goed. Onverantwoordelijk, maar
dat realiseerde je je toen niet. Eén
keer gooiden we een vrouw voor d'r
kanis. Die vent kwam achter ons aan,
maar we vluchtten de hut in en hij kon
ons niet vinden.'
met zo'n snelheid dat Aad er in bleef
geloven. Bij de hoekvlag gekomen,
kon hij niet meer stoppen en met een
mooie boog belandde hij in de sloot.
De kant was nogal hoog en Vaars
maar een klein mannetje, dus even
was hij helemaal uit beeld. Plotseling
stond hij daar weer, tot zijn middel in
het water. En vijftien joelende pubers
op de kant...'
Ook aan de leraren bewaart hij mooie
herinneringen, de leukste aan de
aartsverstrooide Wim Boere. door de
initialen van zijn voornaam gesierd
met de bijnaam WAKH. 'Als we een
luistertoets hadden, werd het spul
altijd klaargezet door Feenstra, één
van de conciërges. Het eerste wat wij
deden als we de klas binnenkwamen,
was het cassettebandje omdraaien.
Boere snapte er niks van en voordat
hij Feenstra had gevonden waren we
weer een heel tijdje verder.'
Op een dag ontdekte Bruin dat het
blad van de tafel waarachter hij ging
gewerkt met Fred Winkel, die nu een
collega bij TWO is. Later werkte ik in
de kampwinkel van Loodsmansduin,
in de snackbar op het Turfveld en vijf
jaar lang bij Piet Evers, op de boot.
Dat was erg leuk.'
Zijn eerste vakantie zonder zijn
ouders vierde hij met Hans van
Vooren, Bart Wendrich, Bart Witte en
Wim Zadeits op Terschelling. 'We zijn
drie uur bezig geweest om de tent op
te zetten. Toen bleek dat we niks bij
ons hadden. Zelfs de afwasborstel
leenden we van een paar meiden, die
verderop op de camping stonden.'
Het werd een vakantie om nooit te
vergeten, ook al omdat er van alles
werd gestolen. 'Portemonnees, jas
sen, fietsen. Bart Witte was alles
kwijt. Op de heenweg hadden we
gefietst. De spullen werden door mijn
vader gebracht met de Ford Transit.
Op de terugweg werden we opge
haald door de vader van Hans van
Vooren, die een aanhangwagentje
had. Alles kon mee, inclusief de fiet
sen. Er was zóveel gejat...'
Na zijn eindexamen Atheneum A ver
huisde Bruin naar Amsterdam, waar
hij een studie Economisch Linguïs
tisch begon. Aanvankelijk wilde hij
naar de School voor Journalistiek,
maar na een voorlichtingsmiddag in
Den Helder en de enthousiaste ver
halen van klasgenoten over het Ho
ger Economisch en Administratief
Onderwijs (HEAO) werd het toch de
Hogere Economische School.
'Ik belandde in een studentenflat op
Uilenstede. Samen met steeds meer
Texelaars. Dat was dolle pret. In het
begin had ik alleen een bed, een
wekker en een koffiezetapparaat. En
een kast, die was van Uilenstede.
Moeders stond doodsangsten uit. Ik
had nog nooit een aardappel ge
schild. Overdag naar school, dan
boodschappen doen, eten koken,
afwassen en om negen uur 's avonds
nog eens aan je huiswerk. Dat ge
beurde dus meestal met. Wel ging ik
ieder weekend naar huis. Vrijdag
avond stappen, zaterdagavond stap
pen en zondagavond bootje achten
weer terug. Dat deed iedereen. In de
trein zaten we altijd te klaverjassen.
Om kwart over tien waren we weer op
Uilenstede en dan gingen we bij Door
(Dorien Tolenaars) nog even het
weekend doornemen. Werd het weer
half één. Maandag lag je om half ne
gen al in bed, helemaal kapot. Ik her
inner me nog dat Jan Eelman een
paar weken bij me op de kamer
woonde. Toen ik 's middags een keer
thuis kwam, werd er niet openge
daan. Dat was nogal vervelend, want
hij had de sleutel Uiteindelijk liet een
huisgenoot me binnen. Boven stond
de kamerdeur open Toen ik naar bin
nen ging, zag ik Eelman liggen. (Hij
doet hem na, met gestrekte armen en
een naar achter geknikt hoofd.) Ik ben
nog nooit zo geschrokken. Ik dacht
dat hij dood was Maar hij sliep, uit
geput door het weekend
In zijn eerste herfstvakantie zag Bruin
zich genoodzaakt dag en nacht te
studeren, om tenminste nog een
beetje fatsoenlijk door zijn tentamens
heen te komen. Dat lukte ternauwer
nood. waarna hij besloot de studie
toch maar wat serieuzer aan te pak
ken. Wel bleef hij ieder weekend naar
huis teruggaan. En in Amsterdam
werd met de andere Texelaars menig
gezellig avondje gevierd. 'Sinterklaas
vieren, stappen, naar Ajax kijken. Op
Texel zag je elkaar wéér, aan de
bovenbar van de Jelleboog. En 's
zomers gingen we ieder jaar meteen
vaste club op vakantie. Ik heb lang
gedacht dat het altijd zo zou blijven.
Dat we elkaar altijd zouden blijven
zien en dat de ellende aan mijn deur
voorbij zou gaan.'
Dat was niet zo. Twee van zijn beste
vrienden raakten in serieuze geeste
lijke problemen en omdat het leven
op school niet eeuwig zou duren,
werd Bruin uiteindelijk ook zelf ge
dwongen om serieus over zijn toe
komst na te denken. Doordat hij hal
verwege van studierichting was
veranderd en het moeilijkere maar
ook meer gevraagde Commerciële
Economie was gaan studeren in
plaats van Economisch Linguïstisch,
had hij een bredere keuze. Al op jeug
dige leeftijd aan het werk gaan trok
hem niet, zodat hij besloot er een
universitaire studie Bedrijfseconomie
aan vast te plakken. Het resulteerde
in een afstudeerproject bij TWO, dat
hij verrichtte samen met eerder ge
noemde Jan Eelman. die hij nog van
school kende en met wie hij altijd
bevriend was gebleven.
Daarna scheidden hun wegen zich.
Wat school en beroep betreft dan. Hij
ging bij de LTB werken en combi
neerde zijn baan nog enige tijd met
een postdoctorale accountants-
opleiding. Het waren drukke tijden
voor Bruin, die in dezelfde tijd was
gaan samenwonen met de Katwijkse
Karin van der Plas, die hij een paar
jaar eerder had leren kennen tijdens
een vakantie (met 'de mannen') in
Macedonië. In 1994 keerde hij terug
jTtcnrtciTi
rr n u, f) «y i» tl n lt> n 11 vm n- SV
lyMfyu*"'17 KM
iy*»w*y«ylVfyf *tfST i
n min****
m wo w7 w *m
»K. rtr/i
tStttbC ff* mi W
*77 «LM
n *nrr rftr,rrl
w r tit', m
f* fyt f W«W7
iwRMf 1** *f'7 WW
H IfrXTA-TTA-V *Kri »01 t/OS f*
4tt* tut nv. tto rtn+tic iyj s
W41 n* l fii* J7
vs w4»«y*yiyi-o*A ifffitfï "vr-
iofy* iy»i»7 «w»
U!flf(»7M»77#7»«7yWi"-W'WlM"l"«
bij Dick Graaf en 1995 trouwde hij
met Karin. Vorig jaar kregen ze een
dochter. Amy.
Als Bruin zijn leven van nu onder de
loep neemt, lijkt de zorgeloosheid uit
zijn studententijd ver weg. Niet dat hij
niet gelukkig zou zijn. maar er moet
hard gewerkt worden. 'Ik ga om kwart
over zeven 's ochtends de deur uit en
kom om half zeven weer thuis. Toch
zou ik het met anders willen, zeker nu
nog niet. Bovendien moet je dat rei
zen niet overdrijven. Ik kan lekker
doorrijden, want ik rij steeds tegen de
files in. En in de auto heb ik de tijd om
alles van me af te zetten.'
Over zijn toekomst is hij een beetje
dubbel. Hij wil niet plannen, maar blijft
anderzijds doelbewust aan de over
kant wonen om zijn carrière
mogelijkheden niet te dwarsbomen.
'Er zijn op Texel misschien een paar
banen die ik wel zou willen hebben.
Maar er is weinig doorstroming, om
dat mensen die een goede positie
hebben er tot hun vijfenzestigste blij
ven zitten. Bovendien zijn hun opvol
gers meestal mensen van binnen het
bedrijf, die doorstromen naar boven.
Het zou met verstandig zijn daarop te
gaan zitten wachterV
Hoelang hij nog bij TWO blijft, durft
hij met te zeggen. 'Ik heb hier in één
jaar meer geleerd dan in drie jaar op
een accountantskantoor. En van Dick
Graaf krijg ik alle ruimte. Maar de
moeilijkheden van het bednjf zijn
voorbij en met de komst van Fred
Winkel is de opvolging van Dick als
directeur verzekerd. Ik moet oppas
sen dat ik niet stil blijf staan. Carrière-
technisch zou ik nu eigenlijk weg
moeten gaan. Maar zo redeneer ik
niet. Het is net hoe het gevoel is. Mis
schien blijf ik hier nog vijf jaar. mis
schien dat ik het over een half jaar wel
heb gezien.'
Op de vraag hoe hij zijn band met
Texel zou willen omschrijven, blijft het
voor het eerst even stil. 'Als iemand
uit Landsmeer me vraagt waar ik van
daan kom, dan antwoord ik Texel. En
dat terwijl ik bijna net zo lang in Am
sterdam heb gewoond. Maar met die
stad heb ik Veel minder. Mijn ouders
wonen op Texel. En een paar vrien
den. We zien elkaar nog tenminste
één keer in het jaar, tijdens het tradi
tionele etentje op derde kerstdag. Dat
doen we al sinds we zestien zijn. Aan
de andere kant ben ik natuurlijk geen
echte Texelaar Ontheemd, noem je
dat zeker? Misschien dat ik ooit te
rugkeer naar Texel Als ik vijfenvijftig
ben en ik zou een baan aangeboden
krijgen waarmee ik mijn pensioen wel
zou willen halen. Dan heeft Texel een
pré natuurlijk. Voor een soortgelijke
baan zou ik waarschijnlijk met naar de
Achterhoek gaan.'
Plots veert hij op. 'Dat is nog wel leuk.
Ik zaalvoetbal in de Amsterdamse
competitie in een team dat voorna
melijk uit Texelaars bestaat. Nelis en
Sjaak, ook wel bekend als Steffan en
Martin Bakker Met Jan en Hans
Eelman en sinds kort ook met Jack
Rammers. Maar drie spelers zijn im
port, die komen niet van het eiland.'
Joop Rommets
Moet de haven in Oudeschild bij de
herinrichting van een tweede in
gang worden voorzien of met? Die
vraag legt de redactie voor aan de
schaduwraad van de Texelse Cou
rant Pleziervaarders hebben een
alternatief plan bedacht, waarmee
zes miljoen gulden kan worden be
spaard. Ze voorzien dat door de
tweede ingang de exploitatielasten
tot ongewenste hoogte zullen stij
gen. Bovendien gaat de scheiding
van de recreatie- en beroepsvaart
ten koste van de aantrekkelijkheid
van de haven. Volgens wethouder
Peter Bakker is de tweede ingang
juist een voorwaarde om de beno
digde subsidie van ƒ12,5 miljoen
binnen te halen. Zonder die subsi
die geen herinrichting, waarvan de
totale haven én het toerisme profi
teert, is zijn stelling. Leden van de
schaduwraad hebben tot dinsdag
avond half acht. het aanvangs-
tijdstip van de gewone raad, de tijd
om via internet hun stem uit te
brengen Nieuwe leden kunnen
zich aanmelden via tcnieuws®
tref.nl.
De 22-jarige Femmy Saai uit De
Cocksdorp is aan de Hogeschool
Utrecht afgestudeerd aan de faculteit
Communicatie en Journalistiek Zij
volgde daar vier jaar lang de
afstudeerrichting Voorlichting en
Communicatie. Momenteel is ze
werkzaam op de persafdeling van
John de Mol Producties BV in
Hilversum
Jan Kuiper van EcoMare en Simon
Steltenpool van de waterschappen
Hollands Noorderkwartier hebben
gisteren hun handtekening gezet
onder een contract waarin wordt
afgesproken nauwer samen te
werken. Gedurende een periode
van vijf jaar verzorgt EcoMare
voorlichting over de taken en de
werkzaamheden van de water
schappen. In ruil ontvangt de in
stelling daarvoor ieder jaar
ƒ70.000,-.
De samenwerking komt niet uit de
lucht vallen, zo benadrukten Kuiper
en Steltenpool. Zo deed EcoMare in
het verleden al bij enkele exposities
een beroep op de waterschappen.
Ook bij de totstandkoming van De
Vleet, de digitale encyclopedie over
de Noordzee en het Waddengebied,
leverde Hollands Noorderkwartier al
informatie. Sinds dit jaar geeft
EcoMare haar bezoekers voorlichting
over het werk van Uitwaterende Slui
zen en de waterschappen Westfries
land (gevestigd in Hoorn), Hollands
Kroon (Wieringerwerf), de Waterlan
den (Middenbeemster), het Lange
Rond (Alkmaar) en Groot-Geestmer-
ambacht (Heerhugowaard).
Bij deze voorlichting wordt aandacht
besteed aan peilbeheer, bescher
ming tegen overstroming, kust
beheer, waterzuivering en kwaliteits
beheer, onder meer van de
vishevelpassage en het helofytenfilter
op de zuiveringsinstallatie Everstek-
oog. In voorbereiding is een nieuwe
permanente expositie met de naam
'Leven op een eiland', waarin een
belangrijke rol voor de water
schappen is weggelegd. Deze expo
sitie moet medio 2001 klaar zijn. Ook
bij de balie kunnen bezoekers infor
matie krijgen over de verschillende
werkzaamheden. Om de kennis on
der de medewerkers te vergroten,
moeten ze de speciale cursus 'Water-
gids' volgen.
Verheugd neemt Jan Kuiper (links) de symbolische cheque in ontvangst uit handen van
de al even tevreden kijkende Simon Steltenpool van Hollands Noorderkwartier.
(Foto Joop Rommets)
Een belangrijke reden waarom de
waterschappen EcoMare hebben
gevraagd de informatie te verzorgen,
is het grote aantal bezoekers dat
deze instelling trekt. Onderzoek heeft
geleerd dat daaronder jaarlijks zo'n
80.000 inwoners zijn van de provin
cie Noordholland. De waterschappen
Hollands Noorderkwartier oefenen
hun werkzaamheden boven het
Noordzeekanaal uit.