'leder weekend terug naar Texel, ik dacht dat het altijd zo zou blijven' PE TWINTIGSTE- EEUW ^rrjexelse SèTiaduwraad G eslacigd EcoMare gaat voorlichting waterschappen verzorgen TEXELSECOURANT Carrièreplanning houdt Roel Bruin aan de overkant =- de Herinnering Schaduwraad stemt over vissershaven VRIJDAG 10 DECEMBER 1999 In het legertje forenzen dat zich tweemaal daags door Teso laat overzetten, is Roel Bruin een opmerkelijke figuur. Terwijl generatiegenoten verknocht zijn aan hun geboortegrond en er lange reizen naar de overkant voor over hebben om maar op Texel te kunnen blijven wonen, maakt hij diezelfde tocht in te genovergestelde richting. Afkomstig uit een oud Texels geslacht is het financiële brein van de Texelse Wol Onderneming met geen stok te bewegen weer op het eiland te gaan wonen. Carrièreoverwegingen liggen aan die houding ten grondslag. 'Als ik op Texel zou gaan wonen, dan weet ik zeker dat ik nóg een keer moet verhuizen. Ik heb het prima naar mijn zin bij TWO, maar ik blijf er niet tot mijn vijfenzestigste.' 'Wanneer ga je weer op Texel wo nen?' Het is de vraag die de 32-jarige Roel Bruin zo'n beetje het meest wordt gesteld. Vaker nog bijna dan hoe het met vrouw en kind is. Oud klasgenoten die net als hij hebben 'doorgeleerd' kunnen zelfs wel eens jaloers reageren. Graag zouden ze weer op Texel wonen, maar dat zou automatisch betekenen dat ze een baan voor lief moeten nemen die in lager aanzien staat en financieel min der oplevert. Anderen hebben net zolang gezocht tot ze in de buurt van Texel bevredigend werk konden krij gen. Nog steeds moeten ze voor dag en dauw de deur uit, om er pas 's avonds weer binnen te gaan, maar je moet er wat voor over hebben om hier te kunnen wonen. En dan die gekke Bruin! Die heeft een baan uit duizenden gevonden op het eiland en dan blijft-ie rustig in Amsterdam wo nen, de stad waar hij alweer lang geleden zijn studie afsloot. Weliswaar is hij een paar weken geleden ver huisd, om toch wat 'landelijker' te wonen. Zijn nieuwe woonplaats? Landsmeer, gelegen onder de rook van... de hoofdstad. Bruin werkt sinds vijf jaar bij de dekbeddenfabriek in Oudeschild, waar hij eerder voor zijn studie Bedrijfseconomie een afstudeer project deed op de administratie. In 1992 kreeg hij een baan in Hoorn bij de LTB, een accountantskantoor dat onder meer in de agrarische wereld actief is. 'Ik was er net aangenomen toen ik een advertentie van TWO in De Telegraaf zag. Ik heb er wel even over nagedacht, maar toch niet ge reageerd, omdat ik het met netjes vond tegenover mijn nieuwe werkge ver.' Twee jaar later kwam hij alsnog in contact met Dick Graaf,-dieeen op volger zocht voor zijn financieel direc teur, die het bednjf aanvankelijk zou kopen maar toen zelfmoord pleegde. 'Je hebt zeker geen zin om hier te komen werken?, vroeg Dick. Zin wel. maar ik zie wel wat haken en ogen, antwoordde ik. Maar hij veegde alle problemen van tafel, zoals hij dat ei genlijk altijd doet Ik kreeg een auto van de zaak en hoefde 's ochtends pas om tien uur te beginnen. Ik be gin wel gewoon om negen uur, maar het gaf aan dat hij me graag wilde hebben.' Bruin schrok behoorlijk van de situa tie die hij bij TWO aantrof. Zijn voor ganger had met alleen fors gefraudeerd, ook de boekhouding liet veel te wensen over. 'Ik kwam bij een braaf accountantskantoor vandaan, waar al discussie ontstond wanneer je iets verkeerd afrondde en waar heel veel aandacht voor details was. Nu kwam ik bij een organisatie waar bijna niks klopte.' Hij wil niet te diep op de situatie in gaan, maar dat de problemen groot waren en dat het eens zo populaire bedrijf bij menigeen in aanzien was gedaald, is geen geheim. 'Ik heb er erg mijn best op gedaan om het fi nancieel weer draaiend te maken en het vertrouwen bij de bank terug te winnen. Gelukkig kwamen er een paar grote orders en zette het herstel zich door.' Bruin zwaait veel lof toe naar zijn col lega's van de productieafdeling. 'Het is een moeilijke tijd geweest en bij de reorganisatie heeft bijna iedereen uren moeten inleveren. Er werd een hoop van ze gevraagd, maar ze de den het wel. Die samenhorigheid te kent dit bedrijf, geloof ik.' Zijn moeder is Friezin, maar van va ders kant stamt Roel Bruin (gedoopt als Roelf Henk) uit een oud Texels geslacht. 'We staan in het Texels Geslachtenboek. Mijn opa was Jan Bruin, beurtschipperen handelaar. Hij was de concurrent van Rab. Precies weet ik het met. maar hij is zelfstan dig begonnen en werd later mede- eigenaar van de VTB.' Bruin werd geboren aan de Schoon oordsingel in Den Burg, in het huis waar zijn ouders nu al 36 jaar wonen. Zijn vader, Dick, werkte op de personeelsadministratie van het Nioz. Zijn moeder is Akke. Bovendien heeft hij een oudere en een jongere broer - Bram en Adriaan - en een oudere zus, Rianna. Over zijn jeugd praat hij honderd uit. De meeste herinnerin gen bewaart hij aan voetballen. 'We voetbalden eigenlijk altijd. Vóór schooltijd, in het speelkwartier, na schooltijd. Op het veldje bij school, maar ook thuis, op het pleintje bij Nan Huisman. Buurman Huisman, zeiden wij. Zijn kruidenierszaak had een blinde muur, waarop ik een doel had getekend. Tienduizenden keren heb ik ertegenaan geschoten. Die men sen moeten wat te verduren hebben gehad, maar ze zijn nooit kwaad ge worden. Ja, één keer. Er kwam een rollertje, ik kreeg de bal op m'n rech tervoet en schoot keihard op het zij raampje, op de plaats waar nu Rob Kooiman zijn schuur staat. Buur vrouw stond net achter het raam. Het raam was niet door midden, zij wel, geloof ik.' In clubverband voetbalde Bruin bij SV Texel, waar hij op zijn vijfde lid werd en vanaf zijn achtste tien jaar lang met dezelfde jongens speelde. 'Trai ning kregen we van Aad Vaars. Ik wil niemand tekort doen, maar ik kan me geen andere trainer herinneren. Charles Ipenburg was jeugdleider. Die mensen hebben er wat tijd in gestoken.Als ik dat nu toch zelf zou moeten doen. Ik heb het er laatst nog eens met Charles over gehad. Hij is nu een collega van me. Wat denk je dat ik er voor lol van heb gehad? Ik vond het net zo leuk als jullie, zei-ie. Er was nooit gezeik.' Thuis vonden ze het prima. 'Er werd altijd rekening mee gehouden. We hebben het nooit heel breed gehad, maar dat vond ik rijkdom: dat je werd gestimuleerd om de dingen te doen die je leuk vond. Het was voor mijn ouders ook een rustig idee, denk ik. Ze wisten gewoon dat ik op het voet balveld was. Ik speelde er soms drie wedstrijden op een dag.' Zijn lagere school was de CVO. 'Daar In de serie 'De Herinnering' vra gen we telkens een Texelaar van een bepaalde generatie terug te blikken op de eeuw die bijna ach ter ons ligt. Na de 103-jarige mevrouw A. Vonk, de 93-jarige Jan de Ridder, de 87-jarige Kees Witte, de 70-jarige Ben Hoogen- bosch, de 63-jarige Jan Wieten, de 55-jarige Ria Timmer en de 43-jarige Nico Dros in deze krant nu de bespiegelingen van de 32- jarige Roel Bruin. herinner ik me van dat we nog met een kroontjespen schreven. Die doopte je in zo'n inktpotje. Als ik er aan terugdenk, denk ik wel eens dat het in de jaren twintig was.' Toen hij in de derde klas zat, werd Mare Wassenborg zijn klasgenootje. 'Hij kwam uit Huizen en woonde in In 1979 ging de kleine Bruin naar de RSG, waar hij in de klas belandde met Oosterenders als Edwin Boog aard, Marcel Witte, Jan Eelman en Dennis Vonk. 'Speelkwartier' werd plotseling 'pauze' en een heel korps aan leraren en leraressen kwam in de plaats van meester Veldhuis. Verder veranderde er niet zo bar veel. Hij bleef voetballen (uiteraard!), nog steeds onder Aad Vaars Meerdere van de anekdotes die hij aaneenrijgt betreffen trainer Vaars, die zelf op hoog niveau had gevoetbald en zijn oefenstof graag demonstreerde. Op gympies, wat nogal eens tot lach wekkende glijpartijen leidde. Bij een oefening op het C-veld speelde de trainer zijn pupil Jaco van Trigt aan, die de bal vanuit de middencirkel richting de hoekvlag speelde. Idee was dat Vaars die kant op sprintte, de bal oppikte en met een vloeiende beweging een voorzet zou loslaten 'Jaco gaf een briljante pass', herin nert Bruin zich. 'Te hard. maar wel zitten was losgeschroefd. Zonder er bij na te denken, legde hij het recht en dook in zijn boekentas. Eén en ander was Boere niet ontgaan, maar de precieze aanleiding was hem toch niet duidelijk geworden, want plots barstte hij los in verontwaardigde bestraffingen: 'Dat had ik niet van je venwacht! Oh, wat valt me dat van je tegen! Ik had niet eens door dat hij het tegen mij had. Plotseling zei-ie: Wat heb je daar op te zeggen? Voor ik wist, zei ik: Ja, rot op! Bij ons in de klas zat Ferdinand Keijser en die riep dat de hele dag. Boete was woe dend! Het kostte me heel wat moeite om uit te leggen dat het niet lullig bedoeld was.' Op zijn zestiende jaar ging Bruin voor het eerst 'te stappen'. Eerst naar Question, later naar de Jelleboog. 'Daar zag je de hele klas weer. De RSG was natuurlijk een knusse school. Bij sommigen zat je vijf of zes jaar in de klas. We gingen ook bij el kaar op de verjaardag en in de hogere klassen hadden we bijna elke week wel een feest.' Om die uitspattingen te kunnen be kostigen, had hij net als iedere leef tijdgenoot 's zomers een vakantie baantje. 'Eerst bij De Balcken, waar ik hamburgers moest omdraaien en boodschappen doen. Ik heb er nog Roel Bruin, telg uit een oud Texels geslacht. het bos. Met hem ging ik op fazanten- jacht, met een zelfgemaakte pijl en boog. Dat was feest. Onze ouders boden van tevoren op de buit. Van vader Bruin zouden we vijfentwintig gulden krijgen. Hij had waarschijnlijk in de gaten dat het toch wel met zou lukken. Eén keer had ik bijna een fa zant. Maar hij zat achter een prikkel draad en daar bleef de pijl in hangen.' Samen met vriendjes als Wim van Veen, Dirk Jacob de Haas, Jacco Kooger en genoemde Mare Wassen borg maakte Bruin ook eens een on dergrondse hut in de Dennen. 'Die hadden we helemaal afgedekt. Als we met dennenappels naar fietsers gingen gooien, hadden we die hut als schuilplek. We gebruikten van die grote dennenappels, want die gooi den goed. Onverantwoordelijk, maar dat realiseerde je je toen niet. Eén keer gooiden we een vrouw voor d'r kanis. Die vent kwam achter ons aan, maar we vluchtten de hut in en hij kon ons niet vinden.' met zo'n snelheid dat Aad er in bleef geloven. Bij de hoekvlag gekomen, kon hij niet meer stoppen en met een mooie boog belandde hij in de sloot. De kant was nogal hoog en Vaars maar een klein mannetje, dus even was hij helemaal uit beeld. Plotseling stond hij daar weer, tot zijn middel in het water. En vijftien joelende pubers op de kant...' Ook aan de leraren bewaart hij mooie herinneringen, de leukste aan de aartsverstrooide Wim Boere. door de initialen van zijn voornaam gesierd met de bijnaam WAKH. 'Als we een luistertoets hadden, werd het spul altijd klaargezet door Feenstra, één van de conciërges. Het eerste wat wij deden als we de klas binnenkwamen, was het cassettebandje omdraaien. Boere snapte er niks van en voordat hij Feenstra had gevonden waren we weer een heel tijdje verder.' Op een dag ontdekte Bruin dat het blad van de tafel waarachter hij ging gewerkt met Fred Winkel, die nu een collega bij TWO is. Later werkte ik in de kampwinkel van Loodsmansduin, in de snackbar op het Turfveld en vijf jaar lang bij Piet Evers, op de boot. Dat was erg leuk.' Zijn eerste vakantie zonder zijn ouders vierde hij met Hans van Vooren, Bart Wendrich, Bart Witte en Wim Zadeits op Terschelling. 'We zijn drie uur bezig geweest om de tent op te zetten. Toen bleek dat we niks bij ons hadden. Zelfs de afwasborstel leenden we van een paar meiden, die verderop op de camping stonden.' Het werd een vakantie om nooit te vergeten, ook al omdat er van alles werd gestolen. 'Portemonnees, jas sen, fietsen. Bart Witte was alles kwijt. Op de heenweg hadden we gefietst. De spullen werden door mijn vader gebracht met de Ford Transit. Op de terugweg werden we opge haald door de vader van Hans van Vooren, die een aanhangwagentje had. Alles kon mee, inclusief de fiet sen. Er was zóveel gejat...' Na zijn eindexamen Atheneum A ver huisde Bruin naar Amsterdam, waar hij een studie Economisch Linguïs tisch begon. Aanvankelijk wilde hij naar de School voor Journalistiek, maar na een voorlichtingsmiddag in Den Helder en de enthousiaste ver halen van klasgenoten over het Ho ger Economisch en Administratief Onderwijs (HEAO) werd het toch de Hogere Economische School. 'Ik belandde in een studentenflat op Uilenstede. Samen met steeds meer Texelaars. Dat was dolle pret. In het begin had ik alleen een bed, een wekker en een koffiezetapparaat. En een kast, die was van Uilenstede. Moeders stond doodsangsten uit. Ik had nog nooit een aardappel ge schild. Overdag naar school, dan boodschappen doen, eten koken, afwassen en om negen uur 's avonds nog eens aan je huiswerk. Dat ge beurde dus meestal met. Wel ging ik ieder weekend naar huis. Vrijdag avond stappen, zaterdagavond stap pen en zondagavond bootje achten weer terug. Dat deed iedereen. In de trein zaten we altijd te klaverjassen. Om kwart over tien waren we weer op Uilenstede en dan gingen we bij Door (Dorien Tolenaars) nog even het weekend doornemen. Werd het weer half één. Maandag lag je om half ne gen al in bed, helemaal kapot. Ik her inner me nog dat Jan Eelman een paar weken bij me op de kamer woonde. Toen ik 's middags een keer thuis kwam, werd er niet openge daan. Dat was nogal vervelend, want hij had de sleutel Uiteindelijk liet een huisgenoot me binnen. Boven stond de kamerdeur open Toen ik naar bin nen ging, zag ik Eelman liggen. (Hij doet hem na, met gestrekte armen en een naar achter geknikt hoofd.) Ik ben nog nooit zo geschrokken. Ik dacht dat hij dood was Maar hij sliep, uit geput door het weekend In zijn eerste herfstvakantie zag Bruin zich genoodzaakt dag en nacht te studeren, om tenminste nog een beetje fatsoenlijk door zijn tentamens heen te komen. Dat lukte ternauwer nood. waarna hij besloot de studie toch maar wat serieuzer aan te pak ken. Wel bleef hij ieder weekend naar huis teruggaan. En in Amsterdam werd met de andere Texelaars menig gezellig avondje gevierd. 'Sinterklaas vieren, stappen, naar Ajax kijken. Op Texel zag je elkaar wéér, aan de bovenbar van de Jelleboog. En 's zomers gingen we ieder jaar meteen vaste club op vakantie. Ik heb lang gedacht dat het altijd zo zou blijven. Dat we elkaar altijd zouden blijven zien en dat de ellende aan mijn deur voorbij zou gaan.' Dat was niet zo. Twee van zijn beste vrienden raakten in serieuze geeste lijke problemen en omdat het leven op school niet eeuwig zou duren, werd Bruin uiteindelijk ook zelf ge dwongen om serieus over zijn toe komst na te denken. Doordat hij hal verwege van studierichting was veranderd en het moeilijkere maar ook meer gevraagde Commerciële Economie was gaan studeren in plaats van Economisch Linguïstisch, had hij een bredere keuze. Al op jeug dige leeftijd aan het werk gaan trok hem niet, zodat hij besloot er een universitaire studie Bedrijfseconomie aan vast te plakken. Het resulteerde in een afstudeerproject bij TWO, dat hij verrichtte samen met eerder ge noemde Jan Eelman. die hij nog van school kende en met wie hij altijd bevriend was gebleven. Daarna scheidden hun wegen zich. Wat school en beroep betreft dan. Hij ging bij de LTB werken en combi neerde zijn baan nog enige tijd met een postdoctorale accountants- opleiding. Het waren drukke tijden voor Bruin, die in dezelfde tijd was gaan samenwonen met de Katwijkse Karin van der Plas, die hij een paar jaar eerder had leren kennen tijdens een vakantie (met 'de mannen') in Macedonië. In 1994 keerde hij terug jTtcnrtciTi rr n u, f) «y i» tl n lt> n 11 vm n- SV lyMfyu*"'17 KM iy*»w*y«ylVfyf *tfST i n min**** m wo w7 w *m »K. rtr/i tStttbC ff* mi W *77 «LM n *nrr rftr,rrl w r tit', m f* fyt f W«W7 iwRMf 1** *f'7 WW H IfrXTA-TTA-V *Kri »01 t/OS f* 4tt* tut nv. tto rtn+tic iyj s W41 n* l fii* J7 vs w4»«y*yiyi-o*A ifffitfï "vr- iofy* iy»i»7 «w» U!flf(»7M»77#7»«7yWi"-W'WlM"l"« bij Dick Graaf en 1995 trouwde hij met Karin. Vorig jaar kregen ze een dochter. Amy. Als Bruin zijn leven van nu onder de loep neemt, lijkt de zorgeloosheid uit zijn studententijd ver weg. Niet dat hij niet gelukkig zou zijn. maar er moet hard gewerkt worden. 'Ik ga om kwart over zeven 's ochtends de deur uit en kom om half zeven weer thuis. Toch zou ik het met anders willen, zeker nu nog niet. Bovendien moet je dat rei zen niet overdrijven. Ik kan lekker doorrijden, want ik rij steeds tegen de files in. En in de auto heb ik de tijd om alles van me af te zetten.' Over zijn toekomst is hij een beetje dubbel. Hij wil niet plannen, maar blijft anderzijds doelbewust aan de over kant wonen om zijn carrière mogelijkheden niet te dwarsbomen. 'Er zijn op Texel misschien een paar banen die ik wel zou willen hebben. Maar er is weinig doorstroming, om dat mensen die een goede positie hebben er tot hun vijfenzestigste blij ven zitten. Bovendien zijn hun opvol gers meestal mensen van binnen het bedrijf, die doorstromen naar boven. Het zou met verstandig zijn daarop te gaan zitten wachterV Hoelang hij nog bij TWO blijft, durft hij met te zeggen. 'Ik heb hier in één jaar meer geleerd dan in drie jaar op een accountantskantoor. En van Dick Graaf krijg ik alle ruimte. Maar de moeilijkheden van het bednjf zijn voorbij en met de komst van Fred Winkel is de opvolging van Dick als directeur verzekerd. Ik moet oppas sen dat ik niet stil blijf staan. Carrière- technisch zou ik nu eigenlijk weg moeten gaan. Maar zo redeneer ik niet. Het is net hoe het gevoel is. Mis schien blijf ik hier nog vijf jaar. mis schien dat ik het over een half jaar wel heb gezien.' Op de vraag hoe hij zijn band met Texel zou willen omschrijven, blijft het voor het eerst even stil. 'Als iemand uit Landsmeer me vraagt waar ik van daan kom, dan antwoord ik Texel. En dat terwijl ik bijna net zo lang in Am sterdam heb gewoond. Maar met die stad heb ik Veel minder. Mijn ouders wonen op Texel. En een paar vrien den. We zien elkaar nog tenminste één keer in het jaar, tijdens het tradi tionele etentje op derde kerstdag. Dat doen we al sinds we zestien zijn. Aan de andere kant ben ik natuurlijk geen echte Texelaar Ontheemd, noem je dat zeker? Misschien dat ik ooit te rugkeer naar Texel Als ik vijfenvijftig ben en ik zou een baan aangeboden krijgen waarmee ik mijn pensioen wel zou willen halen. Dan heeft Texel een pré natuurlijk. Voor een soortgelijke baan zou ik waarschijnlijk met naar de Achterhoek gaan.' Plots veert hij op. 'Dat is nog wel leuk. Ik zaalvoetbal in de Amsterdamse competitie in een team dat voorna melijk uit Texelaars bestaat. Nelis en Sjaak, ook wel bekend als Steffan en Martin Bakker Met Jan en Hans Eelman en sinds kort ook met Jack Rammers. Maar drie spelers zijn im port, die komen niet van het eiland.' Joop Rommets Moet de haven in Oudeschild bij de herinrichting van een tweede in gang worden voorzien of met? Die vraag legt de redactie voor aan de schaduwraad van de Texelse Cou rant Pleziervaarders hebben een alternatief plan bedacht, waarmee zes miljoen gulden kan worden be spaard. Ze voorzien dat door de tweede ingang de exploitatielasten tot ongewenste hoogte zullen stij gen. Bovendien gaat de scheiding van de recreatie- en beroepsvaart ten koste van de aantrekkelijkheid van de haven. Volgens wethouder Peter Bakker is de tweede ingang juist een voorwaarde om de beno digde subsidie van ƒ12,5 miljoen binnen te halen. Zonder die subsi die geen herinrichting, waarvan de totale haven én het toerisme profi teert, is zijn stelling. Leden van de schaduwraad hebben tot dinsdag avond half acht. het aanvangs- tijdstip van de gewone raad, de tijd om via internet hun stem uit te brengen Nieuwe leden kunnen zich aanmelden via tcnieuws® tref.nl. De 22-jarige Femmy Saai uit De Cocksdorp is aan de Hogeschool Utrecht afgestudeerd aan de faculteit Communicatie en Journalistiek Zij volgde daar vier jaar lang de afstudeerrichting Voorlichting en Communicatie. Momenteel is ze werkzaam op de persafdeling van John de Mol Producties BV in Hilversum Jan Kuiper van EcoMare en Simon Steltenpool van de waterschappen Hollands Noorderkwartier hebben gisteren hun handtekening gezet onder een contract waarin wordt afgesproken nauwer samen te werken. Gedurende een periode van vijf jaar verzorgt EcoMare voorlichting over de taken en de werkzaamheden van de water schappen. In ruil ontvangt de in stelling daarvoor ieder jaar ƒ70.000,-. De samenwerking komt niet uit de lucht vallen, zo benadrukten Kuiper en Steltenpool. Zo deed EcoMare in het verleden al bij enkele exposities een beroep op de waterschappen. Ook bij de totstandkoming van De Vleet, de digitale encyclopedie over de Noordzee en het Waddengebied, leverde Hollands Noorderkwartier al informatie. Sinds dit jaar geeft EcoMare haar bezoekers voorlichting over het werk van Uitwaterende Slui zen en de waterschappen Westfries land (gevestigd in Hoorn), Hollands Kroon (Wieringerwerf), de Waterlan den (Middenbeemster), het Lange Rond (Alkmaar) en Groot-Geestmer- ambacht (Heerhugowaard). Bij deze voorlichting wordt aandacht besteed aan peilbeheer, bescher ming tegen overstroming, kust beheer, waterzuivering en kwaliteits beheer, onder meer van de vishevelpassage en het helofytenfilter op de zuiveringsinstallatie Everstek- oog. In voorbereiding is een nieuwe permanente expositie met de naam 'Leven op een eiland', waarin een belangrijke rol voor de water schappen is weggelegd. Deze expo sitie moet medio 2001 klaar zijn. Ook bij de balie kunnen bezoekers infor matie krijgen over de verschillende werkzaamheden. Om de kennis on der de medewerkers te vergroten, moeten ze de speciale cursus 'Water- gids' volgen. Verheugd neemt Jan Kuiper (links) de symbolische cheque in ontvangst uit handen van de al even tevreden kijkende Simon Steltenpool van Hollands Noorderkwartier. (Foto Joop Rommets) Een belangrijke reden waarom de waterschappen EcoMare hebben gevraagd de informatie te verzorgen, is het grote aantal bezoekers dat deze instelling trekt. Onderzoek heeft geleerd dat daaronder jaarlijks zo'n 80.000 inwoners zijn van de provin cie Noordholland. De waterschappen Hollands Noorderkwartier oefenen hun werkzaamheden boven het Noordzeekanaal uit.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1999 | | pagina 9