\Texelaars verdreven door stijgende zeespiegel Jeugdboek over ramp /an 8500 jaar geleden 'Ik wil ruimte, geen overbodige onzin' Geknip^C? Texelse jeugdsurfers meten zich met internationale top 1EXELSE J COURANT Overlegorgaan: Bestemmingsplan I zaak gemeente Motortrips Bruggetje blijft open Wat ik zeggen wou. Varkens Gasverspilling Blikv anger DINSDAG 24 OKTOBER 2000 Govert van Noort met een deel van het gewei van een edelhert. Er is een stuk afgehaald, waarschijnlijk met de bedoeling er een bijl ZOMER LAND ZONNfc- MEER MORGENLAND en na c komen, oningnood bestond nog niet en over de inrichting van het ndschap brak niemand zich het hoofd. Maar een onderzoek iarde leefbaarheid was misschien nog met zo gek geweest, ant de bewoners van Texel hadden het zwaar, 8500 jaar ge meden. Metalen om gebruiksvoorwerpen van te maken kenden nog niet. Ze moesten zich met het verzamelen van vruchten wortels en de jacht in leven zien te houden. In het najaar en winter jaagden ze op herten en reeën, in het voorjaar op oer- sen. Tonny Vos-Dahmen von Buchholz schreef een jeugd- id ek over deze vroegere Texelaars, dat ze de titel Verjaagd door tv twafer meegaf. Ze droeg het op aan Govert van Noort, de xelse (amateurjarcheoloog die haar hielp bij de totstandko- ing van het werk. llo Texelaar van de middensteentijd lafde geen gebruik te maken van n boot om zijn woonplaats te be- tón. Texel maakte deel uit van het j ite land, de kust bevond zich meer n honderd kilometer westelijker ar nu de Noordzee is, lag toen een jot meer. Een smalle landstrook :m bond Nederland en Engeland met aar. De streek tussen het huidige iel en de toenmalige kust werd rarmd door een enorme vlakte, ar grote kuddes auerossen (oer- sen) leefden. Het enorme beest seen gewilde prooi. Vanwege het fe vlees uiteraard. Maar ook de rest n worden gebruikt. Van de botten Sf maakte de middensteentijdmens ge reedschappen, de huiden verwerkte hij tot kleding, schoenen, tenten en slaapzakken. In de winter werd de streek die nu Texel is bevolkt door een paar kleine groepjes mensen. Om op de oer ossen te jagen, verlieten ze in het voorjaar hun hutten en trokken in westelijke richting. Ze streken neer in eenvoudige zomerverblijven aan de rand van het meer. Terwijl een deel van de groep op de oerossen en hun kalveren jaagde, hielden anderen zich bezig met het vangen van vis, terwijl de vrouwen de huiden en de botten bewerkten. In het najaar keerden ze van te maken. terug naar 'Texel', dat wat hoger lag en waar dankzij duintjes en (lage) bosschages enigszins beschut kon worden geleefd. De jagers verlegden hun aandacht dan naar herten en reeén, die in deze periode van het najaar bronstig zijn, elkaar opzoeken en dus relatief gemakkelijk te vangen waren. Het staat allemaal beschreven in Ver jaagd door het water, dat ook volgens Govert van Noort een boek is dat bewondering verdient. Niet alleen omdat de schrijfster met respect voor VOOR DE DOORBRAAK NA DE DOORBRAAK AVONDLAND na de doorbraak van de landstrook die het huidige Nederland en Engeland verbond. Bij (1), (4) en (5) zijn de winterkampen van de 'kringen' die in het boek van Tonny Vos (2) is de Bruine Bank, (3) de Zoutberg. Het eiland in het noorden, dat na de doorbraak een stuk kleiner was geworden, is de huidige Doggersbank. (Kaartjes uil Verjaagd door het water') (Foto Joop Rommets) wat de archeologen hebben ontdekt te werk is gegaan, maar vooral gezien de creatieve wijze waarop ze met de gegevens is omgesprongen. 'Ze heeft zich die mens van 8500 jaar geleden proberen voor te stellen en zich vervolgens afgevraagd wat die zag en tegenkwam als hij in deze streek rondliep. Ze beschrijft heel beeldend het dagelijks leven in die tijd. Ook hoe ze met elkaar omgingen en eikaars gedrag corrigeerden. Zo moet het inderdaad zijn gegaan. Die mensen konden het zich niet veroor loven dat iemand zich aan zijn plicht onttrok. Dan ging hun groep ten on der.' Schrijfster Tonny Vos (1923) heeft haar sporen verdiend. Ze is amateur archeologe en werkte mee aan op gravingen die een nieuw licht wierpen op de prehistone van westelijk Neder land. Ze schreef meerdere historische romans en won diverse Nederlandse en buitenlandse prijzen, waaronder twee Zilveren Griffels en een Glazen Globe. Al haar boeken zijn in buiten landse vertalingen verschenen. Al eerder riep ze de hulp van Van Noort in voor het boek Verstoten, Toen de Noordzee nog land was (1989), dat het leven beschrijft van enkele dui zenden jaren ervóór, toen deze stre ken nog bevolkt werden door rendier- jagers. Dat die later van het toneel verdwenen, heeft te maken met het klimaat. Ongeveer 18.000 jaar gele den lag een groot deel van Noord- Europa onder het ijs. Toen het war mer werd, smolten de ijsmassa's en steeg de zeespiegel, maar liefst ze ventig meter in 10.000 jaar. 'Vanwege de warmte verhuisden de rendieren naar het noorden. De oerossen, zwij nen en edelherten kwamen in hun plaats. De oerossen leefden vooral op de vlaktes en in licht heuvelend gebied. Ze waren een stuk groter dan de hooglanders die nu in de duinen bij Den Hoorn lopen, maar hun leef- gedrag verschilde waarschijnlijk niet zo erg. Toen Tonny Vos me om advies vroeg, werd ik gedwongen op een andere manier naar die tijd te kijken. Het was bijvoorbeeld wel bekend dat er gejaagd werd op oerossen en her ten, maar niet wanneer dat ge beurde.' Zijn conclusies baseerde Van Noort onder meer op vondsten van Gerbrand Dros van de TX 43, die voor de huidige kust zo'n vijftig bewerkte botten van oerossen opviste en slechts drie geweien van edelherten. Eén van deze botten is van een kalf van enkele weken oud, een aanwij zing dat hierop in het voorjaar werd gejaagd en wel in het gebied van de huidige Noordzee. Zelf stuitte Van Noort in De Waal op een slachtplaats uit deze periode, met soorten als het edelhert, ree, zwijn, eland en oeros. Daaruit kon worden afgeleid dat de oerossen waarschijnlijk niet in grote aantallen op het eiland hebben ge leefd. Omdat bekend is dat deze run deren in het voorjaar in kuddes met hun jongen rondliepen, is het aanne melijk dat de jager-verzamelaars in het voorjaar de vlakte van de huidige Noordzee opzochten en zich in het najaar - wanneer de edelherten en reeën zich voor de bronst verzamel den - terugtrokken op de hogere rug gen in het oosten. Een bijzondere vondst is die van twee benen fluitjes bij hotel Rebecca, waar een meertje moet zijn geweest. De fluitjes zijn gemaakt van midden voetsbeentjes van een eland, waarin een gat is gemaakt. 'Ik twijfelde eerst nog of het fluitjes waren. Maar toen ik ze aan een collega van het NIOZ liet zien, vertelde die dat ze in China net zulke fluitjes hebben. Ze gebruiken ze daar tussen het riet om ganzen te lokken. Het is bekend dat ze in die tijd ook op ganzen jaagden. Wie weet gebeurde dat met deze fluitjes.' 'Texel' was erg dun bevolkt, 8500 jaar geleden. 'Bij De Waal heeft een groepje geleefd van dertig of veertig mensen. Hoogstens. Ik heb aanwij zingen dat er ook bij Oosterend een nederzetting was, maar dat moet ik nog verder onderzoeken. Hét zou natuurlijk goed kunnen dat er ge woond is op de Hogeberg en op de hoogte bij Den Hoorn. Als het in to taal honderd mensen zijn geweest, is het veel.' De Texelse kring van de aueros die Vos in haar boek beschrijft, bestaat uit drie families van in totaal veertien personen. Om inteelt en daarmee de ondergang van de groep tegen te gaan, worden jonge mannen en vrou wen gedwongen een partner uit een andere kring te zoeken In het boek Overlegorgaan Wadden- ianden (OOW) heeft het Ministe- fivan Volkshuisvesting, Ruimte- Ordening en Milieu laten en grote problemen te hebben het voornemen om de be- gdheid bestemmingsplannen t maken over te hevelen naar het ken de provincies. t ministerie vindt dat beide orga- n hun 'zwaarwegend beleid' zou- i moeten kunnen vastleggen op i wijze die overheid en burgers rechtstreeks bindt In de discussie nota 'Fundamentele herziening Wet op de Ruimtelijke Ordening' noemt het Ministerie van VROM de uitwer king en vastlegging op het niveau van een bestemmingsplan in en rond de Waddenzee als voorbeeld. Het OOW heeft VROM nu namens de gemeentebesturen van Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog bericht dat het voorgenomen beleid 'een ernstige aantasting van de gemeentelijke au tonomie' zou betekenen. De ge meenten zijn volgens het orgaan heel goed in staat doelen van rijk en pro vincies te vertalen in bestemmings plannen en wijst het ministerie erop dat op lokaal niveau in gesprek met de burgers tot een afweging van be- ïernard van Popeliere klom op zijn motoriseerde Japanner en reed het Nederlandse eiland Texel. wij weten ook niet hoe we dat ïeten uitspreken', kondigt het sptembernummer van het (Belgi- i) blad Ché in de inhoudsopgave 1 pagina's tellend verslag van dit bezoek aan. Veel bekende en een paar minder bekende anekdotes over het eiland en zijn bewoners, een nauwkeurige beschrijving van de 'traagste kelner ter wereld' en een café waar de schrijver wordt 'afge snauwd door een griet met foute oogschaduw die me behandelt als een debiel'. Dus niet de boot naar Vlieland genomen, maar bli|ven ste ken op Texel, waar het ondanks de vele Duitsers achteraf allemaal best meevalt. langen wordt gekomen. 'Het draag vlak voor beleid komt het beste tot stand in een democratisch plan proces zo dicht mogelijk bij de bur gers.' Het OOW noemt het 'een illu sie' te denken dat de doelen van rijk en provincie dooreen centralistische aanpak sneller en beter worden ge realiseerd en laat weten dat als het rijk ontevreden zou zijn over de hui dige gang van zaken, altijd nog ge bruik kan worden gemaakt van de zo geheten aanwijzingsbevoegdheid die in de Wet op de Ruimtelijke Ordening is opgenomen en waarmee de minis ter een lagere overheid kan dwingen (onderdelen van) een bestemmings plan naar zijn wensen in te vullen. Een bewoner van de Schoudieck heeft de gemeente gevraagd het houten bruggetje naar de Buytengors af te sluiten voor auto's. Hij heeft aan gevoerd dat als gevolg van het toe genomen aantal woningen in De Mars III het verkeer via de Meer dan ooit is duidelijk geworden dat Texels Belang niet staat voor het belang van Texel en/ of de Texelaars in het algemeen, maar voor het be lang van enkelen. Die enkelen zijn in dit geval de eigenaars van de te ver plaatsen varkensstallen, waarbij zo- Schoudieck richting Buytengors sterk is toegenomen. Dat levert vol gens hem gevaar op voor voetgan gers omdat ter hoogte van de num mers 1, 3 en 5 geen trottoir is. Bovendien veroorzaakt het rijden over het houten bruggetje lawaai overlast. De Overleggroep Verkeerszaken tilt er echter minder zwaar aan en meent dat het probleem thans met ernstig genoeg is voor maatregelen. De si tuatie zal echter in de gaten worden gehouden. wel het belang van het milieu - óns milieu - als de tegenstand van de overige Texelaars wordt weggewuifd. Terwijl de landelijke politiek streeft naar vermindering van de te grote varkensstapel, wenst Texel Belang nog méér en dan natuurlijk niet in de buurt van een golfbaan, want dat trekt geen toeristen. Laat de stank maar aan de Texelaars, want die wo nen er al. Dat het CDA voor is, ver baast niemand, want de boeren vor men een belangrijk deel van hun electoraat. En het milieu levert geen stemmen op. Notities om te onthouden voor de volgende verkiezingen, want van de zeperd bij de vorige keer heeft Texels Belang niets geleerd. A.C. Peetoom, Den Burg. gebeurt dat op de Zoutberg, waar de kringen uit wat nu het westen van Nederland en het oosten van Enge land zijn elkaar jaarlijks aan het eind van de zomer, vlak voor de thuisreis, ontmoeten. 'Dat is mooi gevonden. Die kringen moeten elkaar hebben ontmoet, maar het is met bekend waar. Wel weten we dat de Zoutberg, die nu een meter of dertig onder de zeespiegel ligt, een zoutheuvel was. Die was wit en moet vanaf grote af stand te zien zijn geweest. Dat is een logische plek om elkaar te ontmoe ten en huwelijken te sluiten.' Het boek eindigt dramatisch Door de stijging van de zeespiegel breekt de strook land door die Engeland en Nederland verbond. Een groot deel van de mensen die zich dan rond de Zoutberg ophouden kan niet op tijd vluchten en verdrinkt. Het meer, dat door eerdere overstromingen al zou ter was geworden, werd nu een zee. terwijl ook grote delen van de kust strook onder water liepen. 'Dat bete kende het einde van de trek naar de vlakte, in het voorjaar. Door het stij gen van de zeespiegel werden zij gedwongen steeds verder naar het oosten te verhuizen. Aan het eind van deze periode gingen ze niet alleen meer op jacht, maar begonnen ze ook vee te houden. Dat waren de eerste boeren.' Duidelijk is dat van de geschiedenis van Texel maar een fractie bekend is. Tijdens de voorlaatste ijstijd ontstond wat we nu het oude land noemen, de verhoging die van Oosterend via De Waal en de Hogeberg naar Den Hoorn loopt. Dat is nu zo'n 125.000 jaar geleden. De eerste mensen ves tigden zich er ongeveer 110.000 jaar geleden. Tussen toen en nu ligt een lange periode, die nog ongelofelijk veel geheimen herbergt. 'Ik houd me sinds 1978 bezig met archeologie. In de loop der jaren heb ik tientallen werktuigen gevonden. Als op het oude land een akker openligt, speur ik die systematisch af. En ik reageer natuurlijk direct op toevallige gebeur tenissen, bij graafwerkzaamheden tij dens een verbouwing bijvoorbeeld. Maar het zijn maar speldenprikjes', aldus Van Noort, die desondanks een boek voorbereidt over het ontstaan van Texel. 'Nu vind ik ook werktuigen op het strand. Die zijn er terechtge komen door de strandsuppletie. Dat intrigeert, want het zand waar ze tus sen zitten komt van plaatsen in de Noordzee waar het nu meer dan twin tig meter diep is.' In sporthal Ons Genoegen is onnodig veel gas gebruikt als gevolg van een defect in de apparatuur waarmee de verwarming en luchtbehandeling worden geregeld. Omdat reparatie onmogelijk is worden regelkast en regelapparatuur vervangen, wat voor de gemeente een uitgave betekent van ƒ27.448,-. De oude regelapparatuur dateert van 1984. Vervanging was gepland in 2004, maar dat wordt naar voren ge haald omdat nu onnodig veel energie verloren gaat, terwijl wordt geklaagd over de soms veel te hoge tempera tuur. Het energieverlies kan oplopen tot 4000 m3 per jaar. I Wie schurft krijgt van vis, schapen of Duitsers, moet niet naar Texel I gaan. En motards die het aan hun joint de culasse krijgen van ferry's en traag rijden, moeten ook niet naar het grootste waddeneiland toeren. Maar wie houdt van het eilandgevoel en rustig cruisen over kleine landwegen tussen druk beschaapte weiden met tuinwallen I (muren opgebouwd uit gfaszoden!) errond die doen denken aan I Engeland, vindt dit Nederlandse eiland exotisch en gezellig. I Texel (25 kilometer lang, 9 kilometer breed) is vooral bekend voor de wol van zijn befaamde schapenras. De Texeler dekbedden die I ermee worden gevuld, zijn naar het schijnt wereldberoemd. Het I Texelse lamsvlees is een delicatesse wegens zijn pré safé-smaak, te I danken aan het feit dat Texelse schapen gezouten gras eten wegens I de zilte zeewind. Op Texel - in Nederland zeggen ze tessel, veel I Texelaren zeggen leksel en dus moet u zelf maar uitmaken hoe u I het uitspreekt - zijn meer schapen (15.500) dan mensen (13.000). Er I zijn ook meer Duitsers dan mensen. De gezapige inboorlingen I hebben het strandjutten in het bloed en verwelkomen alles wat I aanspoelt, waaronder 250.000 toeristen per jaar Wie van de vaste I wal komt, is een overkanter en meer dan waarschijnlijk een Duitser. Vier jeugdige Texelaars hebben af gelopen weekend in de Super 8, de grootste surfwedstrijd van de Be nelux, bewezen zich te kunnen meten met de internationale top. Dat gold met name voor Dorian van Rijsselberghe, die bij Oost-Voorne tussen zeventien van de sterkste surfers van Nederland, België en Duitsland een tweede plaats vero verde. Hij won zelfs de wedstrijd die op zon dag werd gehouden, maar had de pech dat deze wegens te weinig wind met meetelde voor de einduitslag. Van Rijsselberghe leverde zijn pres tatie bij de super-grommets, de ca tegorie van de jongste |eugd Broer Adriaan deed het bij de junio ren, de categorie van zestien- tot en met achttienjarigen, eveneens uitste kend. In een veld van vierenzestig deelnemers reikte hij tot de vierde plaats. Een bijzondere prestatie, ze ker als in aanmerking wordt genomen dat de sterkste drie uit het klasse ment een speciale status genieten en zich dankzij een Olympische beurs volledig aan hun sport kunnen wij den. Van Rijsselberghe versloeg dus eigenlijk alle 'gewone' deelnemers, surfers die veel minder dan zes uur per dag op een plank staan. Eiland- genoot Evert Monsma, die zijn de buut maakte in een grote wedstrijd, behaalde een tweeëndertigste plaats en nestelde zich daarmee knap in de middenmoot. Ook Douwe Monsma kan terugzien op een geslaagd de buut. Bij de grommets, windsurfers tot en met veertien jaar, werd hij twin tigste van de vijfenzestig deelnemers. Het was zo'n gewone zondag. Wij worstelden ons wat moeizaam door de hoeveelheid kranten, nog steeds in onmin welke krant we wilden op zeggen, en zeiden niet meer dan van die luttele, nauwelijks hoorbare zinnen.'Wat een gedoe in de we reld', 'Wat een leesvoer, al die ma gazines' en 'Waarom hebben we eigenlijk zoveel overbodigheid in huis?' Echt antwoord kwam er niet. Ook wij hadden onze zondagse plichten jegens elkaar: een goed ontbijt, na goed te hebben uitgesla pen, geurende koffie, krakende croissantjes, vers sap en een soort van rust Zelfs een goed gesprek met Bas, die ons begon uit te leg gen wat de zin van oorlogvoering was. Een vermoeid gebaar van 'laat maar even, ik begrijp nu al wat je zeggen gaat', verdoezelde ik nog net met een eigenaardig wuiven van mijn hand, die vervolgens als ver trouwde handeling dan maar weer de koffiepot hanteerde. Bas bewerkte ons breeduit. Oorlog was nodig, zo zei hij. Het had te ma ken met het meten van krachten, het onderzoeken van goed en kwaad, de strijd naar gerechtigheid, dus het bestrijden van onrechtvaar digheid. Wij mensen, zoals wij in elkaar staken, konden niet anders. Dat zei Bas. Hij is vijftien en houdt van avontuurlijke beweringen die wij met enige bezorgdheid volgen. 'En als we er eens gewoon mee ophiel den', zei ik droog, verlangend, om zonder enig medeleven met wie dan ook mijn eitje op te peuzelen. 'Kan met', zei Bas,'het kwaad zit in de mens en het kwaad moet eruit'. Ik trok mijn wenkbrauwen op en wilde net aan de vader van Bas vragen of het eigenlijk zijn woorden waren die Bas met zoveel verve op mij losliet. Tot een denderend geluid van val lende meubelen ons naar de gang dreef. Bovenaan de trap stond Eva. 'Hij viel, die stoel', wees ze met een woedend gebaar, 'hij denderde de trap af, ik gooi namelijk alles uit mijn kamer'. Bas sjouwde de stoel de trap weer op en wij liepen alledrie naar boven, waar een opgewonden dochter uitriep: 'Ik hoef het niet meer, al die rotzooi, al die achterlijke prullen, al die boeken. Ik wil ruimte.' Ze gebaarde breeduit. Op de gang stond haar bureau, ladingen speel goedbeesten lagen verloren op de grond, stapels boeken en tassen vol prullen van diverse pluimage belet ten ons de toegang. Alle paarden- posters lagen in grote rollen slordig uitgerold en verguisd te zijn. Voor mijn slaapkamerdeur lag een afge dankte berg kleren. 'Jij wilt ruimte', herhaalde ik zwakjes, mijn hoofd nog vol van 'het slechte in de mens', dus ook in mij 'Ja ik wil ruimte, ik wil niet zo'n treurig volge-stouwd nest met al die overbodige onzin hebben, zoals bij jullie', ze verhief haar stem. 'Ik wil het leeg, volkomen leeg'. Bas schoot uit in een luid hinniken en mijn echtgenoot riep vrolijk: 'Je ziet maar, ik kom wel ki|ken als het klaar is.' Maar ik worstelde mij, nieuwsgierig als ik ben, dwars door de rotzooi op de gang, naar haar kamer. 'Mag ik even kijken naar je ruimte?' Een genadig knikje volgde. Ik stond in een volledig lege kamer, waar slechts een matrasje op de grond lag. Aan een van de wanden hing een grote vel papier waarop drie zwarte wolven waren geschil derd die elkaar probeerden te verscheuren.'Wat is dat?'riep ik zonder enig nadenken, 'Dat is kunst', zei mijn dochter, 'Pieter heeft het gemaakt.' Haar wangen werden donkerrood van nog met geleefde hartstocht. 'Pieter is schilder, zijn werk heeft ruimte nodig. Dit alleen is van be lang.' Zelfs haar allerliefste speel goedbeest had de aftocht moeten blazen. 'Pieter is die Pieter, die..', zei ik zwakjes. 'Ja die', zei ze direct in de aanval, 'ik weet wel dat je hem niet waardeert, maar toevallig be grijp ik wat hij maakt. Eigenlijk is mijn kamer nu een soort sfeer van Pieter.' Met verlangende, verliefde ogen bekeek ze mij. 'Het gaat om ruimte, ik wil ruimte', zei ze. 'Natuur lijk' zei ik droog, 'als je verliefd bent. moet je dat goed bewaken, die ruimte'. Even later zat ik eenzaam aan de ontbijttafel en pi|mgde mijn hersens af over oude liefdes. Er kwamen veel beelden van verscheurende wolven. Er was ook een verscheu rende wolvin. En weinig ruimte. Dana Rover

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2000 | | pagina 5