Jan Wolkers is op afstand bij Texel betrokken Texelaars laten je in je waarde t 'Ik wil niet het knuffeldier van de gemeenschap zijn .TEXELSE ^7COURANT' xelaars zijn heel prettig, ze bemoeien zich niet met je. Een ni3 iot verschil met Amsterdam, afgelopen week. Ik kon er niet om en of mensen riepen me gefeliciteerd! toe. Of ze begonnen dappen. Alsof het bereiken van deze leeftijd een prestatie Ik leek wel een popster.' Schaterlachend, alsof hij het alle- al nog nauwelijks kan bevatten, kijkt Jan Wolkers terug op commotie die zijn vijfenzeventigste verjaardag teweegbracht kïjdacties van kranten, tijdschriften en radio- en televisiepro- mma's stonden wekenlang in de rij om hem te mogen inter nen, kunstcritici schreven lange essays over het belang van werk voor de literatuur en de beeldende kunst in Neder- d en het NOS-journaal deed zelfs live verslag van zijn jaardagsfeestje. Nu gaat hij weer aan het werk, zo heeft hij stellig voorgenomen. Alleen de Texelse Courant, die al Joi ;en geleden om een interview had gevraagd, kreeg nog toe- mming om in huize Pomona op audiëntie te komen. VRIJDAG 3 NOVEMBER 2000 (js Wolkers interviewen is geen een- oo dige opgave. Steeds weer kreeg ie waarschuwing te horen, wan- rik vertelde dat ik hopelijk nu toch bi] de grote kunstenaar op be- zou gaan. Hij springt voortdu- van de hak op de tak en weidt iver onderwerpen die hem na aan hart liggen, maar die |Ou mis- ou|en nauwelijks interesseren, zo me voorgehouden. Geen op rende mededelingen, zeker met lat zijn afgemeten boodschap 'ik nu geen tijd, belt u volgende maar terug' nog naklonk in mijn en ik er zelf steeds meer van rtuigd raakte dat hij wel eens he- aal geen zin zou kunnen hebben en interview met de Texelse Cou- De praktijk blijkt een stuk vrolij- Direct wanneer hij de voordeur de in 1936 gebouwde voormalige jemeesterswoning aan de indijk opent, informeert hij be- itellend naar mijn achtergron- grapt hij dat we nog maar even de koffie moeten wachten tot na weer thuis is aangezien zijn iwsel geen aanrader vormt en hij enthousiast op de kleuren- ;ht in zijn herfsttuin. Uitweiden hij inderdaad graag. Geestdrif- uteert hij fragmenten uit de we iteratuur die hem hebben aange- en. Vol passie bladert hij door de itboeken die hij op zijn verjaardag lau heeft gekregen. En zelfs een tje boos laat hij weten dat Picasso aamteloos' heeft gestolen van iders die in de westerse wereld Hief worden genoemd. 'Ha, pri- hoe verzinnen ze het?' Maar lijkertijd blijkt hij zeer bereid te illen over zijn liefde voor Texel, afschuw vari 'dé 'toezéns- Jmde' architectuur van veel mfiebungalows, de beslissing om met met 'eilandzaken' te be ien en de plek waar zijn as zal ten worden uitgestrooid. Een maal worden we onderbroken een rinkelende telefoon. De ge- ikken zijn steeds kort maar niet ïendelijk. Slechts eenmaal klinkt oodschap: 'Als ik u even mag on- ireken: daar heb ik helemaal geen loor. Ik moet weer aan het werk, ïjpt u? Belt u over drie of vier nden nog maar eens.' Hij loopt 3 naar de tafel en zegt bijna ver- chuldigend: 'Ik vind het nu wel genoeg geweest.' mevrouw Boon-Verberg liggen. Ik kende haar met. Ik had natuurlijk wel eens gehoord over de Russenoorlog, maar niet van de rol die zij erin had gespeeld Die huisjes vielen meteen op, zo prachtig gelegen tussen de bomen. Texelaars hadden met zo veel te krijgen. Dit huis, het huis van oud burgemeester Sprenger, zagen we bij de makelaar. We kenden het alleen van de voorkant, maar vonden het direct prachtig Het paste zo mooi in dit natuurgebied. Daar stond Waldorf, de architect, om bekend. Dat zijn ontwerpen zo harmonieerden met de rest van de omgeving. Ik herinner me dat we later eens een architect op bezoek kregen. Ik haalde hem van de boot en we reden daar nog, over de Bakkenweg, toen hij riep: Verdomme, je hebt een huis van Waldorf! Dat was kennelijk ook voor hem iets bijzon ders.' Het echtpaar Wolkers kon er niet di rect in. Er waren nog meer gegadig den en bovendien had Sprenger het verhuurd en was er een dependance van de Jellinek-klimek in gevestigd. 'Het ergste wat die mensen me heb ben aangedaan is dat ze alle zwaluw nesten hebben weggestoken.' Hij lacht: 'Er had er misschien wel eén in hun drank gepoept. Maar die zwalu wen zijn niet teruggekomen, nooit kers heeft al bijna zijn leven lang relatie met Texel, waar hij inmid- bijna twintig jaar woont. Texel te ik door de albums van Thijsse. as acht of negen toen ik die voor eerst las. Ik verzamelde en ruilde ilaatjes Die kreeg je bij aankoop der Veen was geweest. Het was acht met bomen. Mevrouw Boon wel, ze was een Zeeuwse meen ik. Als haar zoon Arie takken wilde snoeien en de zaag te voorschijn haalde, nep ze al: weg met dat ding! Ze vond het met goed. Maar als ze dan eens naar Georgië was, dan zag hij zijn kans schoon en ging kappen. Op een ma nier zoals ze gewend zijn op Texel. Zodat je van die bomen zonder zijtak ken krijgt Maar goed, we hebben aangebeld bij mevrouw Boon en als ik me niet vergis zijn we er gelijk maar gebleven. Het was er prachtig. Dat hele stuk is nu opgeofferd aan bun galows. En aan kamelen en struisvo gels, geloof ik De keuze om op Texel iets te huren was een heel bewuste. 'In de jaren vijftig was ik een paar keer op vakan tie geweest op Texel. En ook op Ameland. Met, zeg maar, de vrouw uit Turks Fruit. Daar was het ook prach tig, maar Texel kent geen isolement. De boten naar Ameland gaan met zo frequent, ze doen er langer over en dan sta je nog maar aan de Friese kust. Met de jongens gingen wij later op zondag vaak met de boot van negen uur over en om elf uur stonden we in het Rijksmuseum.' In het huisje van mevrouw Boon-Ver berg keerden Jan en Karina jaarlijks terug. Eerst alleen een maand lang in mei, later ook - 'omdat de Texelse herfst zo mooi is' - in september. 'Al mijn werk ging dan mee, ook beeld houwwerk, en met de kat bovenop Die had binnen een paar dagen roze teentjes. Van het schone Texelse zand. In Amsterdam waren ze zwart. Op Texel heb ik heel wat van mijn boeken afgeschreven. Ik kon er heer lijk ongestoord werken In 1980 was Karina zwanger en be sloten de twee uit te kijken naar een permanent adres op Texel. 'Niet dat ik een hekel had aan de stad hoor, want ik had er een prachtig atelier, dat van de verzetsstrijder Gerrit Jan van bij acht, lag vlak bij de Amstel en op meer. Die kennis slaan ze zeker op in hun genen.' Wolkers noemde het huis Pomona, naar de godin van de boomvruchten. Geen originele naam, geeft hij direct toe, want op Texel stond al een bouwwerk met de naam Pomona en toen hij er net woonde, kreeg hij een kaartje van de bevriende musicus Willem Breuker, die in Pomona in Amerika op vakantie was. 'Daar heb ben ze wel zeven Pomona's geloof ik. Maar de naam was wel passend Toen we hier voor het eerst kwamen, lag het vol met eikels, appels en an dere vruchten. Bovendien is Pomona een heel mooi woord.' De liefde voor Texel, ooit ontstaan door de Verkade-albums, is nooit overgegaan bij Wolkers. Nog steeds kan hij lyrisch vertellen over het ei land. 'Een favoriete plek zou ik niet zomaar kunnen noemen. We maken iedere dag wel een wandeling. Bij het Jan Ayeslag of Westerslag. Alle duin gebieden vind ik schitterend. De dui nen zijn het enige natuurlijke land schap dat we nog hebben in Nederland. Maar ook het polderland schap met een mooie boerderij erin is prachtig. Of de Waddenkust, dat gebied bij de molen van Het Noor den. Bergen vind ik verschrikkelijk. Ik moet uitzicht hebben.' Op een pes- teng toontje: 'Ik heb wel eens het idee dat mensen die altijd tegen bergen aankijken bekrompen worden. Kijk maar naar Oostenrijk.' 'Maar het mooiste op Texel is het licht. Waar het me om gaat is dat je het landschap ondergaat. Dat heeft te maken met emotie, met de bele venis van zo'n eiland. In juni was er storm, toen zijn we op het strand gaan kijken. Daarna heb ik een schil derij gemaakt van die schuimende zee. Of als je nu door de Dennen rijdt, met die bruine, grijze, afstervende kleuren. Dat onderga je. Daarbij gaat het er niet om dat je het landschap zo nauwkeurig mogeljk weergeeft, zoals de schilders van een paar eeuwen Jan Wolkers poseert voor een herfstig schilderij. Het Texelse landschap moet je ondergaan. Het gaat er niet om datje het zo nauwkeurig mogelijk weergeeft zoals de landschapsschilders van een paar eeuwen geleden.' De vroeger als flamboyant bekend staande Wolkers leidt een betrekke lijk geïsoleerd bestaan op Texel. Na tuurlijk. het echtpaar gaat geregeld naar de Randstad om er boeken te kopen of een museum te bezoeken en er komt wel eens iemand logeren, maar hoewel hij hier een paar goede vrienden heeft, die vorige week ook waren uitgenodigd op zijn verjaardagsfeest, gaat het sociale le ven op het eiland voor een groot deel aan hem voorbij. 'Ik krijg wel eens commentaar van mensen dat ik zo'n prachtig uitzicht heb maar dat ik het helemaal dicht heb laten groeien. Dat is een soort bescherming. Maar ik moet zeggen dat ik hier vrij anoniem kan leven. Texelaars laten je in je waarde. Ze kijken met zo gauw er gens vreemd van op. Dat stamt nog uit de tijd van de VOC, denk ik. Ze hadden alles al gezien voor het in de stad kwam. Dat zag je ook met dat naakte meisje dat destijds bij de VPRO op televisie was Daar werd schande van gesproken Wij zagen dat programma bij mevrouw Boon thuis. Ze praatte gewoon door, er werd geen woord aan vuil gemaakt. Die keek niet op van een beetje bloot. Dat vond ik zo mooi. Als Arie van het land kwam, ging hij vaak naakt ach ter de dijk zwemmen. Maar ik ben niet mensenschuw, hoor. Ik doe gewoon mijn boodschappen en ik vind het leuk om met Texelaars te pratenOver hun werk bijvoorbeeld. Met een kwe ker die van alles over zijn planten weet te vertellen. Ik zoek het alleen niet op.' Uitgaan behoort met tot de vaste gebruiken van het echtpaar Wolkers. 12 geweest Naar Joop Visser, met die liedjes Ik vind het heel leuk wat ze daar doen. Ze hebben het ook mooi gehouden. Wat we wél geregeld doen is uiteten gaan. Met gasten, maar ook met de jongens. Naar Het Vierspan vooral. Die Jelle Pekel is fantastisch, dat is een topkok. En die dame van De Gravenmolen heeft hele mooie salades.' Maar verder is hij dagelijks vele uren aan het werk in zijn atelier en speelt ook de rest van het leven zich voor namelijk af in huiselijke kring, waar het 'erg stil' is geworden sinds zoons Bob en Tom aan de kunstacademie in Tilburg zijn gaan studeren. 'Ik mis men wanneer ze zo'n gebouwtje wil len opknappen. Ons huis zou op deze plek nu waarschijnlijk ook niet meer mogen worden gebouwd. En ik snap best dat veel boeren een grote schuur nodig hebben, maar het moet wel knap. Ken je die boerenschuren in de Haarlemmermeerpolder? Die zijn werkelijk prachtig! En dat zit 'm maar in kleine dingen. Het kan nog wel. Dat zie je aan dat gebouw hier verderop aan de Rozendijk, bij Hoogenbosch. Of aan die huizen van Jan Visser aan de Keesomlaan. Die zijn eigen en sober, passen prachtig in hun omge ving. ledereen heeft het nu over dat afschuwelijke stadhuis en iedereen drag van tweehonderdduizend gul den op de gemeentegiro staan. De rest moest ik lenen en daarvoor moest ik voor het eerst van mijn le ven naar een bank. Daar was ik nooit geweest. Mijn accountant moest mee, om te verklaren dat ik genoeg geld binnenkreeg. Rob Houwer wilde in die tijd de filmrechten voor Bran dende Liefde kopen. Hij was rijk ge worden met Turks Fruit, dus ik zei tegen Karina: Ik moet er honderddui zend gulden voor hebben, anders gaat het niet door. Ik hennner me nog dat hij hier kwam en we het bos in gingen om te onderhandelen. Dat wilde hij altijd. Ik zei: Rob, ik wil er een ról beschuit. Het was een ureel belangrijke daad van Ver- Veel arbeiders hadden die al- ris. Mensen die anders met zo «met de natuur in aanraking zou- zijn gebracht. De plaatjes waren kend door professor ickenbach. Schitterend. Ze lieten ihoe het toen moet zijn geweest Texel. Zoals de ingang van Den !,met die landelijkheid. Ik stelde Texel voor als het paradijs. Met vriendje ben ik eens met de fiets '«eg gegaan. Maar we waren net n Oegstgeest toen de koeken op in. Toen zijn we maar terugge- 9 n.' vader had al eerder met Texel ^sgemaakt. 'Hij zat in zijn dienst- nde Eerste Wereldoorlog, op de Dat was toen een marinevlieg- Om zijn verhaal te illustreren, 'Wolkers Werkkleding uit de kast, boek vol foto's dat over zijn per- nli|k leven gaat. Op één ervan Wolkers senior in militair uni- iop het Texelse strand. 'Mijn va- vertelde er wel eens over. Eén 'dachten ze dat er een duikboot gestrand. Maar het was een 'is of een potvis. Ze schoten op belins die op weg waren om Lon- le bombarderen. Niet om ze neer De band van Jan Wolkers met Texel is al oud. Deze foto uit het archief van de Texelse Courant werd gemaakt 'op 26 juli 1971, toen hij alen - ze hadden nog geen echt same" met echtgenote Karina het zeehondje kwam opzoeken dat hij eerder die zomer moederloos had aangetroffen tijdens zijn be- r. -ij??. ??.Ume^P.laat Wolkers had de huiler met veel moeite een beetje voedsel naar binnengepropt, waarna het dier per ^rgeschut - maar meer om ze Ite houden van de kust.' '969 gaf ik een lezing in De Linde- |n, georganiseerd door Lange- en de Rooy. We logeerden in snzicht. De volgende ochtend «e over het eiland gaan rijden, 'e kijken of er misschien iets te was. Ik was op zoek naar een om rustig te kunnen werken. In "oorden van het eiland zagen we :s®'ing die twee stenen huisjes vari V. ••WW, wi.ni^iiiyi.p upi, naoiiid lICI uifcrf Ut helikopter van de luchtmacht was overgevlogen naar het Texels Museum, waar het echtpaar De Haan flinks op de foto} at liefdevol Klaarstond. de fiets zat je zo in die prachtig dorp jes in de omgeving van Amsterdam. Maar we wilden onze kinderen in een rustige omgeving laten opgroeien.' Een geschikt huis vinden bleek met zo makkelijk. 'Er stonden wel wat boerderijen te koop, maar die waren minder geschikt om te werken. Die zou |e echt moeten verpesten, met grote ramen, om er te voldoende licht geleden. Dat doek met die schui mende zee bestaat uit allemaal stip pen. Cézanne had in 1880 een schil derij gemaakt van water Dat stond in een etalage, ledereen stond er bij te lachen, want schilderde je zó nu wa ter? Toen kwam er een loodgieter langs en die zei: Daar zou ik wel eens willen vissen. Die zag dat, die voelde dat aan. Dat is mooi.' 'Maar dat deed ik in Amsterdam ook niet. En zeker niet in een café. Vroe ger, als jonge kunstenaar, ging ik wel eens naar de cafés aan het Leidseplein. Om in contact te komen met een schone nimf, die daar ook maar alleen zat Maar ik heb een he kel aan dronkemansgedoe en met dat lawaai kun je in cafés met eens praten. Hier ben ik wel eens naar Klif ze erg. En ook die regelmaat. Van 's ochtends sinaasappels voor ze per sen. brood smeren en ze wegbren gen als het slecht weer was. Dat waren hele rituelen. Of we stonden ze na te kijken wanneer ze op hun fiets stapten en in de mist wegreden. En dat je zomaar een piano of een gitaar hoorde spelen. Ik kan nu ook wel een plaat opzetten, maar dat is toch an ders Het zijn fantastische jongens. Gelukkig komen ze nog bijna ieder weekend terug Om vrienden te ont moeten in de Balcken, bijvoorbeeld. Ja, het zijn echte Texelaars. Maar daar denken ze zelf met bij na, dat is vanzelfsprekend voor ze. Jan van Nijlen, een Vlaamse dichter, schreef al: Daarom in 't land van mijne kinder jaren, brandt mij de grond waar ik de voeten zet. Dat hebben de jongens ook.' Wolkers staat bekend als een sociaal bewogen iemand, die onder meer een actieve rol speelde in het verzet tegen de oorlog in Vietnam en later ook in de antiapartheidsbeweging. Maar hoewel hij het Texelse nieuws nauwgezet volgt - 'ik spel de Texelse Courant' - en ook wel zorgen heeft over sommige ontwikkelingen op Texel, heeft hij zich maatschappelijk nooit actief willen opstellen. 'Ik heb me vanaf het begin voorgenomen me met met eilandzaken te bemoeien. Anders krijg je toch maar de reactie- hé, buitenstaander Of je wordt het knuffeldier van de gemeenschap. Het zou me benauwen als ik de gevierde kunstenaar van zo'n kleine eiland- gemeenschap zou zijn. Ik word nog steeds veel gebeld door actiegroe pen. Dan zeg ik altijd: mensen doe het zelf, jullie moeten niet leunen te gen beroemdheden. Een gemeen schap moet de kracht hebben om de koppen bij elkaar te steken en te zeg gen dit gebeurt met. Dat lukt soms aardig, ook op Texel. In Den Hoorn slagen ze er toch in zo'n straatje aar dig te houden. Dat hebben ze aan zichzelf te danken.' Over het Texelse landschap, de oude dorpskernen en de rol van de archi tectuur heeft Wolkers duidelijk nage dacht. Zijn oordeel is gematigd. 'Texel is geen museum. Dat bouwval letje tegenover het Licht van Troost vind ik prachtig. Dat is net een teke ning van Rembrandt. Maar de men sen moeten wel kunnen leven. En je kunt het ze natuurlijk met kwalijk ne- zegt dat we dat nóóit meer zouden doen. Maar ze doen het nog steeds, op andere plaatsen. Die bungalows in die parken, die zijn gewoon wezensvreemd. Die zie je in heel Eu ropa. Dictatuur is met goed. maar je zou eigenlijk alle plannen moeten voorleggen aan de Rijks bouwmeester en een paar andere mensen Die hebben verstand van bouwen. Texel is trouwens nog een gunstige uitzondering. Zuid-Holland is helemaal verpest. En het Groene Hart, dat stelt helemaal niks meer voor' Dat het met de Groeneplaats ooit nog goed komt, betwijfelt Wolkers. 'Als ze het stadhuis nu zouden afbreken en er een mooi oud ontwerp van Riet veld voor in de plaats zouden zetten, daar zou ik nog wel voor zijn Maar zoals het was, haal je het nooit meer terug. Dat gebouwtje tussen de ban ken is aardig, maar het zit ingeklemd tussen die twee weerzinwekkende banken, met die rare zuilen. Wat daar nu toch de gedachte achter is ge weest begrijp ik echt met. Het is na tuurlijk vooral een kwestie van plan nen. Dat gemeentehuis had toen al uit het centrum weg gemoeten. Net als die supermarkten. Neem Albert Heijn. Toen ze uit de Binnenburg weg gin gen, hadden ze meteen naar het in dustrieterrein gemoeten. Net zoals in Amerika. Nu zitje met de problemen.' Albert Heijn zelf iets kwalijk nemen doet Wolkers niet Hij doet er zelfs boodschappen. 'Maar we gaan nog zo veel mogelijk naar de kleine win keltjes. Naar De Banaan, bijvoor beeld Jammer dat ze er geen groente meer hebben. Voor brood gaan we naar Timmer Vroeger gin gen we altijd naar het dranken winkeltje in Den Hoorn. Of naar dat in de Witte Kruislaan. Was dat van Kooiman? Fantastisch, zo veel ver stand die man had van Italiaanse wij nen.' Wanneer de womngschaarste en de 'krankzinnige' huizenprijzen ter sprake komen, lacht Wolkers veront schuldigend: 'Die vormen zeker een bedreiging. Maar ik ben eigenlijk ook zo'n rijke overkanter die hier een huis heeft gekocht Hoewel ik met die jon gens inderdaad ook heb bijgedragen aan de samenleving Maar mijn huis kostte ook al vijfhonderdduizend gul den. Ik verkocht in die tijd heel veel boeken en daardoor had ik een be- honderdduizend gulden voor heb ben. Hij deed nog een paar stappen, stopte toen en zei: dat is goed. Hij had anders geprobeerd af te dingen, dat weet ik zeker, maar hij dacht ze ker ook: ach, ik ben rijk geworden door Turks Fruit. Toen we terugkwa men, zat er zo'n blauwe envelop in de bus. Ik maak hem open en lees dat ik honderdduizend-en-honderd- vijfentwintig gulden moet betalen. Ik zeg: Rob, ik heb nog honderdvijfen twintig gulden te weinig aan je ge vraagd...' Hij denkt even na en vervolgt: 'Ik heb enorme aantallen boeken verkocht. Nu wat minder, maar die boeken ge ven me een soort basisinkomen. Daardoor kan ik me het schilderen veroorloven. Niet dat ik nooit een schilderij verkoop, maar ik heb een tube met een speciale rode verf die honderdzestig gulden per stuk kost. Die zou ik me waarschijnlijk met kun nen veroorloven als ik alleen maar schilderde.' Wolkers heeft het druk. Zijn glazen gedenktekens - waarvan die voor Jac. P. Thijsse in de vijver bij de gelij knamige basisschool nog steeds 'in het vat' zit - lijken nog wel steeds populairder te worden onder op drachtgevers, hij schildert en ook de liefhebbers van de romans van Wol kers hoeven met te wanhopen. 'Ik blijf werken tot ik er dood bij neerval. Dat heeft met met financiën te maken, maar met wat ik doen wil. Uiteinde lijk zal ik wel doodgaan op Texel. Want ik ga hier nooit meer weg. Ik wil gecremeerd worden. En daarna ei genlijk verstrooid in de duinen. Maar met op dat veld bij Jan Ayeslag. Ik weet met of dat zo goed is, ik vind het nogal onnatuurlijk. Laat ze me daarom maar in mijn tuin uitstrooien. Dat de bosanemonen denken: Dit is geen kunstmest, maar een natuurproduct Je neemt dan weer deel aan de natuur Ze vroegen ooit een Grieks filosoof of hij bang was voor de dood. Nee hoor, antwoordde hij, ik ben al zó lang dood geweest. En zo is het natuurlijk ook.' Joop Rommets

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2000 | | pagina 7