Jan Wolkers is op afstand bij Texel betrokken
Texelaars laten
je in je waarde
t
'Ik wil niet het knuffeldier
van de gemeenschap zijn
.TEXELSE ^7COURANT'
xelaars zijn heel prettig, ze bemoeien zich niet met je. Een
ni3 iot verschil met Amsterdam, afgelopen week. Ik kon er niet
om en of mensen riepen me gefeliciteerd! toe. Of ze begonnen
dappen. Alsof het bereiken van deze leeftijd een prestatie
Ik leek wel een popster.' Schaterlachend, alsof hij het alle-
al nog nauwelijks kan bevatten, kijkt Jan Wolkers terug op
commotie die zijn vijfenzeventigste verjaardag teweegbracht
kïjdacties van kranten, tijdschriften en radio- en televisiepro-
mma's stonden wekenlang in de rij om hem te mogen inter
nen, kunstcritici schreven lange essays over het belang van
werk voor de literatuur en de beeldende kunst in Neder-
d en het NOS-journaal deed zelfs live verslag van zijn
jaardagsfeestje. Nu gaat hij weer aan het werk, zo heeft hij
stellig voorgenomen. Alleen de Texelse Courant, die al
Joi ;en geleden om een interview had gevraagd, kreeg nog toe-
mming om in huize Pomona op audiëntie te komen.
VRIJDAG 3 NOVEMBER 2000
(js Wolkers interviewen is geen een-
oo dige opgave. Steeds weer kreeg
ie waarschuwing te horen, wan-
rik vertelde dat ik hopelijk nu toch
bi] de grote kunstenaar op be-
zou gaan. Hij springt voortdu-
van de hak op de tak en weidt
iver onderwerpen die hem na aan
hart liggen, maar die |Ou mis-
ou|en nauwelijks interesseren, zo
me voorgehouden. Geen op
rende mededelingen, zeker met
lat zijn afgemeten boodschap 'ik
nu geen tijd, belt u volgende
maar terug' nog naklonk in mijn
en ik er zelf steeds meer van
rtuigd raakte dat hij wel eens he-
aal geen zin zou kunnen hebben
en interview met de Texelse Cou-
De praktijk blijkt een stuk vrolij-
Direct wanneer hij de voordeur
de in 1936 gebouwde voormalige
jemeesterswoning aan de
indijk opent, informeert hij be-
itellend naar mijn achtergron-
grapt hij dat we nog maar even
de koffie moeten wachten tot
na weer thuis is aangezien zijn
iwsel geen aanrader vormt en
hij enthousiast op de kleuren-
;ht in zijn herfsttuin. Uitweiden
hij inderdaad graag. Geestdrif-
uteert hij fragmenten uit de we
iteratuur die hem hebben aange-
en. Vol passie bladert hij door de
itboeken die hij op zijn verjaardag
lau heeft gekregen. En zelfs een
tje boos laat hij weten dat Picasso
aamteloos' heeft gestolen van
iders die in de westerse wereld
Hief worden genoemd. 'Ha, pri-
hoe verzinnen ze het?' Maar
lijkertijd blijkt hij zeer bereid te
illen over zijn liefde voor Texel,
afschuw vari 'dé 'toezéns-
Jmde' architectuur van veel
mfiebungalows, de beslissing om
met met 'eilandzaken' te be
ien en de plek waar zijn as zal
ten worden uitgestrooid. Een
maal worden we onderbroken
een rinkelende telefoon. De ge-
ikken zijn steeds kort maar niet
ïendelijk. Slechts eenmaal klinkt
oodschap: 'Als ik u even mag on-
ireken: daar heb ik helemaal geen
loor. Ik moet weer aan het werk,
ïjpt u? Belt u over drie of vier
nden nog maar eens.' Hij loopt
3 naar de tafel en zegt bijna ver-
chuldigend: 'Ik vind het nu wel
genoeg geweest.'
mevrouw Boon-Verberg liggen. Ik
kende haar met. Ik had natuurlijk wel
eens gehoord over de Russenoorlog,
maar niet van de rol die zij erin had
gespeeld Die huisjes vielen meteen
op, zo prachtig gelegen tussen de
bomen. Texelaars hadden met zo veel
te krijgen. Dit huis, het huis van oud
burgemeester Sprenger, zagen we bij
de makelaar. We kenden het alleen
van de voorkant, maar vonden het
direct prachtig Het paste zo mooi in
dit natuurgebied. Daar stond Waldorf,
de architect, om bekend. Dat zijn
ontwerpen zo harmonieerden met de
rest van de omgeving. Ik herinner me
dat we later eens een architect op
bezoek kregen. Ik haalde hem van de
boot en we reden daar nog, over de
Bakkenweg, toen hij riep: Verdomme,
je hebt een huis van Waldorf! Dat was
kennelijk ook voor hem iets bijzon
ders.'
Het echtpaar Wolkers kon er niet di
rect in. Er waren nog meer gegadig
den en bovendien had Sprenger het
verhuurd en was er een dependance
van de Jellinek-klimek in gevestigd.
'Het ergste wat die mensen me heb
ben aangedaan is dat ze alle zwaluw
nesten hebben weggestoken.' Hij
lacht: 'Er had er misschien wel eén in
hun drank gepoept. Maar die zwalu
wen zijn niet teruggekomen, nooit
kers heeft al bijna zijn leven lang
relatie met Texel, waar hij inmid-
bijna twintig jaar woont. Texel
te ik door de albums van Thijsse.
as acht of negen toen ik die voor
eerst las. Ik verzamelde en ruilde
ilaatjes Die kreeg je bij aankoop der Veen was geweest. Het was acht
met bomen. Mevrouw Boon wel, ze
was een Zeeuwse meen ik. Als haar
zoon Arie takken wilde snoeien en de
zaag te voorschijn haalde, nep ze al:
weg met dat ding! Ze vond het met
goed. Maar als ze dan eens naar
Georgië was, dan zag hij zijn kans
schoon en ging kappen. Op een ma
nier zoals ze gewend zijn op Texel.
Zodat je van die bomen zonder zijtak
ken krijgt Maar goed, we hebben
aangebeld bij mevrouw Boon en als
ik me niet vergis zijn we er gelijk maar
gebleven. Het was er prachtig. Dat
hele stuk is nu opgeofferd aan bun
galows. En aan kamelen en struisvo
gels, geloof ik
De keuze om op Texel iets te huren
was een heel bewuste. 'In de jaren
vijftig was ik een paar keer op vakan
tie geweest op Texel. En ook op
Ameland. Met, zeg maar, de vrouw uit
Turks Fruit. Daar was het ook prach
tig, maar Texel kent geen isolement.
De boten naar Ameland gaan met zo
frequent, ze doen er langer over en
dan sta je nog maar aan de Friese
kust. Met de jongens gingen wij later
op zondag vaak met de boot van
negen uur over en om elf uur stonden
we in het Rijksmuseum.'
In het huisje van mevrouw Boon-Ver
berg keerden Jan en Karina jaarlijks
terug. Eerst alleen een maand lang in
mei, later ook - 'omdat de Texelse
herfst zo mooi is' - in september. 'Al
mijn werk ging dan mee, ook beeld
houwwerk, en met de kat bovenop
Die had binnen een paar dagen roze
teentjes. Van het schone Texelse
zand. In Amsterdam waren ze zwart.
Op Texel heb ik heel wat van mijn
boeken afgeschreven. Ik kon er heer
lijk ongestoord werken
In 1980 was Karina zwanger en be
sloten de twee uit te kijken naar een
permanent adres op Texel. 'Niet dat
ik een hekel had aan de stad hoor,
want ik had er een prachtig atelier, dat
van de verzetsstrijder Gerrit Jan van
bij acht, lag vlak bij de Amstel en op
meer. Die kennis slaan ze zeker op in
hun genen.'
Wolkers noemde het huis Pomona,
naar de godin van de boomvruchten.
Geen originele naam, geeft hij direct
toe, want op Texel stond al een
bouwwerk met de naam Pomona en
toen hij er net woonde, kreeg hij een
kaartje van de bevriende musicus
Willem Breuker, die in Pomona in
Amerika op vakantie was. 'Daar heb
ben ze wel zeven Pomona's geloof ik.
Maar de naam was wel passend
Toen we hier voor het eerst kwamen,
lag het vol met eikels, appels en an
dere vruchten. Bovendien is Pomona
een heel mooi woord.'
De liefde voor Texel, ooit ontstaan
door de Verkade-albums, is nooit
overgegaan bij Wolkers. Nog steeds
kan hij lyrisch vertellen over het ei
land. 'Een favoriete plek zou ik niet
zomaar kunnen noemen. We maken
iedere dag wel een wandeling. Bij het
Jan Ayeslag of Westerslag. Alle duin
gebieden vind ik schitterend. De dui
nen zijn het enige natuurlijke land
schap dat we nog hebben in
Nederland. Maar ook het polderland
schap met een mooie boerderij erin
is prachtig. Of de Waddenkust, dat
gebied bij de molen van Het Noor
den. Bergen vind ik verschrikkelijk. Ik
moet uitzicht hebben.' Op een pes-
teng toontje: 'Ik heb wel eens het idee
dat mensen die altijd tegen bergen
aankijken bekrompen worden. Kijk
maar naar Oostenrijk.'
'Maar het mooiste op Texel is het
licht. Waar het me om gaat is dat je
het landschap ondergaat. Dat heeft
te maken met emotie, met de bele
venis van zo'n eiland. In juni was er
storm, toen zijn we op het strand
gaan kijken. Daarna heb ik een schil
derij gemaakt van die schuimende
zee. Of als je nu door de Dennen rijdt,
met die bruine, grijze, afstervende
kleuren. Dat onderga je. Daarbij gaat
het er niet om dat je het landschap zo
nauwkeurig mogeljk weergeeft, zoals
de schilders van een paar eeuwen
Jan Wolkers poseert voor een herfstig schilderij. Het Texelse landschap moet je ondergaan. Het gaat er niet om datje het zo nauwkeurig mogelijk weergeeft zoals de
landschapsschilders van een paar eeuwen geleden.'
De vroeger als flamboyant bekend
staande Wolkers leidt een betrekke
lijk geïsoleerd bestaan op Texel. Na
tuurlijk. het echtpaar gaat geregeld
naar de Randstad om er boeken te
kopen of een museum te bezoeken
en er komt wel eens iemand logeren,
maar hoewel hij hier een paar goede
vrienden heeft, die vorige week ook
waren uitgenodigd op zijn
verjaardagsfeest, gaat het sociale le
ven op het eiland voor een groot deel
aan hem voorbij. 'Ik krijg wel eens
commentaar van mensen dat ik zo'n
prachtig uitzicht heb maar dat ik het
helemaal dicht heb laten groeien. Dat
is een soort bescherming. Maar ik
moet zeggen dat ik hier vrij anoniem
kan leven. Texelaars laten je in je
waarde. Ze kijken met zo gauw er
gens vreemd van op. Dat stamt nog
uit de tijd van de VOC, denk ik. Ze
hadden alles al gezien voor het in de
stad kwam. Dat zag je ook met dat
naakte meisje dat destijds bij de
VPRO op televisie was Daar werd
schande van gesproken Wij zagen
dat programma bij mevrouw Boon
thuis. Ze praatte gewoon door, er
werd geen woord aan vuil gemaakt.
Die keek niet op van een beetje bloot.
Dat vond ik zo mooi. Als Arie van het
land kwam, ging hij vaak naakt ach
ter de dijk zwemmen. Maar ik ben niet
mensenschuw, hoor. Ik doe gewoon
mijn boodschappen en ik vind het
leuk om met Texelaars te pratenOver
hun werk bijvoorbeeld. Met een kwe
ker die van alles over zijn planten
weet te vertellen. Ik zoek het alleen
niet op.'
Uitgaan behoort met tot de vaste
gebruiken van het echtpaar Wolkers.
12 geweest Naar Joop Visser, met
die liedjes Ik vind het heel leuk wat
ze daar doen. Ze hebben het ook
mooi gehouden. Wat we wél geregeld
doen is uiteten gaan. Met gasten,
maar ook met de jongens. Naar Het
Vierspan vooral. Die Jelle Pekel is
fantastisch, dat is een topkok. En die
dame van De Gravenmolen heeft hele
mooie salades.'
Maar verder is hij dagelijks vele uren
aan het werk in zijn atelier en speelt
ook de rest van het leven zich voor
namelijk af in huiselijke kring, waar
het 'erg stil' is geworden sinds zoons
Bob en Tom aan de kunstacademie
in Tilburg zijn gaan studeren. 'Ik mis
men wanneer ze zo'n gebouwtje wil
len opknappen. Ons huis zou op deze
plek nu waarschijnlijk ook niet meer
mogen worden gebouwd. En ik snap
best dat veel boeren een grote schuur
nodig hebben, maar het moet wel
knap. Ken je die boerenschuren in de
Haarlemmermeerpolder? Die zijn
werkelijk prachtig! En dat zit 'm maar
in kleine dingen. Het kan nog wel. Dat
zie je aan dat gebouw hier verderop
aan de Rozendijk, bij Hoogenbosch.
Of aan die huizen van Jan Visser aan
de Keesomlaan. Die zijn eigen en
sober, passen prachtig in hun omge
ving. ledereen heeft het nu over dat
afschuwelijke stadhuis en iedereen
drag van tweehonderdduizend gul
den op de gemeentegiro staan. De
rest moest ik lenen en daarvoor
moest ik voor het eerst van mijn le
ven naar een bank. Daar was ik nooit
geweest. Mijn accountant moest
mee, om te verklaren dat ik genoeg
geld binnenkreeg. Rob Houwer wilde
in die tijd de filmrechten voor Bran
dende Liefde kopen. Hij was rijk ge
worden met Turks Fruit, dus ik zei
tegen Karina: Ik moet er honderddui
zend gulden voor hebben, anders
gaat het niet door. Ik hennner me nog
dat hij hier kwam en we het bos in
gingen om te onderhandelen. Dat
wilde hij altijd. Ik zei: Rob, ik wil er
een ról beschuit. Het was een
ureel belangrijke daad van Ver-
Veel arbeiders hadden die al-
ris. Mensen die anders met zo
«met de natuur in aanraking zou-
zijn gebracht. De plaatjes waren
kend door professor
ickenbach. Schitterend. Ze lieten
ihoe het toen moet zijn geweest
Texel. Zoals de ingang van Den
!,met die landelijkheid. Ik stelde
Texel voor als het paradijs. Met
vriendje ben ik eens met de fiets
'«eg gegaan. Maar we waren net
n Oegstgeest toen de koeken op
in. Toen zijn we maar terugge-
9 n.'
vader had al eerder met Texel
^sgemaakt. 'Hij zat in zijn dienst-
nde Eerste Wereldoorlog, op de
Dat was toen een marinevlieg-
Om zijn verhaal te illustreren,
'Wolkers Werkkleding uit de kast,
boek vol foto's dat over zijn per-
nli|k leven gaat. Op één ervan
Wolkers senior in militair uni-
iop het Texelse strand. 'Mijn va-
vertelde er wel eens over. Eén
'dachten ze dat er een duikboot
gestrand. Maar het was een
'is of een potvis. Ze schoten op
belins die op weg waren om Lon-
le bombarderen. Niet om ze neer De band van Jan Wolkers met Texel is al oud. Deze foto uit het archief van de Texelse Courant werd gemaakt 'op 26 juli 1971, toen hij
alen - ze hadden nog geen echt same" met echtgenote Karina het zeehondje kwam opzoeken dat hij eerder die zomer moederloos had aangetroffen tijdens zijn be-
r. -ij??. ??.Ume^P.laat Wolkers had de huiler met veel moeite een beetje voedsel naar binnengepropt, waarna het dier per
^rgeschut - maar meer om ze
Ite houden van de kust.'
'969 gaf ik een lezing in De Linde-
|n, georganiseerd door Lange-
en de Rooy. We logeerden in
snzicht. De volgende ochtend
«e over het eiland gaan rijden,
'e kijken of er misschien iets te
was. Ik was op zoek naar een
om rustig te kunnen werken. In
"oorden van het eiland zagen we
:s®'ing die twee stenen huisjes vari
V. ••WW, wi.ni^iiiyi.p upi, naoiiid lICI uifcrf Ut
helikopter van de luchtmacht was overgevlogen naar het Texels Museum, waar het echtpaar De Haan flinks op de foto} at liefdevol
Klaarstond.
de fiets zat je zo in die prachtig dorp
jes in de omgeving van Amsterdam.
Maar we wilden onze kinderen in een
rustige omgeving laten opgroeien.'
Een geschikt huis vinden bleek met
zo makkelijk. 'Er stonden wel wat
boerderijen te koop, maar die waren
minder geschikt om te werken. Die
zou |e echt moeten verpesten, met
grote ramen, om er te voldoende licht
geleden. Dat doek met die schui
mende zee bestaat uit allemaal stip
pen. Cézanne had in 1880 een schil
derij gemaakt van water Dat stond in
een etalage, ledereen stond er bij te
lachen, want schilderde je zó nu wa
ter? Toen kwam er een loodgieter
langs en die zei: Daar zou ik wel eens
willen vissen. Die zag dat, die voelde
dat aan. Dat is mooi.'
'Maar dat deed ik in Amsterdam ook
niet. En zeker niet in een café. Vroe
ger, als jonge kunstenaar, ging ik wel
eens naar de cafés aan het
Leidseplein. Om in contact te komen
met een schone nimf, die daar ook
maar alleen zat Maar ik heb een he
kel aan dronkemansgedoe en met
dat lawaai kun je in cafés met eens
praten. Hier ben ik wel eens naar Klif
ze erg. En ook die regelmaat. Van 's
ochtends sinaasappels voor ze per
sen. brood smeren en ze wegbren
gen als het slecht weer was. Dat
waren hele rituelen. Of we stonden ze
na te kijken wanneer ze op hun fiets
stapten en in de mist wegreden. En
dat je zomaar een piano of een gitaar
hoorde spelen. Ik kan nu ook wel een
plaat opzetten, maar dat is toch an
ders Het zijn fantastische jongens.
Gelukkig komen ze nog bijna ieder
weekend terug Om vrienden te ont
moeten in de Balcken, bijvoorbeeld.
Ja, het zijn echte Texelaars. Maar
daar denken ze zelf met bij na, dat is
vanzelfsprekend voor ze. Jan van
Nijlen, een Vlaamse dichter, schreef
al: Daarom in 't land van mijne kinder
jaren, brandt mij de grond waar ik de
voeten zet. Dat hebben de jongens
ook.'
Wolkers staat bekend als een sociaal
bewogen iemand, die onder meer
een actieve rol speelde in het verzet
tegen de oorlog in Vietnam en later
ook in de antiapartheidsbeweging.
Maar hoewel hij het Texelse nieuws
nauwgezet volgt - 'ik spel de Texelse
Courant' - en ook wel zorgen heeft
over sommige ontwikkelingen op
Texel, heeft hij zich maatschappelijk
nooit actief willen opstellen. 'Ik heb
me vanaf het begin voorgenomen me
met met eilandzaken te bemoeien.
Anders krijg je toch maar de reactie-
hé, buitenstaander Of je wordt het
knuffeldier van de gemeenschap. Het
zou me benauwen als ik de gevierde
kunstenaar van zo'n kleine eiland-
gemeenschap zou zijn. Ik word nog
steeds veel gebeld door actiegroe
pen. Dan zeg ik altijd: mensen doe
het zelf, jullie moeten niet leunen te
gen beroemdheden. Een gemeen
schap moet de kracht hebben om de
koppen bij elkaar te steken en te zeg
gen dit gebeurt met. Dat lukt soms
aardig, ook op Texel. In Den Hoorn
slagen ze er toch in zo'n straatje aar
dig te houden. Dat hebben ze aan
zichzelf te danken.'
Over het Texelse landschap, de oude
dorpskernen en de rol van de archi
tectuur heeft Wolkers duidelijk nage
dacht. Zijn oordeel is gematigd.
'Texel is geen museum. Dat bouwval
letje tegenover het Licht van Troost
vind ik prachtig. Dat is net een teke
ning van Rembrandt. Maar de men
sen moeten wel kunnen leven. En je
kunt het ze natuurlijk met kwalijk ne-
zegt dat we dat nóóit meer zouden
doen. Maar ze doen het nog steeds,
op andere plaatsen. Die bungalows
in die parken, die zijn gewoon
wezensvreemd. Die zie je in heel Eu
ropa. Dictatuur is met goed. maar je
zou eigenlijk alle plannen moeten
voorleggen aan de Rijks
bouwmeester en een paar andere
mensen Die hebben verstand van
bouwen. Texel is trouwens nog een
gunstige uitzondering. Zuid-Holland
is helemaal verpest. En het Groene
Hart, dat stelt helemaal niks meer
voor'
Dat het met de Groeneplaats ooit nog
goed komt, betwijfelt Wolkers. 'Als ze
het stadhuis nu zouden afbreken en
er een mooi oud ontwerp van Riet
veld voor in de plaats zouden zetten,
daar zou ik nog wel voor zijn Maar
zoals het was, haal je het nooit meer
terug. Dat gebouwtje tussen de ban
ken is aardig, maar het zit ingeklemd
tussen die twee weerzinwekkende
banken, met die rare zuilen. Wat daar
nu toch de gedachte achter is ge
weest begrijp ik echt met. Het is na
tuurlijk vooral een kwestie van plan
nen. Dat gemeentehuis had toen al uit
het centrum weg gemoeten. Net als
die supermarkten. Neem Albert Heijn.
Toen ze uit de Binnenburg weg gin
gen, hadden ze meteen naar het in
dustrieterrein gemoeten. Net zoals in
Amerika. Nu zitje met de problemen.'
Albert Heijn zelf iets kwalijk nemen
doet Wolkers niet Hij doet er zelfs
boodschappen. 'Maar we gaan nog
zo veel mogelijk naar de kleine win
keltjes. Naar De Banaan, bijvoor
beeld Jammer dat ze er geen
groente meer hebben. Voor brood
gaan we naar Timmer Vroeger gin
gen we altijd naar het dranken
winkeltje in Den Hoorn. Of naar dat
in de Witte Kruislaan. Was dat van
Kooiman? Fantastisch, zo veel ver
stand die man had van Italiaanse wij
nen.'
Wanneer de womngschaarste en de
'krankzinnige' huizenprijzen ter
sprake komen, lacht Wolkers veront
schuldigend: 'Die vormen zeker een
bedreiging. Maar ik ben eigenlijk ook
zo'n rijke overkanter die hier een huis
heeft gekocht Hoewel ik met die jon
gens inderdaad ook heb bijgedragen
aan de samenleving Maar mijn huis
kostte ook al vijfhonderdduizend gul
den. Ik verkocht in die tijd heel veel
boeken en daardoor had ik een be-
honderdduizend gulden voor heb
ben. Hij deed nog een paar stappen,
stopte toen en zei: dat is goed. Hij
had anders geprobeerd af te dingen,
dat weet ik zeker, maar hij dacht ze
ker ook: ach, ik ben rijk geworden
door Turks Fruit. Toen we terugkwa
men, zat er zo'n blauwe envelop in de
bus. Ik maak hem open en lees dat
ik honderdduizend-en-honderd-
vijfentwintig gulden moet betalen. Ik
zeg: Rob, ik heb nog honderdvijfen
twintig gulden te weinig aan je ge
vraagd...'
Hij denkt even na en vervolgt: 'Ik heb
enorme aantallen boeken verkocht.
Nu wat minder, maar die boeken ge
ven me een soort basisinkomen.
Daardoor kan ik me het schilderen
veroorloven. Niet dat ik nooit een
schilderij verkoop, maar ik heb een
tube met een speciale rode verf die
honderdzestig gulden per stuk kost.
Die zou ik me waarschijnlijk met kun
nen veroorloven als ik alleen maar
schilderde.'
Wolkers heeft het druk. Zijn glazen
gedenktekens - waarvan die voor
Jac. P. Thijsse in de vijver bij de gelij
knamige basisschool nog steeds 'in
het vat' zit - lijken nog wel steeds
populairder te worden onder op
drachtgevers, hij schildert en ook de
liefhebbers van de romans van Wol
kers hoeven met te wanhopen. 'Ik blijf
werken tot ik er dood bij neerval. Dat
heeft met met financiën te maken,
maar met wat ik doen wil. Uiteinde
lijk zal ik wel doodgaan op Texel.
Want ik ga hier nooit meer weg. Ik wil
gecremeerd worden. En daarna ei
genlijk verstrooid in de duinen. Maar
met op dat veld bij Jan Ayeslag. Ik
weet met of dat zo goed is, ik vind het
nogal onnatuurlijk. Laat ze me
daarom maar in mijn tuin uitstrooien.
Dat de bosanemonen denken: Dit is
geen kunstmest, maar een
natuurproduct Je neemt dan weer
deel aan de natuur Ze vroegen ooit
een Grieks filosoof of hij bang was
voor de dood. Nee hoor, antwoordde
hij, ik ben al zó lang dood geweest.
En zo is het natuurlijk ook.'
Joop Rommets