'Hier heb ik mijn anker gevonden dat eeuwig houdt' Jan van Eijk vond na 55 jaar vriend terug door flessenpost Computer en parkeerbonnen voortaan op rug hond Phia gespoeld Speciale aanpassing voor parkeerwachter COURANT^* DINSDAG 31 DECEMBER 2002 ^TEXELSE op haar rug de spullen voor Dek- Hoog in de duinen woont Rotterdammer Jan van Eijk, een man van een andere generatie, van vóór 1945. Als geen ander kent hij de gevolgen van de crisistijd, de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw. In zijn actieve tijd woonde hij in Doorn, vanwaar hij een markt opbouwde van grossiers in Nederland. Ooit had hij het idee zich in Zeeland te vestigen, tot de Deltawerken zijn plannen doorkruisten. Van Eijk houdt niet van massatoerisme, maar van de rust en ruimte die hij op Texel vond. Vrijwel dagelijks loopt hij, vergezeld door zijn hond, langs het strand. Nog altijd speurend naar vreemde aan gespoelde objecten. Maar geen enkele vondst evenaart de fles met het briefje erin. Het bracht hem zijn jeugdvriend die hij 55 jaar geleden uit het oog verloor weer op zijn levenspad. Het is om die reden dat Van Eijk bereid is dit wonderlijke verhaal te delen. Ze zijn niet op het eiland gebo ren en getogen, maar wonen hier al zó lang dat ze nauwelijks meer van een echte Texelaar zijn te onderscheiden. Waar komen ze vandaan en wat bracht hen er toe zich bli|vend op ons eiland te vestigen? In de rubnek Aange spoeld dit keer: Jan van Eijk. Wat moeizaam beklimt de Daihatsu het omhooggaande zanderige pad. Een mooi gebied doemt aan weers kanten op. Het pad hobbelt door, buigt naar links en net als ie denkt waar leidt dit Oallemaal naar toe, ver schijnt in de hoogte het silhouet van de woning van Van Eijk, prachtig ge legen op een duintop Het uitzicht vanuit de woonkamer blijkt werkelijk adembenemend. De zee in al haar glorie. 'U heeft het wel gezien hè', zegt Van Eijk (84). Het is nu droog, maar als het regent en het modderig wordt, heb je echt moeite om boven te komen.' Regelmatig trachtte hij Staatsbosbeheer te bewegen het pad wat te egaliseren Dat blijkt ech ter aan dovemansoren gencht. U mag blij zijn dat u hier kunt en mag wonen, luidt steevast het laconieke ant woord. 'Ik heb inmiddels de moed opgegeven. Zelf heb ik zo'n jeep met vierwielaandrijving, dus ik kom wel boven. Het wordt een ander verhaal als ik geen rijbewijs meer heb of mijn lichaam het laat afweten, dan zou ik hier niet meer kunnen wonen. En dit hier', wijst hij naar de hond die dicht tegen hem aangekropen op de bank ligt, 'dit is eigenlijk mijn grootste schat, Anouck. Uit het asiel gehaald, zoals we met al onze honden deden. Overal waar ik zit, loop of sta is ze bij me. Ze denkt: die baas moet ik maar nooit meer kwijt raken. 'Mijn vrouw is inmiddels overleden. Ons 50-jarig huwelijksfeest hebben we nog hier gevierd. Burgemeester Schipper kwam ons toen persoonlijk feliciteren. Van tevoren belde zijn se cretaresse om te vragen of we daar wel prijs op stelden. Ja, zei ik, maar dan moet je hem wel duidelijk maken waar we wonen, want zó makkelijk is het niet te vinden. Ze had niet goed geluisterd, met als gevolg dat de bur gemeester heen en weer reed op de Boodtlaan en verscheidene keren moest vragen waar het nu was. Uit eindelijk kwam hij met zijn vrouw, helemaal te voet naar boven, aan de deur. Op 11 oktober 1999 herdach ten we nog de dag dat we ons 60 jaar geleden verloofden, mijn vrouw lag toen al ziek op bed. Ik heb hier nog de fles champagne staan... Ja, vroe ger ging het anders, had je nog een verlovingstijd. Ik leerde mijn vrouw kennen via een kantoorrelatie. Op een middag in Rotterdam, ik was net uit militaire dienst, zaten we op klaar lichte dag in een park op het gras een boek te lezen. Kwam er een politie agent naar ons toe. Je had toen nog een politieverordening waar letterlijk in stond het is verboden zich van beiderlei kunnen zich in het gras te bevinden. Met het risico dat je daar een proces-verbaal voor kon krijgen. We waren nog niet verloofd en Bep deed het bijna in haar broek. Geluk kig liep het met een waarschuwing af. Het was een heel andere tijd dan nu. Als je een fiets stal, draaide je negen maanden de bak in.' 'Het waren de crisisiaren, net voordat de oorlog uitbrak. Er heerste een enorme werkloosheid en |e moest heel veel sollicitatiebrieven schrijven om één keer uitgenodigd te worden voor een gesprek. Waar je nu door allerlei instanties wordt opgevangen, was er toen niet bij. Je werd uit de militaire dienst met verlof gestuurd en zoek het verder maar uit.' Van Eijk kwam terecht op een handelskantoor aan de Boompjes in Rotterdam, vlak bij de Willemsbrug De oorlogsdrei ging werd sterker en iedereen die daarvoor in aanmerking kwam, werd gemobiliseerd. 'Ik werd in de Grebbe- linie gestationeerd, waar we met sterk verouderde wapens het land moesten verdedigen. Gelukkig was het van korte duur, anders was het helemaal een slachtpartij geworden.' Op 15 mei 1940, na het bombarde ment op de Rotterdamse binnenstad en de capitulatie van Nederland, keerde Van Eijk terug in Rotterdam. Daar trof hij één grote chaos aan van brandende en in puin geschoten ge bouwen. Ook het handelskantoor was getroffen. Zijn familie en ver loofde vond hij ongedeerd terug, maar er vielen vele slachtoffers te betreuren. Waaronder mogelijk ook zijn jeugdvriend, Con van Stigt Thans. Een vriendschap die al dateerde van de schoolbanken. Vanaf die tijd was hij ieder contact met zijn goede vriend kwijt. Van Eijk meldde zich bij de directie van het handelskantoor, die met de handen in het haar zat. 'We moesten mee die in Apeldoorn goed te gebrui ken waren. Tot augustus 1942, toen kwam de tewerkstelling in Duitsland. Ik was nog met getrouwd en de on- gehuwden waren het eerste aan de beurt. Dus het was of onderduiken, maar dan verdiende je geen cent, of naar Duitsland Nou nooit van mijn leven. Ik moest zorgen dat ik terug in Rotterdam kwam. Dankzij een relatie van mijn aanstaande vrouw kon ik op de administratie van de Rotterdamse politie terecht. Die dreigende tewerkstelling is ook de reden dat we op 31 december 1942 getrouwd zijn. We hadden nog de ijdele hoop dat de oorlog met zo lang zou duren Nog geen drie maanden later, op 31 maart 1943, volgde het tweede bom bardement. Dit keer van de geallieer den, die een tragische misrekening maakten. 'Die bommen kwamen ver keerd terecht, op Rotterdam-West, en daar werden wij de dupe van Van Eijk staat op, loopt naar de keuken en keert terug met een pannetje in zijn handen. 'Dit is het enige dat we nog hadden. Mijn vrouw werkte op kan toor en 's morgens nam zij altijd een Jan van Eijk (links) en zijn jeugdvriend Con aan de Boodtlaan. Haarlem, richting Duitsland. Stonden we met zestig man in zo'n wagon. Met een stoomtrein, ik hoor nog die gillende fluit... We kwamen tot Putten. Daar werd de trein vanuit de lucht aangevallen. De wagons werden opengegooid en we zochten de vei ligheid op. In de kerk van Putten brachten we de dag door en van de Puttense bevolking kregen we pap. Met ploegjes mocht je naar de bin nenplaats en van die gelegenheid profiteerde ik om de benen te ne men.' Van Eijk vond een onderduika- van Stigt Thans werden na 55 jaar verenigd. Hier poseren beiden voor het huis van Van Eijk (Foto archief Van EijkJ bij het magazijn zien te komen dat onder het handelskantoor lag. Daar lagen alle voorraden voor wat er van over was. 'Hoeveel duizenden krui wagens met puin we met geruimd hebben voordat we op de begane grond kwamen... Al dat puin werd midden in de Maas gestort. Zo'n 40.000 kilo verwrongen koper werd uiteindelijk per schip afgevoerd naar de fabriek in Apeldoorn, waar het weer werd omgesmolten en bruik baar gemaakt. Daartussen troffen we ook de brandkast aan. Al wat er aan zilvergeld inzat, was één klomp me taal, allemaal gesmolten.' Het kan toor werd niet meer opgebouwd, maar bij de fabriek in Apeldoorn ge voegd- Elk weekend keerde Van Eijk terug naar Rotterdam. 'Dan nam ik roggebrood, eieren en vlees mee, want in Rotterdam was het eten schaars. Terug nam ik weer artikelen pannetje met wat eten mee voor on der de middag. Het hele huis van mijn ouders, bij wie wij inwoonden, was weggebombardeerd en tot aan de brug was alles door brand verwoest.' Dankzij de politie vonden ze spoedig een onderkomen waar ze de oorlog uit konden zitten. In die periode werd hij betrokken in enkele illegale prak tijken. 'Omdat ik op de administratie van de politie zat, waar men niet zo maar kon binnenlopen, had ik de ruimte om bepaalde dingen te doen. Het verzamelen van nieuws en het verspreiden van krantjes. Onze zoon, die in april 1944 geboren werd, speelde daar onbewust een rol in. Onder het matrasje van de kinderwa gen waar de baby op lag, werden heel wat krantjes vervoerd. Op 11 november 1944 werd ik alsnog van mijn bed gelicht. In veewagens wer den we weggevoerd via Den Haag, Het handelskantoor waar Van Eijk werkte, werd tijdens het bombardement van Rotter dam In het begin van de oorlog geheel vermeld. (Foto n<ch,u vgn Bik) dres, waar hij bleef tot hij terug kon naar Rotterdam. 'Jaren later hoorde ik dat mijn jeugdvriend Con van Stigt Thans ook op 11 november was op gepakt en zooddKdafWè het van el kaar wisten op dezelfde trein zaten. Maar dat hoor je allemaal achteraf.' Na de oorlog werd er vanuit Apeldoorn druk uitgeoefend om weer terug te komen. 'Om bij de politie te blijven zag ik eigenlijk niet zo zitten, want ik was geen ambtenaartje. Dus diende ik mijn ontslag in. Daar waren ze met zo blij mee. Was dit nu mijn dank? Jammer, maar ik voelde me meer geroepen om de handen uit de mouwen te steken en wat te doen aan de wederopbouw. We konden tijdelijk boven het kantoor in Apeldoorn wonen, tot we een boven woning vonden vlakbij het Koninklijk paleis Het Loo. Ik zal het nooit verge ten. Moesten we zestig cent per jaar aan het paleis betalen als recht van overpad.' Van Eijk, die de leiding had over de boekhoudafdeling, maakte vele over uren. 'Er was een groot tekort aan personeel Op een gegeven moment kwam de technisch directeur, die to taal geen verstand had van admini stratie, naar me toe en zei: Van Eijk, ik heb de indruk dat hier overwerk gekweekt wordt... Dat was zo'n koude douche voor me dat ik dacht: ik moet hier weg. En het is maar goed dat ik dat gedaan heb. Uiteindelijk was die fabriek in Apeldoorn sterk verouderd en kon op den duur toch geen stand houden.' Van Eijk kwam in contact met het echtpaar Hirch, dat tijdens de oorlog in Driebergen ondergedoken had gezeten. Voor de oorlog was Hirch mededirecteur van een fabriek in Westfalen Eenzelfde fabriek als in Apeldoorn, maar honderd keer gro ter. Toen bleek dat beiden op één lijn zaten, werd Van Eijk zijn secretaris en vertegenwoordiger. 'De allereerste transactie die we gezamenlijk deden, was in 1949. Twee treinwagons, vol gepropt met lege granaathulzen, werden naar de fabriek vervoerd en omgesmolten om Nederland te kun nen voorzien van halffabrikaten. Dat was hard nodig. Daarnaast maakte de fabriek schakelaars en stopcon tacten, die ook aan de man gebracht moesten worden. Met z'n tweeën hebben we een markt opgebouwd van grossiers in Nederland. Ik zei al tijd: wij brengen het licht in de duis ternis. Toen Hirch in 1956 overleed, kreeg Van Eijk groen licht van de di rectie om de zaak voort te zetten, mits hij de zorg van weduwe Hirch op zich zou nemen. 'Die werd uiteinde lijk dik negentig jaar. Ik heb tien jaar voor haar gezorgd. Om Hirch in ere te houden heb ik de naam van het bedrijf nooit veranderd in Van Eijk.' Voordat we op Texel kwamen, gingen we regelmatig naar Haamstede in Zeeland. De eerste keer was net na de watersnoodramp in 1953. Toen we er voor het eerst kampeerden, hingen de matrassen nog in de bomen. Dat was nog in de tijd vóór en ten tijde van het bouwen van het Deltaplan. Net als hier stak je met een veerboot over vanuit Brabant. Je moest soms vier uur wachten voordat je meekon, maar dat was juist het aantrekkelijke. Door de aangelegde dijkverbindingen konden de stedelingen binnen een uur in Haamstede en Renesse zijn en werden de eens zo rustige dorpjes al snel badplaatsen als Zandvoort in het klein. Met de komst van de Zeeland- brug werden de Zeeuwse eilanden helemaal onder de voet gelopen. 'Het werd er te druk voor ons. Wij zoch ten rust en geen massatoerisme. Vandaar dat we elders zochten en hier op Texel terechtkwamen.' 'We waren lid van het NTKC en kam peerden altijd op De Krim. Je had daar een groot kampeerterrein en daar achter lag een NTKC-terrein voor natuurvrienden. Als je met een tent kwam, moest je deze na een paar dagen verzetten, zodat het gras weer kon groeien. Aanvankelijk mocht je er absoluut niet met een caravan komen, dat was streng ver boden. Later kregen de oudere leden daar wel toestemming voor. Zowel 's zomers als 's winters hebben we op alle mogelijke manieren Texel ont dekt. Er zijn zoveel plekjes, ook al is het midden in het hoogseizoen, waar je hier nog rust kunt vinden. Als je 's morgens om vijf uur door Waalenburg fietst, is het net of je alleen op de wereld bent. Eigenlijk kun je wel stel len dat toen Jan Janssen de tour de France won, voor ons het moment was dat we serieus gingen nadenken om hier te gaan wonen. We hadden beiden iets van dit hier, Texel, is ei genlijk wat we zoeken voor onze eind bestemming. Ik zat toen al zo'n beetje tegen mijn 65ste jaar en vond het tijd worden om uit de zaak te stappen. Een belangrijke reden hiervoor was dat je in die tijd de omgekeerde gezagsverhouding kreeg. Dat kwam je overal tegen. Het respect ver dween. Jongelui die de zaak van de ouders overnamen, liepen te jijen en te jouen. Nee, ik ben er op tijd uitge stapt, in totale evenwicht en harmo nie met mijn vrouw.' Maar ja, daarmee woonden we nog niet op Texel, want we konden ons niet als woningzoekende laten in schrijven bij de gemeente. De oplos sing kwam nadat we een keer gebruik maakten van een midweek in hotel Opduin. In Dé Koog waren ze toen net bezig met de bouw van Juliana, een appartementencomplex. Door dat we altijd op De Krim zaten, kwa men we niet zo veel in het gedeelte rond De Koog. Door die midweek konden we hier de boel eens goed Via de achterzijde van de woning kui ie het strand bereiken en daar was Van Eijk bijzonder mee in zijn nopjes 'Vroeg in de ochtend ging ik altijd al leen met de hond langs het strand dan was er nog wel eens wat te vin' den. Ik vond dat altijd leuk, wat ik al lemaal niet naar boven gehaald heb. Sinds die dam bij de vuurtoren is aan gelegd, heeft de zee een ander ver loop gekregen en spoelt er veel mm der aan. In 1996, Van Eijk liep gewoontege trouw zijn rondje, deed hij een won derbaarlijke vondst 'Ik had mijn ogen altijd gericht op de grond, ook omdat er nog wel eens een teervlek lag, daai stapte je liever niet op. Zodoende vie mijn blik op een flesje. 'Het was nel eb en het dreef nog in het water, raapte wel meer flesjes op, meestal kwamen die van ferryschepen, waar van ze overboord werden gegooid Dit was een soort jampot, ik viste hel op uit het water en tot mijn verrassing zag ik er een briefje in. Het flesje was zo goed dichtgedraaid dat er geen zeewater bij was gekomen. Ik kon zo door het glas heen de naam van de afzender al lezen. Toen ik die naam zag, ben ik hard rennend naar huis gegaan en riep tegen mijn vrouw: moet je nou eens horen, moet je nou eens horen...' Het was niet verwonderlijk dat de naam op het briefje een grote opwin ding teweegbracht. 'Als er Pieterse ol Janssen op had gestaan, had ik het flesje ook wel meegenomen. Maar de naam C. van Stigt Thans is zo bijzon der, dat kon haast niet missen. We maakten het flesje open en vouwden het briefje uit. Wil hij of zij die dit vindt zo vriendelijk zijn ons dit te bevesti gen door middel van een telefoontje of schriftelijk. Het adres stond er bij. Van Eijk kon het nauwelijks geloven. Overspoeld door herinneringen aan zijn goede jeugdvriend, besloot hij een brief te schrijven. Al snel kreeg hij bericht terug. Het flesje bleek als grap door twee nichtjes van inderdaad de uit het oog verloren Con van Stigt Thans vanaf het strand in Petten in het water te zijn gegooid. 'Dat ik op deze manier een jeugdvriend weer op mijn levenspad terugvind, dat toch... Die nichtjes informeerden mijn jeugdvriend die in Breda woont en zo vonden we elkaar na vijfenvijftig jaar weer terug Een ontroerend weerzien vond plaats op Texel 'Met zijn tweeën zijn we Verkennen, watleiddëTofTïët beèlult gaan eTen in het strandpaviljoen 01, om een appartement in Juliana te kopen, dat leek ons wel wat.' Het was een doordacht maar toch wel een beetje impulsief besluit, want in de praktijk betekende het dat ze geregeld naar huis moesten voor de post en de planten en er zodoende twee huishoudens op nahielden, wat niet echt de bedoeling was. Het be viel ze heel goed op Texel. Dagelijks trokken ze eropuit met de hond en herontdekten Texel van alle kanten. Liepen veel langs het strand en sloe gen steevast het weggetje in aan de Boodtlaan, dat door een mooi gebied van Staatsbosbeheer omhoog leidde. 'Als we dan langs dit huis kwamen, zei mijn vrouw altijd: goh als je daar ooit nog eens zou mogen ko men te wonen... Op een gegeven moment viel het ons op dat de rollui ken al een paar dagen naar beneden waren. We waren nieuwsgierig naar wat er aan de hand was en gingen bij makelaar Eelman informeren. Nou, zei deze, het is nog heet van de naald, maar sinds een paar weken heb ik het samen met Paul Kuip in de verkoop. Mijn vrouw en ik keken elkaar aan... We zaten altijd op dezelfde golf lengte, ook met het besluit ons op Texel te vestigen. Vooral als je op wat latere leeftijd bent, is dat toch een hele beslissing. Als één van de twee twijfel heeft, moet je het beslist met doen We hebben er een paar uu' goed over gesproken en gingen te rug naar Eelman: we zijn gegadig den... Een dag later kregen we een telefoontje dat het doorging. We kon den het kopen. Het was allemaal wel halsoverkop maar we waren er erg gelukkig mee.' paal 20. We hadden elkaar heel wat te vertellen.' Beiden hadden een nau welijks te omschrijven gevoel van verbazing en vreugde over deze won derlijke gang van zaken, deze unieke gebeurtenis. 'We hebben nu weer een regelmatige correspondentie. Af en toe komen ze hier heen, maar ik heb nog niet de moed kunnen op brengen om naar de andere kant te gaan. Hij daagt me nog steeds uit om eindelijk eens naar Breda te komen Het is met omdat ik niet durf te rijden maar Texel is gewoon alles voor mij. Mijn zoon woont in Doorn in het huis wat wij daar achter lieten, het is groot genoeg om daar een paar dagen te logeren. Maar ik zeg altijd: als je me wilt zien, kom je maar naar Texel. Ik heb niet meer de behoefte om het eiland af te gaan. Het bevalt me hier goed. Hier heb ik mijn rust gevonden en je ziet, alles is geconcentreerd in deze kamer. Eerder had ik boven mijn kantoor en mijn hobbykamer, maar sinds ik alleen ben, doe ik alles van uit deze ruimte. Ik heb een biljart ge kocht, zodat ik me daar mee kan bezighouden, en één keer in de week komt er een groepje mensen, dan zit ten we bij het raam te bridgen. Daar naast ben ik nog vitaal genoeg en tennis twee keer in de week. De hoofdzaak is dat je spieren en botten het blijven toestaan. Er komt toch een moment dat je hier weg moet, maar dat schuif ik zolang mogelijk voor me uit. Het is een goede keuze geweest om hier op Texel te komen. Er is een bijbelse tekst die zegt: hier heb ik mijn anker gevonden dat eeuwig houdt. Ingrid de Raad Het ziet er uit als een fietstas. Ver schil is echter dat de tas niet over een bagagedrager hangt, maar over de rug van herdershond Piaf. Speciaal voor haar baasje Stella Dekker uit Eierland, zodat zij on danks een handicap aan haar lin kerhand en nek toch haar werk als parkeerwachter kan doen. Samen gaan ze komend jaar op pad. Dekker houdt in de gaten of auto's goed geparkeerd staan en waar no dig een bonnetje uit de automaat is gehaald of de nieuwe parkeerkaart achter de ruit is geplaatst. Hond Piaf loopt ondertussen met haar mee om de benodigde spullen te dragen Dekker kan alleen gebruik maken van haar rechterhand. De linker, verpakt in een handschoen, is door afgeknelde bloedvaten in de arm zes jaar geleden afgestorven. Daarnaast kampt ze met de gevolgen van een whiplash. Daardoor is het voor haar vermoeiend om lang met een twee kilo wegende computer aan een draagriem om haar nek te lopen. Sa men met de gemeente, haar werkge ver, ging Dekker aan de slag om een ergonomische oplossing te beden ken voor het probleem. Dekker: 'We hebben eerst bekeken of het mogelijk was de spullen in een karretje te doen en zo mee te nemen, maar dat was toch te lastig. Het kan problemen opleveren als je ermee langs geparkeerde auto's loopt.' De blik viel daarna al snel op Piaf, met wie Dekker toch al veel in de weer was. Ze heeft het dier zelf afgericht. Met behulp van een speciaal budget voor aanpassingen op het werk (arbo-wetgeving) werd bij Pet's Place in Den Burg een groene waterdichte tas van canvas met diverse zijvakken gekocht die op de rug van Piaf kan worden vastgemaakt In de tas is plaats voor onder meer de computer, bonnenboekjes, schrijfgerei en een flesje water voor de hond en Dekker. De hond vindt het volgens Dekker prima om wat extra ballast op de rug te dragen. 'Ze ging er laatst zelfs mee slapen toen ik haar de tas een keer had omgedaan.' Bijkomend voordeel is dat ze met haar .vacht geen kras sen veroorzaakt als ze langs een auto loopt. Piaf gaat alleen mee om spul len te dragen. Het is volgens Dekker met de bedoeling dat ze tijdens het werk boze mensen een toontje lager laat zingen. Kinderen hoeven volgens haar ook niet bang te zijn voor Piaf. 'Ze kunnen haar gewoon aaien. Het enige risico is dat ze iemand wel eens een lik wil geven, maar dat is voor haar gewoon zoenen.' Stella Dekker en hond Piaf, met wie zij vanaf komend jaar geparkeerde auto's controleert. Piaf ker die gehandicapt is aan haar linkerhand. (Foto Jeroen van Hattum)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2002 | | pagina 14