Auto Borsboom rijdt
op pannetje frituurvet
Texelse pionier in touw voor schoner milieu
Kottervloot groeide snel in 1967
TEXELSE -J colJRANT
Archiefstuk
Oerbacteriën belangrijk voor koolstofcyclus
DINSDAG 28 FEBRUARI 2006
Ze zijn er nog. De pioniers die nieuwe wegen verkennen
en zich niet laten stuiten door technische problemen,
gebrek aan informatie én de belastingdienst. Die met
de hulp van het internet en eindeloos experimenteren
hun doel bereiken. Ook op Texel kom je ze zo af en toe
tegen. Een van hen is Niek Borsboom (61). Zijn zorg om
het milieu bracht hem er toe over te schakelen op plant
aardige brandstof. Met de inzet van eenvoudige materia
len, zoals rioolbuizen, slangen en panty's ontwikkelde hij
eigenhandig een filterinstallatie, waarmee hij maandelijks
zo'n duizend liter brandstof kan produceren. Niet alleen
zijn eigen dieselbusje rijdt op PPO, zoals de pure plant
aardige olie door de gebruikers wordt genoemd, maar
regelmatig komen andere gebruikers naar Texel om in de
schuur van Borsboom te 'tanken'.
Een opmerkelijke advertentie op de
Texelse website Koopplein.nl trekt
de aandacht van de verslaggever:
Oliebollen of visjes gebakken? Als
u niet weet wat u met de oude olie
moet doen, dan wil ik het graag van u
afnemen om het opnieuw te gebrui
ken. De oproep blijkt afkomstig
van natuurmens Niek Borsboom.
Met zijn echtgenote verhuisde hij
zeven jaar geleden naar Texel en dat
voelde als thuiskomen. De rust en
ruimte sloten als een warme deken
om hen heen en Texel voldeed aan
de eisen die het echtpaar stelde aan
hun leefomgeving. 'We woonden
in de Betuwe, maar daar kwam de
hoge snelheidslijn en steeds meer
industrie. Toen zijn we met de cam
per half Europa afgereden voor een
geschikte stek en dat werd Texel.
En we wonen fantastisch hier aan
de IJsdijk. De lucht is hier ook heel
schoon, 's Winters, als het erg rus
tig is, dan ruik ik dat er een auto is
langsgereden.' Op het eiland houdt
hij zich bezig met onder andere vel-
lingswerk, boomonderhoud en bos
beheer. Daarnaast maakt hij sinds
enige tijd zelf planken en levert hij
hout. Enkele jaren geleden werd zijn
interesse gewekt voor het rijden op
plantaardige olie. 'Je leest er eens
wat over en vanuit mijn opleiding
bosbouw heb ik de nodige kennis
van motoren en machines dus wist
ik dat het mogelijk was.' Hij begon
met bijmengen, waarbij gewone
diesel wordt gemixt met puur plant
aardige olie. 'Ik kocht zonnebloem
olie bij de Aldi voor 59 cent per
liter, maar dacht meteen dit moet
goedkoper kunnen.' Op het internet
las hij over gebruikers die op afge
werkte fntuurolie reden. 'Toen heb
ik een paar vaatjes bij Cobus Spigt
gehaald, maar dat werkte niet. Die
olie was veel te vet en te dik. Het vet
van verschillende frituren werd door
Spigt bij elkaar gegooid, waardoor
de kwaliteit te slecht was en het
was nog te duur.' Daarop benaderde
Borsboom vishandel Van der Star in
Oudeschild. Het duo sloot een deal
en iedere maand haalt Borsboom
700 liter oude frituurolie op. 'Ik ga
daar heen met een container van
duizend liter op de aanhanger en
een pompje en neem de olie mee.
Hij blij, ik blij, want ik betaal hem
meer dan hij anders krijgt en ik heb
kwalitatief goede olie. De andere
vishandels heb ik ook benaderd,
maar die willen niet. Ik snap er. niks
van.' Volgens Borsboom mag hij als
particulier zelf biobrandstof produ
ceren. 'Officieel moet een gecertifi
ceerd bedrijf de olie afvoeren, maar
ik mag er gewoon mee aan de gang.
Er worden geen eisen gesteld aan
de installatie en aan de opslag. Dat
is logisch, want het is puur plant
aardig en er is dus geen kans op
milieuvervuiling. Ook is het totaal
•niet brandbaar, dus geen gevaar
voor ontploffingen of brand.'
Koffiefilter
De frituurolie moet eerst worden
gefilterd voordat het geschikt is als
brandstof. Vaste deeltjes als krui
mels worden verwijderd. Daarnaast
moeten het water en de in water
opgeloste stoffen uit de emulsie
worden gehaald. Dat gebeurt tij
dens het filterproces, waarbij de
zwaardere delen (water met daarin
de diverse verontreinigingen) naar
de bodem zakken en er uiteindelijk
schone olie overblijft. 'Van der Star
gebruikt sojaolie. Die wordt iedere
dag verschoond en is dus relatief
erg schoon. Ik heb dan ook maar
vijf procent afval en dat is heel erg
weinig', vertelt Borsboom trots. Net
als de meeste 'biopioniers' begon
ook Borsboom zijn filterproces met
koffiefilters. 'Dat schiet dus niet op.
Dat duurt veel te lang en bovendien
stromen die filters over.' En dus ging
hij zelf aan de slag met de bouw
van een filterinstallatie. Als basis
gebruikte hij informatie over andere
zelfontworpen installaties. 'Natuur
lijk kun je ook een kant-en-klare
filterinstallatie kopen. Dan gooi je er
een paar duizend euro tegengaan
en dan heb je het ook, maar dat
wilde ik niet. Ik vond het juist een
uitdaging om er zelf mee aan de
slag te gaan.' In theorie was het
Borsboom al snel helder hoe zijn
filterinstallatie zou moeten worden.
De praktijk bleek echter anders. Het
eindresultaat was kwalitatief onvol
doende. 'Ik heb toen een paar wij
zigingen doorgevoerd en inmiddels
is het een hele fabriek geworden,
maar de olie is nu goed.' Een deel
van de loods waarin hij bomen tot
planken verwerkt is inmiddels inge-
ncht als 'filterfabriek'. Voor de leek
is het op het oog een bonte verza
meling vaten en tonnen met slan
gen en pompen eraan, die op een
ondoorzichtige manier met elkaar
zijn verbonden. Maar de werkelijk
heid is anders. Aan de opstelling
is niets willekeurigs, zo blijkt als de
verslaggever een uitgebreide toe
lichting krijgt. De olie wordt rond
gepompt, waarbij het filterproces in
delen plaatsvindt en er uiteindelijk
heldere olie overblijft, die geschikt
is voor bijmengen of voor een twee-
tanksysteem. 'Je kunt kiezen om te
rijden op een mengsel van gewone
diesel en ppo of je kunt een twee-
tanksysteem in de auto inbouwen.
Dat bestaat uit twee tanken waarbij
er één geschikt is voor plantaardige
olie en de ander voor gewone die
sel. Daardoor is het mogelijk om
volledig op pure olie te rijden. Dat
systeem is vooral geschikt voor
lange afstanden, omdat een auto
eerst enige opwarmtijd nodig heeft
voordat je op plantaardige olie kunt
rijden.'
Prut
Reststoffen of afval heeft de Texe
laar niet. 'Het bezinksel dat over
blijft, prut of mayo noem ik dat
De filterinstallatie is
n op het oog ingewikkeld bouwwerk.
Niek Borsboom tankt zijn dieselbusje vol. Geen bedwelmende diesellucht,
'snackbargeur' komt daarbij vrij.
maar, gaat in de kachel. Dat meng
ik met de houtrestjes die van mijn
werk overblijven en dat brandt vol
ledig op. Het is voor mij een sport
om afval weer een nuttige bestem
ming te geven.' Zijn belangrijkste
motivatie om op plantaardige olie te
rijden is het milieu. Daarom irriteert
het Borsboom dat de Nederlandse
overheid het gebruik van natuurlijke
brandstoffen allesbehalve stimu
leert. 'Het is logisch dat veel bedrij
ven en particulieren de overstap
nog niet maken, want het is veel
te duur. De productie is duurder
en daar bovenop komt de accijns.'
Want wie denkt dat gebruikers van
ppo de accijnzen op brandstof ont
lopen, komt bedrogen uit. 'Over
alles wat in je tank gaat, ben je
belastingplichtig. Ook op plantaar
dige olie komt 36 cent per liter. Ik
heb de belastingdienst ingeseind
dat ik ppo gebruik, maar ik hoorde
daar lange tijd niets op. Inmiddels
heb ik een acceptgiro ontvangen.'
Het leeuwendeel van de duizend
liter die hij per maand produceert,
gaat naar overkantse gebruikers.
'En ik zou veel meer kwijt kunnen,
maar dan moet ik een grote sepa
rator neerzetten. Nu is het gewoon
een uit de hand gelopen hobby, een
privé-activiteit. Er is geen milieuwet
die verbiedt wat ik doe. Maar als
het beroepsmatig wordt, dan komt
er heel wat meer bij kijken. Dat zie
ik niet zitten.' Volgens Borsboom is
ook de gemeente Texel geïnteres
seerd. 'Ik kwam op een beurs een
keer een paar Texelse ambtenaren
tegen en heb ze uitgenodigd om
eens bij mij te komen kijken, maar
ik heb ze nog niet gezien.'
Tekst en foto's Louise van der Sluis
In diverse publicaties en dis
cussies over het gebruik van
plantaardige olie als brandstof
komt het begrip biodiesel regel
matig voor. Dit is wat anders
dan PPO. De pure plantaardige
oliën zoals zonnebloemolie en
koolzaadolie worden in onver
anderde vorm gebruikt. Biodie
sel ontstaat bij een chemisch
proces (veresteren), waarbij
de olie door toevoeging van
alcohol en een katalysator van
samenstelling verandert en net
zo vloeibaar wordt als gewone
diesel, zodat de auto niet aan
gepast hoeft te worden. Het
gaat hier om een afgeleide van
de pure vorm.
De kostprijs van PPO en bio
diesel ligt hoger dan die van
de gewone diesel, zoals die
aan de pomp verkrijgbaar is.
Daar bovenop komt de accijns,
want op alles wat in de tank
gaat moet belasting worden
betaald, in tegenstelling tot de
ons omringende landen, waar
wordt gewerkt met accijns
vrijstellingen en subsidies om
het gebruik van milieuvriende
lijker varianten te stimuleren.
In Duitsland kan bijvoorbeeld
al bij 600 tankstations kool
zaadolie worden getankt, terwijl
in Nederland nog maar enkele
biopompen in gebruik zijn. Gro
te voordelen van de alternatieve
brandstoffen zijn minder roet-
vorming en de geringere uit
stoot van C02. Meer informatie
over het gebruik van plantaar
dige brandstoffen is te vinden
op ww.ppo.nu.
'Kottervloot blijft snel groeien'
kopte de Texelse Courant van
dinsdag 22 augustus 1967, in een
bericht op de voorpagina waarin
ondanks de gestegen prijzen de
komst van maar liefst drie nieu
we schepen naar de haven van
Oudeschild werd aangekondigd.
De TX19 van D. Krijnen zou met
een motor van 600 PK de grootste
van allemaal worden.
Krimpt de moderne kottervloot door
vangstbeperkingen, hoge brand
stofprijzen en saneringen al jaren in,
er waren ook tijden dat het de Texel
se vissers voor de wind ging en er
veel geld werd verdiend. Het artikel
in de krant van bijna 39 jaar geleden
is één lange opsomming van de
voortvarende plannen die tal van
ondernemers uit de vissersbran
che hadden. Allereerst was daar D.
Krijnen uit Oudeschild, die bij de
NV Scheepswerf De Dageraad in
Woubrugge bij Leiden een 27 meter
lange kotter liet bouwen. Het schip
kreeg een breedte van 6,40 meter
en een holte van 3,30 meter. Het
schip werd uitgerust met een motor
van 600 PK en een hulpmotor van
nog eens 30 PK. Imposante getallen
voor die tijd, maar niet te vergelijken
niet die van de huidige vloot. De
nieuwste Texelse schepen, die ove
rigens alweer een paar jaar geleden
werden gebouwd, zijn iets meer dan
40 meter lang en 8,50 meter breed
en hebben een holte van rond de 5
nieter. De motoren mogen onder de
huidige regelgeving met meer ver
mogen hebben dan 2000 PK, zo'n
700 PK minder dan tot enkele jaren
geleden gebruikelijk was.
De nieuwe kotter van Krijnen was
de vervanger van de TX19, Drie
Gebroeders, die werd omgedoopt
en verkocht aan de firma B.J. van
UIT 118 JAAR TEXELSE COURANT
der Knaap en Zonen in Den Burg.
Het oude schip werd opgeknapt
en voorzien van een motor van
500 PK. Het werd naast de TX22
en TX23 al de derde kotter van dit
bedrijf. 'Het is een hele investering,
maar we zijn nu nog jong. Over tien
jaar kun je zulke dingen niet meer
uithalen', vertelde schipper Adrie
van der Knaap aan de verslagge
ver. die opmerkte: 'Dat de "Van der
Knapen" in nauwelijks vijf jaar tijd
een vloot van drie grote kotters in
de vaart hebben, getuigt overigens
van bewonderenswaardige onder
nemingslust.'
Het was één van de drie nieuwe
kotters die voor een Texels bedrijf
werden gebouwd. Voor P.C. Vla
ming uit Oosterend was een nieuwe
TX11 in aanbouw. De oude TX11
werd verkocht aan een bedrijf in
Den Helder, terwijl de ook bij hem in
gebruik zijnde TX10 'naar alle waar
schijnlijkheid' naar Goeree ging. Bij
zonder aan de motor van de nieuwe
TX11 was dat de zuurstof er onder
hoge druk werd ingebracht, waar
door het vermogen van 600 PK met
75 procent werd vergroot. 'Verder
wordt het schip voorzien van een
gekoeld visruim, centrale verwar
ming en pneumatische - vanuit de
stuurkast te bedienen - winch.
Het nieuwe schip ging rond een half
miljoen gulden kosten. Een schijn
tje, naar de huidige maatstaven,
maar daar werd in 1967 anders over
gedacht. 'Als gevolg van factoren,
die ook in andere bedrijfstakken
gelden, zijn de bouwprijzen voor
vissersschepen de laatste tijd sterk
gestegen. Deze omstandigheid en
het feit dat het benodigde kapitaal
niet altijd makkelijk is te krijgen,
remmen de groei en vernieuwing
van de Texelse vloot blijkbaar niet
af. Wij hoorden van nog twee vis
sers die binnenkort een eigen kot
ter zullen aanschaffen, hoewel de
definitieve beslissing nog niet is
gevallen.' Naast de twee niet bij
name genoemde vissers met grote
plannen, had de firma M. Drijver
en Zonen in Oosterend de werf van
de firma Sijmensbergen in Amster
dam opdracht gegeven voor een
nieuwe TX33. 'Grote bedragen'
waren ook gemoeid met 'nieuwe
krachtiger motoren' die in oudere
Texelse kotters werden geplaatst.
'Wij vernamen dat de TX26, 24. 39,
4 en 14 van nieuwe motoren worden
voorzien. De TX88 krijgt een koel-
ruim, hulpmotor en 110 volts licht
installatie.' Ten slotte werd er mel
ding gemaakt van gemaakt dat de
'gebroeders' C. Boersen uit Oude
schild en D. Boersen uit De Koog
voor zichzelf gingen beginnen. Dat
gebeurde nadat ze jarenlange erva
ring hadden opgedaan op andere
Texelse kotters, de TX8 en TX5. Van
de Gebroeders Romkes van Urk
namen ze de in 1959 gebouwde
UK194 over en lieten deze registre
ren als TX94. 'Ook de heren Boer
sen zijn zich er van bewust dat het
tegenwoordig een heel begin is om
enkele honderdduizenden guldens
in een kotter te steken, maar ze zien
de toekomst met vertrouwen tege
moet onder het motto: jong zonder
schuld is oud zonder goed.'
j Geen budget meer
voor Plusklas OSG
5
n Er is de komende jaren extra
n geld nodig om maatregelen in
d het Texelse onderwijs ter voor-
e koming van onderwijsachterstan-
i den in stand te kunnen houden,
n Er dreigt een tekort van €22.500,-.
6 Dat wordt veroorzaakt doordat
3 Texel met ingang van 1 augustus
van dit jaar niet langer in aanmer
king komt voor een rijksbijdrage.
J Vanaf 1998 heeft Texel voor twee
j. vierjaarlijkse perioden een rijksbij-
drage ontvangen om achterstanden
in het onderwijs te voorkomen. Die
bijdrage was vooral gebaseerd op
de aanwezigheid van asielzoekers-
kinderen in 1997 en 2001. Nu die er
niet meer zijn op Texel, vervalt deze
bijdrage en kunnen de huidige pro
jecten die zijn opgezet om achter
standen te voorkomen na 1 augus
tus niet meer worden voortgezet.
Het gaat daarbij om een leerling
volgsysteem voor peuterspeelzalen,
het project Boekenpret en de Plus
klas op de OSG. De totale kosten,
die €22.500,- per jaar bedragen,
zouden de komende vier jaar gefi
nancierd kunnen worden door het
onderwijskansenbeleid voor 2007
tot en met augustus 2010 als nieuw
beleid in de begroting 2007 op te
nemen. Dit jaar zou het resterende
bedrag (€9.500,-) kunnen worden
meegenomen in de Voorjaarsnota.
Het college hecht grote waarde aan
het instandhouden van de projec
ten, vooral van de plusklas. Daarin
worden leerlingen begeleid die om
uiteenlopende redenen meer aan
dacht en hulp nodig hebben dan het
reguliere schoolsysteem kan bie
den. Een onderwijshulpverlener is,
daarvoor 32 uur per week beschik
baar. Op die manier wil de school
voorkomen dat deze leerlingen door
leer- en gedragsproblemen voortij
dig de school verlaten.
Kotter TX33
wordt woonboot
Hij had de moed inmiddels opge
geven, maar drie maanden nadat
het schip voor het laatst van de
visgronden terugkeerde, is schip-
per-eigenaar Maarten Drijver
er alsnog in geslaagd de TX33
Maarten Cornelis te verkopen. De
nieuwe eigenaar is een inwoon
ster van Breda, die de kotter wil
gebruiken om op te wonen.
'Ze was al langer geïnteresseerd,
maar ik heb dat nooit zo serieus
genomen. Ik ging er eigenlijk vanuit
dat er geen koper meer zou komen
en was al begonnen de giek eraf te
slopen. Maar afgelopen week kwam
het plotseling toch allemaal rond en
zaterdag heb ik het schip in Stel
lendam afgeleverd', vertelt Drijver,
die in alle vroegte, rond vier uur 's
ochtends, de haven van Oudeschild
verliet. De TX33 krijgt waarschijnlijk
een nieuwe ligplaats bij het voorma
lige werkeiland Neeltje Jans in de
Oosterschelde.
De TX33 is één van de drie Texelse
kotters die eind vorig jaar door
hun eigenaar voor sanering bij de
overheid werden aangeboden. In
ruil voor een vergoeding moesten
ze beloven dat het schip met meer
voor de visserij wordt gebruikt.
Omdat er ook elders in de wereld
met meer mee mag worden gevist
en ook andere commerciële acti
viteiten verboden zijn, is er weinig
vraag naar gesaneerde kotters en
moeten de meeste eigenaren zich
Subsidie voor
bomen en rellen
Bij Landschap Noord-Holland kan
nog tot 1 april subsidie worden aan
gevraagd voor de aanleg en het her
stel van landschapselementen. Dit
jaar maken duinrellen en duinwate
ren, het herstel van iepenbeplanting
en het omvormen van particuliere
bosjes naar rietland of hakhout
extra kans op subsidiëring. De sub
sidie Landschapselementen, die dit
jaar vijf jaar bestaat, is bedoeld om
het karakteristieke Noordholland
se landschap te versterken en te
behouden. De organisatie wijst erop
dat de afgelopen maanden diverse
subsidie-aanvragen zijn ontvangen
voor werkzaamheden die al zijn uit
gevoerd, maar de subsidie wordt
niet achteraf verstrekt. Alleen aan
vragen voor nog uit te voeren werk
zaamheden komen voor subsidie in
aanmerking.
uiteindelijk verzoenen met sloop.
Opvallend is dat twee Texelse kot
ters inmiddels toch zijn verkocht.
De TX2 van de familie Vonk ver
huisde vorige maand naar Letland.
Voor de TX21 van de familie Van
der Vis heeft zich nog geen nieuwe
eigenaar gemeld.
Overigens is de verkoop van de
IJmuiden 11 op losse schroeven
komen te staan. De familie Drijver,
die na de aankoop van vangstrech
ten anderhalf jaar geleden tevens
mede-eigenaar werd van het bijbe
horende schip, dacht begin deze
maand een nieuwe eigenaar te heb
ben gevonden in een naar Neder
land verhuisde Libiër. Drijver zegt
er weinig van te begnjpen, maar
vermoedt dat de kandidaat-koper
geen medewerking krijgt van de
autoriteiten in zijn vaderland.
De tweelingfiets j~ fffaar gebeurd
Twee echtparen uit Den Burg, Arie
en Cor en hun vrouwen, gingen
samen met vakantie. Ze hadden en
huisje gehuurd in een mooie streek
en namen hun fietsen mee, want
dan konden ze daar rustig de omge
ving verkennen. Omdat de fiets van
Cor was aan de wrakkige kant was,
besloot hij een betere te kopen
bij een fietsenverhuurbedrijf in De
Koog dat enkele aanbiedingen had,
waaronder een Simplex. Die stond
Cor wel aan. De koop werd geslo
ten en de Simplex achterop de auto
op de fietsendrager geplaatst. Toen
ze enkele dagen op hun vakan
tiebestemming waren, wilden de
vrouwen een dagje winkelen. De
mannen hadden daar weinig zin in
en besloten de fiets te pakken en
een lekker eindje te toeren. Dat ging
goed tot ze een knal hoorden omdat
de achterband van de Simplex was
gesprongen. Pech. Ze besloten een
fietsenmaker te zoeken. Die werd
gevonden, maar bleek de eerste
uren geen tijd te hebben het euvel
te verhelpen. Ane deed toen het
goede voorstel een bandenplakset
te kopen en de band zelf te plak
ken. De fietsenmaker kon aan die
vraag voldoen. De fiets werd buiten
op zijn kop tegen het hek gezet
en na wat gesteggel werd hij weer
rijklaar gemaakt. Toen hij weer op
zijn banden stond, viel het Arie op
dat het verhuurplaatje er niet meer
op zat. Hij maakte Cor daar op
attent. Die snapte er ook niet veel
van, maar toen hij goed om zich
heen keek, zag hij hoe het kwam.
De Simplex met het verhuurplaatje
stond even verderop nog steeds
tegen het hek. De mannen hadden
een identieke Simplex gerepareerd,
die ook met een lekke band tegen
het hek stond. Tja, en toen zat er
niets anders op dan het klusje nog
eens te herhalen.
Jan van Tunen
Onderzoeker Cornelia Wuch-
ter deed bij het Koninklijk NIOZ
onderzoek naar enkele zeer basa
le vragen uit de microbiologie:
waar in zee komen oerbacteriën
voor en wat zijn de koolstofbron
en de energiebron waarvan zij
leven? Daarnaast bekeek zij of
veranderingen in de samenstel
ling van de vetten van deze orga
nismen gebruikt kunnen worden
om de temperatuur van de boven
ste laag van het zeewater in het
verre verleden te herleiden. De
uitkomsten van dit onderzoek zijn
van belang voor het voorspellen
van toekomstige veranderingen
in het klimaat.
Wuchter nam gedurende de gehele
biologische jaarcyclus monsters in
het Marsdiep. Eén van de twee
soorten oerbactariën crenarchaeo-
ta) kwam het meest voor in de win
ter. Dan zijn de concurrerende algen
niet actief door gebrek aan zonlicht.
De voorjaarsbloei van kiezelalgen
drukt de crenarchaeota weg, waar
na hun plaats wordt ingenomen
door de euryarchaeota.
In de klimaatkamers van het NIOZ
werd kooldioxide aan de monsters
toegevoegd, waarmee bewezen
kon worden dat ook oerbacteriën
groeien door de opname van deze
stof. De hiervoor benodigde energie
krijgen de zij uit de omzetting van
ammonium (NH3) in nitriet (N02).
Aangezien de crenarchaeota veel
voorkomt, op vrijwel elke water
diepte, is het waarschijnlijk dat deze
bacterie een rol speelt in de bio-
geochemische cyclus van de oce
aan. De laboratoriumexperimenten
lieten zien dat de watertemperatuur
de belangrijkste factor is voor de
moleculaire samenstelling van de
vetten van de bacteriën. Hoe war
mer het zeewater, hoe meer kool
stof werd opgenomen. Dit verband
tussen vetstructuur en watertem
peratuur kan worden gebruikt voor
het analyseren van sedimenten en
de reconstructie van vroegere kli
maten. En dit is weer van belang
voor het onderzoek naar toekom
stige klimaatontwikkelingen. Wuch
ter verdedigde gisteren (maandag)
haar proefschrift over dit onderwerp
aan de Universiteit van Utrecht. Als
promotor en co-promotor fungeren
prof. dr. ir. Jaap Sinninghe Damsté
en dr. ir. Stefan Schouten.