Auto Borsboom rijdt op pannetje frituurvet Texelse pionier in touw voor schoner milieu Kottervloot groeide snel in 1967 TEXELSE -J colJRANT Archiefstuk Oerbacteriën belangrijk voor koolstofcyclus DINSDAG 28 FEBRUARI 2006 Ze zijn er nog. De pioniers die nieuwe wegen verkennen en zich niet laten stuiten door technische problemen, gebrek aan informatie én de belastingdienst. Die met de hulp van het internet en eindeloos experimenteren hun doel bereiken. Ook op Texel kom je ze zo af en toe tegen. Een van hen is Niek Borsboom (61). Zijn zorg om het milieu bracht hem er toe over te schakelen op plant aardige brandstof. Met de inzet van eenvoudige materia len, zoals rioolbuizen, slangen en panty's ontwikkelde hij eigenhandig een filterinstallatie, waarmee hij maandelijks zo'n duizend liter brandstof kan produceren. Niet alleen zijn eigen dieselbusje rijdt op PPO, zoals de pure plant aardige olie door de gebruikers wordt genoemd, maar regelmatig komen andere gebruikers naar Texel om in de schuur van Borsboom te 'tanken'. Een opmerkelijke advertentie op de Texelse website Koopplein.nl trekt de aandacht van de verslaggever: Oliebollen of visjes gebakken? Als u niet weet wat u met de oude olie moet doen, dan wil ik het graag van u afnemen om het opnieuw te gebrui ken. De oproep blijkt afkomstig van natuurmens Niek Borsboom. Met zijn echtgenote verhuisde hij zeven jaar geleden naar Texel en dat voelde als thuiskomen. De rust en ruimte sloten als een warme deken om hen heen en Texel voldeed aan de eisen die het echtpaar stelde aan hun leefomgeving. 'We woonden in de Betuwe, maar daar kwam de hoge snelheidslijn en steeds meer industrie. Toen zijn we met de cam per half Europa afgereden voor een geschikte stek en dat werd Texel. En we wonen fantastisch hier aan de IJsdijk. De lucht is hier ook heel schoon, 's Winters, als het erg rus tig is, dan ruik ik dat er een auto is langsgereden.' Op het eiland houdt hij zich bezig met onder andere vel- lingswerk, boomonderhoud en bos beheer. Daarnaast maakt hij sinds enige tijd zelf planken en levert hij hout. Enkele jaren geleden werd zijn interesse gewekt voor het rijden op plantaardige olie. 'Je leest er eens wat over en vanuit mijn opleiding bosbouw heb ik de nodige kennis van motoren en machines dus wist ik dat het mogelijk was.' Hij begon met bijmengen, waarbij gewone diesel wordt gemixt met puur plant aardige olie. 'Ik kocht zonnebloem olie bij de Aldi voor 59 cent per liter, maar dacht meteen dit moet goedkoper kunnen.' Op het internet las hij over gebruikers die op afge werkte fntuurolie reden. 'Toen heb ik een paar vaatjes bij Cobus Spigt gehaald, maar dat werkte niet. Die olie was veel te vet en te dik. Het vet van verschillende frituren werd door Spigt bij elkaar gegooid, waardoor de kwaliteit te slecht was en het was nog te duur.' Daarop benaderde Borsboom vishandel Van der Star in Oudeschild. Het duo sloot een deal en iedere maand haalt Borsboom 700 liter oude frituurolie op. 'Ik ga daar heen met een container van duizend liter op de aanhanger en een pompje en neem de olie mee. Hij blij, ik blij, want ik betaal hem meer dan hij anders krijgt en ik heb kwalitatief goede olie. De andere vishandels heb ik ook benaderd, maar die willen niet. Ik snap er. niks van.' Volgens Borsboom mag hij als particulier zelf biobrandstof produ ceren. 'Officieel moet een gecertifi ceerd bedrijf de olie afvoeren, maar ik mag er gewoon mee aan de gang. Er worden geen eisen gesteld aan de installatie en aan de opslag. Dat is logisch, want het is puur plant aardig en er is dus geen kans op milieuvervuiling. Ook is het totaal •niet brandbaar, dus geen gevaar voor ontploffingen of brand.' Koffiefilter De frituurolie moet eerst worden gefilterd voordat het geschikt is als brandstof. Vaste deeltjes als krui mels worden verwijderd. Daarnaast moeten het water en de in water opgeloste stoffen uit de emulsie worden gehaald. Dat gebeurt tij dens het filterproces, waarbij de zwaardere delen (water met daarin de diverse verontreinigingen) naar de bodem zakken en er uiteindelijk schone olie overblijft. 'Van der Star gebruikt sojaolie. Die wordt iedere dag verschoond en is dus relatief erg schoon. Ik heb dan ook maar vijf procent afval en dat is heel erg weinig', vertelt Borsboom trots. Net als de meeste 'biopioniers' begon ook Borsboom zijn filterproces met koffiefilters. 'Dat schiet dus niet op. Dat duurt veel te lang en bovendien stromen die filters over.' En dus ging hij zelf aan de slag met de bouw van een filterinstallatie. Als basis gebruikte hij informatie over andere zelfontworpen installaties. 'Natuur lijk kun je ook een kant-en-klare filterinstallatie kopen. Dan gooi je er een paar duizend euro tegengaan en dan heb je het ook, maar dat wilde ik niet. Ik vond het juist een uitdaging om er zelf mee aan de slag te gaan.' In theorie was het Borsboom al snel helder hoe zijn filterinstallatie zou moeten worden. De praktijk bleek echter anders. Het eindresultaat was kwalitatief onvol doende. 'Ik heb toen een paar wij zigingen doorgevoerd en inmiddels is het een hele fabriek geworden, maar de olie is nu goed.' Een deel van de loods waarin hij bomen tot planken verwerkt is inmiddels inge- ncht als 'filterfabriek'. Voor de leek is het op het oog een bonte verza meling vaten en tonnen met slan gen en pompen eraan, die op een ondoorzichtige manier met elkaar zijn verbonden. Maar de werkelijk heid is anders. Aan de opstelling is niets willekeurigs, zo blijkt als de verslaggever een uitgebreide toe lichting krijgt. De olie wordt rond gepompt, waarbij het filterproces in delen plaatsvindt en er uiteindelijk heldere olie overblijft, die geschikt is voor bijmengen of voor een twee- tanksysteem. 'Je kunt kiezen om te rijden op een mengsel van gewone diesel en ppo of je kunt een twee- tanksysteem in de auto inbouwen. Dat bestaat uit twee tanken waarbij er één geschikt is voor plantaardige olie en de ander voor gewone die sel. Daardoor is het mogelijk om volledig op pure olie te rijden. Dat systeem is vooral geschikt voor lange afstanden, omdat een auto eerst enige opwarmtijd nodig heeft voordat je op plantaardige olie kunt rijden.' Prut Reststoffen of afval heeft de Texe laar niet. 'Het bezinksel dat over blijft, prut of mayo noem ik dat De filterinstallatie is n op het oog ingewikkeld bouwwerk. Niek Borsboom tankt zijn dieselbusje vol. Geen bedwelmende diesellucht, 'snackbargeur' komt daarbij vrij. maar, gaat in de kachel. Dat meng ik met de houtrestjes die van mijn werk overblijven en dat brandt vol ledig op. Het is voor mij een sport om afval weer een nuttige bestem ming te geven.' Zijn belangrijkste motivatie om op plantaardige olie te rijden is het milieu. Daarom irriteert het Borsboom dat de Nederlandse overheid het gebruik van natuurlijke brandstoffen allesbehalve stimu leert. 'Het is logisch dat veel bedrij ven en particulieren de overstap nog niet maken, want het is veel te duur. De productie is duurder en daar bovenop komt de accijns.' Want wie denkt dat gebruikers van ppo de accijnzen op brandstof ont lopen, komt bedrogen uit. 'Over alles wat in je tank gaat, ben je belastingplichtig. Ook op plantaar dige olie komt 36 cent per liter. Ik heb de belastingdienst ingeseind dat ik ppo gebruik, maar ik hoorde daar lange tijd niets op. Inmiddels heb ik een acceptgiro ontvangen.' Het leeuwendeel van de duizend liter die hij per maand produceert, gaat naar overkantse gebruikers. 'En ik zou veel meer kwijt kunnen, maar dan moet ik een grote sepa rator neerzetten. Nu is het gewoon een uit de hand gelopen hobby, een privé-activiteit. Er is geen milieuwet die verbiedt wat ik doe. Maar als het beroepsmatig wordt, dan komt er heel wat meer bij kijken. Dat zie ik niet zitten.' Volgens Borsboom is ook de gemeente Texel geïnteres seerd. 'Ik kwam op een beurs een keer een paar Texelse ambtenaren tegen en heb ze uitgenodigd om eens bij mij te komen kijken, maar ik heb ze nog niet gezien.' Tekst en foto's Louise van der Sluis In diverse publicaties en dis cussies over het gebruik van plantaardige olie als brandstof komt het begrip biodiesel regel matig voor. Dit is wat anders dan PPO. De pure plantaardige oliën zoals zonnebloemolie en koolzaadolie worden in onver anderde vorm gebruikt. Biodie sel ontstaat bij een chemisch proces (veresteren), waarbij de olie door toevoeging van alcohol en een katalysator van samenstelling verandert en net zo vloeibaar wordt als gewone diesel, zodat de auto niet aan gepast hoeft te worden. Het gaat hier om een afgeleide van de pure vorm. De kostprijs van PPO en bio diesel ligt hoger dan die van de gewone diesel, zoals die aan de pomp verkrijgbaar is. Daar bovenop komt de accijns, want op alles wat in de tank gaat moet belasting worden betaald, in tegenstelling tot de ons omringende landen, waar wordt gewerkt met accijns vrijstellingen en subsidies om het gebruik van milieuvriende lijker varianten te stimuleren. In Duitsland kan bijvoorbeeld al bij 600 tankstations kool zaadolie worden getankt, terwijl in Nederland nog maar enkele biopompen in gebruik zijn. Gro te voordelen van de alternatieve brandstoffen zijn minder roet- vorming en de geringere uit stoot van C02. Meer informatie over het gebruik van plantaar dige brandstoffen is te vinden op ww.ppo.nu. 'Kottervloot blijft snel groeien' kopte de Texelse Courant van dinsdag 22 augustus 1967, in een bericht op de voorpagina waarin ondanks de gestegen prijzen de komst van maar liefst drie nieu we schepen naar de haven van Oudeschild werd aangekondigd. De TX19 van D. Krijnen zou met een motor van 600 PK de grootste van allemaal worden. Krimpt de moderne kottervloot door vangstbeperkingen, hoge brand stofprijzen en saneringen al jaren in, er waren ook tijden dat het de Texel se vissers voor de wind ging en er veel geld werd verdiend. Het artikel in de krant van bijna 39 jaar geleden is één lange opsomming van de voortvarende plannen die tal van ondernemers uit de vissersbran che hadden. Allereerst was daar D. Krijnen uit Oudeschild, die bij de NV Scheepswerf De Dageraad in Woubrugge bij Leiden een 27 meter lange kotter liet bouwen. Het schip kreeg een breedte van 6,40 meter en een holte van 3,30 meter. Het schip werd uitgerust met een motor van 600 PK en een hulpmotor van nog eens 30 PK. Imposante getallen voor die tijd, maar niet te vergelijken niet die van de huidige vloot. De nieuwste Texelse schepen, die ove rigens alweer een paar jaar geleden werden gebouwd, zijn iets meer dan 40 meter lang en 8,50 meter breed en hebben een holte van rond de 5 nieter. De motoren mogen onder de huidige regelgeving met meer ver mogen hebben dan 2000 PK, zo'n 700 PK minder dan tot enkele jaren geleden gebruikelijk was. De nieuwe kotter van Krijnen was de vervanger van de TX19, Drie Gebroeders, die werd omgedoopt en verkocht aan de firma B.J. van UIT 118 JAAR TEXELSE COURANT der Knaap en Zonen in Den Burg. Het oude schip werd opgeknapt en voorzien van een motor van 500 PK. Het werd naast de TX22 en TX23 al de derde kotter van dit bedrijf. 'Het is een hele investering, maar we zijn nu nog jong. Over tien jaar kun je zulke dingen niet meer uithalen', vertelde schipper Adrie van der Knaap aan de verslagge ver. die opmerkte: 'Dat de "Van der Knapen" in nauwelijks vijf jaar tijd een vloot van drie grote kotters in de vaart hebben, getuigt overigens van bewonderenswaardige onder nemingslust.' Het was één van de drie nieuwe kotters die voor een Texels bedrijf werden gebouwd. Voor P.C. Vla ming uit Oosterend was een nieuwe TX11 in aanbouw. De oude TX11 werd verkocht aan een bedrijf in Den Helder, terwijl de ook bij hem in gebruik zijnde TX10 'naar alle waar schijnlijkheid' naar Goeree ging. Bij zonder aan de motor van de nieuwe TX11 was dat de zuurstof er onder hoge druk werd ingebracht, waar door het vermogen van 600 PK met 75 procent werd vergroot. 'Verder wordt het schip voorzien van een gekoeld visruim, centrale verwar ming en pneumatische - vanuit de stuurkast te bedienen - winch. Het nieuwe schip ging rond een half miljoen gulden kosten. Een schijn tje, naar de huidige maatstaven, maar daar werd in 1967 anders over gedacht. 'Als gevolg van factoren, die ook in andere bedrijfstakken gelden, zijn de bouwprijzen voor vissersschepen de laatste tijd sterk gestegen. Deze omstandigheid en het feit dat het benodigde kapitaal niet altijd makkelijk is te krijgen, remmen de groei en vernieuwing van de Texelse vloot blijkbaar niet af. Wij hoorden van nog twee vis sers die binnenkort een eigen kot ter zullen aanschaffen, hoewel de definitieve beslissing nog niet is gevallen.' Naast de twee niet bij name genoemde vissers met grote plannen, had de firma M. Drijver en Zonen in Oosterend de werf van de firma Sijmensbergen in Amster dam opdracht gegeven voor een nieuwe TX33. 'Grote bedragen' waren ook gemoeid met 'nieuwe krachtiger motoren' die in oudere Texelse kotters werden geplaatst. 'Wij vernamen dat de TX26, 24. 39, 4 en 14 van nieuwe motoren worden voorzien. De TX88 krijgt een koel- ruim, hulpmotor en 110 volts licht installatie.' Ten slotte werd er mel ding gemaakt van gemaakt dat de 'gebroeders' C. Boersen uit Oude schild en D. Boersen uit De Koog voor zichzelf gingen beginnen. Dat gebeurde nadat ze jarenlange erva ring hadden opgedaan op andere Texelse kotters, de TX8 en TX5. Van de Gebroeders Romkes van Urk namen ze de in 1959 gebouwde UK194 over en lieten deze registre ren als TX94. 'Ook de heren Boer sen zijn zich er van bewust dat het tegenwoordig een heel begin is om enkele honderdduizenden guldens in een kotter te steken, maar ze zien de toekomst met vertrouwen tege moet onder het motto: jong zonder schuld is oud zonder goed.' j Geen budget meer voor Plusklas OSG 5 n Er is de komende jaren extra n geld nodig om maatregelen in d het Texelse onderwijs ter voor- e koming van onderwijsachterstan- i den in stand te kunnen houden, n Er dreigt een tekort van €22.500,-. 6 Dat wordt veroorzaakt doordat 3 Texel met ingang van 1 augustus van dit jaar niet langer in aanmer king komt voor een rijksbijdrage. J Vanaf 1998 heeft Texel voor twee j. vierjaarlijkse perioden een rijksbij- drage ontvangen om achterstanden in het onderwijs te voorkomen. Die bijdrage was vooral gebaseerd op de aanwezigheid van asielzoekers- kinderen in 1997 en 2001. Nu die er niet meer zijn op Texel, vervalt deze bijdrage en kunnen de huidige pro jecten die zijn opgezet om achter standen te voorkomen na 1 augus tus niet meer worden voortgezet. Het gaat daarbij om een leerling volgsysteem voor peuterspeelzalen, het project Boekenpret en de Plus klas op de OSG. De totale kosten, die €22.500,- per jaar bedragen, zouden de komende vier jaar gefi nancierd kunnen worden door het onderwijskansenbeleid voor 2007 tot en met augustus 2010 als nieuw beleid in de begroting 2007 op te nemen. Dit jaar zou het resterende bedrag (€9.500,-) kunnen worden meegenomen in de Voorjaarsnota. Het college hecht grote waarde aan het instandhouden van de projec ten, vooral van de plusklas. Daarin worden leerlingen begeleid die om uiteenlopende redenen meer aan dacht en hulp nodig hebben dan het reguliere schoolsysteem kan bie den. Een onderwijshulpverlener is, daarvoor 32 uur per week beschik baar. Op die manier wil de school voorkomen dat deze leerlingen door leer- en gedragsproblemen voortij dig de school verlaten. Kotter TX33 wordt woonboot Hij had de moed inmiddels opge geven, maar drie maanden nadat het schip voor het laatst van de visgronden terugkeerde, is schip- per-eigenaar Maarten Drijver er alsnog in geslaagd de TX33 Maarten Cornelis te verkopen. De nieuwe eigenaar is een inwoon ster van Breda, die de kotter wil gebruiken om op te wonen. 'Ze was al langer geïnteresseerd, maar ik heb dat nooit zo serieus genomen. Ik ging er eigenlijk vanuit dat er geen koper meer zou komen en was al begonnen de giek eraf te slopen. Maar afgelopen week kwam het plotseling toch allemaal rond en zaterdag heb ik het schip in Stel lendam afgeleverd', vertelt Drijver, die in alle vroegte, rond vier uur 's ochtends, de haven van Oudeschild verliet. De TX33 krijgt waarschijnlijk een nieuwe ligplaats bij het voorma lige werkeiland Neeltje Jans in de Oosterschelde. De TX33 is één van de drie Texelse kotters die eind vorig jaar door hun eigenaar voor sanering bij de overheid werden aangeboden. In ruil voor een vergoeding moesten ze beloven dat het schip met meer voor de visserij wordt gebruikt. Omdat er ook elders in de wereld met meer mee mag worden gevist en ook andere commerciële acti viteiten verboden zijn, is er weinig vraag naar gesaneerde kotters en moeten de meeste eigenaren zich Subsidie voor bomen en rellen Bij Landschap Noord-Holland kan nog tot 1 april subsidie worden aan gevraagd voor de aanleg en het her stel van landschapselementen. Dit jaar maken duinrellen en duinwate ren, het herstel van iepenbeplanting en het omvormen van particuliere bosjes naar rietland of hakhout extra kans op subsidiëring. De sub sidie Landschapselementen, die dit jaar vijf jaar bestaat, is bedoeld om het karakteristieke Noordholland se landschap te versterken en te behouden. De organisatie wijst erop dat de afgelopen maanden diverse subsidie-aanvragen zijn ontvangen voor werkzaamheden die al zijn uit gevoerd, maar de subsidie wordt niet achteraf verstrekt. Alleen aan vragen voor nog uit te voeren werk zaamheden komen voor subsidie in aanmerking. uiteindelijk verzoenen met sloop. Opvallend is dat twee Texelse kot ters inmiddels toch zijn verkocht. De TX2 van de familie Vonk ver huisde vorige maand naar Letland. Voor de TX21 van de familie Van der Vis heeft zich nog geen nieuwe eigenaar gemeld. Overigens is de verkoop van de IJmuiden 11 op losse schroeven komen te staan. De familie Drijver, die na de aankoop van vangstrech ten anderhalf jaar geleden tevens mede-eigenaar werd van het bijbe horende schip, dacht begin deze maand een nieuwe eigenaar te heb ben gevonden in een naar Neder land verhuisde Libiër. Drijver zegt er weinig van te begnjpen, maar vermoedt dat de kandidaat-koper geen medewerking krijgt van de autoriteiten in zijn vaderland. De tweelingfiets j~ fffaar gebeurd Twee echtparen uit Den Burg, Arie en Cor en hun vrouwen, gingen samen met vakantie. Ze hadden en huisje gehuurd in een mooie streek en namen hun fietsen mee, want dan konden ze daar rustig de omge ving verkennen. Omdat de fiets van Cor was aan de wrakkige kant was, besloot hij een betere te kopen bij een fietsenverhuurbedrijf in De Koog dat enkele aanbiedingen had, waaronder een Simplex. Die stond Cor wel aan. De koop werd geslo ten en de Simplex achterop de auto op de fietsendrager geplaatst. Toen ze enkele dagen op hun vakan tiebestemming waren, wilden de vrouwen een dagje winkelen. De mannen hadden daar weinig zin in en besloten de fiets te pakken en een lekker eindje te toeren. Dat ging goed tot ze een knal hoorden omdat de achterband van de Simplex was gesprongen. Pech. Ze besloten een fietsenmaker te zoeken. Die werd gevonden, maar bleek de eerste uren geen tijd te hebben het euvel te verhelpen. Ane deed toen het goede voorstel een bandenplakset te kopen en de band zelf te plak ken. De fietsenmaker kon aan die vraag voldoen. De fiets werd buiten op zijn kop tegen het hek gezet en na wat gesteggel werd hij weer rijklaar gemaakt. Toen hij weer op zijn banden stond, viel het Arie op dat het verhuurplaatje er niet meer op zat. Hij maakte Cor daar op attent. Die snapte er ook niet veel van, maar toen hij goed om zich heen keek, zag hij hoe het kwam. De Simplex met het verhuurplaatje stond even verderop nog steeds tegen het hek. De mannen hadden een identieke Simplex gerepareerd, die ook met een lekke band tegen het hek stond. Tja, en toen zat er niets anders op dan het klusje nog eens te herhalen. Jan van Tunen Onderzoeker Cornelia Wuch- ter deed bij het Koninklijk NIOZ onderzoek naar enkele zeer basa le vragen uit de microbiologie: waar in zee komen oerbacteriën voor en wat zijn de koolstofbron en de energiebron waarvan zij leven? Daarnaast bekeek zij of veranderingen in de samenstel ling van de vetten van deze orga nismen gebruikt kunnen worden om de temperatuur van de boven ste laag van het zeewater in het verre verleden te herleiden. De uitkomsten van dit onderzoek zijn van belang voor het voorspellen van toekomstige veranderingen in het klimaat. Wuchter nam gedurende de gehele biologische jaarcyclus monsters in het Marsdiep. Eén van de twee soorten oerbactariën crenarchaeo- ta) kwam het meest voor in de win ter. Dan zijn de concurrerende algen niet actief door gebrek aan zonlicht. De voorjaarsbloei van kiezelalgen drukt de crenarchaeota weg, waar na hun plaats wordt ingenomen door de euryarchaeota. In de klimaatkamers van het NIOZ werd kooldioxide aan de monsters toegevoegd, waarmee bewezen kon worden dat ook oerbacteriën groeien door de opname van deze stof. De hiervoor benodigde energie krijgen de zij uit de omzetting van ammonium (NH3) in nitriet (N02). Aangezien de crenarchaeota veel voorkomt, op vrijwel elke water diepte, is het waarschijnlijk dat deze bacterie een rol speelt in de bio- geochemische cyclus van de oce aan. De laboratoriumexperimenten lieten zien dat de watertemperatuur de belangrijkste factor is voor de moleculaire samenstelling van de vetten van de bacteriën. Hoe war mer het zeewater, hoe meer kool stof werd opgenomen. Dit verband tussen vetstructuur en watertem peratuur kan worden gebruikt voor het analyseren van sedimenten en de reconstructie van vroegere kli maten. En dit is weer van belang voor het onderzoek naar toekom stige klimaatontwikkelingen. Wuch ter verdedigde gisteren (maandag) haar proefschrift over dit onderwerp aan de Universiteit van Utrecht. Als promotor en co-promotor fungeren prof. dr. ir. Jaap Sinninghe Damsté en dr. ir. Stefan Schouten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2006 | | pagina 7