Het wonder van De Gollards
m
TEXELSE COURANT
W-Hofl
Esther Gieles schrijft mooiste verhaal
VRIJDAG 22 DE EMBER 2006
RHTDOM GQ6S LOOG
Dat het haar nu weer moest over
komen. Net nu ze hier met haar
stage was begonnen. Jette wankel
de nog na op het keukentrapje en
zag aan de voet van de kerstboom
de honderden glinsterende stukjes
waarin de kerstengel uiteen was
gespat. 'Ja, leuk', had ze die mid
dag gezegd, toen de directeur van
het verzorgingscentrum ('Zeg maar
Frank') had gevraagd of ze mis
schien die avond de laatste kerst
versieringen in de grote kerstboom
wilde hangen.
'Ach, meike', klonk het vlakbij haar
in de stille eetzaal, 'maak je niet
dik. Dat komt wel weer goed.' Een
oude heer met een zeer ruimzittend
grijs vest reikte haar behulpzaam
de hand en hielp haar het trapje af.
'Ik weet nog wel een kerstengel te
vinden die zeker zo mooi is. Trek
je jas maar aan, dan gaan we Den
Burg in. Nee, die heb ik niet meer
nodig', zei de oude heer, toen Jette
hem vragend aankeek en op haar
winterjas wees.
Bij de receptie zat op dit uur nie
mand meer. 'Volg de oude Roeper
maar', zei haar gids. Hij zette er
de pas in. Jette volgde hem, eerst
rechts- en daarna linksaf. Ze merkte
dat het lichtjes begon te sneeuwen.
toen ze de bioscoop passeerden.
Ze zag in de vitrine dat West Side
Story er draaide. Leuk, met kerst
naar zo'n oude film. Het kostte haar
moeite mijnheer Roeper te volgen.
Wat rook het hier lekker: kerst
brood en banket. Mijnheer Roeper
leek haar gedachten te raden: 'Kijk,
hier zit bakker De Bakker. Die is al
begonnen voor de kerst te bakken.
Daar', hij wees naar een lage winkel
met fel verlichte etalages bijna op
de hoek van het pleintje, 'daar aan
de Binnenburg is de winkel van mijn
vriend.' Hij klopte aan en voordat
het geluid helemaal verklonken was,
opende een grijze heer met een
stofjas de deur. 'Roepertje, kom
erin. Dat is Jette zeker? Ik denk' - hij
keek haar vriendelijk aan - 'dat ik je
wel kan helpen.' Hij bukte en haalde
onder de toonbank een langwerpige
donkerblauwe doos te voorschijn.
Hij tilde voorzichtig het deksel op
en toen hij het vloeipapier opzij had
gevouwen, zag Jette de mooiste
kerstengel die ze ooit had gezien.
'Prachtig, wat prachtig,' was het
enige wat ze kon uitbrengen.'Kijk,'
zei de winkelier,' ik doe er een bon
netje in zodat je kunt zien wanneer
je de engel weer mag terugbren
gen.' Voordat ze blijk kon geven van
haar dankbaarheid, was de winkel
deur al opengegaan, stond mijnheer
Roeper buiten en was de juwelier in
een zijkamertje verdwenen.
'Kom, meike. We gaan terug, maar
eerst nog even een rokertje bij
Plaatsman halen én nog wat te
snoepen bij Duwie Hin hier tegen
over.' 'Waar was jij nou?' De direc
teur ('Zeg maar Frank') keek haar
onderzoekend aan. 'O, ik ben met
mijnheer Roeper even naar Den
Burg geweest, naar zijn vriend die
juwelier is aan de Binnenburg en
die...' Ze toonde de blauwe doos
aan de ongelovig kijkende directeur.
'Er zit een prachtige kerstengel in
en die mogen we van de vriend van
mijnheer Roeper...' Ze keek om zich
heen en merkte dat alleen zij en de
directeur in de doodstille eetzaal
waren. 'Meisje, meisje, ik weet niet
waar je het over hebt. Het zal best
een prachtige kerstengel zijn, die je
hopelijk niet hetzelfde lot zal doen
ondergaan als haar gevallen col
lega.' Hij lachte minzaam. 'Maar
een mijnheer Roeper hebben we
hier niet. Wel gehad natuurlijk, maar
nu woont hier echt geen Roeper. En
van een juwelier aan de Binnenburg
heb ik nog nooit gehoord. En ik
werk hier al vanaf 1995. Goeden
avond, Jette. Morgen praten we wel
verder.' Hij draaide zich om. En ver
wijderde zich met kleine pasjes.
'Maar, maar... ik heb hier een bon
netje van die mijnheer uit de winkel.
Kijk.' Jette vouwde het bonnetje
open, zag het woord 'retourdatum'
en pas toen ze al met de engel op
het trapje balanceerde, realiseerde
ze zich de datum: 6 januari 1962.
Vol ongeloof staarde ze naar de in
engel die in zijn eigen licht baadde
en straalde zoals een kerstengel in
De Gollards nog nooit had gedaan.
Cees Derlagen,
Lochem.
HM TOOM eoF.5 toot
De stal
Het is nu alweer een jaar of wat
terug dat wij als gezin de stal en de
kunstkerstboom weer van zolder
hadden gehaald. Dit gebeurt bij ons
altijd na een bepaalde datum omdat
er nog één vlak voor de kerst jarig
is.
'Hé pa, help je met de stal opzet
ten?'
'Ja goed, ik kom eraan, even wat
stro in de stal doen, geef jij me de
dieren en zo vast maar aan, Mar
jolein.'
De herders en de schapen, de os en
de ezel, de wijzen, Jozef en Maria,
allemaal ontdaan van het WC-papier
waar ze in gewikkeld waren. Pa zet
het kribje in de stal en groepeert er
het hele stel omheen. Maar o schrik,
het belangrijkste was weg. De krib
was er wel, maar het kindje Jezus
ontbrak. Pa wordt ongerust.
'Het is toch niet weggeraakt bij het
inpakken, ma?'
'Nee hoor, je kijkt niet goed', is het
antwoord. En ze geeft de kinde
ren een veelzeggend knipoogje. Er
werd gegiecheld en gelachen.
'Ophouden', zegt Piet met verheven
stem. 'Zonder kindje Jezus is het
geen kerst. En dan ruim ik de stal
weer op.'
Nog meer gelach en pa wordt nog
bozer. Ma komt naar de stal en
draait met een lach het kribje om.
'Kijk Piet', zegt ze, 'Jezus ligt er al
in. Hij zit eraan vast. Je moet beter
kijken en hem niet op z'n kop leg
gen.'
Alle jaren wordt er wel even over
gelachen. 'Hé pa, ben je Jezus
kwijt?' Ja, omdat ik hem niet meer
zag, omdat ik op dat moment te
druk bezig ben met het zo mooi
mogelijk maken van de stal en pro
beer het feest eromheen zo feeste
lijk mogelijk te laten zijn. Daardoor
verliezen we het waarom van het
kerstfeest uit het oog. En leggen we
Jezus niet bewust op zijn kop. zodat
je hem niet ziet, maar toch wel
onbewust weet dat hij er is. Door
omstandigheden binnen het gezin
verliezen we het vertrouwen in hem
of in de wereld om ons heen. Wat
maken we er met z'n allen een boze
wereld van. Ja, soms ben je hem
helemaal kwijt.
Goed dat er kerst is. Zo worden we
er toch allemaal weer even aan her
innerd dat dat kindje in de krib voor
de mensen naar de aarde kwam.
Niet in een feestgewaad, maar klein,
in lappen gewikkeld en in een voer
bak gelegd. En de mensen kwamen
pas kijken nadat God tegen de
engelen had gezegd: 'Ga het de
herders maar vertellen.
Piet van Leersum,
't Horntje.
Oorlog en vrede
Het was december en onrustig op
de Vooruitgang. Schapen drentel
den heen en weer en de meeuwen,
van nature al onrustig, maakten
krijsend duikvluchten op de wind.
Er was een algemeen gevoel van
afwachting. Alsof er iets te gebeu
ren stond. Elke dag groeide de
onrust en daarmee kwam gekisse
bis. Op het kleine strandje ruzieden
meeuwen en strandlopers, rotgan
zen kwamen van Zeeburg naar de
Rogsloot en betwistten hun plaats
met de lepelaars. De robben kwa
men van de zandplaten naar het
strandje. Wie uit het water kwam.
moest daar blijven, scholden de
meeuwen tegen de robben, die op
hun beurt brulden dat meeuwen in
de lucht hoorden. Alleen de schapen
hielden zich mak. Dankzij Ooi 77. Zij
genoot aanzien in de kudde. Als lam
had zij in een levende kerststal een
belangrijke rol vervuld en het won
der dat zich toen had voltrokken,
was haar altijd bijgebleven
'Het wordt tijd dat het Licht komt',
sprak zij verlangend. En het werd
zeker tijd, want er dreigde oorlog
op het strandje. Ooi 77 kon het niet
langer aanzien en stapte kordaat
het strandje op. Een schaap op het
strand, dat was nog nooit vertoond
en de ruziezoekers waren verbijs
terd en staakten hun gedaver Van
die stilte maakte Ooi 77 dankbaar
gebruik. 'Zijn jullie nu helemaal van
God los?' blaatte zij, 'Het is bijna
Kerstmis en dan stuurt Hij het Licht.
Als jullie zo door gaan kon Hij zich
nog wel eens bedenken en wat
moeten we dan? Zitten we mooi
in het donker met zijn allen, omdat
jullie elkaar het Licht in de ogen
niet gunnen. De Vooruitgang en het
strandje en de zee en de lucht zijn
van ons allemaal en daar moeten
we zonder ruzie samen leven. Want
dat is de boodschap van het Licht
vrede op aarde.' Ooi 77 had goed
opgelet destijds en was de woor
den van de waddenpredikant nooit
vergeten.
En ziet: boven het wad rees een
stralende ster die het licht van de
vuurtoren deed verbleken en de die
ren bogen devoot de koppen voor
het Licht dat vrede brengt.
Moge dat ook alle mensen gegund
zijn: Vrede op aarde.
Gea Klein
Margo's kerst
Er stond een stevige bries. Sneeuw
vlokken werden door de wind
meegevoerd en vielen in de witte
sneeuwbanken op de straten van
Den Burg. Margo stopte haar han
den diep in de zakken van haar
jas en trok haar sjaal tot ver over
haar kin. Haar voetstappen lieten
sporen na in de sneeuw. Er klonk
muziek in de straat. Moeders met
H kinderwagens liepen om haar heen,
winkel in, winkel uit, om de laat
ste kerstboodschappen in huis te
halen. Margo keek naar de etalages.
Mooi gedekte tafels met brandende
kaarsen, een kerstman temidden
van tientallen cadeautjes, chique
kerstballen in een verlichte kerst
boom; de warmte binnen stond in
schril contrast met dé koude bui
tenwereld. Op de Stenenplaats
stond een kraampje met vrouwen
die voor het goede doel glühwein
verkochten. Margo voelde in haar
zak en haalde er een euro uit. Ze
ruilde het muntstuk voor een glas
wijn en voelde hoe de warme drank
door haar keel vloeide. 'Prettige
kerstdagen', hoorde ze de vrouw
achter het kraampje zeggen. Margo
liep verder. Het begon harder te
sneeuwen en ze moest haar voeten
optillen om boven de sneeuw uit te
komen.
Bij Albert Heijn zag Margo een man
staan. Zijn muts had hij tot ver over
zijn oren getrokken en in zijn zwarte
handschoenen zaten bij de duim
en wijsvinger gaten. In zijn hand
had hij een stapel kranten. 'Zo'n
man heeft ook niet veel met Kerst',
dacht Margo, en ze liep op de man
af. 'Goedemiddag mevrouw, straat-
krantje kopen?' vroeg hij. Margo
dacht even na en bedacht dat ze
deze man wel kon helpen door een
krant van hem te kopen. 'Bedankt
en heel fijne dagen toegewenst',
riep de man haar na. Margo liep
alweer verder.
Thuis aangekomen schudde ze de
sneeuw van haar lichaam. Ze stak
een kaars aan, de krant legde ze
op tafel neer. 'Wat is Kerstmis toch
een mooie tijd', zei ze tegen zichzelf
en begon de tafel te dekken. Naast
de kaars zette Margo een bord met
een kerstservet, een halfje brood
en een pot pindakaas neer. Want
dat was het enige dat ze zich kon
veroorloven...
Esther Gieles,
't Horntje.
Waar anders...
Opgetogen gaat Gabriël op weg.
Wat een bijzondere taak heeft God
hem toevertrouwd.
In gedachten gaat hij terug naar de
vorige dag, toen God hem bij zich
had geroepen. 'Ik zie teveel pijn bij
de mensen op aarde. Zij hebben
iemand nodig die hen laat zien wat
liefde is. Gabriël, ga naar de aarde,
zoek een thuis voor mijn kind, een
plek waar hij welkom is.'
Daarom is Gabriël onderweg. Hij
denkt bij zichzelf: Waar zou een kind
van God op aarde wonen? Natuur
lijk, in een huis van aanzien. Hij gaat
op zoek naar een paleis. Immers,
wat staat er hoger in aanzien op
aarde dan een koningshuis. Bij de
poort van het paleis wordt Gabriël
aangehouden. 'Heeft u wel de juiste
papieren? Geen papieren? Dan bent
u hier niet welkom.' Verbouwereerd
keert Gabriël zich om.
Waar moet hij dan zijn. Wacht, denkt
hij, welk huis heeft meer aanzien
dan een godshuis? Daar zal een
kind van God zeker welkom zijn.
Gabriël gaat naar binnen bij het
eerste godshuis dat hij tegenkomt.
In het voorportaal komt hij een man
tegen, die mompelt: 'Morgen vieren
we het grote feest, iedereen zal
er zijn, maar wat moet ik zeggen,
zodat het de mensen raakt?' De
man ziet Gabriël niet staan, hoort
hem niet-
Moedeloos loopt Gabriël de don
kere nacht weer in. Hij dwaalt door
de stad. Waar zal dit kind van God
zonder meer welkom zijn? Ruwe
woorden doen hem opschrikken
uit zijn gepeins. 'Pas op waar je
loopt, ouwe!' Een halfdronken man
schampt hem, doet hem vallen.
Achter Gabriël klinkt een heldere
stem. 'Gaat het, meneer?' Een jon
ge vrouw stapt uit haar huis en helpt
Gabriël overeind. Zij troont hem
mee naar binnen.
Eenmaal binnen ziet Gabriël bij
het raam van de woonkamer een
bed. Daarin een kind met een bleek
gezicht. Getroffen door de bijna
serene sfeer in het kleine huis drin
gen slechts brokstukken door van
wat de jonge vrouw zegt: 'Mijn
broertje, ernstig ziek, heeft verder
niemand, ik zorg voor hem.'
Langzaam begint het hem te dagen.
Waar anders dan hier...
Caroline der Nederlanden.
Oosterend.
i
Kerst
verhaal
Er was eens een
Kerstman. Hij bracht
cadeautjes naar kinderen.
Arme kinderen, vaders en
moeders, opa's en oma's en juf.
Totdat hij geen geld meer had om
cadeautjes te kopen. Hij bedacht een slim
plan om weer aan geld te komen. Hij ging naar
de bank om geld te halen, maar daar was zijn geld ook
op. Toen ging de kerstman naar de rommelmarkt om spullen
te verkopen: Een kleed, een pop, boekjes, dingetjes van ijs (want
hij woont in Lapland) en ook een nachtlamp. Toen hij alles verkocht
had, telde hij zijn geld. Nog had hij niet genoeg. Hij had nog maar 50 euro,
daarmee kon hij nog steeds niet genoeg cadeautjes kopen. Toen ging hij klusjes
doen voor de mensen. Daarmee verdiende hij nog eens 20 euro. Nog steeds niet genoeg.
Hij ging ramen wassen, in de wasstraat werken, hij werd notaris en ging
kapotte lantaarns maken Hij kreeg 200 euro, nog steeds niet genoeg om cadeautjes
te kopen. Toen ging hij op een school werken als Kerstman. De Thijsseschool.
Samen met de kinderen verzon hij een kerstlied. Het liedje heette 'Wij en de kerstman'. En het
gaat zo: Wij en de kerstman (3x). Lekker cadeautjes (2x) Oh yeah. Ze gingen in het
hele land ze optreden en verdienden 200 miljoen euro. Toen had de kerstman genoeg en hij
kocht cadeautjes voor iedereen. Voor zichzelf kocht hij een nieuwe slee en een rendier.
i
Uit.
Kerstmis 1945
oorlog was net voorbij en er was
in tegenstelling tot nu - weinig te
>p. Alles was nog op de bon. Je
moest inventief zijn. Van huis uit
waren we gewend sober te leven,
maar wij kinderen wilden toch graag
een kerstboom(pje). 'Alstublieft,
moeder.' En we noemden gezinnen
op die wel een kerstboom hadden,
met versierselen en al.
Na lang soebatten kwam er inder
daad een boompje, enkel met kleine
gedraaide kaarsjes in van die knij
pertjes. We vonden het een beetje
kaal, dat wel, maar op ons commen
taar zei moeder slechts: 'Kinderen,
kerstfeest vier je in je hart.' Maar
wij verdachten haar wel van enige
gemakzucht. Ze loste het probleem
echter op door plukjes watten op
de takken te leggen. 'Ziezo', zei ze,
'dat is sneeuw.' En daar moesten
we het mee doen.
Maar wie schetst mijn verbazing
toen op een middag mijn broer
thuis kwam met een grote doos
kerstversiering. Hij was met een
paar andere jongens naar de zuid
batterij geweest, een bunkerdorp
van de Duitsers in de duinen, dat
nu verlaten was. Daar had hij deze
schat gevonden. Ik zie nog zijn lach
van oor tot oor boven die doos. We
konden de boom optuigen.
Wat het kerstmenu betreft, ik kan
me er niets van herinneren. Het zal
wel een zondagsmenu geweest zijn,
wat wil zeggen met soep vooraf en
pudding toe. Maar pudding van
'boerenmelk' is erg lekker, ik maak
het nog vaak, deels uit nostalgie.
We 'schemerden' bij de gloed van
de kachel en kaarslicht. En op de
middag van tweede kerstdag gin
gen we naar het kinderkerstfeest
in de kerk waar grote ketels hete
chocolademelk stonden er waar bij
de kerstboom een spannend kerst
verhaal werd verteld. We zagen de
kaarsvlammetjes in eikaars ogen
weerspiegeld en genoten van de
lekkere kerstkrans.
Maar hoe je de kerst ook viert, in
soberheid of weelde, de sfeer en
het lied zijn van alle tijden en het is
alsof het engelenlied even mensen
lied wordt.
Glona in excelsis deo.
Nel Koorn-Kikkert,
Oost.
Politie pakt
inbrekers
op heterdaad
De politie heeft, naar nu bekend
is geworden, begin deze maand
in De Koog drie mannen aange
houden die net een woningin
braak hadden gepleegd. Agen
ten troffen de mannen 's nachts
in een auto die aan de Nikadel
stond geparkeerd. Nadat de
drie vaag waren gebleven op
de vraag wat ze aan het doen
waren, volgde een inspectie van
de auto waarbij de politie een
computer op de achterbank zag
liggen. Bij het doorzoeken van
de wagen kwamen een televisie,
dvd-recorder, plasmascherm
geld en parfum tevoorschijn. De
drie bleken die kort daarvoor uit
een woning aan de Ruijslaan te
hebben gestolen. Daar waren
ze via het wc-raampje binnen
gekomen. Het gaat om twee 20-
jarige mannen uit Schagen en
een 26-jarige man uit Heerhugo-
waard. Het waren bekenden van
de politie. Er wordt proces-ver-
baal tegen ze opgemaakt.
De kerstverhalenwedstrijd van de
Texelse Courant is een succes
geworden. De redactie kreeg niet
alleen meer verhalen toegezon
den - van Texel én van de over
kant -, ook de kwaliteit was beter
dan vorig jaar. Dat gold zowel
voor de waargebeurde als de ver
zonnen inzendingen. Wél was het
kennelijk moeilijk kort en bondig
te blijven, want nogal wat auteurs
overschreden het maximumaan
tal van 350 woorden.
Twee verhalen sprongen er wat
de redactie betreft bovenuit. Het
verhaal Het wonder van De Gol
lards van Cees Derlagen uit Lochem
werd geprezen wegens het myste
rieuze gegeven, vaardig gecombi
neerd met een Texelse setting en de
kerstgedachte. Het was echter bijna
dubbel zo lang als toegestaan. Toch
verdiende de auteur een eervolle
vermelding en de uitnodiging vol
gend jaar nog eens mee te doen. Na
lang wikken en wegen werd Margo's
kerst van Esther Gieles van 't Horn
tje als beste aangewezen. 'Stem
mig, sfeervol en met een verrassend
einde', luidde het oordeel.
Het verhaal had wellicht nóg wat
geschikter voor de Texelse Cou
rant kunnen zijn als het plaatselijke
karakter wat meer was uitgewerkt.
'Dat klopt, ik had een uitgebreider
verhaal in mijn hoofd. Maar toen
ik het begon op te schnjven, zat
ik al snel aan het maximumaan
tal woorden', vertelde Gieles toen
ze gisteren uit handen van hoofd
redacteur Gerard Timmerman de
bijbehorende prijs kreeg uitgereikt,
een waardebon voor een verblijf van
een weekend in recreatiepark Hel
Kuierpadtien in Wezuperbrug
Voor Gieles vormt de prijs een leuke
opsteker in een moeilijk jaar. Met
kerstmis vorig jaar werd ze ziek.
waarna lange onderzoeken en een
verblijf van drie maanden in het zie
kenhuis volgden. Het gaat inmiddels
een stuk beter, al is ze om medische
redenen gedwongen veel thuis te
zijn, heeft ze haar studie journalis
tiek moeten staken en wacht haar
komende maand een nieuwe ope
ratie. 'Leuk is het niet, maar het is
de enige manier om weer helemaal
beter te worden', concludeert ze
nuchter. En lachend 'Voordeel was
dat ik alle tijd had dit verhaal te
schrijven.'
De verhaler "an Gieles en Derlagen
en vier andere drukken we hierbij
af.
"RN TO ON GOES LOO b
RNTOON CO Ei 2006
flNTOo* Go&s xooé